35 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020

Nr. 46 MOTIE VAN DE LEDEN WIERSMA EN VAN DER MOLEN

Voorgesteld 7 november 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voor het verdienvermogen van Nederland het aantrekken van de beste talenten van de wereld noodzakelijk is;

overwegende dat het aantal buitenlandse studenten toeneemt, ook bij opleidingen en studies in wiens verlengde weinig vraag op de Nederlandse arbeidsmarkt bestaat;

overwegende de toenemende internationale competitie op het gebied van hoger onderwijs en onderzoek;

overwegende dat het Nederlandse hoger onderwijs behoefte heeft aan meer instrumenten om de instroom van buitenlandse studenten te reguleren;

verzoekt de Minister, van Onderwijs in samenwerking met de Minister van Economische Zaken en Klimaat beleid te formuleren waarbij met name op grond van macrodoelmatigheid en ons toekomstig verdienvermogen regie wordt gevoerd op een gewenste instroom van buitenlandse studenten en onderzoekers, waaronder sturingsinstrumenten voor instroom;

verzoekt de Minister, van Onderwijs tevens, samen met de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, te komen met een zowel offensieve als concurrerende internationale talentstrategie voor het Nederlandse hoger onderwijs, waarin ook de verbetering van de procedures, blijf-kans en concrete economische perspectieven aan bod komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Wiersma

Van der Molen

Naar boven