35 216 Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking)

F MOTIE VAN HET LID PRAST C.S.

Voorgesteld 8 maart 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een van de oorspronkelijke doelen van het wetsvoorstel was om een belastingopbrengst te realiseren van 220 miljoen euro, oplopende tot 620 miljoen euro in 2030 en dat deze belastingopbrengst zou worden teruggesluisd naar gezinnen en bedrijven;

dat door de in het wetsvoorstel opgenomen lage minimumprijs de verwachte belastingopbrengst nul is;

dat kleinverbruikers, vooral gezinnen, voor het elektriciteit en brandstof een prijs betalen die ver uitgaat boven de aangerichte milieuschade, terwijl voor grootverbruikers het omgekeerde geldt;

dat door de gestegen marktprijs van CO2 emissierechten de waarde van de schenking van gratis emissierechten aan grootverbruikers, waaronder Shell, Dow, Tata Steel en Friesland Campina is gestegen tot ruim meer dan drie miljard euro;

dat over deze schenking in natura geen belasting wordt geheven;

dat gezinnen worden geconfronteerd met fors gestegen en hoger dan verwachte energielasten;

Verzoekt de regering een schenkingsrecht op deze gift in natura te introduceren, de opbrengst waarvan voldoende moet zijn om 220 miljoen euro per jaar, oplopend tot 620 miljoen euro in 2030, terug te sluizen naar kleinverbruikers (gezinnen en bedrijven);

en gaat over tot de orde van de dag.

Prast

Van Apeldoorn

Naar boven