35 300 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2020

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2019

Ter voorbereiding op de Algemene Financiële Beschouwingen heeft uw Kamer gevraagd naar de ontwikkeling van de SDE+-uitgaven na 2024. De EZK-begroting 2020 geeft hier door middel van de grafiek op blz. 102 (Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 2) meerjarig inzicht in. Gezien de nadere vraag van de Kamer treft u in bijgaande brief hier een nadere specificatie van aan.

Beschikbare middelen

Inclusief de middelen uit de begrotingsreserve is er in de meerjarencijfers € 48,2 miljard beschikbaar voor uitgaven voor de MEP, de SDE, de SDE+ en de SDE++. Deze beschikbare middelen zijn gebaseerd op:

  • 1) de bij het Energieakkoord gemaakte raming van de benodigde kasmiddelen voor de doelstellingen van 14% duurzame energie in 2020 en 16% in 2023;

  • 2) de middelen die in het kader van het Klimaatakkoord meerjarig zijn toegevoegd;

  • 3) de middelen die na 2022 conform de afspraak in de startnota van het kabinet Rutte-III meerjarig uit de begrotingsreserve duurzame energie aan het SDE+-budget zijn toegevoegd.

Naast deze middelen is er in de periode 2019–2032 nog € 81 miljoen beschikbaar voor de HER en € 1,4 miljard voor de ISDE (jaarlijks € 100 miljoen).

Tabel 1: beschikbare middelen MEP, SDE, SDE+

Beschikbare middelen (x € 1 mln)

MEP

SDE

SDE+

Totaal

Meerjarencijfers 2019 t/m 2032 1

1

6.202

40.284

46.487

Begrotingsreserve Duurzame Energie per 1-1-2019

756

1.483

2.239

Geplande meerjarige stortingen in begrotingsreserve

 

1.301

1.301

Geplande meerjarige onttrekkingen aan begrotingsreserve

– 321

– 1.530

– 1.851

Totaal beschikbaar (incl. Klimaatakkoord) 2019–2032

6.638

41.538

48.176

X Noot
1

Budget SDE+ is inclusief toevoeging van € 1,7 miljard uit de begrotingsreserve duurzame energie, maar exclusief de voor de HER en ISDE beschikbare middelen.

In de aansluitende tabel treft u de specificatie aan van de jaarramingen per jaar t/m 2032 (bedragen x € 1 miljoen). Een vergelijkbare tabel zal in het vervolg opgenomen worden in de EZK-begrotingen.

Tabel 2: meerjarenraming MEP, SDE, SDE+
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

Totaal

MEP

1

1

SDE

652

699

664

687

648

560

516

493

473

449

274

83

5

6.202

SDE+

703

2.323

2.575

2.633

3.223

3.394

3.275

3.205

3.187

3.002

3.133

3.313

3.188

3.131

40.284

Totaal beschikbaar regelingen

1.356

3.022

3.239

3.321

3.871

3.954

3.790

3.697

3.660

3.451

3.407

3.396

3.193

3.131

46.487

Stand reserve DE

2.239

                         

2.239

Storting in reserve

903

66

66

66

66

66

66

1.3011

Onttrekking aan reserve

– 78

– 73

– 450

– 400

– 150

– 300

– 300

– 100

– 1.851

Stand reserve ultimo

3.064

2.9912

3.057

3.123

2.740

2.406

2.322

2.089

1.789

1.689

1.689

1.689

1.689

1.689

1.689

X Noot
1

De som van de getallen is door afronding niet gelijk aan het vermelde totaal

X Noot
2

Dit bedrag wijkt af van het bedrag in Tabel B op bladzijde 110 van de EZK-begroting 2020 omdat hierin de toevoeging van € 252 miljoen in 2020 niet is meegenomen omdat dit een prognose betreft.

Van de in totaal beschikbare € 48,2 miljard zal bij de huidige inzichten € 30,4 miljard nodig zijn voor uitgaven op verplichtingen die tot en met de Najaarsronde 2018 zijn aangegaan. De resterende € 17,8 miljard is nodig voor de subsidieverleningen die in 2019 zijn en worden afgegeven en om in de periode 2020–2030 nieuwe subsidieverleningen te kunnen afgeven via de SDE++. Met de SDE++ wordt nader invulling gegeven aan de afspraken uit het Klimaatakkoord.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven