35 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020

Nr. 221 MOTIE VAN DE LEDEN WESTERVELD EN VAN DEN HUL

Voorgesteld 10 september 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een groep leerlingen is die in deze coronacrisis niet naar school kan omdat het risico voor de eigen gezondheid of dat van een huisgenoot met een kwetsbare gezondheid te groot is;

constaterende dat conform de wet het bevoegd gezag de verplichting heeft zorg te dragen voor een ononderbroken ontwikkelingsproces en daardoor een alternatief aan te bieden zoals afstandsonderwijs;

constaterende dat dit niet voor elke leerling die niet naar school kan wordt aangeboden of dit in zeer wisselende kwaliteit gebeurt;

constaterende dat er diverse initiatieven zijn waarbij afstandsonderwijs succesvol wordt aangeboden, maar hier vaak een prijskaartje aan hangt;

constaterende dat onderwijs voor iedere leerling toegankelijk moet zijn;

verzoekt de regering, om met onderwijsorganisaties, (oud-)docenten en aanbieders van afstandsonderwijs, een alternatief te ontwikkelen waardoor ieder kind dat tijdelijk niet naar school kan, toch kosteloos onderwijs kan volgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Westerveld

Van den Hul

Naar boven