35 300 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2020

Nr. 120 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 mei 2020

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken had verzocht de notitie met varianten voor tussentijdse raadsontbinding in geval van ernstig verstoorde bestuurlijke verhoudingen, ter uitwerking van de motie van het lid Middendorp c.s. (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 14), voor 1 mei 2020 te ontvangen, zodat deze kon worden betrokken bij het Schriftelijk Overleg Democratie, verkiezingen en desinformatie, met als inbrengdatum 14 mei a.s. Helaas is het niet mogelijk gebleken hieraan te voldoen.

Zoals ook door de motie wordt erkend, is voor het mogelijk maken van tussentijdse raadsontbinding in geval van ernstig verstoorde bestuurlijke verhoudingen een grondwetswijziging vereist. Dat vraagt om een zeer zorgvuldige analyse en afweging. Ik betreur de ontstane vertraging en span mij er voor in de notitie alsnog op de kortst mogelijke termijn aan Uw Kamer te doen toekomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven