35 300 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2020

Nr. 16 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 februari 2020

De vaste commissie voor Financiën heeft bij brief d.d. 6 februari 2020 verzocht om uw Kamer te informeren over de mogelijkheid tot vroegere indiening dan juli 2020 van het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2021, het wetsvoorstel gegevensverwerking Belastingdienst en het wetsvoorstel beperking van de liquidatie- en stakingsverliesregeling in de vennootschapsbelasting. Ook heeft de commissie voor Financiën verzocht om aan te geven welke maatregelen naar verwachting in het pakket Belastingplan 2021 zullen worden opgenomen en welke mogelijkheden het kabinet ziet om deze maatregelen in een apart wetsvoorstel op te nemen.

Het verheugt mij dat de vaste commissie voor Financiën het belang van het zo veel mogelijk spreiden van fiscale wetgeving ondersteunt en monitort. Er wordt zo veel mogelijk ingezet op spreiding van fiscale wetgeving conform de motie Nijboer.1 Zo zijn onder andere de Wet vliegbelasting op 13 mei 20192 en de Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking op 3 juni 2019 bij uw Kamer ingediend.3 Ik verwacht in maart of april 2020 het wetsvoorstel excessief lenen aan uw Kamer aan te kunnen bieden.4

Ik geef hiernaast graag nader inzicht in de voorgenomen datum van indiening van de eerdergenoemde wetsvoorstellen. Ik heb het voornemen om het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2021 in april van dit jaar bij uw Kamer in te dienen. Ik verwacht het wetsvoorstel beperking van de liquidatie- en stakingsverliesregeling in de vennootschapsbelasting uiterlijk in juli 2020 bij uw Kamer in te kunnen dienen. Tot mijn spijt is het wetsvoorstel gegevensverwerking Belastingdienst naar het zich laat aanzien nog niet in juli 2020 gereed voor indiening bij uw Kamer. Wel is het voornemen om dit wetsvoorstel voor de zomer van 2020 voor internetconsultatie te publiceren. Ik verwacht voor de zomer meer duidelijkheid te kunnen geven over de verwachte datum van indiening. Verder zal in september het wetsvoorstel CO2-heffing voor de industrie worden ingediend.

De vaste commissie voor Financiën vraagt mij naar de verwachte voorgenomen maatregelen in het pakket Belastingplan 2021. Het streven is om het pakket Belastingplan zo veel mogelijk in omvang te beperken. Dit heb ik echter niet volledig in eigen hand. Zo verzoekt bijvoorbeeld de aangenomen motie van het lid Lodders c.s.5 over het toeslagenstelsel om «(...) waar mogelijk en uitvoerbaar in het komende Belastingplan de eerste verbeteringen en alternatieven door te voeren, zodat we naar een beter en menselijker systeem toe kunnen.» De fiscale maatregelen die worden opgenomen in een pakket Belastingplan vloeien in het algemeen voort uit het Regeerakkoord, besluitvorming over de begroting of jurisprudentie. Het betreft maatregelen waarvan het noodzakelijk is dat die in werking treden per januari na het jaar van indiening op Prinsjesdag of op dat moment voor de uitvoering door de Belastingdienst bekend moeten zijn. Op dit moment wordt er gewerkt aan de vormgeving van maatregelen die uiteindelijk per 1 januari 2021 in werking treden en in het pakket Belastingplan 2021 opgenomen zullen worden. Een van de maatregelen is bijvoorbeeld de afgelopen jaar met Prinsjesdag aangekondigde verhoging van het tarief in de innovatiebox. Tot slot wil ik wellicht ten overvloede benadrukken dat ik bij de samenstelling van de wetsvoorstellen die gaan behoren tot het pakket Belastingplan 2021 vanzelfsprekend rekening houd met de motie Hoekstra.6

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Kamerstuk 35 026, nr. 51.

X Noot
2

Kamerstuk 35 205.

X Noot
3

Kamerstuk 35 216.

X Noot
4

Kamerstuk 35 300 IX, nr. 13.

X Noot
5

Kamerstuk 31 066, nr. 582.

X Noot
6

Kamerstuk 34 300, O.

Naar boven