35 306 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 met het oog op afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven (Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven)

C MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 28 november 2019

1. Inleiding

Het kabinet heeft met belangstelling kennisgenomen van de vragen van de leden van de fractie van de ChristenUnie.

2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met betrekking tot het wetsvoorstel Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven een aantal opmerkingen gemaakt en vragen gesteld. Het doet mij deugd dat deze leden het belang van de voorgenomen individuele leerrekening in het kader van leven lang ontwikkelen (LLO) onderstrepen. Deze leden vragen waarom niet gewacht is met onderhavig wetsvoorstel totdat de contouren en inwerkingtredingsdatum van de vervangende regeling bekend zijn. Deze leden vragen verder wat de winst is van deze constructie en of dit voor de doelgroep niet onnodig verwarrend is. Ook vragen deze leden hoe hierover gecommuniceerd gaat worden. In de nota naar aanleiding van het verslag heb ik toegelicht wat de overwegingen van het kabinet zijn geweest om onderhavig wetsvoorstel op te nemen in het pakket Belastingplan 2020.1 Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer lag er een uitgewerkt concept van de vervangende subsidieregeling. Het concept van deze vervangende regeling, de conceptregeling STAP-budget2, is door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op 20 september 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. Aan de vormgeving en uitwerking van deze regeling is een traject van zo’n twee jaar voorafgegaan waarin met veel betrokken partijen (sociale partners, vertegenwoordigers van onderwijsorganisaties) is gesproken en overlegd over die vervangende regeling en ook enkele malen met de leden van de Tweede Kamer. Op 11 november jl. hebben de Ministers van SZW en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een aangepaste conceptregeling STAP-budget naar de Tweede Kamer gestuurd waarin de uitkomsten van de uitvoeringstoets door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), de regeldruktoets en de internetconsultatie zijn verwerkt. In de uitvoeringstoets van het UWV is aangegeven dat uitvoering van de conceptregeling STAP-budget door het UWV per 1 januari 2022 mogelijk is. Deze uitkomst van de uitvoeringstoets door het UWV betekent dat in ieder geval tot 1 januari 2022 (dus in 2019, 2020 en 2021) nog gebruikgemaakt kan worden van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven. Een belangrijk voordeel en daarmee ook een overweging voor het kabinet om de Tweede en Eerste Kamer via dit wetsvoorstel instemming te vragen met afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven en de inwerkingtreding van deze wet bij koninklijk besluit (KB) te laten plaatsvinden is dat indien dit voorstel tot wet wordt verheven er vanaf dat moment actief door de Belastingdienst en het UWV over de afschaffing van deze regeling (thans voorzien per 1 januari 2022) en vervanging van deze regeling door de Subsidieregeling STAP-budget naar buiten toe kan worden gecommuniceerd. Dat is juist van belang om zo veel mogelijk duidelijkheid te bieden en verwarring te voorkomen over de toekomstige financiële bijdrage vanuit de rijksoverheid aan de bekostiging van (na)scholing. Indien uw Kamer instemt met het voorliggende wetsvoorstel zal de komende maanden door de Belastingdienst en het UWV worden bezien hoe de communicatie over de afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven en vervanging door de Subsidieregeling STAP-budget het meest adequaat kan worden vormgegeven.

De Minister van SZW zal het concept van de Subsidieregeling STAP-budget, conform de daarvoor geldende procedure, nu eerst voor een toets voorleggen bij het Bureau ICT-toetsing (BIT) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Na ommekomst van het advies, naar verwachting rond de zomer van 2020, zal de Subsidieregeling STAP-budget in de Staatscourant worden gepubliceerd. Na plaatsing van deze regeling in de Staatscourant zal het KB worden opgesteld voor de inwerkingtreding van de Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven. In overeenstemming met het daarover aangenomen amendement in de Tweede Kamer zal dit KB bij beide Kamers der Staten-Generaal worden voorgehangen.3

Ook vragen deze leden een nadere uiteenzetting waarom de vervangende regeling, de Subsidieregeling STAP-budget, niet aan de euvels van de huidige fiscale aftrek van scholingsuitgaven zal lijden. Deze leden ontvangen graag een samenvattend overzicht van de voor- en nadelen van de huidige en toekomstige regeling. De bestaande fiscale aftrek voor scholingsuitgaven is een fiscale aftrekpost, waardoor de scholingsuitgaven altijd eerst voorgefinancierd dienen te worden. Verder geldt voor de fiscaal in aftrek te brengen scholingsuitgaven een drempel van € 250 en daarboven bedraagt de tegemoetkoming in de scholingsuitgaven het percentage waartegen de gedane scholingsuitgaven in aftrek kunnen worden gebracht op het inkomen. Bij de fiscale aftrek van scholingsuitgaven is er derhalve altijd sprake van een eigen bijdrage in de scholingskosten van meer dan 50%. Bij lage inkomens kan verder sprake zijn van een verzilveringsprobleem als te weinig inkomen wordt genoten om de scholingsuitgaven volledig op in aftrek te kunnen brengen. Bij de vervangende Subsidieregeling STAP-budget is geen sprake van een drempel en tot het maximumbedrag van € 1.000 wordt het volledige bedrag van een kwalificerende opleiding vergoed. Als een kwalificerende opleiding wordt gedaan die niet duurder is dan het maximum van € 1.000 is dan ook geen sprake van een eigen bijdrage. Verder hoeven bij de Subsidieregeling STAP-budget de kosten van een opleiding niet voorgefinancierd te worden. Het STAP-budget kan eenvoudig digitaal worden aangevraagd en wordt na goedkeuring van de aanvraag rechtstreeks uitbetaald aan de opleider. Het probleem van het niet kunnen verzilveren van de aftrekpost speelt dan ook niet bij het STAP-budget. Samenvattend zijn de voordelen van het STAP-budget dat geen voorfinanciering van de scholingsuitgaven nodig is, dat tot een bedrag van € 1.000 de volledige kosten van een kwalificerende opleiding worden vergoed en dat geen sprake is van een verzilveringsprobleem. Het maximumbedrag van € 1.000 in de bijdrage in scholingskosten via het STAP-budget is wel lager dan het maximumbedrag van € 15.000 dat geldt bij de fiscale aftrek voor scholingsuitgaven. Er is echter een zeer beperkte groep van veelal hogeropgeleiden die (jaarlijks) tot dit maximum aan scholingskosten aftrekt. Op grond van een analyse van het gebruik dat van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven wordt gemaakt geldt voor circa 80% van de gebruikers dat het STAP-budget voor hen financieel gunstiger is. Zoals uit dit samenvattende overzicht blijkt, biedt het STAP-budget voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, vaak zijn dat mensen met een laag opleidingsniveau en een laag inkomen, derhalve een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven.

Tot slot vragen deze leden of het achterwege laten van overgangsrecht niet al te zeer gebaseerd is op het model van de perfect geïnformeerde burger en of dat juist gezien de bereiksinefficiënties van de huidige regeling geen irreëel en overspannen beeld is. Het kabinet is van mening dat overgangsrecht voor scholingsuitgaven die gedaan worden in belastingjaren na de afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven, ondanks dat voor deze uitgaven wellicht eerder verplichtingen zijn aangegaan, niet nodig is. Het voornemen tot afschaffing is al langer bekend, onder meer door het wetsvoorstel dat in 2016 is ingediend.4 Daarnaast is dat voornemen (her)bevestigd in het regeerakkoord. Burgers kunnen, uitgaande van aanvaarding van dit wetsvoorstel door uw Kamer, in ieder geval nog in 2019, 2020 en 2021 van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven gebruikmaken. Zoals hiervoor al aangegeven zullen de burgers over de afschaffing actief worden geïnformeerd zodra het wetsvoorstel door beide Kamers is aanvaard. En na inwerkingtreding van de Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven kan, ook voor meerjarige opleidingen indien deze daarvoor kwalificeren, in aanmerking worden gekomen voor een bijdrage vanuit de Subsidieregeling STAP-budget. Het kabinet is daarom van mening dat de keuzes die gemaakt zijn voor het in dit wetsvoorstel opgenomen overgangsrecht verdedigbaar zijn.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Kamerstukken II 2019/20, 35 306, nr. 6.

X Noot
2

Het betreft een ministeriële regeling gebaseerd op de Kaderregeling subsidies, SZW, OCW en VWS.

X Noot
3

Kamerstukken II 2019/20, 35 306, nr. 8.

X Noot
4

Kamerstukken II 2016/17, 34 556, nr. 2

Naar boven