35 292 Wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2018/2002/EU betreffende energie-efficiëntie

E NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 4 mei 2020

Inleiding

De leden van de fractie van de PVV hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord en hebben nog enkele vragen.

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen van de leden van de fractie van de PVV over het bovengenoemde wetsvoorstel in het nader voorlopig verslag. Graag ga ik op deze vragen in.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De regering geeft in de memorie van antwoord aan dat in de Warmtewet bepalingen zijn opgenomen ten aanzien van tariefregulering en de rendementstoets, maar dat deze bepalingen niet van toepassing zijn op levering van warmte door verhuurders aan hun huurders en door VvE’s aan hun leden.1 De leden van de PVV-fractie menen dat daaruit geconcludeerd kan worden dat deze individuele huurders en VvE-leden niet direct vallen onder de ACM. Deelt de regering deze stelling? Dat zou volgens de fractieleden van de PVV tot gevolg hebben dat het «niet meer dan anders»-principe inzake warmtelevering niet opgaat voor deze individuele huurders. Deelt de regering deze stelling?

Het klopt dat de individuele huurders en leden van een Vereniging van Eigenaren (VvE) voor wat betreft de tariefregulering niet direct onder het toezicht van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) vallen. De VvE-leden en de huurders worden in de situatie dat de VvE respectievelijk de verhuurder de aan hen geleverde warmte van een externe warmteleverancier afneemt wel indirect beschermd door de in de Warmtewet opgenomen bepalingen omtrent tariefregulering. Ik zal dit nader toelichten. Sinds de wijziging van de Warmtewet in 2017 zijn de artikelen van de Warmtewet ten aanzien van tariefregulering en de rendementstoets niet meer van toepassing op levering van warmte door verhuurders aan hun huurders en door VvE’s aan hun leden. Echter, de verhuurder of VvE die warmte afneemt van een externe warmteleverancier en deze vervolgens doorlevert aan zijn huurders dan wel leden, geniet wel de bescherming van de Warmtewet en daarmee bescherming van de maximumprijs. Dit is zo geregeld omdat de warmtelevering door verhuurders aan huurders een directe bescherming hebben door het huurrecht. Voor VvE-leden geldt dat zij als mede eigenaar zelf inspraak hebben op de kosten van de warmtelevering. Beslissingen over de wijze waarop het gebouw verwarmd wordt en de voorwaarden waaronder dat gebeurt, waaronder de kosten die daarvoor in rekening worden gebracht, worden vastgesteld door de VvE. Voor een nadere toelichting voor de indirecte bescherming van de VvE-leden en de huurders verwijs ik naar paragraaf 4.1 van de memorie van toelichting bij de wijziging van de Warmtewet (Kamerstuk 34 723, nr. 3).

De regering geeft verder aan dat in deze richtlijn geen nadere eisen gesteld worden aan de kostenspecificatie van de factuur, waaronder doorleveringskosten.2 Waarom worden de doorleveringskosten niet verplicht vermeld op de factuur, zo vragen de leden van de PVV-fractie.

De richtlijn 2018/2002/EU houdende wijziging van de richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (hierna: de richtlijn) bepaalt dat facturerings- en verbruiksinformatie betrouwbaar en nauwkeurig moet zijn en dat deze gebaseerd is op de huidige actuele prijzen en het werkelijke verbruik of de meetgegevens van warmtekostenverdelers. Daarnaast bepaalt de richtlijn dat de kostenverdeling kosteloos moet worden uitgevoerd, tenzij dit wordt uitbesteed aan een derde partij. Alleen in dat geval mogen redelijke kosten voor de uitvoering van kostenverdeelsystematiek worden doorberekend aan eindgebruikers.

Het Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie bevat in artikel 4, eerste lid, reeds een opsomming van de vereiste specificatie van de factuur, waaronder de verbruiksonafhankelijke kosten. De verbruiksonafhankelijke kosten bestaan uit bijvoorbeeld de vaste leveringskosten en de netbeheerkosten. Bovendien kan een afnemer op grond van artikel 3, tweede lid, van het Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie nadere uitleg krijgen over de factuur. Ik zie geen reden om nadere eisen te stellen aan de kostenspecificatie van de factuur, waaronder doorleveringskosten.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerstuk 35 292, C, blz. 2.

X Noot
2

Idem.

Naar boven