35 300 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2020

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 januari 2020

Met deze brief informeer ik, zoals verzocht door het lid Baudet (Handelingen II 2019/20, nr. 25, item 14), uw Kamer mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de wijze waarop de regering uitvoering gaat geven aan de motie van de leden Van der Staaij en Ploumen van 14 november (Kamerstuk 35 300 V, nr. 39) over de achtergestelde positie van Papua’s in Indonesië en mogelijkheden om hun sociaaleconomische situatie te helpen verbeteren via bijvoorbeeld steun aan projecten die het onderwijs in West-Papua versterken.

Graag wil het kabinet benadrukken dat de situatie in de Indonesische provincies Papua en West-Papua (hierna: Papua) vast gespreksonderwerp is in de bilaterale contacten tussen Nederland en Indonesië. De gelijke behandeling van Papua’s staat daarbij nadrukkelijk op de agenda. Meest recent sprak ik op 23 november met mijn Indonesische collega, Minister Retno Marsudi, over de situatie in Papua toen ik bij een G20 bijeenkomst was in Nagoya, Japan. Minister-President Rutte heeft de sociaaleconomische situatie ook met president Widodo besproken tijdens zijn bezoek aan Indonesië op 7 oktober jl. Zoals vermeld in de Kamerbrief d.d. 18 november 2019 (Kamerstuk 35 300 V, nr. 43), kan het kabinet U verzekeren dat Nederland ook in toekomstige contacten aandacht zal blijven vragen voor gelijke kansen voor Papua’s.

Het verbeteren van de sociaaleconomische situatie in Papua is in de eerste plaats een belangrijke opdracht voor de Indonesische autoriteiten. Zoals bij brief van 19 september 2016 aan Uw Kamer is gemeld, wordt de bilaterale ontwikkelingsrelatie met Indonesië in 2020 uitgefaseerd ten gunste van een bredere relatie waarin handel en investeringen centraler komen te staan.

Nederland is een van de grootste donoren van de Wereldbank en de VN. Via deze kanalen en via de EU wordt steun gegeven aan sociaaleconomische ontwikkeling in relatief afgelegen gebieden in Indonesië. Een deel hiervan zou kunnen worden toegerekend aan de Nederlandse bijdragen aan deze instellingen.

Daarnaast geeft de Nederlandse ambassade bij het selectieproces van kandidaten voor studiebeurzen onder het Orange Knowledge Programma en STUNED-programma bij gelijke geschiktheid reeds de voorkeur aan kandidaten uit Papua en andere relatief ondervertegenwoordigde gebieden. In de meest recente ronde gingen drie van de tien beschikbare beurzen naar Papua studenten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven