35 322 Voorstel tot algehele herziening van het Reglement van Orde

Nr. 28 AMENDEMENT VAN HET LID DIJKHOFF C.S.

Ontvangen 26 januari 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 7.5 wordt een lid ingevoegd, luidende:

• 2a. Indien een voorzitter van een fractie op diens verzoek is ontheven van het lidmaatschap van de commissie, is in afwijking van artikel 7.12, vierde lid, de Kamer op voordracht van de commissie bevoegd te besluiten of in plaats van de voorzitter van die fractie een andere voorzitter van een fractie voor de verdere duur van de zitting lid is van de commissie.

Toelichting

Ingevolge het voorgestelde artikel 7.5, derde lid (en het huidige artikel 22, derde lid), van het Reglement, zijn de voorzitters van de vijf grootste fracties automatisch lid van de CIVD.¹ Daarbij biedt het artikel geen regeling voor het kunnen doen van afstand van dit lidmaatschap. Weliswaar bestaat daarvoor een algemene regeling voor commissies,² maar deze biedt geen uitkomst omdat artikel 7.5 uitgaat van het (automatische) lidmaatschap van de betrokken fractievoorzitters. Zonder nadere regeling kan er dus ook niet door anderen in het lidmaatschap worden voorzien als een CIVD-lid afstand wil doen van het lidmaatschap.

De indieners achten dit onwenselijk. Zij stellen daarom voor in het artikel te expliciteren dat een fractievoorzitter de mogelijkheid heeft op zijn verzoek van het CIVD-lidmaatschap te worden ontheven,³ en dat in dat geval de Kamer op voordracht van de commissie kan besluiten een andere fractievoorzitter aan te wijzen die de «lege stoel» voor de resterende duur van een zitting zal opvullen. Hiermee kan worden voorkomen dat de CIVD feitelijk minder leden heeft dan op papier.

Dijkhoff Jetten Wilders Klaver Heerma

---

1 Eventueel aangevuld met ten hoogste twee andere fractievoorzitters. Zie het huidige artikel 22, tweede lid, derde volzin, en het voorgestelde artikel 7.5, tweede lid, derde volzin.

2 Zie het voorgestelde artikel 7.12, derde en vierde lid, van het Reglement.

3 De ontheffing kan daarbij overeenkomstig artikel 7.12, derde lid, door de Voorzitter worden verleend. Tijdens een demissionaire periode kan ook afstand worden gedaan door een lid dat diens fractievoorzitter die tevens Minister of Staatssecretaris is tijdelijk vervangt (zie daarover het voorgestelde artikel 7.5, derde lid).