35 322 Voorstel tot algehele herziening van het Reglement van Orde

Nr. 37 AMENDEMENT VAN HET LID MARKUSZOWER

Ontvangen 9 februari 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel 7.30 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.30a Verstrekken van inlichtingen

De minister verstrekt tijdens een mondeling overleg als bedoeld in artikel 7.27 alle door de leden verlangde inlichtingen, tenzij dit redelijkerwijs onmogelijk is, of het verstrekken in strijd met het belang van de staat is.

II

Artikel 8.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 2. Indien is besloten een maximaal aantal interrupties toe te laten, telt een verzoek aan een minister tot beantwoording van een tijdens de beraadslaging gestelde vraag, niet mee voor dit aantal.

III

Na artikel 8.18 wordt een subparagraaf ingevoegd, luidende:

8.2.2a Verstrekken van inlichtingen

Artikel 8.18a Verstrekken van inlichtingen

De minister verstrekt tijdens de beraadslaging alle door de leden verlangde inlichtingen, tenzij dit redelijkerwijs onmogelijk is, of het verstrekken in strijd met het belang van de staat is.

Toelichting

Ministers en staatssecretarissen zijn op grond van artikel 68 Grondwet verplicht mondeling of schriftelijk de verlangde inlichtingen te geven. Alleen als het verstrekken van informatie het belang van de staat kan schenden, kan daarop een uitzondering worden gemaakt.

De indiener constateert echter dat tijdens debatten bewindslieden niet altijd antwoord geven op de vragen die door Kamerleden worden gesteld. Soms worden de antwoorden vergeten, maar veel vaker worden de antwoorden omzeild. De indiener is van mening dat bewindspersonen altijd antwoord dienen te geven op de vragen die door een Kamerlid worden gesteld. Ook verzoeken om beantwoording van vragen dienen te allen tijde te worden toegestaan. Alleen op deze manier kan een Kamerlid in staat worden gesteld op basis van de vergaarde inlichtingen de regering te controleren. Dit amendement regelt daarom tevens dat een verzoek aan een bewindspersoon tot beantwoording van een tijdens de beraadslaging gestelde vraag, niet meetelt voor het aantal interrupties. Het is aan de Voorzitter om de orde te handhaven, het proces te bewaken en de bewindspersoon erop te wijzen dat kort en bondig antwoord dient te worden gegeven om te voorkomen dat een debat oneindig voortduurt.

Markuszower