35 261 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer)

Nr. 10 DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 april 2022

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel Ia wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL Ib

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan bij ministeriële regeling regels stellen over een specifieke uitkering aan gemeenten ter bekostiging van de ondersteuning van burgers bij het verkeer met en de dienstverlening door een bestuursorgaan langs elektronische weg.

B

In de artikelen IV, V, onderdeel A, IX en XXX, wordt «2:7, tweede lid» telkens vervangen door «artikel 2:7, tweede lid,».

C

Artikel V, onderdeel B, komt te luiden:

B

In artikel 27gd wordt «8:31 tot en met 8:40a» vervangen door «8:31 tot en met 8:40».

D

In artikel XV wordt «artikel 2:15, eerste en tweede lid» vervangen door «artikel 2:15, eerste en tweede lid,».

Toelichting

Onderdeel A

Met ingang van 2022 wordt structureel jaarlijks € 20,95 miljoen aan de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegekend voor de instandhouding van de Informatiepunten Digitale Overheid. Dit zijn fysieke loketten waar burgers ondersteuning kunnen ontvangen bij hun (digitale) verkeer met de overheid (met name uitvoeringsorganisaties). Ook worden burgers via deze Informatiepunten doorgeleid naar cursussen digitale vaardigheden voor meer zelfredzaamheid in de toekomst. Hiermee zijn deze Informatiepunten een goed voorbeeld van passende ondersteuning die bestuursorganen kunnen bieden bij het (digitale) verkeer tussen bestuursorgaan en burger (artikel 2:1, eerste lid, Awb (nieuw) van dit wetsvoorstel).

De Informatiepunten, die momenteel alleen nog in bibliotheken gevestigd zijn, worden op dit moment nog incidenteel gefinancierd door tussenkomst van de zogenoemde «Manifestgroep» en de Koninklijke Bibliotheek. In de praktijk bieden de medewerkers van Informatiepunten ook hulp bij overheidsdiensten die niet behoren tot de Manifestgroep. Tijdens de coronapandemie is daarnaast gebleken dat de Informatiepunten ook flexibel en snel ingezet kunnen worden voor het bieden van passende ondersteuning aan burgers bij nieuwe digitale overheidsdiensten (zoals de CoronaCheckApp). Om deze reden bestaat het voornemen om de dienstverlening van deze Informatiepunten in de toekomst verder uit te breiden naar meer overheidsorganisaties. Verder bestaat het voornemen om de locaties waarin Informatiepunten zijn gevestigd, niet te beperken tot bibliotheken. Het feit dat een Informatiepunt in een bibliotheek gevestigd is, kan voor bepaalde doelgroepen een drempel zijn om hulp te vragen. Om zoveel mogelijk mensen te bereiken en een toegankelijke overheid te zijn, wordt verkend of andere locaties dan bibliotheken ook goed werken. Hierin zijn verschillende opties mogelijk zoals buurtcentra, instellingen voor begeleid wonen, verpleeghuizen of sociale werkplaatsen. Andere opties zijn telefoonwinkels of een mobiel informatiepunt.

Vanwege deze redenen ligt het niet meer voor de hand dat de Manifestgroep en de Koninklijke Bibliotheek een rol hebben in de financiering van de informatiepunten. Daarom wordt vanaf 2023 een jaarlijkse specifieke uitkering aan gemeenten verstrekt ten behoeve van de instandhouding (en het breder uitzetten) van de Informatiepunten. De gemeente staat als overheidsorganisatie immers het meest dichtbij de burger en heeft inzicht in de lokale behoeften van doelgroepen, het netwerk van hulpverleners en welke locaties passend zijn. Het totaalbedrag dat jaarlijks als specifieke uitkering zal worden verstrekt, zal lager komen te liggen dan € 20,95 miljoen, omdat uit dit budget ook andere kosten moeten worden gedekt (zoals beleidsmonitoring, onderzoek en personele kosten)

Voor specifieke uitkeringen die langer voortduren dan vier jaar is ingevolge artikel 17 van de Financiële-verhoudingswet een wettelijke grondslag vereist. Met dit artikel wordt in die wettelijke grondslag voorzien. De uitwerking van deze specifieke uitkering vindt plaats bij regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze regeling bevat onder andere voorschriften over de berekening van de hoogte van de uitkering, de voorwaarden die aan de uitkering worden verbonden en op welke wijze de uitkering betaald wordt. De voorwaarden waaronder de uitkering zal worden verstrekt worden in overleg met de thans betrokken partijen (zoals de Koninklijke Bibliotheek en uitvoeringsorganisaties) opgesteld.

Onderdelen B en D

Met dit onderdeel wordt in een aantal wijzigingsopdrachten een ontbrekende komma toegevoegd.

Onderdeel C

Artikel V wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr). Het in onderdeel B, genoemde artikel 29 uit die wet bevat niet langer een verwijzing naar artikel 8:40a Awb. De voorgestelde wijziging van artikel 29 Awr dient te vervallen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot