35 292 Wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2018/2002/EU betreffende energie-efficiëntie

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT1

Vastgesteld 24 april 2020

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de fractie van de PVV hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord en hebben nog enkele vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De regering geeft in de memorie van antwoord aan dat in de Warmtewet bepalingen zijn opgenomen ten aanzien van tariefregulering en de rendementstoets, maar dat deze bepalingen niet van toepassing zijn op levering van warmte door verhuurders aan hun huurders en door VvE’s aan hun leden.2 De leden van de PVV-fractie menen dat daaruit geconcludeerd kan worden dat deze individuele huurders en VvE-leden niet direct vallen onder de ACM. Deelt de regering deze stelling? Dat zou volgens de fractieleden van de PVV tot gevolg hebben dat het «niet meer dan anders»-principe inzake warmtelevering niet opgaat voor deze individuele huurders. Deelt de regering deze stelling?

De regering geeft verder aan dat in deze richtlijn geen nadere eisen gesteld worden aan de kostenspecificatie van de factuur, waaronder doorleveringskosten.3 Waarom worden de doorleveringskosten niet verplicht vermeld op de factuur, zo vragen de leden van de PVV-fractie.

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 8 mei 2020.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, N.J.J. van Kesteren

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer


X Noot
1

Samenstelling: Koffeman (PvdD), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA), N.J.J. van Kesteren (CDA), (voorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), Van der Linden (FVD), (ondervoorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Van Pareren (FVD), Prins-Modderaar (CDA), Recourt (PvdA), Vendrik (GL) en Van der Voort (D66).

X Noot
2

Kamerstukken I, 2019–2020, 35 292, C, blz. 2.

X Noot
3

Idem.

Naar boven