35 300 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2020

Nr. 51 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2020

Tijdens de begrotingsbehandeling van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds voor het jaar 2020 is op 10 oktober 2019 een aantal moties ingediend door uw Kamer (Handelingen II 2019/20, nr. 12, item 15). In deze brief ga ik nader in op de voortgang ten aanzien van de motie van het lid Kuiken (over een Nationaal Programma Curaçao, Kamerstuk 35 300 IV, nr. 27), de motie van de leden Kuiken en Van der Graaf (over schuldhulpverlening in Caribisch Nederland, Kamerstuk 35 300 IV, nr. 26) en de motie van het lid Van der Graaf c.s. (over verbetering data-infrastructuur in Caribisch Nederland, Kamerstuk 35 300 IV, nr. 28). De beantwoording van de motie van de leden Kuiken en Van der Graaf en de motie van het lid Van der Graaf is mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Motie Kuiken over Nationaal Programma Curaçao

De motie verzoekt de regering om in samenspraak met alle betrokken organisaties in aanvulling op het bestaande Groeiakkoord tot een vergelijkbare verkenning te komen van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid voor Curaçao. Een eventueel Nationaal Programma Curaçao zou in het verlengde van het Groeiakkoord moeten plaatsvinden. Sinds de aangenomen motie van het lid Kuiken hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden op ambtelijk niveau met de gemeente Rotterdam en heeft de directeur van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid een verkenning verstuurd naar stakeholders op Curaçao. Het is nu aan Curaçao om te reageren op deze verkenning. Belangrijk bij dit programma is dat het eigenaarschap bij het land Curaçao ligt.

Motie Kuiken/Van der Graaf over schuldhulpverlening

De motie verzoekt de regering een regeling voor schuldhulpverlening te ontwikkelen voor Caribisch Nederland. Het voorkomen van schulden en het helpen van mensen met financiële problemen is cruciaal om armoede en andere maatschappelijke problemen tegen te gaan. Schuldhulpverlening is een eilandelijke taak. Het Ministerie van SZW ondersteunt actief de expertise-ontwikkeling rond schuldhulpverlening in Caribisch Nederland.

Het ministerie organiseerde hiertoe in 2019 een werkbezoek aan Europees Nederland voor schuldhulpprofessionals van Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Daarbij werd duidelijk dat de schuldenproblematiek op alle eilanden speelt en dat de openbare lichamen bij de aanpak hiervan verschillende keuzes maken en accenten plaatsen. Een one-size-fits-all benadering ligt daarmee niet voor de hand waar het gaat om de ondersteuning aan de eilanden. Net zoals gemeenten vrijheid hebben om lokaal invulling te geven aan de integrale schuldhulpverlening aan hun inwoners, zal ook op de eilanden het aanbod moeten passen bij de lokale situatie.

In 2020 zal het Ministerie van SZW de openbare lichamen verder ondersteunen bij de ontwikkeling van het eilandelijke armoede- en schuldenbeleid. Hierbij zijn de ondersteuningsverzoeken van de drie eilanden leidend. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om ondersteuning bij het verbeteren van voorlichting en bewustwording, vroegsignalering, of de professionalisering van schuldhulpprofessionals en om inhoudelijke ondersteuning bij beleidsontwikkeling.

In het kader van het eilandelijke armoede- en schuldenbeleid is op alle drie de eilanden aandacht voor verbeteringen in de samenwerking tussen alle stakeholders, inclusief schuldeisers. Voor snellere en betere dienstverlening aan mensen met financiële problemen is deze samenwerking cruciaal.

Specifiek voor Bonaire geldt nog het volgende: in het Bestuursakkoord 2018–2022 (Kamerstuk 31 568, nr. 207) is afgesproken dat het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) zorg draagt voor professionalisering van de eilandelijke armoede- en schuldenaanpak en het vastleggen van beleid in een verordening of algemeen kenbare beleidsregel. Zo weten mensen waar ze op kunnen rekenen. Daarbij is afgesproken dat het Ministerie van SZW desgevraagd ondersteuning zal leveren of helpen die ondersteuning te organiseren. Dergelijke ondersteuning door het Ministerie van SZW heeft in het verleden de vorm aangenomen van een twinning met het Nibud en ondersteuning vanuit de gemeente Den Haag. Op Bonaire heeft het Ministerie van SZW in 2019 inhoudelijke ondersteuning geboden bij de doorontwikkeling van het eilandelijke beleid rond de aanpak van schulden en bij de organisatie van een brede stakeholderconferentie, die in december heeft plaatsgevonden. Bij de opvolging van deze conferentie zal het Ministerie van SZW nauw betrokken blijven.

Motie Van der Graaf over verbetering data-infrastructuur

De motie verzoekt de regering te bezien hoe de systematische data-infrastructuur kan worden verbeterd. Daarbij heeft de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer mij op 18 december 2019 verzocht om een reactie op het meerjarenprogramma Caribisch Nederland 2020–2023 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het CBS concludeert dat het statistische programma voldoet aan de behoeften van de gebruikers én dat de behoefte aan informatie de afgelopen jaren groter is geworden. Om die reden wordt een aantal onderwerpen als additionele statistische dienstverlening door het Rijk gefinancierd. Het gaat voor 2020 om circa 400.000 euro extra aan statistieken (o.a. BBP, inkomen/koopkracht, banen/lonen en een enquête onder de jeugd). Dit budget is voor 2020 beschikbaar naast het reguliere EZK budget van jaarlijks 675.000 euro.

Daarnaast sta ik positief tegenover het specifieke verzoek dat het OLB aan mij heeft gedaan om een samenwerkingsprogramma tussen het OLB en CBS te faciliteren. Voldoende en inzichtelijke data is belangrijk voor het afwegen van lokale beleidsbeslissingen, het formuleren van ambities en het gevolg geven aan uitvoeringsprogramma’s en het monitoren van de effecten. Dat wil ik ondersteunen en daarom heb ik in oktober 2019 een bedrag van 90.000 euro ter beschikking gesteld aan het OLB om hulp van het CBS te krijgen bij de beschikbaarheid en gebruik van data voor lokaal beleid op Caribisch Nederland.

Samenvattend wordt met deze impuls een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de systematische data-infrastructuur, in lijn met de motie Van der Graaf. Indien blijkt dat er in aanvulling op het extra pakket (nog) meer statistieken nodig zijn, dan kan het verantwoordelijke departement – in overleg met het CBS – hiertoe een opdracht aan het CBS verstrekken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven