Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 10 juli 2019 en het nader rapport d.d. 21 augustus 2019, aangeboden aan de Koning
door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 26 juni 2019, no. 2019001251, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging
van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn (EU) 2018/851
van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (Implementatiewet
wijziging Kaderrichtlijn Afvalstoffen), met memorie van toelichting.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 26 juni 2019, nr. 2019001251,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 10 juli 2019, nr. W17.19.0160/IV, bied ik U hierbij aan.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij
het voorstel.
De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen. De redactionele opmerkingen van de Afdeling
zijn overgenomen.
Van de gelegenheid is gebruikt gemaakt om het wetsvoorstel en de toelichting op twee
punten aan te passen. Voor de inwerkingtreding van het wetsvoorstel wordt aangesloten
bij de vaste verandermomenten. Dit betekent dat het wetsvoorstel, na tot wet te zijn
verheven, niet op of na 5 juli 2020 in werking zal treden, maar op of na 1 juli 2020.
Tevens is een verduidelijking in de memorie van toelichting opgenomen ten aanzien
van de definitie van een regeling van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
en de term «in de handel brengen».
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no. W17.19.0160/IV
-
– Artikel I, onderdeel A, eerste lid, in definitie van de regeling voor uitbreide producentenverantwoordelijkheid
de zinsnede «een besluit dat er voor zorgt dat dat degenen die», vervangen door: «een
besluit dat er voor zorgt dat degene die».
-
– Artikel I, onderdeel I, (voorgestelde wijziging van artikel 22.1), de zinsneden «zijn
van toepassing» en «is van toepassing» vervangen door: «zijn niet van toepassing»
en «is niet van toepassing».
-
– In de transponeringstabel «Artikel 1, onderdeel 2, onder b,» vervangen door: «Artikel 1,
onderdeel 3, onder b».
-
– In de transponeringstabel «Artikel 1, onderdeel 10 (wijziging artikel 9, tweede t/m
vijfde lid)» vervangen door: «Artikel 1, onderdeel 10 (wijziging artikel 9, derde
t/m vijfde lid)».