35 322 Voorstel tot algehele herziening van het Reglement van Orde

Nr. 9 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN MEENEN EN ÖZÜTOK

Ontvangen 29 juni 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Voor de puntkomma aan het slot van artikel 7.14, eerste lid, onderdeel e, wordt ingevoegd «, waarin in ieder geval wordt vastgelegd op welke wijze door de commissie rapporteurs worden benoemd en op welke wijze de commissie controle uitoefent op het jaarverslag, bedoeld in artikel 2.31 van de Comptabiliteitswet 2016».

Toelichting

Dit amendement regelt dat in het jaarplan van de vaste Kamercommissies in ieder geval moet worden vastgelegd op welke wijze zij hun rapporteurs benoemen en op welke wijze zij controle uitoefenen op de jaarverslagen in het kader van de financiële controle van de regering. Volgens de indieners zorgt dit voor een wenselijke transparantie en duidelijkheid over de te volgen procedure. Ook verankert het amendement hiermee in het Reglement van Orde een staande praktijk dat vaste Kamercommissies ieder jaar leden uit de eigen commissie benoemen tot rapporteur, ten behoeve van het verantwoordingsdebat over het jaarverslag van het betrokken ministerie. Rapporteurs kunnen hiervoor gebruikmaken van de «Handreiking controle begroting en verantwoording» en de «Controlekaart begroting en verantwoording», zoals in 2014 opgesteld door het lid Van Meenen en het toenmalig lid Duisenberg. De rapportage draagt bij aan versterking van de informatie- en controlepositie van de Kamer en een inhoudelijker debat over de Rijksuitgaven. Indieners achten bestendiging in het Reglement van Orde daarom op zijn plek.

Van Meenen Özütok

Naar boven