35 322 Voorstel tot algehele herziening van het Reglement van Orde

Nr. 36 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER MOLEN EN OMTZIGT

Ontvangen 9 februari 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel 7.2 vervalt.

II

Na artikel 7.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.4a Commissie voor de Rijksuitgaven

  • 1. Er is een commissie voor de Rijksuitgaven.

  • 2. De commissie is belast met:

    • a. het behandelen van aangelegenheden van rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van de inning en besteding van collectieve middelen;

    • b. het voorlichten, adviseren en ondersteunen van de Kamer en de commissies bij de uitoefening van het budgetrecht en de financiële controle van de regering.

  • 3. De voorlichting, advisering en ondersteuning, bedoeld in het tweede lid, onder b, strekken zich mede uit tot grote projecten als bedoeld in artikel 7.38.

  • 4. De Kamer besluit slechts over een voorstel om de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek in te stellen, nadat advies bij de commissie is ingewonnen.

Toelichting

Met dit amendement wordt de commissie voor de Rijksuitgaven opnieuw ingesteld. De commissie voor de Rijksuitgaven gaat over rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van inning en besteding van collectieve middelen. De commissie heeft ook als taak voorlichting, advisering en ondersteuning van de Kamer en de commissies bij de uitoefening van het budgetrecht en de financiële controle van de regering. In september 2015 werden de taken van de commissie voor de Rijksuitgaven bij wijze van experiment overgedragen aan de vaste commissie voor Financiën. De verwachting van de commissies was dat door de overdracht de uitvoering van Rijksuitgaventaken meer aandacht zou krijgen. Uit een evaluatie in de zomer van 2016 bleek, dat er in het vergaderjaar 2015–2016 inderdaad meer aandacht was geweest voor Rijksuitgavenonderwerpen. Daarbij werden wel enkele kanttekeningen geplaatst en suggesties gedaan om de aandacht voor Rijksuitgavenonderwerpen in de Kamer verder te vergroten en de Rijksuitgavenactiviteiten in de commissie Financiën te borgen.

Onder meer uit het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag blijkt, dat meer aandacht voor de controlerende taak van de Kamer noodzakelijk is. Daarom wordt opnieuw een afzonderlijke commissie voor de Rijksuitgaven ingesteld. De formulering van het artikel sluit zoveel mogelijk aan bij de tekst van artikel 7.2, waarin de controle op de rijksuitgaven is belegd bij de vaste commissie voor Financiën. Daarmee is de met dit amendement voorgestelde bepaling inhoudelijk gelijk aan het eerdere artikel 21a over de commissie voor de Rijksuitgaven, met enkele technische verbeteringen.

Van der Molen Omtzigt

Naar boven