35 267 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (PbEU L 150) (Implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen)

Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID ZIENGS

Ontvangen 10 maart 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel E, wordt in de aanhef «komt te luiden:» vervangen door «wordt vervangen door» en wordt een volzin toegevoegd, luidende:

De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp daarvan aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

In artikel I, onderdeel F, wordt aan het voorgestelde derde lid een volzin toegevoegd, luidende:

De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp daarvan aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Dit amendement beoogt de AMvB-grondslagen uit de Implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen aan te vullen met een voorhang.

Met de voorgestelde wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van de gewijzigde EU-kaderrichtlijn afvalstoffen wordt bepaald dat op een later moment ook op het niveau van AMvB en ministeriële regeling regels gesteld worden. Dit amendement regelt dat er bij iedere AMvB een voorhangprocedure georganiseerd wordt. Het huidige wetsvoorstel laat het stellen van regels aan de regering, die via de AMvB’s nadere regels kan stellen zonder dat de Kamer die onder ogen krijgt. Dit amendement heeft als doel ervoor te zorgen dat de Kamer wél meedoet in de besluitvorming.

Ziengs

Naar boven