Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35300-VII nr. 114 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35300-VII nr. 114 |
Vastgesteld 8 april 2020
De vaste commissie voor Binnenlandse heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 16 december 2019 inzake toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni 2019 (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 94).
De vragen en opmerkingen zijn op 27 januari 2020 aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 7 april 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Inhoudsopgave
I |
Vragen en opmerkingen |
2 |
Inleiding |
2 |
|
1. |
Zichtbaarheid |
3 |
1.1. |
Fries in de openbare ruimte |
3 |
1.2. |
Gebruik van het Fries bij gemeenten |
4 |
1.3. |
Friestalig uniform |
4 |
1.4. |
Friestalige dienstverlening in de veiligheidsregio |
5 |
2. |
Onderwijs en wetenschap |
5 |
2.1. |
Onderwijsinspectie |
5 |
2.2. |
Kerndoelen en kwaliteit docenten |
6 |
2.3. |
Fryske Akademy |
6 |
3. |
Rechtspraak |
7 |
3.1. |
Fries in de rechtspraak |
7 |
3.2. |
Aanbevelingen Mercator kenniscentrum |
8 |
4. |
Media, kinderopvang en zorg |
8 |
4.1. |
Media |
8 |
4.2. |
Kinderopvang |
9 |
4.3. |
Zorg |
9 |
5. |
Informeren ontwikkelingen Friese taal en cultuur |
10 |
II |
Antwoord van de regering |
10 |
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de brief ten aanzien van toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK). De leden van de VVD hebben daarover nog een aantal vragen en/of opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat de Friese taal, de tweede officiële rijkstaal, behouden blijft en het gebruik wordt gestimuleerd. Niet alleen de provincie Fryslân heeft daarin een rol, ook het Rijk. Kan de Minister aangeven hoe het kabinet die rol van het Rijk ziet? En ook hoe de Minister van BZK de eigen rol ziet? Want uit de brief lijkt naar voren te komen dat de Minister van BZK vooral een doorgeefluik is. Terwijl de leden van de VVD-fractie van mening zijn dat Minister van BZK als verantwoordelijk Minister voor de Friese taal ook een eigen rol heeft, bijvoorbeeld in het enthousias-meren, stimuleren, activeren en faciliteren.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de invulling van de toezeggingen die zijn gedaan tijdens het algemeen overleg inzake de Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni jl. Over de brief hebben deze leden een aantal vragen.
De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni 2019.
Kan de Minister toelichten waarom de verantwoordelijkheid voor de Friese taal zo versnipperd is tussen verschillende Ministeries? Werkt deze versnippering niet nadelig uit voor de bevordering van het gebruik van de Friese taal op scholen, bij instellingen en in het openbare leven in het algemeen?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsbrief van 16 december 2019 n.a.v. het AO Friese taal en cultuur. Deze leden hebben nog enkele vragen over de inhoud van deze brief.
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de brief van de Minister over de toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur. Zij hebben daar nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief inzake toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de provincie en het ministerie con-structief overleggen over het samen invullen van de afspraak om te werken aan de zichtbaarheid in formele en creatieve zin van het Fries. Constructief overleg is natuurlijk goed, de vraag is wel tot welk resultaat dit uiteindelijk leidt. Kan de Minister aangeven welke resultaten dit tot nu toe heeft opgeleverd? En hoe er wordt gewerkt aan resultaten voor de toekomst en in welke richting?
De leden van de CDA-fractie brengen in herinnering dat de Minister in het algemeen overleg heeft toegezegd dat het Rijk, waar het kan, actief wil bijdragen aan de zichtbaarheid van de Friese taal in de openbare ruimte. In de brief wordt uitsluitend aangegeven dat het ministerie en de provincie met elkaar in overleg zijn over de invulling van die afspraak. Het is plezierig om op basis van het antwoord vast te stellen dat dit overleg constructief verloopt, maar kan de Minister concreet aangeven welke stappen het Rijk heeft genomen, neemt of voornemens is te nemen? Kan de Minister tevens aangeven wat hij verstaat onder de zichtbaarheid van het Fries in formele en, nog interessanter, in creatieve zin? Is de Minister bereid om als eerste stap de zichtbaarheid van het Fries in gebouwen van Rijksdiensten in de provincie Fryslân te vergroten, door belettering en aanwijzingen ook in het Fries aan te brengen?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister bereid is na te denken over het instellen van een overlegorgaan met niet-gouvernementele organisaties die zich bezighouden met de Friese taal.
De leden van de GroenLinks-fractie zouden graag een nadere toelichting ontvangen op wat er tot nu toe concreet is gedaan om het Fries in de openbare ruimte te stimuleren. En ook ontvangen zij graag een nadere planning van de acties die de komende periode, gedurende de nu lopende BFTK 2019–2023, nog in gang worden gezet. Zij ontvangen graag bij deze acties concrete doelstellingen.
De leden van de SP-fractie willen eerst hun waardering uitspreken voor de inzet van de bewoners van Friesland voor hun eigen taal. Zij lezen dat de provincie en het ministerie overleggen over de «zichtbaarheid» van het Fries in formele en creatieve zin. Kan de Minister aangeven hoe daar op dit moment aan wordt gewerkt?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren met instemming dat het Rijk zich samen met de provincie Fryslân inzet om het Fries, en de zichtbaarheid daarvan, in de openbare ruimte te vergroten. Kan de Minister aangeven wat daarbij de concrete inzet is en aan welke uitingen in de openbare ruimte zoal wordt gedacht?
De leden van de CDA-fractie zijn niet op de hoogte van het bestaan van de gemeente Noardwest-Fryslân. Kan de Minister aangeven wanneer deze fusiegemeente is ontstaan? Bij herindelingsgemeenten is er alertheid noodzakelijk op de handhaving van het niveau van bevordering en bescherming van de Friese taal. In 2018 is daarover het rapport «De rol fan it Frysk by gemeentlike weryndielingen yn Fryslân» verschenen in opdracht van het, mede in opdracht van de Minister, ingestelde Orgaan foar de Fryske Taal DINGtiid. De onderzoekers concludeerden dat herindelingen vaak leiden tot compromissen en in sommige gevallen tot achteruitgang op het gebied van het Friese taalbeleid. Welk beeld heeft de Minister zelf van de ontwikkeling van het Friese taalbeleid na herindeling? Wil de Minister zich ervoor inzetten dat na herindelingen van gemeenten de zichtbaarheid en het functioneel gebruik van het Fries beleid wordt vergroot?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister zich wil inzetten om te stimuleren dat na herindelingen van gemeenten de zichtbaarheid en het functioneel gebruik van het Fries beleid zoveel mogelijk wordt vergroot. Zo ja, hoe gaat de Minister dit aanpakken?
Het kabinet geeft aan, zo merken de leden van de SP-fractie op, dat het gebruik van het Fries tijdens raadvergaderingen per gemeente flink kan verschillen. Heeft de Minister ook cijfers over de wens van raadsleden om tijdens de raadvergaderingen Fries te spreken, vragen deze leden. Zij horen graag of en hoe de Minister dit heeft onderzocht en of het minimale gebruik van het Fries in sommige gemeenten mede te danken is aan de mate waarin de gemeente zélf in het Fries communiceert.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister zijn antwoord op het verzoek van de (!) Boargeraksjegroep «Sis Tsiis», om de Friese benaming «plysje» op het onder andere het politie-uniform te vermelden, nader kan onderbouwen. Hoe zou het geschreven Fries kunnen leiden tot onnodige escalatie in het contact tussen agent en burger? De Minister geeft tevens aan dat het gesproken Fries door politieambtenaren dit effect niet heeft. Op welke passende oplossingen op dit vlak denkt de Minister in zijn antwoord? De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat elke Fries in nood zich in het Fries moeten kunnen uiten. Kan de Minister bevestigen dat de afspraken die rond het Fries zijn gemaakt met de Meldkamer Noord-Nederland van kracht blijven nu die onder de verantwoordelijkheid van de politie komt te vallen?
De leden van de D66-fractie hebben de indruk dat de Minister van Justitie en Veiligheid geen uitvoering wenst te geven aan de wens om de zichtbaarheid van de Friese taal op het politie-uniform of -auto’s te vergroten, omdat daardoor de herkenbaarheid niet langer gewaarborgd kan worden en dat tot escalatie tussen burgers en politieambtenaren kan leiden. Op welke (wetenschappelijke) bevindingen berust deze aanname van de Minister van J&V?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben begrip voor de redenen waarom er geen apart uniform komt voor de politie in Friesland. Wel hebben zij in het verlengde hiervan de vraag of het mogelijk is om online en op het bureau in het Fries aangifte te kunnen doen? Juist voor mensen die Fries als moedertaal hebben kan het prettiger zijn om van een ingrijpende gebeurtenis waar men aangifte van wil doen bij de politie, om dit in hun primaire taal te kunnen doen. Graag ontvangen deze leden hier een reactie op.
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat burgers in noodsituaties ook kunnen worden geholpen in het Fries (als officiële tweede rijkstaal), bijvoorbeeld bij de meldkamer Noord-Nederland. De leden van de VVD-fractie vinden het goed dat er veel aandacht is in de organisaties die werken in de meldkamer en er beleidsafspraken zijn gemaakt. Wat zijn de beleidsafspraken die zijn gemaakt? En hoe werken die in de praktijk en wat zijn de ervaringen?
Het kabinet schrijft dat er beleidsafspraken zijn gemaakt over Friestalige dienstverlening door de meldkamer. Graag vernemen de leden van de fractie van GroenLinks wat deze beleidsafspraken precies inhouden.
De leden van de SP-fractie lezen dat beleidsafspraken zijn gemaakt over de dienstverlening in het Fries op de meldkamer. Deze leden vragen zich af wat deze afspraken precies inhouden.
De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van het eind oktober verschenen rapport van de onderwijsinspectie over de kwaliteit van het onderwijs Fries. Hierover wordt binnenkort nog een separaat schriftelijk overleg gevoerd bij de Kamercommissie OCW. De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar de reactie van de Minister van BZK op de rapportage vanuit de verantwoordelijkheid voor de Friese taal.
Tijdens het algemeen overleg heeft de VVD aangegeven het belangrijk te vinden dat er een versnelling gaat plaats vinden als het gaat om het Friese in het onderwijs. Een belangrijk punt was het aantal ontheffingen dat de provincie Fryslân geeft voor het Fries in het onderwijs. In hoeverre heeft de Minister met de provincie Fryslân daarover gesproken, met als doel om het aantal ontheffingen te verminderen? Daarnaast ging het over de rol van de onderwijsinspectie. Er is nu weliswaar een themarapportage verschenen, die in 2025 en 2031 zal worden herhaald. Maar de vraag was en is wat de rol van de onderwijsinspectie is, buiten deze rapportage (eenmaal per zes jaar). Wat doet de onderwijsinspectie verder bij het toezicht op het onderwijs in de Friese taal? Daar wordt namelijk vooral heen en weer gewezen. Welke oplossingen ziet de Minister om samen met de provincie Fryslân en de onderwijsinspectie vanuit BZK te kijken hoe we dat kunnen verbeteren, zodat er beter toezicht is op de Friese taal in het onderwijs?
In het algemeen overleg, zo merken de leden van de CDA-fractie op, heeft de Minister aangegeven met de provincie Fryslân in gesprek te willen gaan over de wens in het Friese coalitieakkoord om de inspectie van het vak Fries van de nationale Onderwijsinspectie over te nemen? De leden van de CDA-fractie zien in de brief geen terugkoppeling over de uitkomst van dit gesprek. Kan de Minister de Kamer informeren over de actuele stand van zaken? De Onderwijsinspectie beveelt in haar themarapportage aan het beleid van de provincie te heroverwegen om het ambitieniveau rond het schoolvak Fries te verhogen. Kan de Minister aangeven welke voornemens de provincie Fryslân heeft om aan deze oproep gehoor te geven? Welke mogelijkheden ziet hij om samen met zijn collega voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media om aan deze gewenste ontwikkeling bij te dragen? Is de Minister het met de leden van de CDA-fractie eens dat draagvlak, of een gebrek daaraan bij schoolbesturen, geen reden kan zijn om de wettelijke plicht tot het aanbieden van het schoolval Fries niet of niet naar behoren uit te voeren?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen aandacht voor de uitspraak: «Allereerst vindt de onderwijsinspectie het wenselijk dat besturen, samen met de provincie, zorgen voor een dekkend aanbod Fries, waarbij zij rekening houden met de mate van Friestaligheid van de omgeving en met de beroepsverwachting van de leerlingen.» De leden van de fractie van GroenLinks ontvangen graag een nadere toelichtingen op de huidige stand van zaken van de dekking van het aanbod van het Fries.
De leden van de SP-fractie vinden het belangrijk dat Fries onderwijs op een hoogwaardig niveau mogelijk blijft. Deze leden constateren dat de themarap-portage van de onderwijsinspectie de Minister aanbeveelt om het beleid van de provincie te heroverwegen om zodoende het ambitieniveau te verhogen. Is er in inmiddels duidelijkheid of dit beleid is heroverwogen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de Inspectie van het Onderwijs zeer kritisch is op de staat van de Friese taal op scholen en weinig terugziet van de ambitie om Fries van hoge kwaliteit te bieden. De leden van de ChristenUnie-fractie zien juist grote kansen en een meerwaarde in tweetalig onderwijs en vragen de Minister hoe dit meer gestimuleerd kan worden. De leden constateren dat de lessen ook door leerlingen niet positief worden ervaren terwijl daar wel behoefte is om het Fries te leren. Ziet de Minister het belang van goed en attractief onderwijs voor het levendig houden van de Friese taal? Tot welke vervolgstappen leidt dit? Bent u in het bijzonder bereid om te kijken hoe bestuurders en directeuren de ambitie voor hoogwaardig Fries onderwijs scherper op het netvlies kunnen krijgen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er subsidieregelingen zijn die kunnen bijdragen aan het terugdringen van het tekort van bevoegde leraren Fries. De subsidieregeling aanpak lerarentekort en de regeling zijinstroom worden genoemd in de onderhavige brief met toezeggingen. Hoeveel wordt hier gebruik van gemaakt? Hoe worden deze mogelijkheden onder de aandacht gebracht van (besturen van) onderwijsinstellingen? Wat wordt er aan gedaan om leerkrachten te stimuleren?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Fryske Akademy gelieerd blijft aan de KNAW, maar niet meer een instituut onder KNAW zal zijn. Wat zijn daarvan de gevolgen? Hoeveel geld stelt het Ministerie van OCW nu beschikbaar aan de Fryske Akademy via het provinciefonds in plaats van via de KNAW? Hoe is dit structureel geborgd? Wat is het toekomstplan voor de Fryske Akademy? Welke verbeteringen gaan er plaats vinden? Kan de Minister de Tweede Kamer inmiddels al wel informeren over de uitkomsten van het voorstel en besluit van provinciale staten van Fryslân? Hoe ziet het Rijk haar rol met betrekking tot de Fryske Akademy?
Wat is, zo vragen de leden van de CDA-fractie, de exacte stand van zaken aangaande de positie van de Fryske Akademy na de door de Minister aangeduide besluitvorming in provinciale staten van Fryslân op 18 december 2019? Kunt u toezeggen dat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de begroting voor de Kamer inzichtelijk maakt welk bedrag voor de Fryske Akademy beschikbaar gesteld wordt via het Provinciefonds?
Het kabinet schrijft, zo lezen de leden van de GroenLinks-fractie, dat het voorstel nu is dat de Fryske Akademy gelieerd blijft aan de KNAW, maar geen instituut onder de KNAW meer zal zijn. Wat betekent dit in de praktijk? Kan nader worden toegelicht in welk opzicht de positie van de Fryske Akademy zou wijzigen als ze geen instituut onder KNAW meer zal zijn? Voorts vernemen de leden van de fractie van GroenLinks graag wat de toezegging om de komende 5 jaar meer te investeren in de Fryske Akademy van gedeputeerde staten van Friesland precies betekent. Hoeveel geld betreft dit? En wat kan daar precies mee worden gerealiseerd? En tot slot op dit punt ontvangen deze leden graag een nadere toelichting op wat de financiering van de Fryske Akademy via het provinciefonds betekent. Blijft het beschikbare bedrag hierdoor gelijk of verandert dit? En is het een doeluitkering of kan de provincie dit in theorie ook aan andere doelen besteden?
De leden van de VVD-fractie vinden het teleurstellend dat de vraag over de uitkomsten van het overleg tussen de provincie en de rechtbank Noord-Nederland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden simpelweg is doorgeleid naar de provincie Fryslân. Hiervoor gaf de VVD ook al aan dat de rol van het Ministerie van BZK beperkt lijkt te blijven tot een doorgeefluik. In het algemeen overleg heeft de VVD ook aangegeven het een gezamenlijke verantwoor-delijkheid van de provincie en het ministerie te vinden om te kijken of er praktische oplossingen gevonden kunnen worden. Waarom pakt het ministerie die rol niet op? Wanneer kan de Tweede Kamer geïnformeerd worden over de uitkomsten van het overleg? Waarom is er niet een gesprek met de Raad voor de Rechtspraak over de ontwikkeling van de specialisatie en concentratie van de rechtspraak en de gevolgen daarvan voor de mogelijkheid van het gebruik van het Fries?
De leden van de CDA-fractie vragen naar de stand van zaken in het overleg tussen de provincie Fryslân en de Rechtbank Noord-Nederland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over het gebruik van de Friese taal. Op welk moment kan de Kamer de uitkomsten van dit overleg verwachten? Deze leden stellen vast dat door de schaalvergroting van de rechtspraak zaken die in Fryslân spelen vaker buiten Fryslân worden behandeld of door rechters die elders hun standplaats hebben. Dit leidt tot klachten, mede naar aanleiding van het gebrek aan tolken, zoals recent de klacht van mevrouw J. Douwes uit Drachten die zich als benadeelde heeft gemeld bij het Comité van experts van de Raad van Europa. Kan de Minister aangeven hoe de rijksoverheid het recht om de Friese taal te spreken borgt? Kan de Minister met de Minister voor Justitie en Veiligheid de Rechtspraak erop aanspreken dat bij de toewijzing van zaken naar zittingslocatie rekening gehouden wordt met het gebruik van de Friese taal?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister kan aangeven hoe de landelijke overheid ervoor zorgt dat het recht om de Friese taal te spreken daadwerkelijk kan worden uitgeoefend? Kan de Minister ervoor zorgen dat er binnen de rechtspraak voldoende medewerkers beschikbaar zijn om rechtszaken in het Fries (passief en actief) te kunnen voeren, eventueel door het opnemen van functievereisten of het opleiden van personeel? Kan de Minister de rechtspraak erop aanspreken dat zij bij de toewijzing/verdeling van zaken (naar zittingslocatie en naar rechters) rekening houden met het gebruik van de Friese taal?
De leden van de D66-fractie vragen voorts of het de Minister bekend is dat degene die gebruik wil maken van een Friese tolk dit acht dagen voor de zitting moet melden? Zijn er mogelijkheden om dit planningsprobleem te verlichten, bijvoorbeeld door de beschikbaarheid van meerdere tolken te stimuleren? Ziet de Minister hierbij mogelijkheden om simultaanvertaling (met een tolkencabine) van de Friese taal in de rechtspraak te laten onderzoeken?
Wanneer wordt de Kamer nader geïnformeerd over de afspraken inzake het gebruik het Fries bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie. En kan de Minister in het verlengde hiervan ook ingaan op de vraag hoe het Fries geborgd is bij de Hoge Raad, bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, bij de Centrale Raad van Beroep en bij het College van het Beroep voor het Bedrijfsleven.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben zorgen over de positie van de Friese taal in de rechtspraak. Wanneer het Nederlands de tweede taal is, is het juist in de rechtspraak van belang, dat men zich ook in de eigen (rijks)taal kan uiten. Onderschrijft de Minister dit belang? Is het juist dat met de herindeling van rechtbanken en gerechtshoven, vaker rechters en officieren zaken behandelen die het Fries niet machtig zijn? Is inzichtelijk hoe vaak dit als hinderlijk door burgers wordt ervaren? Op welke termijn verwacht de Minister de Kamer te kunnen informeren over de gesprekken met de Rechtbank Noord-Nederland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over gebruik van het Fries? Voorts vragen de leden van de ChristenUnie-fractie op welke wijze bij zittingsroosters rekening wordt gehouden met een (eventuele) behoefte aan een (deels) Friestalige bezetting?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de aanbeveling voor onderzoek naar gebruik van het Fries in de rechtspraak aan de Minister voor Rechtsbescherming is overgebracht. Graag horen zij of hier ook daadwerkelijk gevolg aan gaat worden gegeven, en welke termijn hierbij zal worden gehanteerd.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de beperkte beschikbaarheid van tolken een aandachtpunt is. Hoe wordt dat opgelost? Hoe wordt aan dat aandachtspunt gewerkt?
De leden van de ChristenUnie-fractie onderschrijven en herkennen het tekort aan beëdigd tolken. Welke mogelijkheden ziet de Minister om de provincie hierin te ondersteunen? En welke mogelijkheden ziet de Minister om, al dan niet in pilotvorm, tolkgesprekken in simultaandienst te laten plaatsvinden wanneer de behoefte daartoe blijkt?
De leden van de CDA-fractie zeggen de Minister dank voor de bevestiging dat het budget dat Omrop Fryslân ontvangt voor uitzending van Friestalige documentaires op NPO2 inderdaad geïndexeerd behoort te worden. Deze leden begrijpen dat Omrop Fryslân dit bedrag nog niet heeft ontvangen, maar hebben er alle vertrouwen in dat dit spoedig het geval zal zijn.
De leden van de SP-fractie vragen aandacht voor de bijzondere positie van Omrop Fryslân, die niet alleen een doelstelling heeft als publieke omroep voor een regio, maar ook voor een taalgebied. Hoe erkent de Minister deze bijzon-dere positie van Omrop Fryslân en hoe wordt die bijzondere verantwoorde-lijkheid weerspiegeld in de bekostiging van deze publieke omroep?
De Minister stelt, zo lezen de leden van de SP-fractie, dat in de BFTK 2019–2023 is afgesproken dat als bedrijven en instanties het gebruik van het Fries trachten uit te sluiten of te beperken, de provincie Fryslân actie zal ondernemen. Ook is in de BTFK vastgelegd dat de provincie zorgt voor adequate voorlichting aan ouders, kinderopvangorganisaties en betrokken instellingen over het belang en het omgaan met het Fries in een meertalige opvoeding. De leden van de SP-fractie vragen de Minister of hij zicht heeft of deze afspraken worden nagekomen. En als dit niet het geval is hoe hij zorg wil dragen voor het nakomen van deze afspraken.
Het kabinet geeft aan dat de vercommercialisering van de kinderopvang niet leidt tot minder aandacht voor meertaligheid. Meerdere commerciële aanbieders hebben «gepionierd» in de Friestalige en tweetalige kinderopvang. De leden van de SP-fractie vragen zich af of de Minister kan aangeven of de uitvoering van meertaligheid bij kinderopvang leidt tot hogere kosten voor ouders. Daarnaast stelt de Minister dat ondanks de groei van het aantal Friestalige en tweetalige opvanglocaties, er nog steeds «uitdagingen» zijn in deze sector. Welke uitdagingen bedoelt de Minister hiermee?
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk er aandacht is voor Fries (als tweede officiële rijkstaal) in de zorg, omdat het dan gaat om mensen in kwetsbare situaties. Dat is overigens breder dan alleen de ouderenzorg. De leden van de VVD-fractie vinden het goed om te lezen dat er wordt ingezet op het project «Frysk yn «e soarch». Er wordt ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om het gebruik van de moedertaal of het taalbewustzijn in het curriculum van zorg- en welzijn opleidingen, naast het mbo-zorgonderwijs, op hbo-niveau opgenomen kan worden. Wanneer kan hierover meer duidelijkheid zijn? En wanneer kan hierover een terugkoppeling plaats vinden en de Tweede Kamer over geïnformeerd worden? Daarnaast gaan VWS en de provincie in kaart brengen welke Friestalige hulpmiddelen voor zorginstellingen bestaan, aan welke hulpmiddelen behoefte is en hoe de inzet daarvan met stimuleringsregelingen zoals de Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET) kan worden bevorderd. Wanneer kan hierover meer duidelijkheid komen? En wanneer kan de Tweede Kamer daarover geïnformeerd worden? De leden van de VVD-fractie zouden het goed vinden dat hierover in de eerste helft 2020 meer duidelijkheid komt.
De leden van de CDA-fractie vragen welke ervaringen met bestaande vormen van zorg aan ouders de aanleiding zijn voor het Ministerie van Volksgezond-heid, Welzijn en Sport om het belang van het hanteren van de Friese taal in te zien? Rond ouderenzorg wordt door de Minister gewezen op het gebruik van het Fries in verpleeghuizen. Steeds meer zorg wordt aan huis gegeven vanuit de wens dat ouderen langer thuis wonen. Welke inspanningen worden gericht op de beheersing van de Friese taal door aan dergelijke zorg verbonden zorgverleners? Is hiervoor oog bij de zorg aanbestedende gemeenten?
Onder het kopje zorg lezen de leden van de GroenLinks-fractie alleen over ouderenzorg. Kan de Minister aangeven hoe het in andere delen van de zorg omgegaan wordt met het gebruik van het Fries?
De leden van de VVD-fractie vinden het goed om te lezen dat de Minister de Tweede Kamer zal blijven informeren over de ontwikkelingen op het gebied van de Friese taal en cultuur. Kan de Minister toezeggen dit in ieder geval eenmaal per jaar te doen?
De leden van de VVD-fractie constateren dat het Kabinet in juli 2019 de kabinetsreactie van Nederland heeft gepresenteerd op de derde opinie van het adviescomité met betrekking tot de implementatie van het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden van juli 2019. Het lijkt vooral een beschrijving van wat er op dit moment al gebeurt. Kan de Minister aangeven wat er concreet anders is of is/wordt gewijzigd op basis van de derde opinie van het adviescomité? Kan de Minister aangeven op welke punten vrijwel dezelfde inhoudelijke aspecten in zowel de tweede als derde opinie zijn opgenomen? Kan de Minister aangeven welke verbeteringen het adviescomité concreet heeft geconstateerd ten opzicht van de tweede opinie van het adviescomité?
Inleiding
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister van Binnenlandse Zaken hoe hij de rol van het Rijk en de eigen rol als Minister van BZK ziet met betrekking tot de Friese taal. De D66-fractie vraagt of de Minister kan toelichten waarom de verantwoordelijkheid voor de Friese taal versnipperd is tussen ministeries.
Het Rijk en de provincie Fryslân hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorgplicht voor de Friese taal en cultuur.1 De periodieke bestuursafspraken vormen de uitwerking van deze gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het Rijk houdt, naast het uitvoeren van de in de Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer gemaakte afspraken, zijn eigen verantwoordelijkheid als wetgever en ondertekenaar van het door Nederland geratificeerde Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden en het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden. Als coördinerend Minister voor de Friese taal ben ik het primaire aanspreekpunt voor zowel betrokken departementen als de provincie. Dit stelt mij in staat om waar nodig contact op te nemen met departementen over de implementatie van de BFTK. Departementen behouden hun eigen verantwoordelijkheden. Daarnaast ben ik vanzelfsprekend verantwoordelijk voor het uitvoeren van de afspraken in de BFTK die op het terrein van mijn eigen ministerie liggen.
Het kabinet acht het onwenselijk de verantwoordelijkheid voor de domeinen van de Friese taal te beleggen bij één ministerie. Taal staat niet op zichzelf. Het is van belang dat beleid op het gebied van de Friese taal aansluit op de ontwikkelingen in bijvoorbeeld het onderwijs, cultuur, de zorg en de rechtspraak. Hiervoor is expertise op een dusdanig niveau noodzakelijk, dat het niet wenselijk is de verantwoordelijkheid voor de Friese taal en cultuur te beleggen bij één departement.
De leden van de fracties van de VVD, D66, GroenLinks, SP en ChristenUnie hebben vragen gesteld over de zichtbaarheid van het Fries.
De provincie Fryslân en het Rijk werken gezamenlijk aan de zichtbaarheid van het Fries. Ik zet mij met de provincie gedurende de looptijd van de BFTK in om het functioneel gebruik van het Fries en daarmee de zichtbaarheid in de openbare ruimte in Fryslân zoveel mogelijk te vergroten. Zoals aangegeven in de BFTK zal hierbij niet alleen aandacht zijn voor de zichtbaarheid in formele zin, maar juist ook voor zichtbaarheid in creatieve zin. In meer formele zin komt dit bijvoorbeeld tot uiting in de afspraak dat wet- en regelgeving voor de Friese taal en cultuur ook beschikbaar worden gesteld in de Friese taal. In creatieve zin zijn afspraken gemaakt over onder andere de nalatenschap van Leeuwarden Culturele Hoofdstad (LF2018). In het kader van de openbare ruimte ben ik daarnaast bezig de mogelijkheden te onderzoeken om de zichtbaarheid van het Fries in gebouwen van de Rijksdienst in de provincie Fryslân te vergroten. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan bewegwijzering. Dit zal worden meegenomen in de jaarlijkse rapportage.
De leden van de D66-fractie hebben gevraagd of de Minister bereid is na te denken over het instellen van een overlegorgaan met niet-gouvernmentele organisaties.
In de provincie Fryslân is het Europeesk bureau foar Lytse Talen (EBLT)2 actief, dat deze functie reeds vervult. Het EBLT is een overlegorgaan van niet-gouvernmentele organisaties die zich bezighouden met de Friese taal. Op verzoek overleggen de vertegenwoordigers van het EBLT ook met de gedeputeerde bij de provincie Fryslân die voor de Friese taal verantwoordelijk is. Met de meerderheid van de organisaties die lid zijn van het EBLT zoals de Afûk, Mercator, Cedin en de Ried fan de Fryske Beweging heeft de provincie ook op individuele basis reeds regelmatig overleg.
Leden van de GroenLinks-fractie vragen naar de planning van de uitvoering van de BFTK 2019–2023.
Ik ben samen met de provincie Fryslân en in overleg met de betrokken departementen bezig met de implementatie van de afspraken, acties en doelstellingen zoals omschreven in de BFTK 2019–2023. Over de uitvoering van de hierin geformuleerde doelstellingen om de Friese taal te behouden en te bevorderen, is er regelmatig overleg met de provincie Fryslân. Halverwege de looptijd van de BFTK (2021) vindt een tussentijdse evaluatie plaats van de implementatie. Hierover wordt de Kamer geïnformeerd.
De provincie Fryslân heeft op basis van de BFTK eind 2018 ook haar nieuwe beleidsnota voor cultuur, taal, erfgoed en onderwijs vastgesteld.3 In deze beleidsnota zijn verschillende geformuleerde doelstellingen uit de BFTK in concrete activiteiten omgezet.
De leden van de CDA-fractie vragen naar het bestaan van de gemeente Noardwest-Frsylân.
Er is geen sprake van een nieuwe fusiegemeente. Het betreft hier de gemeente Noardeast-Fryslân, waarvan de gemeentenaam abusievelijk foutief is opgenomen in de brief van 16 december 2019.4
De leden van de fracties van het CDA en D66 hebben vragen gesteld over de zichtbaarheid en het functioneel gebruik van het Fries na gemeentelijke herindelingen.
Ik acht meer zichtbaarheid en functioneel gebruik van het Fries voor alle gemeenten, niet alleen na herindelingen, van belang. Ik wijs op de afspraken die zijn gemaakt met en de initiatieven die worden genomen in de provincie Fryslân.
Dertien Friese gemeenten zijn volgens de Wet gebruik Friese taal gehouden een taalverordening en taalbeleidsplan vast te stellen. Herindelingsgemeenten stellen na herindeling een nieuw beleidsplan op. Alle dertien gemeenten hebben hieraan voldaan of zijn al toe aan een eerste actualisatie. Gemeenten als Heerenveen, Súdwest-Fryslân en Leeuwarden hebben hiervoor onder haar bewoners onderzoek gedaan. In het ontwikkelde taalbeleid wordt bijvoorbeeld het gebruik van het Fries meegenomen als kwaliteitsaspect bij de inkoop van zorg, wordt medewerkers van de gemeente de kans geboden cursussen Fries te volgen en bestaat de mogelijkheid in het Fries te worden getrouwd.
De Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer 2019–2023 bevat afspraken over financiële ondersteuning van de provincie bij de uitvoering van taken die voortkomen uit de Wet gebruik Friese taal. Eind 2016 heeft de provincie Fryslân de rol van Taalskipper op zich genomen.5 In haar rol als Taalskipper organiseert de provincie het bestuurlijk overleg Mei-inoar foar it Frysk, waar ook de gemeenten aan deelnemen. In dit overleg wordt gewerkt aan een Lange termijnagenda voor het Fries in het openbaar bestuur.
Leden van de SP-fractie hebben vragen gesteld over het gebruik van het Fries tijdens raadsvergaderingen.
Iedere gemeente biedt ruimte aan gemeenteraadsleden zich bij raadsvergaderingen van het Fries of een streektaal te bedienen. Gebruik van het Fries in gemeenteraden verschilt per gemeente. De mate van het gebruik van het Fries in een gemeenteraad weerspiegelt het gebruik van het Fries door de bevolking van de gemeente zelf. Taalgebruik in gemeenteraden wordt niet gemeten of anderszins bijgehouden. De wens van raadsleden Fries te spreken is niet onderzocht. Dit acht ik ook niet noodzakelijk.
De leden van de CDA-fractie en de D66-fractie hebben vragen gesteld over het gebruik van het geschreven Fries bij de politie.
De politie maakt gebruik van verschillende soorten uniformen die zijn toegesneden op de algemene en specialistische taken die zij uitvoert. Wat deze uniformen met elkaar verbindt, is het landelijk vastgestelde politielogo dat daarop is aangebracht. Zo is voor burgers direct in één oogopslag zichtbaar dat zij met een politieambtenaar te maken hebben. Als in één provincie in Nederland een afwijkende naam aan het politielogo wordt toegevoegd dan kan dat als onecht worden ervaren. De twijfel over de echtheid van het uniform kan leiden tot onterechte argwaan bij de burger en aantasting van het gezag van de politieambtenaar. Dat komt de veiligheid niet ten goede. Het contact tussen een burger en een agent kan zowel in het Nederlands als in het Fries plaatsvinden. Dit kan ook de-escalerend werken. Het logo in de Friese taal werkt echter niet de-escalerend.
De herkenbaarheid als politieambtenaar is zeker in potentiële gevaarsituaties van groot belang. Er zijn oplichters die misbruik maken van op het politie-uniform gelijkende kleding. Die kan mensen in verwarring brengen en dat willen we juist voorkomen door één politielogo te hanteren. Mede om die reden en om verwarring, discussie en daarmee onnodige escalatie te voorkomen, houd ik vast aan het landelijk vastgestelde politielogo.6
De leden van de GroenLinks-fractie hebben vragen gesteld over het doen van aangifte bij de politie.
Men kan in Fryslân in de Friese taal aangifte doen, maar de aangifte wordt altijd in de Nederlandse taal verwerkt. Wanneer de politiemedewerker die de aangifte behandelt de Friese taal niet machtig is en de burger geeft aan de aangifte liever in het Fries te willen doen, dan kan altijd gekeken worden of er Friessprekende politiemedewerkers aanwezig zijn voor het opnemen van de aangifte. Dit geldt ook voor contacten met burgers via de telefoon. De online aangifte mogelijkheid wordt via internet in het Nederlands weergegeven, maar in het vrije tekstveld kan men, indien men dat wenst, in het Fries een aanvulling doen (net zoals men een aanvulling kan doen in bijvoorbeeld de Engelse taal).
De leden van de fracties van de VVD, GroenLinks en de SP hebben vragen gesteld over de beleidsafspraken over de dienstverlening in het Fries op de meldkamer Noord-Nederland.
Navraag door het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) bij de meldkamer Noord-Nederland en leverde het volgende antwoord op: «De Meldkamer Noord-Nederland heeft in het huishoudelijk reglement als door de directie vastgesteld beleid opgenomen dat een Friessprekende burger, die aangeeft dat hij/zij dit wenst, in staat moet worden gesteld om zijn/haar verhaal in het Fries te doen. In de praktijk komt het weinig voor dat hier vraag naar is, tegelijkertijd is het eigenlijk nooit een probleem als de centralist het Fries niet machtig is.»
De leden van de VVD en het CDA hebben vragen gesteld over de ontheffingen in het onderwijs, de onderwijsinspectie en het toezicht op de Friese taal.
Ik heb begrepen dat er in oktober 2019 overleg is geweest tussen de onderwijsinspectie en ambtenaren van de Provincie Fryslân en het Ministerie van OCW. In de loop van dit jaar zal er een vervolggesprek plaatsvinden, waarbij ook de verantwoordelijk gedeputeerde van de provinciale staten aanwezig zal zijn. Bij de vierjaarlijkse onderzoeken die de onderwijsinspectie doet bij besturen en hun scholen in Fryslân zal zij de komende vier jaar standaard aandacht besteden aan het Fries.
De onderwijsinspectie zal besturen vragen zich te verantwoorden over de doelstellingen en ambities die het bestuur heeft met Fries en over de wijze waarop het stuurt op de kwaliteit van het Fries op de scholen en de effecten die de sturing heeft. Bij de verificatieonderzoeken op scholen die onderdeel zijn van de vierjaarlijkse onderzoeken zal de inspectie de directies van scholen bevragen over de wijze waarop ze het beleid van het bestuur aangaande Fries uitvoeren en hoe het bestuur daarop stuurt. Als de uitkomsten daartoe aanleiding geven, zal de onderwijsinspectie ook spreken met leraren en leerlingen over hun ervaringen met het Fries. Bij tekortkomingen zal de inspectie een herstelopdracht geven en toezien op het voldoen daaraan. In 2025 zal de onderwijsinspectie een nieuw themaonderzoek starten naar de kwaliteit van het aanbod Fries op de scholen in Fryslân. Over de specificaties van het onderzoek zal de onderwijsinspectie te zijner tijd een besluit nemen.
Mijn ambtscollega van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media ziet geen aanleiding om het toezicht op (delen van) het onderwijs in Fryslân weg te halen bij de onderwijsinspectie. De provincie organiseert in 2020 regiobijeenkomsten met alle Friese schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs. Het doel van de bijeenkomsten is om de ambitie (namelijk dat in 2030 alle scholen aan alle kerndoelen voldoen) nog eens te bevestigen en om in gesprek te gaan over wat nodig is om deze ambitie te halen. Het toezicht kan bijdragen aan het draagvlak voor het aanbieden van het vak Fries. De onderwijsinspectie zal de komende jaren met de Friese schoolbesturen in gesprek gaan over hun doelstellingen en ambities wat het Fries betreft en over de wijze waarop zij sturen op de kwaliteit van het onderwijs in het schoolvak Fries en de effecten daarvan. Specifieke eigen ideeën van besturen over het schoolvak Fries kunnen nooit reden zijn om niet aan de wet te voldoen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen om een nadere toelichting op de huidige stand van zaken van de dekking van het aanbod van het Fries.
Het themarapport van de onderwijsinspectie bevat kaartjes van de spreiding van verschillende taalprofielen over de provincie alsmede een toelichting daarop.7
De leden van de SP-fractie vragen of er inmiddels duidelijkheid is over het beleid van de provincie over het ambitieniveau rond Fries op scholen.
Naar ik heb begrepen heeft de provincie Fryslân het voornemen de aanbeveling uit de themarapportage van de onderwijsinspectie om het beleid te heroverwegen, over te nemen. Men wil echter eerst de curriculumherziening afwachten. De verwachting is dat de beleidsregel en de daaraan gekoppelde Taalplan Frysk-profielen ergens in de periode tot 2030 zullen worden herzien. Wel zal in de eerstvolgende vaststellingsronde van het Taalplan Frysk (startend na de zomer van 2020) met de scholen besproken worden hoe ze het aanbod Fries kunnen versterken en zal de scholen zo nodig en/of gewenst concrete begeleiding worden aangeboden. De insteek van de provincie is dat alle scholen over vier jaar minstens één profiel moeten zijn gegroeid.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben vragen gesteld over het belang van goed en attractief onderwijs voor het levendig houden van de Friese taal.
Ik ben blij met de uitkomsten van de themarapportage van de onderwijsinspectie waarin leerlingen benoemen dat ze de wens hebben het Fries goed te beheersen.
Ik heb er vertrouwen in dat de gesprekken tussen de onderwijsinspectie en de provincie ertoe zullen leiden dat de ambitie voor kwalitatief goed Fries op de scholen verder zal toenemen.
De leden van de VVD-fractie hebben vragen gesteld over de subsidieregeling aanpak lerarentekort.
Ik heb begrepen dat regionale samenwerkingsverbanden van schoolbesturen en lerarenopleidingen van 1 februari tot 1 maart een subsidieaanvraag kunnen indienen voor de subsidieregeling Regionale Aanpak Personeelstekorten. Zij kunnen zelf een plan van aanpak opstellen om het lerarentekort in hun regio te verminderen. Het regionale samenwerkingsverband in Fryslân is hiervan op de hoogte gebracht en daarbij is geadviseerd om ook een aanpak van het tekort aan leraren Fries in het plan mee te nemen. Het samenwerkingsverband bepaalt echter zelf welke activiteiten zij opnemen in hun plan. Op dit moment heeft de Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media nog geen plan van de regio Fryslân ontvangen.
De leden van de VVD-fractie, CDA-fractie en GroenLinks-fractie stellen vragen over de inrichting en financiering van de Fryske Akademy.
In de Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer is afgesproken dat de relatie tussen de Fryske Akademy en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) zal worden aangepast (in paragraaf 5.2.2). Aanleiding hiervoor is onder meer de governance van de Fryske Akademy. Zij valt aan de ene kant onder de KNAW, maar is aan de andere kant een zelfstandige stichting met een eigen Raad van Toezicht. Afgesproken is dat de Fryske Akademy geen onderdeel meer zal uitmaken van de institutenorganisatie van de KNAW, maar wel gelieerd blijft aan de KNAW. Dit betekent dat de Fryske Akademy de status van zelfstandige stichting behoudt met een eigen directeur-bestuurder en Raad van Toezicht. Daarnaast kan de Fryske Akademy een beroep blijven doen op de faciliteiten van de KNAW en gebruik blijven maken van de wetenschappelijke fondsen van NWO. De financieringsstructuur tussen Fryske Akademy en OCW via de KNAW zal worden aangepast. Het is de bedoeling dat vanaf 2021 de financiële middelen via een decentralisatie-uitkering met het oog op de Fryske Akademy aan de provincie Fryslân zullen gaan lopen. Voorwaarde hiervoor is dat de KNAW en de Fryske Akademy tot een hernieuwde liëringsovereenkomst komen (dit betekent dat de in juli 2018 tussen de provincie en Fryske Akademy afgesloten liëringsovereenkomst wordt geactualiseerd). Op 18 december 2020 heeeft provinciale staten van Fryslân ingestemd met het voorstel om de afspraken uit de Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer te verwerken.
In de rijksbegroting 2020 voor de KNAW is voor wetenschapsbeoefening inzake de Friese wetenschapsonderwerpen door de Fryske Akademy € 1.539.000,– opgenomen.8 Dit bedrag zal structureel vanuit het provinciefonds worden overgeheveld naar de provincie Fryslân.
Provinciale staten van Fryslân hebben besloten om de bestaande fínanciële bijdrage van de provincie tijdelijk (voor vijf jaar) te verhogen van € 1,2 miljoen per jaar naar € 1,4 miljoen. De tijdelijke verhoging is bedoeld om veranderingen in de organisatie door te voeren. Daarnaast stelt de provincie Fryslân conform het advies van de Taskforce een incidentele bijdrage van € 350.000 beschikbaar voor reorganisatiekosten en voor een inspanningsverplichting om het personeel van de Fryske Akademy over te nemen of van werk naar werk te helpen. Tot slot zal de provincie Fryslân een steviger rol gaan spelen in het kennis- en wetenschapsbeleid
De Fryske Akademy blijft een zelfstandige organisatie, waarbij de rol van het rijk zich beperkt tot de financiering van de rijksbijdrage via het provinciefonds en de borging van haar positie als academie van wetenschap in de Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer. Wel is het van belang dat de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoek van de Fryske Akademy wordt bevorderd, bewaakt en geborgd. De KNAW heeft aangegeven hiertoe in een passende rol bereid te zijn.
De financiering van de Fryske Akademy zal een decentralisatie-uitkering zijn. Decentralisatie-uitkeringen zijn uitkeringen voor beleid, waarbij geen termijn van de overgang van de uitkering naar de algemene uitkering is vastgesteld. Bij decentralisatie-uitkeringen is er beleids- en bestedingsvrijheid van de provincie.
Leden van de fracties van VVD, CDA, GroenLinks en ChristenUnie hebben gevraagd naar het overleg tussen de Rechtbank Noord-Nederland, het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de provincie Fryslân over het gebruik van de Friese taal in de rechtspraak en ook de rol van het Rijk in dit overleg.
Het kabinet onderschrijft het belang van het kunnen gebruiken van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in de rechtspraak. Tegelijkertijd past de regering ten aanzien van de rechtspraak grote terughoudendheid. De rechtspraak is in zijn primaire proces en organisatie onafhankelijk. Afwegingen over personeelsbeleid, zaakverdeling en toewijzing van zaken zijn exclusief aan de rechtspraak zelf. Dat neemt niet weg dat punten onder de aandacht van de rechtspraak kunnen worden gebracht. Wat betreft de praktische toepassing van de Wet gebruik Friese taal is het goed dat het contact hierover primair door de belangenbehartigers en experts uit de provincie met de rechtspraak wordt onderhouden.
Het overleg is nog gaande. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden organiseert, mede als uitvloeisel van periodiek overleg, inmiddels interne cursussen voor zijn niet-Friestalige raadsheren en griffiers. Zoals toegezegd zullen uitkomsten van overleg, ook waar dat betreft het eventueel aanvullend uitvoeren van onderzoek zoals door het Mercator kenniscentrum aanbevolen, met de Uw Kamer worden gedeeld.
De fracties van de VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben vragen gesteld over specialisatie, concentratie en verdeling van zaken over zittingslocaties.
Bij de Wet herziening gerechtelijke kaart die zeven jaar geleden in werking is getreden, zijn de rechtbank Noord-Nederland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden als fusiegerechten ontstaan. De zaakverdeling binnen zowel de rechtbank Noord-Nederland als ook binnen het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is niet van invloed op het recht om bij die gerechten Fries te spreken. Dit recht komt krachtens de Wet gebruik Friese taal – kort samengevat – toe aan inwoners van Fryslân in alle zittingsplaatsen van deze rechtbank en dit hof. Dus voor de rechtbank Noord-Nederland ook in Assen en Groningen en voor het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in alle negen zittingsplaatsen conform het Besluit zittingsplaatsen gerechten. Bij deze gerechten zijn er geen aanwijzingen dat er na de herziening van de gerechtelijke kaart in 2013 vaker hinder is voor justitiabelen die Fries willen spreken of dat het daardoor moeilijker is om rechters die het Fries actief of passief beheersen in te zetten.
In Leeuwarden wordt een bijna volledig zaakpakket aangeboden. Zaken met een sterke binding met Fryslân dienen in beginsel in Leeuwarden. Er zijn op dit moment geen voornemens tot concentratie of een andere verdeling via een herziening van het zaakverdelingsreglement. Het is aan de Rechtbank en Hof om waar een wijziging in de zaakverdeling aan de orde zou zijn alle relevante belangen, waaronder het belang van het gebruik van de Friese taal, af te wegen (artikel 21 Wet op de rechterlijke organisatie). Er is geen aanleiding hierover breder het gesprek te voeren met bijvoorbeeld de Raad voor de rechtspraak.
De leden van de fractie van D66 hebben vragen gesteld over het voldoende beschikbaar stellen van medewerkers die het Fries machtig zijn. De fracties van D66 en ChristenUnie hebben daarnaast vragen gesteld over het toewijzen van zaken in relatie tot de Friese taal.
In 2017 is door de Rechtbank Noord-Nederland onder de sectoren en afdeling van de verschillende zittingslocaties het gebruik van de Friese taal geïnventariseerd. Daaruit kwamen geen knelpunten bij de beheersing van de Friese taal door medewerkers. Een groot deel van de medewerkers in Leeuwarden beheerst het Fries actief. Nieuwe rechters die het Fries onvoldoende beheersen krijgen een cursus aangeboden om de taal in elk geval passief voldoende te beheersen. Wanneer een justitiabele aangeeft Fries te willen spreken, wordt daarmee zo veel mogelijk rekening gehouden bij de inroostering van rechters of er wordt een tolk ingeschakeld. Het is niet aan de Minister om te sturen in toewijzing van zaken of inzet van personeel.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben gevraagd hoe het Fries geborgd is bij de Hoge Raad, bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, bij de Centrale Raad van Beroep en bij het College van het Beroep voor het Bedrijfsleven.
Het gebruik van de Friese taal in de rechtspraak is geregeld in de Wet gebruik Friese taal. Deze wet heeft alleen betrekking op zaken bij de rechtbank Noord-Nederland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Wet gebruik Friese taal is dus niet van toepassing op procedures bij de in de vraag genoemde colleges. Deze procedures kenmerken zich over het algemeen door een sterk juridisch karakter, een schriftelijke stukkenwisseling en juridische bijstand. Waar een mondelinge behandeling plaatsvindt, en de betrokkene het Nederlands niet voldoende machtig is, maar wel Fries spreekt, gelden de algemene regels voor bijstand van een tolk.
Over de beschikbaarheid en inzet van tolken zijn door leden van de fracties van de VVD, D66 en ChristenUnie vragen gesteld.
Met het oog op een goede planning vraagt de rechtspraak tijdig aan te geven of eventueel een tolk nodig zou kunnen zijn. Dat is in het belang van de rechtzoekende en van de rechtspraak. Zo kan worden voorkomen dat een zitting op het laatste moment niet kan doorgaan vanwege het niet beschikbaar zijn van een tolk. De beschikbaarheid van tolken Fries is al lange tijd een zorgpunt. In de praktijk levert dit nog niet of nauwelijks problemen op, maar uitbreiding is zeer gewenst. De president van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is hierop ingegaan in een brief die hij vorig jaar naar aanleiding van vragen van de provinciale staten van Fryslân aan de commissaris van de Koning heeft gezonden. De provincie is in overleg met een opleidingsinstituut voor tolken/vertalers om te komen tot een opleiding. Diverse personen hebben reeds belangstelling getoond voor het volgen van zo’n opleiding. De provincie hoopt binnen afzienbare termijn zo een substantiële uitbreiding te realiseren van het aantal beschikbare tolken.
De leden van de SP-fractie hebben vragen gesteld over de positie van Omrop Fryslân.
Het Ministerie van OCW erkent de bijzondere positie van Omrop Fryslân in de Mediawet 2008, het Mediabesluit 2008 en de Mediaregeling 2008. Die wetgeving biedt Omrop Fryslân een prima bescherming. Daarbij gaat het om waarborgen voor onafhankelijkheid, financiering, doorgifte, aanwijzing en programma-aanbod van Omrop Fryslân. Hieronder worden deze waarborgen nader toegelicht.
Dit onderwerp is geregeld in artikel 2.88 van de Mediawet 2008. Toegepast op Omrop Fryslân betekent dit onder meer dat Omrop Fryslân zelf de vorm en inhoud bepaalt van het door deze omroep verzorgde media-aanbod en daarvoor verantwoordelijk is.
Omrop Fryslân krijgt op grond van de Mediawet 2008 op aanvraag jaarlijks een bijdrage uit de rijksmediabijdrage voor het verzorgen van regionale publieke mediadiensten in Fryslân. De bijdrage van Omrop Fryslân is een percentage van het totaalbudget dat beschikbaar is voor de regionale publieke omroepen. Dat percentage is vastgelegd in artikel 4a van het Mediabesluit 2008. Voor Omrop Fryslân ging het in 2019 om 7,000% van het totaalbudget van ca. € 147,2 mln. zijnde ca. € 10,3 mln. Verder krijgt Omrop Fryslân jaarlijks een extra projectsubsidie van € 50.000,– op grond van de Bestuursafspraak Friese Taal en Cultuur. Daarnaast krijgt Omrop Fryslân een extra bijdrage van ca. € 1,8 miljoen per jaar via de NPO ten behoeve van Friese landelijke televisie.
Dit onderwerp is geregeld in artikel 6.13 van de Mediawet 2008. Op grond van de Mediawet 2008 moet Omrop Fryslân worden doorgegeven in de provincie Fryslân en in de aan deze provincie grenzende provincies. In de praktijk geven de twee grootste pakketaanbieders van het land (Ziggo en KPN) Omrop Fryslân in het gehele land door.
Dit onderwerp is geregeld in de artikelen 2.61 tot en met 2.69 van de Mediawet 2008. Er kan voor de provincie Fryslân één regionale publieke omroep worden aangewezen. Een aanwijzing geldt voor vijf jaar. Het Commissariaat heeft Omrop Fryslân op 26 juni 2018 opnieuw voor vijf jaar aangewezen. De aanwijzing geldt van 2 september 2018 tot 2 september 2023. Voor een aansluitende periode van vijf jaar moet Omrop Fryslân weer een nieuwe aanvraag doen.
Zie voor dit onderwerp onder meer de artikelen 2.70 en 2.122 van de Mediawet 2008. Toegepast op Omrop Fryslân betekent artikel 2.70 dat het programma-aanbod van de Omrop voor ten minste vijftig procent van de duur van het aanbod van informatieve, culturele en educatieve aard moet zijn dat in het bijzonder betrekking heeft op de provincie Fryslân. Artikel 2.122 gaat onder meer over oorspronkelijk Friestalige producties. Verder is in dit verband artikel 4 van het Mediabesluit 2008 van belang. Toegepast op Omrop Fryslân betekent dit dat het programma-aanbod van de Omrop voor ten minste vijftig procent moet bestaan uit aanbod dat door de Omrop zelf of uitsluitend in opdracht van de Omrop is geproduceerd.
Leden van de SP hebben vragen gesteld over het gebruik van het Fries in de kinderopvang.
In de BFTK vastgelegd dat de provincie zorgdraagt voor adequate voorlichting aan ouders, kinderopvangorganisaties en betrokken instellingen over het belang en het omgaan met het Fries in een meertalige opvoeding. In 2.8.4 is in de BFTK tevens vastgelegd dat er een Taalsintrum Frysk als onderdeel van Cedin is en fungeert als expertisecentrum meertaligheid. Hiernaast wordt het taalbevorderingsinstituut Afûk door de provincie ingezet bij taalbevordering van het overdragen van het Fries van ouders/verzorgers op kinderen. De provincie Fryslân ziet de Friese taal als kans voor de ontwikkeling van kinderen en zet hier dan ook bewust acties op in. Daarom biedt de provincie onder meer ouders het Taalkado aan om kinderen op speelse wijze met meertaligheid en het Fries in het bijzonder in aanraking te brengen. Ook financiert de provincie het tweetalige tijdschrift heit&mem voor ouders in Fryslân met kinderen van 0–12 jaar. Dit tijdschrift heeft als doel om (toekomstige) ouders bewust te maken van de kansen van meertalige ontwikkeling en om ze te stimuleren hun kinderen meertalig op te voeden.
Meerdere commerciële aanbieders hebben «gepionierd» in de Friestalige en tweetalige kinderopvang. De uitvoering van meertaligheid bij kinderopvang leidt echter niet tot hogere kosten voor ouders. Uitdagingen zijn er nog op het gebied van de kwaliteitseisen om de pedagogische kwaliteit en de stabiliteit voor de kinderen te waarborgen. Er worden onder meer eisen gesteld aan het aantal pedagogisch medewerkers dat als vast gezicht aan een kind mag worden toegewezen.
De bij Stichting Frysktalige Berneopfang (SFBO) aangesloten locaties werken met vaste pedagogisch medewerkers die Fries aanbieden, terwijl andere pedagogisch medewerkers het Nederlands aanbieden. Bovengenoemde eisen aan de stabiliteit van de opvang kunnen ertoe leiden dat beroepskrachten minder flexibel kunnen worden ingezet, waardoor het een uitdaging kan zijn om kinderen dagelijks in contact te brengen met een ideale mix van Friestalige en Nederlandstalige pedagogisch medewerkers.
Conform afspraken in de BFTK zet de provincie Fryslân, als hiervoor het provinciale bestuurlijke besluitvormingstraject geheel is doorlopen, voor de zomer bij het KlantContactCentrum (KCC) van de provincie het «Meldpunt Fryske taal» op, waar melding gedaan kan worden van het uitsluiten of beperken van het gebruik van het Fries.
Leden van de VVD-fractie hebben vragen gesteld over de mogelijkheid van het opnemen van het gebruik van de moedertaal of het taalbewustzijn in het curriculum van zorg- en welzijn opleidingen en over inventarisatie van bestaande Friestalige hulpmiddelen en de behoefte hieraan.
Beroepssectoren en het onderwijs zijn primair verantwoordelijk voor de curricula en de inhoud van opleidingen. Het lectoraat Meertaligheid en Geletterdheid van NHL Stenden zal in opdracht van provincie Fryslân de behoefte naar het opnemen van het gebruik van de moedertaal op het taalbewustzijn in het curriculum van zorg- en welzijn opleidingen op hbo-niveau (naast het mbo-zorgonderwijs) in kaart brengen. Op basis hiervan zal in samenwerking met Afûk een mogelijk aanbod ontwikkeld worden. Naar verwachting zal deze behoefteanalyse afgerond zijn in september. Ook is er dan een eerste start gemaakt met de ontwikkeling van het aanbod.
Een overzicht van bestaande Friestalige hulpmiddelen voor zorginstellingen en een analyse van aan welke (Friestalige) hulpmiddelen behoefte bestaat, in opdracht van de provincie Fryslân, wordt begin april opgeleverd. Hierbij wordt gekeken naar de behoefte van de Friese ziekenhuizen, maar ook naar Wet Maatschappelijke Ondersteuning/Wet Langdurige Zorg zorgaanbieders in Fryslân. Naar aanleiding van deze analyse bekijkt de provincie Fryslân wat de mogelijkheden zijn om hier verder invulling aan te geven. Het is al zo dat zorgaanbieders zelf ook een aanvraag kunnen indienen met inkopers bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor de regeling Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET). Zorgaanbieders hebben daarbij veel ruimte om hun eigen technologische randvoorwaarden te bepalen. Zorgaanbieders kunnen ervoor kiezen om de Friese taal een plek te geven in de technologie die zij opschalen.
Leden van de fractie van het CDA hebben vragen gesteld over de beheersing van de Friese taal door zorgverleners en of er aandacht bestaat bij gemeenten voor de Friese taal bij het aanbesteden van zorg. Leden van de GroenLinks-fractie vragen naar het gebruik van het Fries in andere delen van de zorg.
In het project «Frysk yn »e soarch»9 wordt verder gekeken dan alleen het gebruik van het Fries in verpleeghuizen. Binnen het project «Frysk yn «e soarch» wordt hierop reeds inspanning verricht. Zo kan al het zorgpersoneel in Fryslân een digitale cursus volgen die speciaal op zorgverleners gericht is. Voor deze zomer zal tevens een informatieve campagne opgezet worden om het belang van de Friese taal in het gehele sociale domein onder de aandacht te brengen.
De provincie stuurt er in de rol van Taalskipper op aan om in het taalbeleid van gemeenten op te nemen dat bij de inkoop van zorg het kunnen verstaan van het Fries voor verzorgers een voorwaarde is. Hoewel dit geen verplichting bij de zorginkoop is, stijgt het aantal gemeenten dat in het taalbeleid hierover voor zorgverleners afspraken heeft opgenomen.
Leden van de VVD-fractie vragen naar het informeren van de Kamer over de ontwikkelingen op het gebied van de Friese taal en cultuur.
Ik zeg toe de Kamer ieder jaar ten minste eenmaal te informeren over de ontwikkelingen op het gebied van de Friese taal en cultuur. Met de brief voor 2021 stuur ik u tevens de tussenevaluatie van de implementatie van de BFTK 2019–2023 toe. Hieraan voorafgaand wordt de Kamer door de provincie uitgenodigd om een werkbezoek te brengen aan de provincie Fryslân.
De leden van de VVD-fractie hebben vragen gesteld over de derde opinie van het adviescomité voor het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden.
Het adviescomité zet in de derde opinie de verbeteringen en aanbevelingen ten opzichte van de vorige twee monitoringscycli voor de Friese taal en cultuur helder uiteen onder artikel 5, 9, 10, 11, 12 en 14.10 In het algemeen spreekt het adviescomité zich positief uit over de decentralisatie van onderwijstaken naar de provincie Fryslân en de rol van de Onderwijsinspectie. Met betrekking tot de BFTK noemt het adviescomité o.a. de borging van de gezamenlijke financiering van de leerstoel Friese taal- en letterkunde, financiële ondersteuning van de provincie Fryslân voor de extra taken op onderwijsgebied en een heldere omschrijving van de onderwijsinspectie.
In zowel de tweede als de derde opinie uit het adviescomité zijn zorgen over het gebrek aan bevoegde leerkrachten Fries en de gevolgen van gemeentelijke herindelingen voor het gebruik van de Friese taal. Hierop ben ik ingegaan in deze brief.
Het adviescomité adviseert om organisaties, betrokken bij de Friese taal, in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan het opstellen van het vierde landenrapport. In de derde rapportage van Nederland is informatie die voortkomt uit gesprekken die de provincie Fryslân in de rol van taalskipper met betrokkenen in het Friese beleidsveld heeft gehad, meegenomen. Ik ben voornemens de bij de Friese taal betrokken organisaties op meer directe wijze te betrekken bij het opstellen van het volgende landenrapport.
Zie artikel 6.3.2., onder b, van de Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer (Stcrt. 2001, 125)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35300-VII-114.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.