35 246 Wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

I. ALGEMEEN

HOOFDSTUK 1. DOEL EN AANLEIDING

1.1 Inleiding

De Kamers van Koophandel en Nijverheid voor Bonaire en voor Sint Eustatius en Saba richten zich op het stimuleren van economische ontwikkeling door middel van het informeren en ondersteunen op het gebied van ondernemen.

De Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES regelt de instelling, het functioneren en de taken van de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor Bonaire en de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor Sint Eustatius en Saba. Beide Kamers behartigen de belangen van de handel en bedrijven in Caribisch Nederland. De Kamers geven adviezen of inlichtingen over aangelegenheden van ondernemerschap en bedrijvigheid aan het Bestuurscollege van het eiland of de eilanden waarbinnen zij gevestigd zijn. De Handelsregisterwet 2009 BES regelt het bestaan van een handelsregister, waarin ondernemingen en rechtspersonen worden ingeschreven en het beheer van dit register door de Kamers van Koophandel. Met dit voorstel voor wijziging van beide wetten wordt een aantal knelpunten uit de dagelijkse praktijk van afgelopen jaren opgelost.

1.2 Aanleiding voor wetswijziging

Sinds 10 oktober 2010 gelden in Caribisch Nederland de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES. Deze wetten continueerden de bestaande Nederlands-Antilliaanse regelgeving op het gebied van het handelsregister en de Kamer van Koophandel en Nijverheid, met dien verstande dat deze regels technisch werden aangepast aan de nieuwe staatsrechtelijke positie van de eilanden binnen Nederland. De inhoud van de toen geldende Nederlands-Antilliaanse regelgeving werd zo veel mogelijk gehandhaafd. Met de vorming van Caribisch Nederland op 10 oktober 2010 is er naast de bestaande Kamer van Koophandel en Nijverheid op Bonaire een nieuwe Kamer van Koophandel en Nijverheid gevormd voor Sint Eustatius en Saba. Voor de transitiedatum kenden deze eilanden geen eigen Kamer, maar vielen ze onder de Kamer van Koophandel en Nijverheid die gevestigd is op Sint Maarten.

In de afgelopen jaren zijn beide Kamers in de praktijk aangelopen tegen diverse knelpunten in de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES. Naar aanleiding daarvan is in overleg met de beide Kamers, de openbare lichamen en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven op Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderzocht welke knelpunten dat zijn en zijn wensen voor mogelijke oplossingen geïnventariseerd. Hierbij is gebleken dat een aantal wijzigingen van deze wetten en de daarop gebaseerde lagere regelgeving nodig is.

1.3 Verhouding tot het uitgangspunt van legislatieve terughoudendheid

De regering hanteerde sinds de staatkundige hervormingen het uitgangspunt dat gedurende een periode van vijf jaar geen wetgevingsoperaties zouden plaatsvinden met ingrijpende effecten voor het bestuur of de burger in Caribisch Nederland (zie ook Kamerstukken II 2009/10, 31 957, nr. 6, p. 7). Gedurende deze periode werd alleen regelgeving ingevoerd als daar een duidelijke noodzaak toe was. In de kabinetsreactie van 12 mei 20161 op het rapport van de evaluatiecommissie Caribisch Nederland heeft het kabinet aangegeven dat ook in de komende jaren rekening zal worden gehouden met het absorptievermogen van de eilanden en dat terughoudendheid op zijn plaats is. Daarbij zal onder meer prioriteit worden gegeven aan wetgeving die knelpunten wegneemt in de uitvoeringspraktijk van de eilanden.

Zoals hiervoor is aangegeven, levert de huidige wetgeving knelpunten op in de praktijk. De in dit wetsvoorstel voorgestelde oplossingen voor die knelpunten zijn afgewogen tegen het beginsel van legislatieve terughoudendheid.

Bij het opstellen van het voorstel is het uitgangspunt gehanteerd om zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de systematiek en de terminologie van de huidige Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES.

HOOFDSTUK 2. HUIDIGE WETGEVING

2.1 Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES

De Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES regelt de instelling, bevoegdheden en verplichtingen van de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor Bonaire en van de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor Sint Eustatius en Saba. Op basis van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES is de primaire rol van de Kamers het behartigen van de belangen van handel, industrie, ambacht en dienstverlening ter bevordering van de economische ontwikkelingen van het betreffende eiland. Daartoe kunnen de Kamers onder meer algemene informatie verstrekken over het oprichten en drijven van ondernemingen, subsidies verlenen aan instellingen die een algemeen belang van ondernemerschap en bedrijvigheid bevorderen en het verstrekken van informatie over bedrijven op de Caribisch Nederland, zoals uittreksels uit het handelsregister.

Beide Kamers hebben een bestuur, dat bestaat uit de gekozen leden van de Kamers. De wet stelt regels over de verkiezingen voor de leden van de Kamers. De wet bevat daarnaast bepalingen over de samenstelling en werkwijze van het bestuur, het jaarverslag en over toezicht op het bestuur. De Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES bepaalt dat er één uitvoeringsorganisatie voor beide Kamers op Bonaire is gevestigd. Verder bevat deze wet bepalingen over de inkomsten van de Kamers.

Ten aanzien van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES zijn de volgende knelpunten gebleken:

  • In de huidige wet is voorgeschreven dat jaarlijks een derde deel van het bestuur aftreedt en gekozen wordt (artikel 6, tweede lid). Ook bestaat de verplichting dat op het moment dat tussentijds een bestuurslid aftreedt opnieuw verkiezingen voor de vacant gekomen plek moeten worden gehouden (artikel 6, derde lid). Deze jaarlijkse verkiezingen en tussentijdse verkiezingen leiden tot hoge administratieve lasten voor beide Kamers.

  • De verplichting om samen één uitvoeringsorganisatie in Bonaire aan te sturen is, gelet op de grote afstand tussen Bonaire enerzijds en Sint Eustatius en Saba anderzijds, voor beide Kamers niet werkbaar (artikel 14).

  • In de wet ontbreekt een paragraaf over het financieel toezicht op beide Kamers. In de huidige wet is alleen bepaald dat de Kamers zelf bij huishoudelijk reglement het comptabel toezicht regelen. Gegeven het publieke karakter van de taken van de Kamers van Koophandel en Nijverheid is een transparant financieel toezicht gewenst.

  • Tot slot bevat de wet oud en soms onduidelijk taalgebruik.

2.2 Handelsregisterwet 2009 BES

De Handelsregisterwet 2009 BES regelt dat het handelsregister wordt gehouden door de Kamers van Koophandel en dat daarin ondernemingen en rechtspersonen worden ingeschreven. Verder regelt de wet welke ondernemingen en rechtspersonen in het handelsregister worden ingeschreven, de openbaarheid en inzage van het handelsregister en de jaarlijkse bijdrage die ondernemingen en rechtspersonen verschuldigd zijn aan de Kamer van Koophandel en Nijverheid voor inschrijving in het handelsregister.

Ten aanzien van de Handelsregisterwet 2009 BES zijn de volgende knelpunten gebleken:

  • De huidige heffingssystematiek, waarbij de hoogte van de jaarlijkse bijdrage afhangt van het in de onderneming aanwezige eigen vermogen in dat jaar, leidt tot onduidelijkheden en discussie over de hoogte van dit eigen vermogen (artikel 14).

  • In de praktijk is gebleken dat mutaties in de gegevens in het handelsregister niet altijd worden doorgegeven. Dit kan in voorkomende gevallen leiden tot vervuiling van het register. De Kamers van Koophandel en Nijverheid moeten in voorkomende gevallen wijzigingen van ingeschreven gegevens kunnen doorvoeren in het handelsregister waarvan zij op basis van andere basisregisters hebben kennis gekregen.

HOOFDSTUK 3. HOOFDLIJNEN VAN HET WETSVOORSTEL

3.1 Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES

Gezien de in paragraaf 2.1 geconstateerde knelpunten, worden in dit wetsvoorstel de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • vereenvoudiging van de regels over de verkiezingen van de bestuursleden van de Kamers van Koophandel en Nijverheid, waaronder regels over kiesrecht, eisen in verband met de verkiesbaarheid, de zittingsduur en wijze van opvolgen. Gedetailleerde regels over deze verkiezingen worden gedelegeerd naar een algemene maatregel van bestuur (de artikelen 3, tweede lid, 5, vierde lid, 5a, vijfde lid, 6, achtste lid en 9, tweede lid);

  • verduidelijking van de toedeling van taken en bevoegdheden aan de Kamers (de artikelen 11 en 12);

  • vaststelling van de grondslag om de bedragen van vergoedingen voor een aantal door de Kamers verrichte werkzaamheden bij ministeriële regeling (artikel 12);

  • vereenvoudiging van de regels over de samenstelling van het bestuur van de Kamers en de benoeming van het personeel van de Kamers (de artikelen 15 tot en met 16);

  • toevoeging van een paragraaf over de begrotingscyclus van de Kamers en financieel toezicht daarop. De kamers stellen jaarlijks, op vaste momenten, een begroting en een jaarrekening op (de artikelen 22a tot en met 22c).

Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de indeling van deze wet te verduidelijken en om tekstuele verbeteringen aan te brengen.

Verkiezingen

Dit wetsvoorstel neemt de genoemde knelpunten met betrekking tot de verkiezingen weg. Het voorstel is om regels over de verkiezingen van de bestuursleden van de Kamers van Koophandel, waaronder regels over kiesrecht, eisen in verband met de verkiesbaarheid, de zittingsduur en wijze van opvolgen, te vereenvoudigen en de gedetailleerde regels vast te leggen in een algemene maatregel van bestuur. Hiertoe wordt een nieuw Kiesbesluit voor de kamers van Koophandel en Nijverheid BES (hierna: Kiesbesluit) opgesteld, dat het huidige Kiesbesluit voor de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES vervangt. Dit besluit zal onder meer regels bevatten over de wijze waarop de verkiezingen plaatsvinden.

Op het moment dat tussentijds een bestuurslid aftreedt, bestaat nu de verplichting om opnieuw verkiezingen te houden. Met dit voorstel krijgen de Kamers van Koophandel en Nijverheid op Bonaire en Sint Eustatius en Saba de ruimte om een dergelijke plaats vacant te houden tot de volgende verkiezing. Hiermee worden onnodige organisatielasten voor de beide Kamers van Koophandel in Caribisch Nederland voorkomen.

Voorgesteld wordt dat het aantal bestuursleden minimaal drie en maximaal vijf bedraagt (voorgestelde artikel 1a, tweede lid) en dat het huidige artikel 6 vervalt. Dat heeft tot gevolg dat het bestuur volwaardig kan functioneren, zolang het ten minste drie leden telt en dat de noodzaak vervalt voor tussentijdse verkiezingen wanneer een bestuurslid tussentijds aftreedt. Wanneer het aantal bestuursleden onder de drie komt moet er een extra bestuurslid aan het bestuur worden toegevoegd. In dit geval wordt het bestuur aangevuld met een kandidaat bestuurslid van de laatste verkiezingen. Wanneer er geen kandidaten zijn wijst het Bestuurscollege iemand aan. Wanneer er drie of vier bestuursleden zijn kan het bestuur op dezelfde wijze worden aangevuld, maar dit is geen verplichting.

Deze procedure zal, evenals het afschaffen van de oproepkaart, voor de Kamers leiden tot aanzienlijke kosten- en tijdsbesparing.

Bevoegdheden en taken van de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES

De huidige taken van de Kamers van Koophandel en Nijverheid blijven gehandhaafd. De Kamers van Koophandel en Nijverheid geven gevraagd en ongevraagd inlichtingen en advies aan het betreffende bestuurscollege (artikel 11). Voorgesteld wordt daar aan toe te voegen dat zij ook de Minister van Economische Zaken en Klimaat inlichtingen en adviezen geven, bijvoorbeeld ter ondersteuning van het economisch beleid van het ministerie in deze. De Kamers van Koophandel en Nijverheid zijn gevestigd in Caribisch Nederland en hebben contact met alle bedrijven en ondernemers in Caribisch Nederland. Dit zorgt ervoor dat beide Kamers het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat kunnen voorzien van inlichtingen en adviezen.

Naast de in de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES vermelde taken en bevoegdheden, houden de Kamers het handelsregister en schrijven daarin ondernemingen en rechtspersonen in. Dit is geregeld in de Handelsregisterwet 2009 BES.

Verder wordt in het wetsvoorstel expliciet bepaald dat de Kamers van Koophandel en Nijverheid niet mogen concurreren met ondernemingen of vrije beroepsbeoefenaren met baten voor bij of krachtens de wet aan de Kamer opgedragen taken of de bedrijfsvoering van de Kamers. (artikel 13a, eerste lid, in samenhang met artikel 19).

Samenstelling bestuur en benoeming van personeel van de Kamers

Het bestuur van de Kamer van Koophandel en Nijverheid is het besluitvormingsorgaan en zorgt voor de uitvoering van de taken van de Kamer. Voorgesteld wordt dat het bestuur uit ten minste drie en ten hoogste vijf bestuursleden bestaat (artikel 1a, tweede lid). Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en penningmeester. Deze functies zijn nodig voor het goed functioneren van het bestuur. Elk bestuurslid heeft gelijk stemrecht. Om te voorkomen dat er geen besluiten kunnen worden genomen bij een gelijk aantal stemmen, geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Van de bestuursleden wordt verwacht dat zij op persoonlijke titel zitting nemen in het bestuur en zij daarin onafhankelijk de functie van bestuurslid zullen vervullen (voorgesteld artikel 15). Bestuursleden vervullen geen functies die strijdig zijn met het functioneren als bestuurder van de Kamer (artikel 15a). Als zich een situatie voordoet waarin sprake is van mogelijke belangenverstrengeling, kan een bestuurslid zich onthouden van stemmen.

De dagelijkse leiding van de Kamers van Koophandel is in handen van de secretaris van de Kamers van Koophandel en Nijverheid, die het hoofd van het personeel van de Kamers is. In de praktijk wordt bij de Kamer van Bonaire voor de secretaris de titel «directeur» gebruikt en bij de Kamer voor Sint Eustatius en Saba de titel «executive secretary». Daarnaast zal de secretaris een raadgevende stem hebben in bestuursvergaderingen. De secretaris wordt benoemd door het bestuur van de Kamers (voorgesteld artikel 16).

Toezicht en begrotingscyclus

Het toezicht op de Kamers blijft ongewijzigd. Artikel 21 bepaalt dat een aantal besluiten van het bestuur van de Kamers aan de goedkeuring van het desbetreffende Bestuurscollege of de Bestuurscolleges is onderworpen. De Bestuurscolleges zijn de dichtst bij de Kamers liggende bestuurslaag en zij hebben de vereiste kennis voor het toezicht op de Kamers. Op grond van artikel 22, eerste lid, kan de Minister van Economische Zaken en Klimaat besluiten van het bestuur van de Kamers schorsen of vernietigen wegens strijd met de wet of het algemeen belang. Ingeval het bestuur ernstig nalatig is in het naleven van de wettelijke verplichtingen, kan de Rijksvertegenwoordiger daarin voorzien ten koste van de nalatige Kamer. De Minister van Economische Zaken en Klimaat is, via de Rijksvertegenwoordiger, politiek verantwoordelijk voor een ordentelijk beheer van het handelsregister en de bedrijfsvoering van beide Kamers.

Deze toezichtsinstrumenten zijn verstrekkende instrumenten die met grote terughoudendheid worden toegepast. Uitgangspunt is vertrouwen dat de Kamers van Koophandel hun wettelijke taken naar behoren uitvoeren. Bestuursorganen worden geacht de bij hun besluitvorming betrokken belangen zorgvuldig af te wegen. Wanneer de inzet van toezichtsbevoegdheden wordt overwogen, zullen de Bestuurscolleges, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Rijksvertegenwoordiger voorafgaand daaraan in overleg treden met het bestuur van de betrokken Kamer en het bestuur waar mogelijk in de gelegenheid stellen alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Voordat tot daadwerkelijke inzet van de toezichtinstrumenten zal worden overgegaan, zal het bestuursorgaan waar mogelijk vooraf de visie van het bestuur van de desbetreffende Kamer daarover vragen. Het bestuursorgaan kan in bepaalde gevallen afzien van het vragen van het standpunt aan het bestuur van de betrokken Kamer, bijvoorbeeld indien de vereiste spoed zich daartegen verzet of om te voorkomen dat een onomkeerbare situatie ontstaat.

Gegeven het publieke karakter van de voorlichtingstaken van de Kamers van Koophandel en Nijverheid en hun wettelijke taak tot het houden van een openbaar handelsregister, is daarnaast een transparant financieel toezicht op de Kamers gewenst. Ten aanzien daarvan wordt voorgesteld dat de Kamers via een reguliere begrotingscyclus zich middels begroting, jaarplan, jaarrekening en jaarverslag verantwoorden aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en aan het Bestuurscollege (de artikelen 22a, 22b en 22c). Door middel van de begroting en het jaarplan zijn de Minister van Economische Zaken en Klimaat en het Bestuurscollege voorafgaand aan een kalenderjaar op de hoogte van de plannen van de Kamers, die in overleg kunnen worden bijgesteld. In het verslag rapporteren de Kamers over de baten uit wettelijke taken en wat daarmee wordt gedaan (artikelen 13a en 20, tweede lid). Met de baten uit de wettelijke taken mag niet worden geconcurreerd met marktpartijen. Het rapporteren hierover in het jaarverslag vergroot de transparantie en maakt adequaat toezicht door de Minister van Economische Zaken en Klimaat en het Bestuurscollege op het verbod mogelijk. Na afloop van het kalenderjaar kunnen de Kamers aan de hand van de jaarrekening en het jaarverslag verantwoording afleggen over het financieel beheer en de geleverde prestaties uit het verstreken boekjaar aan Minister van Economische Zaken en Klimaat en het Bestuurscollege.

3.2 Handelsregisterwet 2009 BES

In de Handelsregisterwet 2009 wordt de hoogte van de jaarlijkse bijdragen van ondernemingen en rechtspersonen bepaald op basis van het in de onderneming aanwezige eigen vermogen. Voorgesteld wordt om in dit wetsvoorstel de systematiek voor de vaststelling van de jaarlijkse bijdragen te regelen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (artikel 14, tweede lid, van het Handelsregisterbesluit 2009 BES).

Daarbij wordt voorgesteld de huidige indeling naar eigen vermogen te laten vervallen en een nieuwe indeling van ondernemingen, rechtspersonen en nevenvestigingen op te nemen op basis van rechtsvorm en grootte. De onderlinge verhouding van ondernemingen en rechtspersonen wordt bepaald aan de hand van een indeling in categorieën met daarbij vermelde gewichten. Deze gewichten zijn een vermenigvuldigingsfactor. Op basis van de rechtsvorm en het bijbehorend gewicht wordt de hoogte van de jaarlijkse bijdrage bepaald (het vastgestelde bedrag, vermenigvuldigd met het toegekende gewicht). Het bedrag kan in een ministeriële regeling worden vastgesteld.

Deze systematiek is ontleend aan het systeem, zoals dat voorheen voor de Kamer van Koophandel in Nederland gold op basis van de Handelsregisterwet 2007. De voorgestelde indeling sluit aan bij de hoeveelheid werk die de Kamers van Koophandel en Nijverheid voor elk van deze categorieën verrichten en weerspiegelt daarmee voor elke categorie de werkelijke kosten die zijn verbonden aan de instandhouding van het handelsregister. Een indeling op basis van de rechtsvorm is een eenduidiger classificatie dan de huidige heffingssystematiek.

Regeling van de tarieven per gewicht bij ministeriële regeling is aangewezen omdat het gedetailleerde voorschriften van administratieve aard betreft.

Bij het opstellen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Handelsregisterbesluit 2009 BES en de ontwerpregeling zal overleg plaatsvinden met de direct betrokkenen in Caribisch Nederland – belangenverenigingen van ondernemers, de Kamers van Koophandel en Nijverheid en de bestuurscolleges in de openbare lichamen. Daarbij zullen de Kamers van Koophandel en Nijverheid worden gevraagd een inschatting te maken van de kosten per categorie.

Om de belangen van de ondernemers goed te kunnen betrekken bij de vaststelling van nieuwe tarieven, zal over het ontwerp tot wijziging van het Handelsregisterbesluit 2009 BES en de ontwerpregeling openbare consultatie via internet plaatsvinden.

De voorgestelde indeling is uitgewerkt in de onderstaande tabel.

Tabel 1 Rechtsvorm en bijbehorende gewicht jaarlijkse bijdrage

Rechtsvorm

Gewicht jaarlijkse bijdrage

• Natuurlijk personen

• Verenigingen

• Stichtingen

• Stichtingen particulier fonds

1

• Vennootschappen onder firma

• Maatschappen

2

• Coöperaties met een aantal FTE1 tot 50

• Naamloze vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal FTE tot 50

• Besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal FTE tot 50

3

• Coöperaties met een aantal FTE van 50 of meer

• Naamloze vennootschappen met een aantal FTE van 50 of meer

• Besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal FTE van 50 of meer

8

X Noot
1

FTE: Het aantal werknemers en andere personen, waarbij het aantal deeltijdmedewerkers wordt omgerekend naar voltijdmedewerkers.

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de Kamers van Koophandel en Nijverheid ambtshalve wijzigingen in het handelsregister kunnen inschrijven (voorgesteld artikel 9, tweede lid). Hierdoor kunnen de Kamers, wanneer zij via andere overheden, zoals de Bestuurscolleges, recentere en meer betrouwbare informatie verkrijgen over één of meerdere inschrijvingen in het handelsregister, die informatie in het handelsregister opnemen. Zo blijft de informatie die de Kamers van Koophandel en Nijverheid uit het handelsregister verstrekken, altijd het meest actueel en betrouwbaar.

Vanwege de administratieve aard wordt voorgesteld om de bedragen die zijn verschuldigd voor het inzien van het handelsregister en voor het verstrekken van een afschrift of een uittreksel uit het handelsregister in de nieuwe ministeriële regeling vast te stellen (voorgestelde artikelen 16 en 17).

HOOFDSTUK 4. EFFECTEN VAN HET WETSVOORSTEL

4.1 Regeldruk voor burgers, bedrijven en instellingen

Doel van de voorgestelde wijzigingen is om knelpunten in de huidige wetgeving op te lossen en om de regeldruk voor de beide Kamers, bedrijven en instellingen zoveel mogelijk te verminderen. Naast een regeldrukvermindering zullen de wijzigingen voor beide Kamers eenmalige kosten (met name communicatie) met zich meebrengen. Deze worden geschat op eenmalig USD 3.500.

Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES

Dit wetsvoorstel leidt vooral tot een vermindering van de regeldruk als gevolg van de voorgestelde wijzigingen in de verkiezingssystematiek. Waar de Kamers van Koophandel en Nijverheid nu praktisch elk jaar genoodzaakt zijn om verkiezingen uit te schrijven voor de leden van de Kamers als gevolg van iedere mutatie in het bestuur, wordt in dit wetsvoorstel voorgesteld dat het bestuur bestaat uit ten minste drie leden en ten hoogste vijf gekozen bestuursleden.

Ervan uitgaande dat bedrijven stemmen tijdens verkiezingen en daar 1 uur tijd aan spenderen, wat uitgaande van het gemiddeld uurloon USD 40 kost, zal de regeldruk per bedrijf naar aanleiding van de lagere frequentie van verkiezingen afnemen met USD 80 per drie jaar.

In de bestaande situatie wordt door de Kamers voor (jaarlijkse) verkiezingen een bedrag van USD 5.000 geraamd. Hierin zitten de kosten van aanschrijving en versturing van het stembiljet aan de leden en de aankondiging van de verkiezingen in de krant. Daarnaast kost een verkiezing de Kamers van Koophandel zo’n 20 á 25 uur aan inzet van medewerkers en daarmee, uitgaande van een gemiddeld uurloon bij de Kamers van Koophandel van USD 402, wordt het totaal (25 x USD 40 =) USD 1.000. Met dit wetsvoorstel worden deze kosten met een factor 3 verminderd (USD 2.000).

Voorgesteld wordt de eisen voor de publicatie van de voorgenomen verkiezing en de daarbij behorende kieslijsten, die nu nog in de wet staan, te vereenvoudigen en in het Kiesbesluit) op te nemen. Bij het opstellen van het Kiesbesluit zullen de kwantitatieve gevolgen voor de hoogte van de lasten voor bedrijven en voor de Kamers van Koophandel en Nijverheid in beeld worden gebracht.

Verder vervalt de verplichting voor de Kamers om jaarlijks de salarissen van de secretaris en van het overige personeel vast te stellen. Op basis van dit wetsvoorstel hoeven zij de salarissen alleen opnieuw vast te stellen als daar aanleiding voor is.

Daarnaast worden met de voorgestelde wijzigingen nieuwe eisen aan de Kamers van Koophandel en Nijverheid gesteld ten aanzien van het financieel toezicht. Het opstellen van een begroting en jaarrekening die aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat moeten worden aangeboden leidt tot een beperkte stijging van de administratieve lasten voor de beide Kamers. Zowel het opstellen van de jaarrekening als de begroting kost ongeveer 10 uur aan inzet van medewerkers. Daarmee zullen de regeldruk (20 x USD 40 =) USD 800 per jaar bedragen.

De impact van de voorgestelde wijzigingen op de bestuurlijke lasten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn beperkt. De eisen aan het financieel toezicht door middel van het aanbieden van een deugdelijke begroting en jaarrekening aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat hebben een beperkte impact voor het ministerie. De controle van begroting en jaarrekening zal 2 uur inzet vergen. Daarmee komen de kosten voor het ministerie op, in totaal op, 4 x € 100 = € 400 per jaar.

Dit wetsvoorstel heeft geen gevolgen voor de inrichting en werking van de Openbare Lichamen en brengt geen wijziging aan in de taken en bevoegdheden van de Bestuurscolleges.

Handelsregisterwet 2009 BES

In de Handelsregisterwet 2009 BES wordt een vereenvoudiging en verduidelijking van de categorieën van ondernemingen, rechtspersonen of nevenvestigingen voorgesteld op basis waarvan de heffingssystematiek voor inschrijving wordt gebaseerd. De nieuwe indeling is eenduidiger en leidt naar verwachting tot minder discussie. Immers de ondernemer hoeft niet meer jaarlijks omzetcijfers te overhandigen, op basis waarvan de bijdrage voor inschrijving in het handelsregister nu wordt berekend. Het nieuwe systeem is gebaseerd op een indeling in categorieën van rechtspersonen en de omvang van de onderneming, dat zal worden uitgewerkt in het Handelsregisterbesluit 2009 BES en in een nieuwe ministeriële regeling. De verwachting is dat de lastendruk voor bedrijven en de Kamers hierdoor zal afnemen. De hoogte van deze lastenreductie zal in de toelichting bij het ontwerpbesluit tot wijziging van het Handelsregisterbesluit 2009 BES en de op te stellen ministeriële regeling nader worden gekwantificeerd.

De huidige Handelsregisterwet 2009 BES veroorzaakt geen lasten voor burgers. Het wetsvoorstel brengt daarin geen wijziging.

Advies ATR

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft de gevolgen voor de regeldruk van de consultatieversie van dit wetsvoorstel beoordeeld en op basis daarvan een aantal aanbevelingen gedaan.

De aanbevelingen zien onder meer op de voorgestelde heffingssystematiek voor de jaarlijkse bijdragen. ATR adviseert na te gaan of de verplichting van een jaarlijkse bijdrage kan vervallen. Indien wordt vastgehouden aan de jaarlijkse bijdrage, adviseert ATR inzicht te bieden in de financiële gevolgen hiervan voor de ondernemers in Caribisch Nederland en om de gewichtsindeling voor de jaarlijkse bijdragen beter te onderbouwen. Naar aanleiding hiervan is de toelichting in paragraaf 3.2 en in deze paragraaf aangevuld.

ATR adviseert om bij overheidstrajecten ondernemingen niet te verplichten om een uittreksel uit het handelsregister te overleggen. In een beperkt aantal wettelijke regelingen is verstrekking van een afschrift van of een uittreksel uit het handelsregister aan een overheidsinstantie voorgeschreven: in het Besluit grote inrichtingen milieubeheer BES (artikel 5), het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen BES (artikel 4), het Besluit financiële markten BES (artikel 2:2) en in de daarop gebaseerde Regeling financiële markten BES (artikel 2:3). De verantwoordelijkheid voor deze regelingen berust bij andere bewindspersonen. In Caribisch Nederland is er geen basisregistratiestelsel met de verplichting voor overheden om gegevens daaruit te gebruiken. Bij het opstellen van de gedelegeerde regelgeving op grond van dit wetsvoorstel zal in overleg met de betrokken ministeries worden bezien of er alternatieven zijn voor deze voorschriften.

Verder adviseert ATR om ondernemers die zowel op het Europees grondgebied als in Caribisch Nederland werkzaam zijn actief te adviseren over de relevante verschillen in dienstverlening en financiering van de Kamers van Koophandel in beide gebieden. De Kamers in Caribisch Nederland zijn zich bewust van de verschillen ten opzichte van de regelgeving die geldt voor de Kamer van Koophandel in het Europees grondgebied van Nederland. Ondernemers die vestigingen hebben in beide gebieden zullen nadrukkelijk worden geïnformeerd over deze verschillen.

Ten slotte zijn naar aanleiding van het advies van ATR een paar omissies in de regeldrukberekening in deze paragraaf hersteld.

4.2 Financiële gevolgen

Financiële gevolgen voor het Rijk

De Kamers worden, waar nodig, ondersteund middels een incidentele (meerjaren)subsidie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de bedrijfsvoering of het bevorderen van ondernemerschap. Dit is een bestendiging van de huidige praktijk. De kosten voor de wettelijke taken van de Kamers worden opgebracht door de baten die worden ontvangen uit de jaarlijkse bijdragen van ondernemingen en rechtspersonen voor inschrijving in het handelsregister, voormelde subsidie en de andere in het voorgestelde artikel 19 vermelde baten. De inkomsten uit de jaarlijkse bijdragen voor beide Kamers in de nieuwe situatie zullen vergelijkbaar zijn met de inkomsten in de oude situatie.

De vereenvoudiging van de categorieën en de daaraan gerelateerde heffingssystematiek voor de jaarlijkse bijdrage voor het handelsregister zal waarschijnlijk leiden tot verbetering van de financiële situatie van de Kamers. Immers met de nieuwe indeling wordt de kans op het innen van de bijdragen vergroot en discussies omtrent de hoogte van de bijdrage sterk gereduceerd.

Er zijn geen financiële gevolgen voor de Bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

HOOFDSTUK 5. CONSULTATIE

Tussen 13 augustus en 10 september 2018 heeft openbare internetconsultatie plaatsgevonden. Daarop zijn twee reacties binnen gekomen. Een reactie betreft de toezichthoudende bevoegdheid van de Rijksvertegenwoordiger in artikel 22, vijfde lid. Deze bevoegdheid is niet gewijzigd ten opzichte van de huidige wet en sluit aan bij de taken die de Rijksvertegenwoordiger heeft op grond van de Wet openbare lichamen BES. De andere reactie betreft de rol van internetproviders en is niet relevant voor dit wetsvoorstel.

Tijdens de periode van de internetconsultatie heeft een ambtenaar van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Bonaire, Sint Eustatius en Saba bezocht om met belanghebbenden te spreken over de wetswijzigingen. Deze belanghebbenden bestonden uit de Bestuurscolleges van de openbare lichamen, de Kamers van Koophandel en Nijverheid en diverse vertegenwoordigers van het bedrijfsleven op zowel Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In deze overleggen is onder meer aangegeven dat de bekendmaking van de verkiezingen van de bestuursleden van de Kamers duidelijk moet zijn voor iedereen In artikel 5a, vijfde lid, van het wetsvoorstel is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld over de procedure van de verkiezing van de bestuursleden van de Kamers. Op basis hiervan zal in het Kiesbesluit worden geborgd dat tijdig en genoegzaam bekend wordt gemaakt wanneer en op welke wijze de verkiezingen plaatsvinden.

Naar aanleiding van de reacties in de internetconsultatie en de ingebrachte punten tijdens de overleggen met de belanghebbenden is de memorie van toelichting op onderdelen verduidelijkt.

II. ARTIKELEN

Artikel I

B

De bepaling in artikel 1a, tweede lid, dat het bestuur van de Kamers uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden bestaat, heeft tot gevolg dat het bestuur ook als een bestuurslid tussentijds aftreedt volwaardig kan blijven functioneren, mits er minimaal drie bestuursleden overblijven. Dit leidt, naast de nieuwe procedure voor tussentijdse opvolging (in artikel 6) tot een vermindering van de administratieve lasten voor de Kamers.

In het derde lid zijn specifieke regels opgenomen over de samenstelling van het bestuur van de Kamer voor Sint Eustatius en Saba. Op deze manier wordt bewerkstelligd dat zowel ondernemingen gevestigd op Sint Eustatius als ondernemingen gevestigd op Saba vertegenwoordigd worden in het bestuur. Ook wordt bewerkstelligd dat er sprake is van enige evenwichtigheid, omdat er maar maximaal drie vertegenwoordigers van een openbaar lichaam in het bestuur mogen zitten.

De grondslag voor het Kiesbesluit is verplaatst van artikel 1a, derde lid, naar de artikelen 3, tweede lid, 5, vierde lid, 5a, vijfde lid, 6, achtste lid, en 9, tweede lid, waarin verschillende elementen van de verkiezingen zijn geregeld.

C

De Kamers van Koophandel en Nijverheid vertegenwoordigen zowel grote als kleine bedrijven. Voor verkiezing van de bestuursleden van de Kamer van Koophandel op Bonaire wordt in de huidige wet onderscheid gemaakt tussen kiezers voor het grootbedrijf en kiezers voor het kleinbedrijf. Met het vervallen van artikel 2 verdwijnt dat onderscheid, omdat dit niet meer aansluit op de voorgestelde systematiek voor de indeling van ondernemingen en rechtspersonen voor de inning van de jaarlijkse bijdrage (zoals toegelicht in paragraaf 3.2 van deze toelichting).

D

In artikel 3 wordt geregeld wie de kiesgerechtigden zijn. Dit zijn de vertegenwoordigers van ondernemingen en rechtspersonen, met uitzondering van verenigingen en stichtingen, die in het handelsregister van de desbetreffende Kamer zijn ingeschreven. In het Kiesbesluit wordt bepaald wie die specifieke vertegenwoordigers zijn.

Vertegenwoordigers van verenigingen en stichtingen zijn niet kiesgerechtigd, omdat de Kamers van Koophandel een rol hebben in belangenbehartiging voor het bedrijfsleven van de eilanden en niet voor de belangenbehartiging van verenigingen en stichtingen.

Het vereiste dat het om een ingezetene van het openbaar lichaam moet gaan wordt losgelaten. Het is voldoende dat de onderneming of rechtspersoon in het openbaar lichaam is gevestigd. Indien de vertegenwoordiger zelf niet in het openbaar lichaam woont, betekent dit namelijk niet dat hij geen belang heeft bij de verkiezing van de bestuursleden van de Kamer. Ook vervalt het artikellid waarin is bepaald dat bepaalde personen van het kiesrecht zijn uitgesloten, omdat iedereen die ingeschreven is in het Handelsregister (behalve verenigingen en stichtingen) het recht moeten hebben om een bestuur van de Kamer van Koophandel te kiezen.

E

Artikel 4 vervalt. In de huidige wet is bepaald dat de Kamers jaarlijks een kiezerslijst opstellen met kiesgerechtigden die openbaar wordt gemaakt. Door de procedure van het nieuwe artikel 6, zullen verkiezingen maar hoogstens eens in de drie jaren plaatsvinden. De verkiezingscommissie zal, indien er verkiezingen zullen plaatsvinden, de juiste gegevens uit het handelsregister halen en mag er hierbij vanuit gaan dat de gegevens uit het handelsregister kloppen; hiervoor ligt de verantwoordelijkheid bij de ondernemingen en rechtspersonen zelf. Met het oog op de privacy zal er geen kiezerslijst meer openbaar gemaakt worden.

F

In artikel 5 wordt geregeld wie zich verkiesbaar mogen stellen. Hierbij wordt (in tegenstelling tot de kiesgerechtigdheid, geregeld in artikel 3) wel het vereiste gesteld dat de kandidaat ingezetene is van het openbaar lichaam waar de desbetreffende Kamer op ziet. Het bestuur moet regelmatig bij elkaar komen en bij hun besluitvorming rekening houden met de omstandigheden in het openbaar lichaam. Dit werkt alleen effectief als de bestuursleden ook in het openbaar lichaam wonen. In het Kiesbesluit worden nadere regels gesteld over de personen die als vertegenwoordiger kunnen worden aangemerkt; deze zullen overeenkomen met de regels op basis van artikel 3.

De kandidaat moet op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt. In de huidige wet ligt deze minimumleeftijd op 25 jaar, maar dit is nu gelijk getrokken met de minimumleeftijd die wordt gesteld aan het lidmaatschap van de eilandsraad (artikel 11 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

Voordat een vertegenwoordiger zich verkiesbaar mag stellen zal hij van een aantal kiesgerechtigden een ondersteuning van zijn kandidatuur moeten overleggen. Zo wordt verzekerd dat er enig draagvlak is voor deze vertegenwoordiger. Deze regel is overgenomen uit het huidige Kiesbesluit, maar is vanwege de logische samenhang met de andere regels die zien op verkiesbaarheid nu in de wet opgenomen. Nadere regels over deze verklaring worden wel in het Kiesbesluit gesteld. Deze zien in ieder geval op de inhoud van deze verklaring.

In het derde lid is opgenomen wie van verkiesbaarheid zijn uitgesloten. Wanneer een vertegenwoordiger rechtens van zijn vrijheid is beroofd of onder curatele is gesteld wordt deze onvoldoende in staat en bekwaam geacht om tegelijkertijd een functie in het bestuur van de kamer van Koophandel en Nijverheid te betrekken.

G

In artikel 5a is de procedure opgenomen om te komen tot een nieuw bestuur van de Kamer. Indien er meer kandidaten zijn dan plekken, dan vinden er verkiezingen plaats. Voor de Kamer voor Bonaire is dit het geval als er meer dan vijf kandidaten zijn, voor de Kamer voor Sint Eustatius en Saba hangt dit ook af van het aantal kandidaten dat zich per openbaar lichaam verkiesbaar stelt. Als het bestuur van een Kamer op basis van deze procedure minder dan vijf leden telt, dan zijn de regels voor het aanvullen van het bestuur van toepassing, beschreven in artikel 6, derde tot en met achtste lid.

Als er verkiezingen plaatsvinden, dan gebeurt dit overeenkomstig een procedure die zal worden opgenomen in het Kiesbesluit.

H

In artikel 6 is opgenomen wat de zittingsduur is van het bestuur en hoe het bestuur kan worden aangevuld met nieuwe leden. De bestuursleden nemen zitting in het bestuur voor een periode van drie jaren, van 1 januari van het eerste tot en met 31 december van het derde jaar. Daarna treedt het bestuur in zijn geheel af, dus ook de bestuursleden die later tot het bestuur zijn toegetreden. Indien een bestuurslid tussentijds aftreedt en er zijn minder dan drie bestuursleden over (wat betekent dat er geen functionerend bestuur meer is, op grond van artikel 1a, eerste lid) wordt het bestuur aangevuld. Bij de beslissing wie het nieuwe bestuurslid wordt, wordt eerst gebruik gemaakt van de kandidatenlijst van de laatste verkiezingen, voor zover wordt voldaan aan alle vereisten uit het derde lid. De kandidaat met de meeste stemmen komt als eerste in aanmerking, de kandidaat mag nog geen lid geweest zijn van het bestuur en moet instemmen met het lidmaatschap. Voor de Kamer voor Sint Eustatius en Saba is het bovendien van belang dat er evenwicht blijft in het bestuur. Daarom moet de kandidaat ingezetene zijn van hetzelfde openbaar lichaam als een van de afgetreden bestuursleden. Hierbij moet artikel 1a, derde lid, uiteraard altijd in acht genomen worden. Dit betekent bijvoorbeeld dat indien beide bestuursleden van Saba zijn afgetreden, maar ook één bestuurslid van Sint Eustatius, het bestuur alsnog alleen kan worden aangevuld met een bestuurslid uit Saba, omdat het bestuur altijd een vertegenwoordiger moet hebben van elk openbaar lichaam.

De eerste reservekandidaat die aan alle vereisten uit het derde lid voldoet, wordt het nieuwe bestuurslid. Indien twee kandidaten aan de vereisten voldoen en hetzelfde aantal stemmen hebben behaald, zal door middel van loting worden beslist wie het nieuwe bestuurslid zal worden. De procedure voor de loting wordt beschreven in het Kiesbesluit (zie het achtste lid).

Als er geen reservekandidaat meer over is die voldoet aan alle vereisten uit het derde lid, wordt een nieuw bestuurslid benoemd door het Bestuurscollege van het desbetreffende openbaar lichaam. Welk openbaar lichaam dit is, hangt af van de woonplaats van de kandidaat. Deze kandidaat zal voorgedragen worden door de overgebleven bestuursleden. Om in aanmerking te komen voor de bestuursfunctie zal hij aan alle vereisten moeten voldoen voor verkiesbaarstelling (artikel 5) en uiteraard moeten instemmen met het lidmaatschap.

De procedure in het derde tot en met vijfde lid is op grond van het zesde lid ook van toepassing als de ondernemingen of rechtspersonen uit Saba of Sint Eustatius geen bestuurslid meer hebben dat hen vertegenwoordigt. Er is dan immers, blijkens artikel 1a, derde lid, geen functionerend bestuur meer.

In het zevende lid is bepaald dat de procedure uit het derde en vierde lid ook kan worden gebruikt indien het bestuur uit drie of vier leden bestaat. Dit is een vrije keuze van het bestuur, aangezien het bestuur ook met drie of vier leden volwaardig kan functioneren, maar het bijvoorbeeld gezien de werkdruk, toch wenselijk is een extra bestuurslid aan het bestuur toe te voegen.

De procedure beschreven in het vijfde tot en met zevende lid, is zowel van toepassing bij het tussentijds aftreden van een bestuurslid, als in de situatie dat, uit de in artikel 5a beschreven procedure bij de start van een nieuw bestuur, minder dan vijf bestuursleden voortkomen.

Ten slotte wordt in het achtste lid bepaald dat in het Kiesbesluit (naast regels over het aanvullen van het bestuur) ook aanvullende regels worden gesteld met betrekking tot het tussentijds aftreden van bestuursleden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan redenen voor het neerleggen van deze functie.

J

Dit artikel bepaalt dat de artikelen 7 en 8 vervallen. Regels over het (al dan niet verplicht) neerleggen van de functie zullen worden neergelegd in het Kiesbesluit (zie het nieuwe artikel 6, achtste lid). Procedureregels met betrekking tot de verkiezingen zullen in het vervolg ook worden neergelegd in het Kiesbesluit (zie artikel 5a, vijfde lid) en periodieke aftreding is afgeschaft.

K

In artikel 9 wordt bepaald dat er een verkiezingscommissie is die verantwoordelijk is voor de verkiezingsprocedure en voor het houden van toezicht op de verkiezingen. Ook in de huidige wet is er een verkiezingscommissie, maar met dit wetsvoorstel wordt duidelijk op wetsniveau afgebakend waar deze commissie voor bedoeld is. Nadere regels over de samenstelling en de werkzaamheden van de verkiezingscommissie worden gesteld in het Kiesbesluit.

L

Artikel 10 vervalt. In artikel 5a is de procedure opgenomen om te komen tot een nieuw bestuur van de Kamer en in het vijfde lid is bepaald dat de procedure van de verkiezing van bestuursleden van de Kamers in het vervolg wordt geregeld in het Kiesbesluit. Dit maakt artikel 10 overbodig.

N

Dit artikel is toegelicht in paragraaf 3.1 van het algemeen deel van deze memorie.

O

Dit artikel beschrijft de taken die de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES hebben. Het merendeel van deze taken staat nu in artikel 13 van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES.

De taken in het voorgestelde artikel 12, eerste lid, onderdeel a, zijn gebaseerd op het huidige artikel 13, eerste lid, onderdeel g. Daarbij is de taakomschrijving verduidelijkt en gemoderniseerd.

De taken in artikel 12, eerste lid, onderdelen a, b en d, zijn overgenomen uit het huidige artikel 13, eerste lid, onderscheidenlijk de onderdelen c, d en b. Een voorbeeld van de in onderdeel a vermelde verklaringen is het certificaat van oorsprong: een document dat bewijst in welk land een product is gemaakt.

Artikel 12, eerste lid, onderdeel c (het in depot nemen van algemene voorwaarden en het verstrekken van informatie daarover) is nieuw. Op grond van artikel 233, aanhef en onderdeel b, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek BES is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar, als de gebruiker niet aan de wederpartij een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Op grond van artikel 234, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek BES heeft de gebruiker aan de wederpartij onder meer een redelijke mogelijkheid geboden als hij vóór de totstandkoming van een overeenkomst aan de wederpartij heeft bekendgemaakt dat de voorwaarden bij een door hem opgegeven kantoor van het handelsregister zijn gedeponeerd.

Het eerste lid, onderdeel d, betreft het heffen van gelden voor het gebruik van bij haar in beheer zijnde inrichtingen. Op dit moment hebben beide Kamers geen inrichtingen in beheer. Mocht dit zich in de toekomst voordoen, dan is daarvoor toestemming nodig van het betreffende Bestuurscollege (huidige artikel 21, eerste lid, onderdeel b). In dat geval kunnen, afhankelijk van de omvang van de beheerde inrichting, bedragen voor de vergoeding van de kosten van het beheer bij ministeriële regeling worden vastgesteld (artikel 12, vijfde lid).

De taken uit het huidige artikel 13, eerste lid, onderdelen a en d, keren terug in de artikelen 13 en 19, eerste lid, onderdelen a, c en d, van het wetsvoorstel.

Naast de in dit artikel toegedeelde taken hebben de Kamers ook taken op grond van andere wetgeving, bijvoorbeeld de inschrijving van ondernemingen en rechtspersonen in het handelsregister op grond van artikel 2 van de Handelsregisterwet 2009 BES.

Nieuw is dat expliciet is vermeld dat de vergoedingen die de Kamers heffen voor de doorberekening van de integrale kosten voor de in dit artikel vermelde werkzaamheden bij ministeriële regeling worden vastgesteld.

Deze tarieven kunnen worden opgenomen in dezelfde ministeriële regeling waarin de tarieven voor de jaarlijkse bijdragen voor inschrijving in het handelsregister worden vastgesteld. Zoals in paragraaf 3.2 is vermeld, zal over een ontwerpregeling openbare consultatie plaatsvinden en overleg worden gevoerd met de direct betrokkenen in Caribisch Nederland.

P

De bevoegdheid van de Kamers van Koophandel en Nijverheid om subsidie te verlenen is overgenomen uit het huidige artikel 13, eerste lid, onderdeel a.

Q

Dit artikel is nieuw. Het regelt dat de Kamers geen concurrentievoordeel ten opzichte van de markt hebben vanuit de bij of krachtens de wet aan de Kamers opgedragen taken. Het is de Kamers wel toegestaan om activiteiten te verrichten die ook door de markt (kunnen) worden verricht, maar zij mogen daarbij geen gebruik maken van het voordeel dat zij verkrijgen door de publieke taken die de Kamers zijn opgedragen. Met de instrumenten in de artikelen 21 en 22, die in paragraaf 3.1 zijn toegelicht, wordt ook toezicht gehouden op de naleving van deze bepaling.

S

Voorgesteld wordt het voorschrift in het huidige artikel 14 dat de Kamers sturing geven aan één uitvoeringsorganisatie die op Bonaire is gevestigd te laten vervallen. In de praktijk heeft deze bepaling geen betekenis, vanwege de grote afstand tussen Bonaire enerzijds en Saba en Sint Eustatius anderzijds.

De term «publiekskantoor» is vervangen door «vestiging». Dat begrip wordt ook gebruikt in de Wet op de Kamer van Koophandel die voor het Europees-Nederlands grondgebied van het Koninkrijk geldt.

T

Artikel 15

In dit artikel is verduidelijkt hoe het bestuur van de Kamers is samengesteld. Nieuw is dat de penningmeester lid van het bestuur is (tweede lid). Dit impliceert dat de penningmeester en de secretaris niet meer één en dezelfde persoon kunnen zijn, omdat de secretaris geen lid is van het bestuur. Zie voor de toelichting op de functie van de directeur paragraaf 3.1 van het algemeen deel.

Artikel 15a

Dit artikel geeft een kader voor de goede vervulling van het bestuurslidmaatschap van de Kamers. Omdat niet op voorhand in elke denkbare situatie kan worden voorzien en omstandigheden wijzigen door nieuwe ontwikkelingen, is geen specificatie opgenomen van functies die ongewenst zijn in combinatie met het bestuurslidmaatschap. De bestuursleden moeten zich bewust zijn van wat het betekent om bestuurslid van een Kamer te zijn en nadenken of andere functies daarmee verenigbaar zijn. Zij kunnen dit met de andere bestuursleden bespreken.

Artikel 15b

Het bestuur kan op grond van het tweede lid, een reglement vaststellen. Dit is nu nog geregeld in artikel 18. Het reglement regelt de wijze waarop beslissingen van het bestuur worden voorbereid, genomen en uitgevoerd en de wijze waarop het bestuur en de secretaris hun taken uitvoeren. Dit betreft de interne gang van zaken bij het bestuur van de Kamers van Koophandel. Goedkeuring door het bestuurscollege van dat reglement is niet nodig.

Nieuw is dat expliciet geregeld is dat de voorzitter de Kamer vertegenwoordigt in rechte en dat de voorzitter en de secretaris de Kamer buiten rechte vertegenwoordigen (derde en vierde lid).

V

Artikel 17, tweede lid, op grond waarvan de Kamer personen die geen lid van de Kamer zijn, kan verzoeken om tijdens een vergadering voorlichting te geven, vervalt. De Kamer kan daar ook om vragen zonder expliciete bepaling.

W

Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op artikel 15b.

X

Dit artikel bevat een basis voor het heffen van gelden en retributies, die nu in artikel 19, eerste lid, in samenhang met artikel 13, eerste lid, onderdeel e, zijn opgenomen. De verschillende baten van de Kamers zijn in dit artikel gespecificeerd, in lijn met de Wet op de Kamer van Koophandel die voor het Europees-Nederlands grondgebied geldt (artikel 39). De opbrengsten uit vergoedingen voor taken die bij andere wetten dan de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES aan de Kamers zijn opgedragen (onderdeel b), zien op de jaarlijkse bijdragen voor inschrijving in het handelsregister. Paragraaf 3.2 geeft een toelichting op de jaarlijkse bijdragen.

De opbrengsten uit andere werkzaamheden en samenwerking met derden (onderdeel c) betreffen niet wettelijke taken van de Kamers, waarvan de bedragen voor de vergoeding van de kosten niet wettelijk geregeld hoeven te worden. Een voorbeeld zijn de opbrengsten van de verhuur van vergaderruimte of conferentieruimte door de Kamers aan derden.

Andere baten (onderdeel e) bestaan uit incidentele subsidies die het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan de Kamers verleent. Paragraaf 4.3 bevat een nadere toelichting op de subsidie.

Y

Ingevolge het voorgestelde artikel 13a geldt voor de Kamers een verbod op het gebruik van baten uit de verrichting van de publieke taken voor de financiering van activiteiten waarmee zij rechtstreeks concurreren met marktpartijen. Hierop wordt toezicht gehouden op grond van de artikelen 21 en 22. In artikel 20, tweede lid, wordt voorgeschreven dat de Kamers in het jaarverslag rapporteren over de toepassing van artikel 13a. Dit vergroot de transparantie en maakt adequaat toezicht op het verbod mogelijk. Het tweede en derde lid zijn verder toegelicht in het algemeen deel van deze memorie. Verder zijn tekstuele wijzigingen in dit artikel aangebracht om de leesbaarheid te vergroten.

Artikel II

A en B

De wijzigingen van dit artikel zijn louter technisch en taalkundig van aard.

C

De wijziging van artikel 9 is toegelicht in paragraaf 3.2 van het algemeen deel van deze memorie.

D

In het zesde lid (nieuw) is de tweede volzin vervallen. Deze zin bevatte abusievelijk nog een verwijzing naar kohierbelastingen, een term die niet meer bestaat. Deze tekst stamt nog uit de tijd waarin de belastingontvanger belast was met de inning van de jaarlijkse bijdragen.

Dit artikel is verder toegelicht in paragraaf 3.2 van het algemeen deel van deze memorie.

E

Gelet op de nieuw voorgestelde systematiek voor de vaststelling van de jaarlijkse bijdragen, kan artikel 15 vervallen.

I

Artikel 23 vervalt. Het eerste, tweede, derde en vijfde lid bevatten uitgewerkt overgangsrecht.

Het vierde lid bevat een onjuiste verwijzing naar artikel 15. Dit lid lijkt abusievelijk overgenomen uit de Handelsregisterverordening Curaçao, waarin deze verwijzing wel hout snijdt. De Handelsregisterwet 2009 BES bevat echter geen vergelijkbare bepaling.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Kamerstukken II 2015/16, 34 300 IV, nr. 59.

X Noot
2

Dit is een gemiddeld uurtarief op basis van de uurtarieven van alle medewerkers van de KvK.

Naar boven