35 210 XVI Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

A.

Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

00

B.

Begrotingstoelichting

00

 

1.

Leeswijzer

00

 

2.

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

00

 

3.

De beleidsartikelen

00

 

4.

De niet-beleidsartikelen

00

 

5.

Financieel Beeld Zorg

00

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Tevens wordt in onderdeel B een actueel beeld gegeven van de uitgaven onder het Uitgavenplafond Zorg (UPZ).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De mutaties in deze suppletoire begroting bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven of binnen de premie-uitgaven, uit overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, uit financieringsverschuivingen tussen premiemiddelen en begrotingsmiddelen en uit middelen die generaal aan de VWS-begroting zijn toegevoegd, dan wel middelen die generaal vrijvallen. De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Voorjaarsnota 2019, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt.

Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:

  • 1. Naast de beleidsmatig relevante mutaties worden de mutaties toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag voor de uitgaven en ontvangsten op de instrumenten binnen een subartikelonderdeel hoger is dan € 2,5 miljoen. Eveneens kunnen bedragen onder deze norm worden toegelicht indien politiek relevant.

  • 2. Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven.

Er zijn in deze suppletoire begroting geen begrotingsstaten van de agentschappen opgenomen.

2. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000).
   

Artikelnummer

Uitgaven 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

16.471.358

       

Belangrijkste suppletoire mutaties

   
       

1)

Rijksbijdrage Wlz

3

900.000

2)

Maatschappelijke diensttijd

4

35.000

3)

SectorPlanPlus

4

– 53.167

4a)

Transitie Jeugd

5

43.566

4b)

Jeugdautoriteit

5

20.000

5)

Buurtsportcoaches

6

– 60.800

6)

Zorgtoeslag

8

– 124.600

7)

Loonbijstelling

11

82.080

8)

Overige mutaties

 

134.135

       

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

17.447.572

Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000).
   

Artikelnummer

Ontvangsten 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

87.563

       

Belangrijkste suppletoire mutaties

   
       

1)

Wanbetalers en onverzekerden

2

6.000

2)

Terugontvangsten aan CAK verstrekte lening

4

4.590

3)

Afromen vermogen CIBG

10

11.534

4)

Desaldering bijdrage CIBG

10

6.735

5)

Desaldering PD Alt

10

11.510

6)

Overige mutaties

 

6.341

       

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

134.273

3. De beleidsartikelen

Artikel 1 Volksgezondheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

681.398

38.090

719.488

49.791

769.279

25.005

12.090

3.185

4.764

                       

Uitgaven

730.754

38.090

768.844

7.150

775.994

37.736

20.811

7.436

8.780

Waarvan juridisch verplicht (%)

93,7%

     

99%

       
                       

1. Gezondheidsbescherming

125.386

3.000

128.386

284

128.670

1.107

– 258

624

624

                       
 

Subsidies

20.026

3.000

23.026

– 4.313

18.713

– 562

– 1.650

– 497

– 497

   

Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid / Nationaal Programma Preventie

19.551

3.000

22.551

– 4.313

18.238

– 562

– 1.650

– 497

– 497

   

Overig

475

0

475

0

475

0

0

0

0

                       
 

Opdrachten

1.827

0

1.827

358

2.185

223

231

– 1

– 1

   

Overig

1.827

0

1.827

358

2.185

223

231

– 1

– 1

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

103.396

0

103.396

4.355

107.751

1.438

1.160

1.121

1.121

   

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

86.720

0

86.720

700

87.420

0

0

0

0

   

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

15.831

0

15.831

4.389

20.220

1.669

1.392

1.121

1.121

   

Overig

845

0

845

– 734

111

– 231

– 232

0

0

                       
 

Bijdragen aan medeoverheden

137

0

137

– 116

21

8

1

1

1

   

College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

126

0

126

– 116

10

8

1

1

1

   

Overig

11

0

11

0

11

0

0

0

0

                       

2. Ziektepreventie

521.403

1.000

522.403

8.036

530.439

6.529

10.886

8.486

9.830

                       
 

Subsidies

262.109

0

262.109

13.103

275.212

– 2.734

3.200

2.500

3.300

   

Ziektepreventie

26.294

0

26.294

14.953

41.247

– 5.834

0

0

0

   

RIVM: Regelingen publieke en seksuele gezondheid

211.225

0

211.225

5.050

216.275

9.700

9.700

9.700

9.700

   

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)

24.590

0

24.590

– 6.900

17.690

– 6.600

– 6.500

– 7.200

– 6.400

                       
 

Opdrachten

11.050

– 500

10.550

– 2.288

8.262

– 976

– 744

– 744

– 200

   

(Vaccin)onderzoek

11.027

0

11.027

– 2.765

8.262

0

0

0

0

   

Overig

23

– 500

– 477

477

0

– 976

– 744

– 744

– 200

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

247.226

1.500

248.726

– 2.779

245.947

10.239

8.430

6.730

6.730

   

RIVM: Opdrachtverlening Centra

247.226

1.500

248.726

– 2.779

245.947

10.239

8.430

6.730

6.730

                       
 

Bijdragen aan medeoverheden

1.018

0

1.018

0

1.018

0

0

0

0

   

Overig

1.018

0

1.018

0

1.018

0

0

0

0

                       

3. Gezondheidsbevordering

64.571

33.390

97.961

– 3.677

94.284

27.785

8.813

– 3.044

– 3.044

                       
 

Subsidies

45.217

25.925

71.142

– 2.866

68.276

23.668

7.213

– 2.721

– 2.579

   

Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak)

10.037

10.200

20.237

2.235

22.472

127

127

127

127

   

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

15.052

9.200

24.252

– 633

23.619

0

0

0

0

   

Letselpreventie

4.151

0

4.151

275

4.426

0

0

0

0

   

Bevordering kwaliteit en toegankelijkheid zorg

4.598

0

4.598

37

4.635

37

37

0

0

   

Bevordering van seksuele gezondheid

11.287

6.525

17.812

– 4.296

13.516

3.354

– 351

– 3.171

– 3.171

   

Overig

92

0

92

– 484

– 392

20.150

7.400

323

465

                       
 

Opdrachten

4.120

7.465

11.585

770

12.355

5.500

2.200

0

0

   

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

3.100

0

3.100

0

3.100

0

0

0

0

   

Communicatie verhoging leeftijdsgrenzen alcohol en tabak

0

6.865

6.865

– 60

6.805

– 1.060

0

0

0

   

Overig

1.020

600

1.620

830

2.450

6.560

2.200

0

0

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

643

0

643

– 584

59

594

739

169

130

   

Overig

643

0

643

– 584

59

594

739

169

130

                       
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

191

0

191

– 96

95

– 633

0

0

0

   

Overig

191

0

191

– 96

95

– 633

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan medeoverheden

14.400

0

14.400

– 901

13.499

– 1.344

– 1.339

– 492

– 595

   

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

13.303

0

13.303

0

13.303

0

0

0

0

   

Overig

1.097

0

1.097

– 901

196

– 1.344

– 1.339

– 492

– 595

                       

4. Ethiek

19.394

700

20.094

2.507

22.601

2.315

1.370

1.370

1.370

                       
 

Subsidies

17.709

500

18.209

1.617

19.826

1.755

1.235

1.235

1.235

   

Abortusklinieken

16.092

0

16.092

1.000

17.092

1.000

1.000

1.000

1.000

   

Beleid Medische Ethiek

1.617

500

2.117

617

2.734

755

235

235

235

                       
 

Opdrachten

341

200

541

755

1.296

425

0

0

0

   

Overig

341

200

541

755

1.296

425

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

1.344

0

1.344

135

1.479

135

135

135

135

   

CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek

1.344

0

1.344

135

1.479

135

135

135

135

                       

Ontvangsten

11.903

0

11.903

0

11.903

0

0

0

0

   

Bestuurlijke boetes

5.400

0

5.400

0

5.400

0

0

0

0

   

Overig

6.503

0

6.503

0

6.503

0

0

0

0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

1. Gezondheidsbescherming

Subsidies

Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid / Nationaal Programma Preventie

Er is € 2,9 miljoen overgeheveld naar het gemeentefonds. Via een decentralisatie-uitkering worden deze middelen beschikbaar gesteld aan GIDS-gemeenten (Gezond in de stad), voor het vormen van een lokale coalitie rondom de eerste 1.000 dagen van kinderen. De overige € 1,4 miljoen betreft een overheveling naar de instrumenten subsidies en opdrachten van het subartikelonderdeel Ethiek. Voor het uitvoeren van maatschappelijke discussies en onderzoeken op medisch ethische onderwerpen zijn extra middelen nodig.

Bijdragen aan agentschappen

RIVM: Wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

Voor een groot aantal aanvullende opdrachten is budget overgeheveld naar dit instrument. Dit betreft opdrachten op het terrein van de RIVM-programma’s Wettelijke taak Volksgezondheid en Zorg (€ 1,7 miljoen), Beleidsondersteuning Volksgezondheid en Zorg (€ 0,2 miljoen), Sport (€ 0,4 miljoen), Beleidsondersteuning Geneesmiddelen en Medische technologie (€ 1,1 miljoen) en Risicoschatting en beoordeling ten behoeve van beleid (€ 1 miljoen).

2. Ziektepreventie

Subsidie

Ziektepreventie

De tegemoetkoming Q-koortspatiënten wordt in 2019 uitgekeerd. De hiervoor in 2020 gereserveerde middelen zijn naar 2019 overgeheveld (€ 5,8 miljoen). Voorts is het budget voor de tegemoetkoming Q-koorts patiënten verhoogd, zodat iedereen die recht heeft op de tegemoetkoming een bedrag van € 15.000 ontvangt. Het totale budget voor de tegemoetkoming bedraagt daarmee € 11,5 miljoen. Tot slot is budget overgeheveld naar het instrument RIVM voor de opdrachtverlening Centra voor de aanpak van antibioticaresistentie (€ 1,8 miljoen) zodat zij uitvoering kunnen geven aan deze aanpak. De overige mutaties bedragen € 0,2 miljoen.

RIVM: Regelingen publieke en seksuele gezondheid

In verband met de gekozen wijze van uitvoering van de vergoeding voor de zorgkosten PrEP-gebruik worden binnen artikel 1 de hiervoor gereserveerde middelen overgeheveld van het instrument subsidies seksuele gezondheid naar het instrument subsidies RIVM Regelingen publieke en seksuele gezondheid (€ 3,4 miljoen). De overige mutaties bedragen € 1,6 miljoen.

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)

De kosten van de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) zijn lager dan eerder was geraamd door een lager deelnemingspercentage en een lagere kostprijs (€ 6,9 miljoen).

Bijdragen aan agentschappen

RIVM: Opdrachtverlening Centra

Op basis van de uitgaven in de laatste jaren zijn de ramingen voor een aantal programma's die worden uitgevoerd door het RIVM (Rijksvaccinatieprogramma, PSIE, Neonatale hielprikscreening en het Nationaal Programma Griep) verlaagd. Tevens is het budget verlaagd in verband met de vertraging van de invoering van de maternale kinkhoestvaccinatie (de invoering staat gepland voor december 2019 (TK 32 793, nr. 371)). Tegelijkertijd is het budget verhoogd om het quadrivalente vaccin aan te bieden aan zorgverleners en de doelgroepen van het Nationaal Programma Griep. De daarmee samenhangende mutaties leiden uiteindelijk tot een bijstelling van het budget van € 5,3 miljoen.

Ten slotte is budget overgeheveld naar dit instrument voor de aanpak van antibioticaresistentie (€ 1,8 miljoen). De overige mutaties bedragen € 0,7 miljoen.

3. Gezondheidsbevordering

Subsidies

Bevordering van seksuele gezondheid

In verband met de gekozen wijze van uitvoering van de vergoeding voor de zorgkosten PrEP-gebruik worden, binnen artikel 1, de hiervoor gereserveerde middelen overgeheveld van het instrument subsidies seksuele gezondheid naar het instrument subsidies RIVM Regelingen publieke en seksuele gezondheid (€ 3,4 miljoen). Verder heeft het overleg met een brede coalitie van veldpartijen voor het opstellen van een plan voor Preventie en ondersteuning bij onbedoelde (tiener)zwangerschappen (TK 32 279, nr. 123) veel tijd gekost. De hiervoor gereserveerde middelen komen daardoor in 2019 deels niet tot besteding (€ 2,6 miljoen). De middelen worden doorgeschoven naar 2021. Voorts is vanuit artikel 3 Langdurige Zorg budget overgeheveld voor de zorg en ondersteuning bij onbedoelde zwangerschap (€ 1,5 miljoen). De overige mutaties bedragen € 0,2 miljoen.

Artikel 2 Curatieve zorg

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

3.152.861

0

3.152.861

– 7.748

3.145.113

– 22.846

– 12.263

– 26.506

– 9.800

                       

Uitgaven

3.177.587

0

3.177.587

– 11.079

3.166.508

– 19.958

– 9.540

– 26.506

– 9.800

Waarvan juridisch verplicht (%)

98%

     

99,3%

       
                       

1. Kwaliteit en veiligheid

241.563

0

241.563

– 605

240.958

4.617

4.571

5.617

4.718

                       
 

Subsidies

215.995

0

215.995

6.145

222.140

6.589

2.895

1.731

1.331

   

IKNL en NKI

54.323

0

54.323

1.601

55.924

0

0

0

0

   

Zwangerschap en geboorte

3.104

0

3.104

0

3.104

0

0

0

0

   

Registratie en uitwisseling zorggegevens (PALGA)

3.712

0

3.712

0

3.712

0

0

0

0

   

Ontsluiten patiëntgegevens ziekenhuizen

28.844

0

28.844

5.100

33.944

0

0

0

0

   

Stimuleren E health en versterken inzet ICT GGZ

39.074

0

39.074

0

39.074

0

0

0

0

   

Nederlandse transplantatie stichting

7.500

0

7.500

1.278

8.778

0

0

0

0

   

Orgaandonatie en transplantatie

4.413

0

4.413

0

4.413

0

0

0

0

   

Expertisefunctie zintuigelijk gehandicapten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Antibioticaresistentie

15.100

0

15.100

– 4.500

10.600

– 4.500

– 4.500

– 4.500

– 4.500

   

Basisondersteuning Research Prinses Maxima Centrum

4.114

0

4.114

0

4.114

0

0

0

0

   

Digitale landelijke gegevensuitwisseling in de geboortezorg

4500

0

4.500

0

4.500

0

0

0

0

   

Hoofdlijnenakkoord MSZ

13.000

0

13.000

0

13.000

0

0

0

0

   

Hoofdlijnenakkoord GGZ

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

   

Hoofdlijnenakkoord Huisartsenzorg

18.000

0

18.000

0

18.000

0

0

0

0

   

Hoofdlijnenakkoord Wijkverpleging

2.800

0

2.800

0

2.800

0

0

0

0

   

Overig

12.511

0

12.511

2.666

15.177

11.089

7.395

6.231

5.831

                       
 

Opdrachten

15.020

0

15.020

– 3.512

11.508

1.897

744

3.046

3.046

   

Publiekscampagne orgaandonatie

10.000

0

10.000

– 1.880

8.120

0

0

0

0

   

Overig

5.020

0

5.020

– 1.632

3.388

1.897

744

3.046

3.046

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

8.756

0

8.756

– 2.106

6.650

– 3.928

– 2.200

– 3.620

– 3.920

   

aCBG

0

0

0

0

0

2.200

2.200

300

0

   

CIBG: Donorregister

3.040

0

3.040

621

3.661

– 3.098

0

0

0

   

Overig

5.716

0

5.716

– 2.727

2.989

– 3.030

– 4.400

– 3.920

– 3.920

                       
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

1.792

0

1.792

– 1.132

660

59

3.132

4.460

4.261

   

Overig

1.792

0

1.792

– 1.132

660

59

3.132

4.460

4.261

                       

2. Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

2.858.118

0

2.858.118

2.266

2.860.384

– 57.785

– 61.396

– 97.128

– 91.828

                       
 

Subsidies

52.385

0

52.385

– 2.732

49.653

– 3.480

– 3.823

– 6.083

– 6.083

   

Sluitende aanpak personen met verward gedrag

17.581

0

17.581

– 430

17.151

2.700

2.500

2.500

2.500

   

Stimuleringsprogramma competentieontwikkeling openbaar apothekers

2888

0

2.888

0

2.888

0

0

0

0

   

Vertrouwenspersoon in de ggz

6.686

0

6.686

0

6.686

0

0

0

0

   

Suïcidepreventie

9.056

0

9.056

0

9.056

0

0

0

0

   

Subsidieregeling Borstvergroting transgenders

4.200

0

4.200

– 319

3.881

0

0

0

0

   

Overig

11.974

0

11.974

– 1.983

9.991

– 6.180

– 6.323

– 8.583

– 8.583

                       
 

Bekostiging

2.787.715

0

2.787.715

0

2.787.715

– 57.500

– 59.300

– 90.900

– 85.600

   

Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-

2.749.100

0

2.749.100

0

2.749.100

– 57.500

– 59.300

– 90.900

– 85.600

   

Rijksbijdrage dempen premie ten gevolgen van HLZ

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen

38.615

0

38.615

0

38.615

0

0

0

0

                       
 

Opdrachten

14.308

0

14.308

2.543

16.851

1.559

541

963

963

   

Kwaliteit, veiligheid, doelmatigheid hulpmiddelen

900

0

900

0

900

0

0

0

0

   

Implementatie wet verplichte GGZ

5.437

0

5.437

0

5.437

0

0

0

0

   

Overig

7.971

0

7.971

2.543

10.514

1.559

541

963

963

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

2.739

0

2.739

3.126

5.865

1.694

1.276

976

976

   

CIBG: WPG/GVS/APG

2.739

0

2.739

3.126

5.865

1.694

1.276

976

976

                       
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

971

0

971

– 671

300

– 58

– 90

– 2.084

– 2.084

   

ZonMW: gepast gebruik genees- en hulpmiddelen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Overig

971

0

971

– 671

300

– 58

– 90

– 2.084

– 2.084

                       

3. Ondersteuning van het stelsel

77.906

0

77.906

– 12.740

65.166

33.210

47.285

65.005

77.310

                       
 

Subsidies

34.272

0

34.272

– 15.519

18.753

27.331

46.331

65.081

78.081

   

Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen

1.270

0

1.270

0

1.270

0

0

0

0

   

Overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg

32.727

0

32.727

– 16.000

16.727

0

0

0

0

   

Overig

275

0

275

481

756

27.331

46.331

65.081

78.081

                       
 

Inkomensoverdrachten

17.696

0

17.696

3.500

21.196

3.500

0

0

0

   

Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel

17.570

0

17.570

3.500

21.070

3.500

0

0

0

   

Overig

126

0

126

0

126

0

0

0

0

                       
 

Opdrachten

5.006

0

5.006

3.460

8.466

4.560

3.135

2.105

1.410

   

Risicoverevening

1.954

0

1.954

0

1.954

0

0

0

0

   

Uitvoering zorgverzekeringstelsel

915

0

915

290

1.205

300

0

0

0

   

Overig

2.137

0

2.137

3.170

5.307

4.260

3.135

2.105

1.410

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

15.595

0

15.595

– 4.100

11.495

– 2.100

– 2.100

– 2.100

– 2.100

   

CJIB: Onverzekerden en wanbetalers

15.595

0

15.595

– 4.100

11.495

– 2.100

– 2.100

– 2.100

– 2.100

                       
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

5.256

0

5.256

0

5.256

0

0

0

0

   

SVB: Onverzekerden

3.781

0

3.781

0

3.781

0

0

0

0

   

Overig

1.475

0

1.475

0

1.475

0

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

81

0

81

– 81

0

– 81

– 81

– 81

– 81

   

VenJ: Bijdrage C2000

81

0

81

– 81

0

– 81

– 81

– 81

– 81

                       

Ontvangsten

1.053

0

1.053

6.000

7.053

4.000

2.000

0

0

   

Overig

1.053

0

1.053

6.000

7.053

4.000

2.000

0

0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

1. Kwaliteit en veiligheid

Subsidies

Ontsluiten patiëntgegevens ziekenhuizen

Vanwege vertraging bij de voorbereidingen om GGZ-instellingen in staat te stellen hun patiënt-gegevens te ontsluiten, is het bedrag dat in 2018 is overgebleven, € 5,1 miljoen, naar 2019 doorgeschoven.

Antibioticaresistentie

Op grond van onderzoek naar de structurele bekostiging van de zorgnetwerken1 antibioticaresistentie vallen de uitgaven van deze zorgnetwerken lager uit dan geraamd. De vrijvallende middelen (€ 4,5 miljoen) worden voor een deel ingezet voor (internationale) onderzoeksprogramma’s ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe antibioticageneesmiddelen en alternatieve behandelwijzen.

Overig

De hogere uitgaven hangen onder meer samen met de overbruggingsfinanciering van het programma Topzorg. Om de periode tussen de afloop van het oude programma en de aanvang van het nieuwe programma Topzorg te overbruggen zijn aanvullende middelen nodig (€ 3 miljoen in 2019 en € 1 miljoen in 2020). Anderzijds worden lagere uitgaven verwacht op diverse kleine posten.

Bijdragen aan agentschappen

Overig

De uitgaven naar aanleiding van bij de komst van EMA afgesloten Memoranda of Understanding met diverse EU-lidstaten, worden gedaan over een langere periode dan eerder geraamd. De verlaging van het budget in 2019 (ca. € 3 miljoen) betreft een kasschuif naar de jaren 2020 (€ 2,2 miljoen), 2021 (€ 0,5 miljoen) en 2022 (€ 0,3 miljoen) om de uitgaven over een langere periode mogelijk te maken.

2. Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

Opdrachten

Overig

Deze post betreft een verzameling van een groot aantal mutaties, met als belangrijkste een bijdrage aan een landelijk telefoonnummer voor personen met verward gedrag. In 2017 heeft het Schakelteam een advies uitgebracht dat er een landelijk dekkend netwerk van regionale advies- en meldpunten voor niet-acute meldingen moet komen, met 24/7 bereikbaarheid, bedoeld voor personen met verward gedrag (of personen die de grip op leven dreigen te verliezen). Hier bovenop moet een landelijk telefoonnummer ingericht worden dat doorschakelt naar de regionale/lokale meldpunten. De kosten hiervoor worden in 2019 geraamd op € 1,2 miljoen en vanaf 2020 € 2,5 miljoen per jaar. Daarnaast is er sprake van een bijdrage aan de uitvoeringskosten van het CIZ (€ 1 miljoen in 2019 en € 0,5 miljoen in 2020) op grond van het wetsvoorstel toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis.

Bijdragen aan agentschappen

CIBG: WPG/GVS/APG

De hogere uitgaven dan geraamd hangen onder meer samen met de hogere kosten van € 1,3 miljoen voor het uitvoeren van taken rond wet op de Geneesmiddelenprijzen (WGP) en het Geneesmiddelenvergoedingensysteem (GVS) door het agentschap CIBG. Daarnaast is er sprake van hogere kosten in verband met een bijdrage (€ 1,3 miljoen) aan het aCBG voor toegankelijke informatie over geneesmiddelen aan patiënten, waarbij specifiek aandacht is voor groepen met beperkte gezondheidsvaardigheden.

3. Ondersteuning van het stelsel

Subsidies

Overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg

De middelen die in het regeerakkoord voor 2019 zijn gereserveerd voor stimulering van medisch specialisten in loondienst/participatiemodel komen in 2019 niet tot besteding in afwachting van de uitkomsten van de evaluatie van de subsidieregeling overgang integrale tarieven MSZ en onderzoek naar de bevordering van gelijkgerichtheid (€ 16 miljoen).

Inkomensoverdrachten

Overgangsregeling FLO/VUT-ouderenregeling ambulancepersoneel

De uitgaven voor de overgangsregeling FLO/VUT-ouderenregeling ambulancepersoneel vallen in 2019 € 3,5 miljoen hoger uit dan begroot.

Opdrachten

Overig

Voor ondersteuning in het kader van «De Juiste Zorg op de Juiste Plek» wordt het budget met € 3,2 miljoen verhoogd. Het betreft onder meer ondersteuning in de vorm van de organisatie van regionale- en themabijeenkomsten, het creëren van een kennisplatform, de ontwikkeling van een basisdataset door het RIVM ten behoeve van het gedeelde beeld in de regio en een subsidieregeling via ZonMw waarmee regionale partijen expertise kunnen inhuren bij het ontwikkelen van het gedeelde beeld en procesondersteuning voor het opzetten of intensiveren van samenwerking in de regio (zie ook TK 29 689, nr. 938).

Bijdragen aan agentschappen

CJIB: Onverzekerden en wanbetalers

Bij het CJIB is sprake van lagere uitvoeringskosten (€ 4,1 miljoen) in het kader van de aanpak van onverzekerden en wanbetalers. De meevallende uitgaven zijn mede het gevolg van lagere deurwaarderskosten als gevolg van het vervallen van de eindafrekening.

Ontvangsten

Overig

Het CAK heeft de raming van de ontvangsten als gevolg van de aanpak van wanbetalers geactualiseerd. Op basis hiervan wordt de opbrengstenraming in de VWS-begroting opwaarts bijgesteld. Deze bijstelling is per abuis verwerkt op artikel 2 in plaats van artikel 4. Dit zal bij ontwerpbegroting 2020 gecorrigeerd worden.

Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

5.240.778

0

5.240.778

– 173.821

5.066.957

– 365.486

52.721

461.386

– 153.345

                       

Uitgaven

5.165.018

0

5.165.018

916.126

6.081.144

– 365.486

52.721

461.386

– 153.345

Waarvan juridisch verplicht (%)

95,5%

     

96,2%

       
                       

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

236.402

0

236.402

– 11.090

225.312

– 15.786

– 8.121

– 7.832

– 8.895

                       
 

Subsidies

121.506

0

121.506

– 37.830

83.676

– 44.536

– 36.871

– 6.582

– 7.645

   

Movisie

7.378

0

7.378

0

7.378

0

0

0

0

   

Onbeperkt meedoen

2.000

0

2.000

0

2.000

0

0

0

0

   

Sociale werkplaatsen

2.600

0

2.600

0

2.600

0

0

0

0

   

Ondersteuning vrijwilligers

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Mezzo

2.300

0

2.300

0

2.300

0

0

0

0

   

Zorg en ondersteuning bij onbedoelde zwangerschap

1.546

0

1.546

0

1.546

0

0

0

0

   

Waardig ouder worden

21.238

0

21.238

4.766

26.004

– 11.363

– 2.084

– 4.238

– 5.346

   

Opvang slachtoffers loverboys

2.731

0

2.731

326

3.057

0

0

0

0

   

Onafhankelijke cliëntondersteuning

13.920

0

13.920

– 9.191

4.729

– 1.500

– 1.500

0

0

   

Brede aanpak LVB, daklozen en zwerfjongeren

1.200

0

1.200

775

1.975

0

0

0

0

   

Gratis VOG

1.500

0

1.500

0

1.500

0

0

0

0

   

Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET)

30.000

0

30.000

– 818

29.182

– 760

– 888

0

0

   

Woonzorgarrangementen

30.000

0

30.000

– 30.000

0

– 30.000

– 30.000

0

0

   

Overig

5.093

0

5.093

– 3.688

1.405

– 913

– 2.399

– 2.344

– 2.299

                       
 

Opdrachten

100.636

0

100.636

– 2.010

98.626

0

0

0

0

   

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

62.707

0

62.707

0

62.707

0

0

0

0

   

Categorale opvang slachtoffers mensenhandel

600

0

600

0

600

0

0

0

0

   

Doventolk en luisterend oor

4.174

0

4.174

0

4.174

0

0

0

0

   

Waardig ouder worden

10.300

0

10.300

0

10.300

0

0

0

0

   

Aanpak Laaggeletterdheid

2.000

0

2.000

– 2.000

0

0

0

0

0

   

Brede aanpak LVB, daklozen en zwerfjongeren

1.200

0

1.200

0

1.200

0

0

0

0

   

Gratis VOG

7.450

0

7.450

0

7.450

0

0

0

0

   

Overig

12.205

0

12.205

– 10

12.195

0

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

13.010

0

13.010

0

13.010

0

0

0

0

   

Doventolkvoorzieningen

13.010

0

13.010

0

13.010

0

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan medeoverheden

1.250

0

1.250

– 1.250

0

– 1.250

– 1.250

– 1.250

– 1.250

   

Overig

1.250

0

1.250

– 1.250

0

– 1.250

– 1.250

– 1.250

– 1.250

                       
 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

0

0

30.000

30.000

30.000

30.000

0

0

   

Stimulerings regeling wonen en zorg

0

0

0

30.000

30.000

30.000

30.000

0

0

                       

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

4.928.616

0

4.928.616

927.216

5.855.832

– 349.700

60.842

469.218

– 144.450

                       
 

Subsidies

145.644

– 1.200

144.444

– 15.520

128.924

15.841

17.247

– 3.447

– 215

   

Vilans

4.771

0

4.771

702

5.473

122

122

122

122

   

Centrum Consultatie en Expertise (CCE)

11.382

0

11.382

1.388

12.770

1.388

1.388

1.388

1.388

   

InVoorZorg! (IVZ)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Joodse en Indische instellingen

2.115

0

2.115

0

2.115

0

0

0

0

   

Palliatieve zorg

32.803

0

32.803

– 304

32.499

12.015

12.576

13.088

11.688

   

Dementie

3.412

0

3.412

– 2.000

1.412

– 2.000

0

0

0

   

Thuis in het verpleeghuis

29.851

0

29.851

12.042

41.893

10.946

– 7.969

– 7.969

– 300

   

Volwaardig leven

9.800

3.500

13.300

– 2.533

10.767

5.749

2.235

0

0

   

Kennisinfrastructuur

6.615

0

6.615

– 2.499

4.112

– 1.383

– 691

370

– 474

   

VIPP care

30.000

0

30.000

– 21.100

8.900

0

20.000

0

0

   

Overig

14.895

– 4.700

10.195

– 1.216

8.983

– 10.997

– 10.413

– 10.446

– 12.639

                       
 

Bekostiging

4.676.100

0

4.676.100

911.900

5.588.000

– 402.300

37.200

467.900

– 148.500

   

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

3.676.100

0

3.676.100

11.900

3.688.000

– 2.300

– 62.800

– 132.100

– 248.500

   

Bijdrage Wlz

1.000.000

0

1.000.000

900.000

1.900.000

– 400.000

100.000

600.000

100.000

                       
 

Opdrachten

7.805

1.200

9.005

15.163

24.168

16.880

3.520

3.068

3.168

   

Overig

7.805

1.200

9.005

15.163

24.168

16.880

3.520

3.068

3.168

                       
 

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

99.067

0

99.067

15.673

114.740

19.879

2.875

1.697

1.097

   

Uitvoeringskosten SVB pgb trekkingsrechten

35.647

0

35.647

8.612

44.259

8.118

2.114

936

936

   

Centrum Indicatiestelling Zorg

63.420

0

63.420

7.061

70.481

11.761

761

761

161

   

Overig

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                       

Ontvangsten

3.441

0

3.441

2.250

5.691

0

0

0

0

   

Overig

3.441

0

3.441

2.250

5.691

0

0

0

0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

Subsidies

Waardig ouder worden

Deze mutatie bestaat uit een saldo van diverse technische (over)boekingen in het kader van Waardig ouder worden. Het gaat met name om het opnieuw beschikbaar stellen van niet ingezette middelen in 2018 voor onder andere versteviging respijtzorg en dagopvang (€ 1,6 miljoen) en landelijke vrijwilligersorganisaties (€ 2,9 miljoen).

Onafhankelijke cliëntondersteuning

Dit betreft met name de overboeking naar het Gemeentefonds van € 8 miljoen voor cliëntondersteuning. In het Regeerakkoord zijn extra middelen vrijgemaakt om deze functie te versterken. Gemeenten moeten hun burgers op grond van de Wmo 2015 gratis onafhankelijke cliëntondersteuning bieden. De middelen worden ingezet voor het zogenaamde koplopertraject cliëntondersteuning van de VNG. Hiervoor zijn 24 gemeenten geselecteerd als koploper om de functie van onafhankelijke cliëntondersteuning verder door te ontwikkelen. Daarnaast zijn meerjarig middelen beschikbaar gesteld voor onafhankelijke cliëntondersteuning in de Wlz, onder meer binnen het programma Volwaardig Leven.

Woonzorgarrangementen

Voor de borgstelling van de stimuleringsregeling woonzorg arrangementen is voor 2019, 2020 en 2021 binnen artikel 3 € 30 miljoen overgeheveld van het instrument subsidies naar het instrument storting/onttrekking begrotingsreserve.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Stimulerings regeling wonen en zorg

Dit betreft de overheveling binnen artikel 3 van de € 30 miljoen van de stimuleringsregeling woonzorg arrangementen naar het instrument storting/onttrekking begrotingsreserve.

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

Subsidies

Thuis in het verpleeghuis

Het programma Waardigheid en Trots op locatie – waar aanbieders geholpen worden om te voldoen aan kwaliteitskader – is later gestart dan beoogd. De middelen die in 2018 gereserveerd waren, ter hoogte van € 8,3 miljoen, zijn doorgeschoven naar 2019. Daarnaast is bij eerste suppletoire € 15,3 miljoen uit de jaren 2021 en 2022 overgeheveld naar 2019 (€ 4,1 miljoen) en 2020 (€ 11,2 miljoen) zodat instellingen in de jaren 2019 en 2020 ondersteund worden vanuit het programma om te gaan voldoen aan het kwaliteitskader verpleeghuis.

Volwaardig leven

Voor het programma Volwaardig leven, zijn bij het Regeerakkoord additionele middelen beschikbaar gesteld voor pilots cliëntondersteuning (€ 0,5 miljoen). Daarnaast is een ander kasritme voor de uitvoering van amendement 35 000 XVI, nr. 16 Innovatie-impuls gehandicaptenzorg (€ 1,5 miljoen). Met de innovatie-impuls gaan we de toepassing van technologie bij aanbieders versterken. Tevens heeft een ramingsbijstelling op dit begrotingsinstrument plaatsgevonden (€ 1,5 miljoen). Per saldo leidt dit tot een verlaging van het beschikbare budget van € 2,5 miljoen in 2019.

ViIPP care

De subsidieregeling voor de versnelling van gegevensuitwisseling in de langdurige zorg – InZicht – wordt in de loop van 2019 opengesteld. De subsidieregeling is pas halverwege 2019 beschikbaar en de verwachting is dat de aanvragen zullen toenemen in de tijd. Hierop is het kasritme aangepast. Bij eerste suppletoire is een kasschuif verwerkt waarbij € 20 miljoen uit 2019 is doorgeschoven naar 2021. Voor de ondersteuningsstructuur is daarnaast € 1 miljoen overgeheveld naar het opdrachtenkader.

Bekostiging

Bijdrage in Kosten van Kortingen (BIKK)

De uitgavenraming voor de BIKK is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) bijgesteld (€ 11,9 miljoen).

Bijdrage Wlz

Het doel van de rijksbijdrage Wlz is te voorkomen dat in het Fonds langdurige zorg (Flz) tekorten ontstaan. Als gevolg van de actuele ramingen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau (inzake de uitgaven en inkomsten van het Flz) wordt de rijksbijdrage Wlz verhoogd met € 900 miljoen. De verhoging van de rijksbijdrage is niet relevant voor (toetsing aan) het uitgavenplafond en beïnvloedt ook het EMU-saldo niet.

Opdrachten

Overig

Dit betreft een mutatie van € 12 miljoen per jaar in 2019 en 2020 voor de doorontwikkeling en het beheer van het PGB2.0-systeem en voor de inzet van het PGB2.0-team dat het opdrachtgeverschap voert. Daarnaast is budget beschikbaar gesteld voor de pgb actieagenda (€ 2,2 miljoen) en leiden een aantal ramingsbijstellingen per saldo tot een mutatie van € 1 miljoen. Het gaat hierbij om een kasschuif voor de challenge verpleeghuizen (€ – 0,8 miljoen), een mutatie voor de regeling inzicht (€ 1 miljoen) en eindejaarsmargemutaties (€ 0,7 miljoen).

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Uitvoeringskosten SVB pgb trekkingsrechten

De SVB ontwikkelt en beheert het financieel domein van het PGB2.0-systeem, hiervoor is € 6,7 miljoen benodigd in 2019. Daarnaast maakt de SVB kosten voor de uitvoering van het pgb-trekkingsrecht voor het Zvw-domein. Hiervoor is bij eerste suppletoire € 1,9 miljoen beschikbaar gesteld.

Centrum Indicatiestelling Zorg

Er is momenteel een wetswijziging in behandeling om de Wlz open te stellen voor cliënten met een psychische stoornis. Voor het CIZ betekent dit vanaf 1 januari 2020 een toename in het aantal indicatiebesluiten voor de Wlz. Voorts krijgt het CIZ onder de Wet zorg en dwang (Wzd) als nieuwe taak de uitvoering van de verzoekersrol bij een (voorwaardelijke) rechterlijke machtiging (RM) of Inbewaringstelling (IBS). Hiervoor is het budget in 2019 bijgesteld met € 6,9 miljoen, waarvan € 3,9 miljoen voor het Wzd-traject en € 3 miljoen voor het openstellen van de Wlz voor cliënten met een psychische stoornis.

Artikel 4 Zorgbreed beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

975.548

18.325

993.873

– 89.380

904.493

23.384

45.530

84.629

55.882

                       

Uitgaven

1.211.761

18.325

1.230.086

– 6.800

1.223.286

83.384

60.530

95.629

65.882

Waarvan juridisch verplicht (%)

97%

     

95,8%

       
                       

1. Positie cliënt

30.093

0

30.093

3.535

33.628

– 4.379

– 4.366

– 4.308

– 196

                       
 

Subsidies

21.446

0

21.446

3.132

24.578

– 4.368

– 4.366

– 4.308

– 196

   

Patiënten- en gehandicaptenorganisaties

21.000

0

21.000

– 4.000

17.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

0

   

Overig

446

0

446

7.132

7.578

– 368

– 366

– 308

– 196

                       
 

Opdrachten

8.647

0

8.647

403

9.050

– 11

0

0

0

   

Ondersteuning cliëntorganisaties

3.850

0

3.850

0

3.850

0

0

0

0

   

Overig

4.797

0

4.797

403

5.200

– 11

0

0

0

                       

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

542.044

0

542.044

– 70.355

471.689

12.216

– 2.871

55.165

– 124

                       
 

Subsidies

520.045

0

520.045

– 65.120

454.925

13.444

– 1.643

56.393

1.104

   

Stageplaatsen zorg / Stagefonds

112.000

0

112.000

0

112.000

0

0

0

0

   

Publieke Gezondheidszorgopleidingen

21.000

0

21.000

0

21.000

0

0

0

0

   

Vaccinatie stageplaatsen zorg

4.700

0

4.700

0

4.700

0

0

0

0

   

Opleiding tot verpleegkundig specialist/physician assistant

38.000

0

38.000

0

38.000

0

0

0

0

   

Opleidingsplaatsen jeugd ggz

1.500

0

1.500

0

1.500

0

0

0

0

   

Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg

200.000

0

200.000

0

200.000

0

0

0

0

   

Versterking regionaal onderwijs- en arbeidsmarktbeleid

11.500

0

11.500

0

11.500

0

0

0

0

   

Arbeidsmarktagenda (sectorbreed)

15.000

0

15.000

0

15.000

0

0

0

0

   

Arbeidsmarktagenda (verpleeghuizen)

67.500

0

67.500

– 55.400

12.100

3.700

– 3.300

55.000

0

   

Verpleegkundige vervolgopleidingen in een veranderend zorglandschap

8.000

0

8.000

 

8.000

       
   

Overig

40.845

0

40.845

– 9.720

31.125

9.744

1.657

1.393

1.104

                       
 

Opdrachten

9.861

0

9.861

– 3.485

6.376

– 1.228

– 1.228

– 1.228

– 1.228

   

Opleidingen & beroepenstructuur

5.000

0

5.000

– 1.485

3.515

0

0

0

0

   

Overig

4.861

0

4.861

– 2.000

2.861

– 1.228

– 1.228

– 1.228

– 1.228

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

12.138

0

12.138

– 1.750

10.388

0

0

0

0

   

CIBG: Bijdrage voor onder andere UZI-register, BIG-register en SVB-Z

11.638

0

11.638

– 1.750

9.888

0

0

0

0

   

RIVM: opleiding publiekegezondheidssector en kosten van ziekten

500

0

500

0

500

0

0

0

0

                       

3. Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling

274.098

17.825

291.923

47.191

339.114

66.205

60.558

37.763

60.193

                       
 

Subsidies

48.979

150

49.129

– 1.165

47.964

5.550

1.625

1.350

1.350

   

Nivel

5.268

0

5.268

600

5.868

650

700

200

0

   

Programma Innovatie en zorgvernieuwing

15.291

150

15.441

– 4.896

10.545

2.000

0

0

0

   

Nictiz

5.800

0

5.800

513

6.313

0

0

0

0

   

Transparantie kwaliteit van zorg

7.288

0

7.288

0

7.288

0

0

0

0

   

Uitkomstgerichte zorg

12.462

0

12.462

0

12.462

0

0

0

0

   

Rechtmatige zorg

783

0

783

0

783

0

0

0

0

   

Overig

2.087

0

2.087

2.618

4.705

2.900

925

1.150

1.350

                       
 

Opdrachten

15.268

231

15.499

13.721

29.220

10.315

6.535

6.535

6.535

   

Programma Innovatie en zorgvernieuwing

11.387

231

11.618

– 2.500

9.118

0

0

0

0

   

Verminderen ervaren regeldruk

345

0

345

0

345

0

0

0

0

   

Rechtmatige zorg

78

0

78

0

78

0

0

0

0

   

Overig

3.458

0

3.458

16.221

19.679

10.315

6.535

6.535

6.535

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

18.823

0

18.823

440

19.263

1.200

1.200

1.200

1.200

   

CIBG: WTZi en JMV

18.823

0

18.823

0

18.823

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

440

440

1.200

1.200

1.200

1.200

                       
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

191.028

17.444

208.472

34.195

242.667

49.140

51.198

28.678

51.108

   

ZonMw: programmering

191.028

17.444

208.472

34.195

242.667

49.140

51.198

28.678

51.108

                       

4. Inrichten uitvoeringsactiviteiten

241.431

0

241.431

10.093

251.524

4.682

4.049

3.849

2.849

                       
 

Opdrachten

530

0

530

1.786

2.316

1.500

1.500

1.000

0

   

Uitvoering Wtcg

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Overig

530

0

530

1.786

2.316

1.500

1.500

1.000

0

                       
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

239.901

0

239.901

8.307

248.208

3.182

2.549

2.849

2.849

   

CAK

116.449

0

116.449

5.024

121.473

1.363

730

730

730

   

NZa

57.455

0

57.455

600

58.055

600

600

600

600

   

Zorginstituut Nederland

60.454

0

60.454

2.269

62.723

1.400

1.400

1.700

1.700

   

CSZ

2.500

0

2.500

0

2.500

0

0

0

0

   

Overig

3.043

0

3.043

414

3.457

– 181

– 181

– 181

– 181

                       
 

Bijdragen aan medeoverheden

1.000

0

1.000

0

1.000

0

0

0

0

   

Overig

1.000

0

1.000

0

1.000

0

0

0

0

                       

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

124.095

500

124.595

2.736

127.331

4.660

3.160

3.160

3.160

                       
 

Bekostiging

124.095

500

124.595

2.736

127.331

4.660

3.160

3.160

3.160

   

Zorg en welzijn

124.095

500

124.595

2.736

127.331

4.660

3.160

3.160

3.160

                       

Ontvangsten

58.660

0

58.660

4.590

63.250

2.295

2.295

2.295

2.295

   

Wanbetalers en onverzekerden

53.802

0

53.802

0

53.802

0

0

0

0

   

Overig

4.858

0

4.858

4.590

9.448

2.295

2.295

2.295

2.295

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

1. Positie cliënt

Subsidies

Patiënten- en gehandicapten organisaties

Overheveling van middelen (€ 4 miljoen) vanuit het per 2019 ingestelde nieuwe beleidskader voor publieke gezondheidsorganisaties (pg-organisaties) voor de uitvoering van het projectsubsidieprogramma Voor Elkaar! door ZonMW waarop niet alleen de bestaande pg-organisaties maar ook nieuwe organisaties/netwerken kunnen inschrijven.

Overig

Voor kosten die samenhangen met de faillissementen van MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen, zoals het bewaren en toegankelijk houden van medische dossiers van patiënten, wordt € 7,5 miljoen gereserveerd. Voorts is voor de uitvoeringskosten van ZonMw voor het programma Voor Elkaar! € 0,3 miljoen overgeheveld naar artikelonderdeel 3.

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Subsidies

Arbeidsmarktagenda (verpleeghuizen)

Het arbeidsmarktprogramma Sectorplanplus kent tijdvakken, waarbij de uitgaven in meerdere jaren vallen. Vanwege verschuiving van de middelen naar latere tijdvakken zijn een aantal kasschuiven tussen de jaren nodig. De grootste is de schuif van 2019 naar 2022 (€ 55 miljoen).

Overig

De via het Hoofdlijnenakkoord GGZ beschikbaar gestelde bijdragen voor extra opleidingsplaatsen GGZ worden via een kasschuif beschikbaar gesteld voor de jaren 2019 t/m 2023.

3. Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling

Subsidies

Programma Innovatie en zorgvernieuwing

Door de latere inwerkingtreding van de subsidieregeling voor gebruikers van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO) ligt het zwaartepunt van de regeling in 2020 (€ 2 miljoen).

Daarnaast heeft er een interne herschikking plaatsgevonden voor het programma Zorg van nu (€ 1,1 miljoen). Tot slot hebben er diverse technische mutaties plaatsgevonden (€ 0,3 miljoen).

Opdrachten

Overig

De post opdrachten overig bestaat uit diverse mutaties:

  • De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) bouwt en ontwikkelt een routeringsdienst voor de zorg. Deze voorziening is nodig voor de veilige authenticatie in het zorgdomein, zonder veel administratieve lasten en kosten voor zorgaanbieders. Voor de bouw en-, ontwikkeling van deze routeringsdienst en aansluiting van zorgaanbieders is € 5,8 miljoen euro beschikbaar gesteld voor 2019. Voor 2020 en verder is structureel € 2,5 miljoen euro per jaar gereserveerd voor beheer- en onderhoudskosten.

  • Voor de jaren 2019 en verder tot 2024 is geld beschikbaar gesteld voor internationale ontwikkelingen in uitwisseling van medische gegevens. In dit programma wordt invulling gegeven aan randvoorwaarden om te voldoen aan een internationale verplichting, waarvoor een voorziening wordt gerealiseerd. Het doel is dat iemand uit een ander land zich in Nederland kan melden bij een ziekenhuis en dat zijn/haar gegevens uit zijn/haar eigen land kunnen worden opgevraagd. Voor 2019 is hiervoor € 3,1 miljoen euro gereserveerd, in 2020 € 2 miljoen euro en vanaf 2021 structureel € 1 miljoen euro.

  • In 2018 en 2019 is de Tweede Kamer geïnformeerd over activiteiten voor het benutten van data in de zorg (TK 27 529, nr. 164) en het opstellen en uitvoeren van een roadmap voor gegevensuitwisseling onder regie van VWS (TK 27 529, nr. 183). Hiervoor zijn meerdere actielijnen uitgezet en is voor 2019 € 2,2 miljoen euro gereserveerd, in 2020 € 2 miljoen euro en vanaf 2021 structureel € 0,4 miljoen euro.

  • In 2017 zijn middelen beschikbaar gekomen voor de kosten van de doorbelasting voor het gebruik van DigiD in de zorg. In 2018 is besloten dat een aantal niet-transactiegerichte Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) voorzieningen worden doorbelast aan departementen op basis van een verdeelsleutel. Voor 2019 en verder is structureel € 1,7 miljoen beschikbaar gesteld.

  • Het overige bedrag is het saldo van verschillende technische mutaties.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

ZonMw: programmering

Het programma maatschappelijke diensttijd wordt in 2020 voortgezet (€ 35 miljoen). Hierbij is voorzien in een afzonderlijke mogelijkheid om projecten voor gemeenten te starten. Verder zijn middelen overgeheveld van artikelonderdeel 1 Positie Cliënt voor de uitvoering van het programma Voor Elkaar! (4,3 miljoen). Voorts is een kasschuif tussen de jaren 2019 tot en met 2024 verwerkt om de beschikbare budgetten voor de programma’s Wat werkt voor de jeugd, Expertisefunctie Zintuiglijk Gehandicapten, Voor Elkaar! en Maatschappelijke diensttijd aan te laten sluiten bij de liquiditeitsbehoefte van ZonMw (€ 11,8 miljoen). Voor de uitvoering van diverse andere programma’s is in totaal € 6,7 miljoen overgeheveld.

4. Inrichten uitvoeringsactiviteiten

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

CAK

Door een administratieve fout is een aan het CAK in 2018 toegekend bedrag van € 5 miljoen niet tot betaling gekomen. Dit bedrag is nu opnieuw beschikbaar gekomen, zodat het in 2019 nabetaald kan worden aan het CAK.

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

Bekostiging

Zorg en Welzijn

Er is € 5 miljoen toegevoegd aan het zorgbudget op Caribisch Nederland in verband met de hogere raming van de zorguitgaven in 2019. Daarnaast is de wijze van bekostiging van naschoolse activiteiten en dagbesteding op Caribisch Nederland gewijzigd van een VWS-subsidie naar een bijzondere uitkering via het Ministerie van BZK. Een bedrag van € 1,7 miljoen is hiertoe overgeboekt van VWS naar BZK. Tevens is als gevolg van een andere dan veronderstelde wisselkoers sprake van lagere uitgaven aan zorg en jeugdzorg op Caribisch Nederland van € 0,8 miljoen en zijn de kosten aan de shared-service organisatie van het Rijk op Caribisch Nederland gedaald met € 0,2 miljoen vanwege het lagere aantal werkplekken. Hierdoor vindt een structurele budgetoverheveling plaats vanuit BZK

Ontvangsten

Overig

In 2017 heeft VWS aan het CAK een lening verstrekt zodat het CAK de openstaande schuld aan het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) kon voldoen. Met het CAK is afgesproken dat deze lening in de jaren vanaf 2019 zal worden terugbetaald aan VWS (€ 4,6 miljoen).

Artikel 5 Jeugd

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

101.104

0

101.104

55.186

156.290

– 5.495

– 4.734

– 617

– 350

                       

Uitgaven

101.104

0

101.104

55.186

156.290

– 5.495

– 4.734

– 617

– 350

Waarvan juridisch verplicht (%)

86%

     

96,4%

       
                       

3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

101.104

0

101.104

55.186

156.290

– 5.495

– 4.734

– 617

– 350

                       
 

Subsidies

90.542

0

90.542

60.895

151.437

– 1.617

– 1.122

– 384

– 350

   

Schippersinternaten

17.824

0

17.824

0

17.824

0

0

0

0

   

Kennis en beleidsinformatie

6.656

0

6.656

499

7.155

– 4

0

0

0

   

Kindermishandeling

18.385

0

18.385

– 2.295

16.090

– 408

– 142

– 34

0

   

Transitie jeugd

0

0

0

43.566

43.566

0

0

0

0

   

Jeugdautoriteit

0

0

0

20.000

20.000

0

0

0

0

   

Zorg voor jeugd

47.677

0

47.677

– 875

46.802

– 1.205

– 980

– 350

– 350

   

Overig

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                       
 

Opdrachten

9.048

0

9.048

– 5.524

3.524

– 3.878

– 3.612

– 233

0

   

Kennis en beleidsinformatie

1.621

0

1.621

– 570

1.051

0

0

0

0

   

Kindermishandeling

458

0

458

– 278

180

– 278

– 12

– 233

0

   

Zorg voor jeugd

6.969

0

6.969

– 4.676

2.293

– 3.600

– 3.600

0

0

   

Overig

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

1.302

0

1.302

0

1.302

0

0

0

0

   

Overig

1.302

0

1.302

0

1.302

0

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

212

0

212

– 185

27

0

0

0

0

   

Overig

212

0

212

– 185

27

0

0

0

0

                       

Ontvangsten

4.508

0

4.508

0

4.508

24.000

7.097

0

0

   

Laagdrempelige ondersteuning opvoeden en opgroeien

4.423

0

4.423

0

4.423

0

0

0

0

   

Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

0

0

0

0

0

24.000

7.097

0

0

   

Noodzakelijke en passende zorg

85

0

85

0

85

0

0

0

0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

Subsidies

Transitie jeugd

Het budget voor de subsidieregeling bijzondere transitiekosten Jeugdwet, bedoeld voor dekking van onvermijdelijke kosten door instellingen om essentiële jeugdzorg te continueren, is met de suppletoire begroting aangevuld met € 43,6 miljoen. Deze € 43,6 miljoen wordt ingezet om de (herziene) subsidieaanvragen die eind 2018 zijn ingediend, te kunnen financieren en instellingen van tijdelijke liquiditeitssteun te voorzien.

Jeugdautoriteit

In een bestuurlijk overleg tussen VWS en de VNG is overeengekomen om in 2019 € 20 miljoen bij de Jeugdautoriteit te positioneren. Hiermee kan de Jeugdautoriteit een tijdelijk vangnet bieden om continuïteit van essentiële jeugdhulp te garanderen.

Opdrachten

Zorg voor jeugd

Vanuit het programma «Geweld hoort nergens thuis», is € 2,6 miljoen via een decentrale uitkering aan het Gemeentefonds uitgekeerd ten behoeve van het aanstellen van regionale projectleiders. De projectleiders zijn aangesteld om uitvoering te geven aan de aanpak zoals in het programmaplan omschreven, zodat huiselijk geweld en kindermishandeling worden gestopt, worden teruggedrongen en de schade ervan wordt beperkt. De cirkel van geweld, de overdracht van generatie op generatie moet hiermee doorbroken worden. Ook is er vanuit het programma «Geweld hoort nergens thuis», € 1 miljoen via het Gemeentefonds uitgekeerd, ter financiering van een aantal regionale pilots voor multidisciplinaire centra voor kindermishandeling en huiselijk geweld.

Daarnaast is er een aanvullend bedrag van € 0,1 miljoen via het gemeentefonds uitgekeerd ten behoeve van de tegemoetkoming van het transformatiefonds.

Artikel 6 Sport en bewegen

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

408.968

0

408.968

– 77.569

331.399

– 3.830

– 1.030

– 70

0

                       

Uitgaven

409.498

0

409.498

– 67.789

341.709

– 1.500

– 80

– 70

0

Waarvan juridisch verplicht (%)

97,9%

     

100%

       
                       

1. Passend sport- en beweegaanbod

1.772

0

1.772

167

1.939

0

0

0

0

                       
 

Subsidies

1.772

0

1.772

0

1.772

0

0

0

0

   

Sport en bewegen in de buurt

1.041

0

1.041

0

1.041

0

0

0

0

   

Stimuleren van een veiliger sportklimaat

731

0

731

0

731

0

0

0

0

                       
 

Opdrachten

0

0

0

167

167

0

0

0

0

   

Sport en bewegen in de buurt

0

0

0

167

167

0

0

0

0

                       

2. Uitblinken in sport

2.850

0

2.850

582

3.432

0

0

0

0

                       
 

Subsidies

2.850

0

2.850

582

3.432

0

0

0

0

   

Topsportevenementen

2.850

0

2.850

582

3.432

0

0

0

0

                       

3. Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling

0

0

0

146

146

0

0

0

0

                       
 

Opdrachten

0

0

0

146

146

0

0

0

0

   

Kennis als fundament

0

0

0

146

146

0

0

0

0

                       

4. Sport verenigt Nederland

404.876

0

404.876

– 68.684

336.192

– 1.500

– 80

– 70

0

                       
 

Subsidies

169.442

0

169.442

– 7.999

161.443

– 9.365

– 9.280

– 570

– 500

   

Inclusief sporten

3.227

0

3.227

– 1.310

1.917

– 1.595

– 2.825

– 570

– 500

   

Vaardig in bewegen

5.300

0

5.300

– 4.815

485

– 5.190

– 4.690

– 1.000

– 1.000

   

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

87.000

0

87.000

0

87.000

0

0

0

0

   

Positief sportklimaat

7.016

0

7.016

– 5.730

1.286

– 6.525

– 6.605

– 3.000

– 3.000

   

Vitale sportaanbieders

8.971

0

8.971

5.775

14.746

5.445

4.840

4.000

4.000

   

Topsportevenementen

9.793

0

9.793

– 1.582

8.211

– 1.500

0

0

0

   

Topsportprogramma’s

39.499

0

39.499

0

39.499

0

0

0

0

   

Kennis en innovatie sportbeleid

8.636

0

8.636

– 337

8.299

0

0

0

0

                       
 

Inkomensoverdrachten

13.406

0

13.406

0

13.406

0

0

0

0

   

Stipendiumregeling

13.406

0

13.406

0

13.406

0

0

0

0

                       
 

Opdrachten

213

0

213

4.095

4.308

3.860

2.000

500

500

   

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

0

0

0

3.240

3.240

2.730

950

0

0

   

Kennis en innovatie sportbeleid

213

0

213

0

213

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

855

855

1.130

1.050

500

500

                       
 

Bijdragen aan ZBO/RWT’s

1.808

0

1.808

0

1.808

0

0

0

0

   

Dopingautoriteit

1.808

0

1.808

0

1.808

0

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan medeoverheden

152.000

0

152.000

0

152.000

0

0

0

0

   

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

152.000

0

152.000

0

152.000

0

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

230

0

230

0

230

0

0

0

0

   

Dopingbestrijding

230

0

230

0

230

0

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

67.777

0

67.777

– 64.780

2.997

4.005

7.200

0

0

   

GF: Inclusief sporten

61.000

0

61.000

– 60.800

200

0

0

0

0

   

EZK: Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

6.714

0

6.714

– 6.660

54

– 6.660

– 6.665

0

0

   

BZ: Internationaal

63

0

63

0

63

0

0

0

0

   

Sportakkoord

0

0

0

2.680

2.680

10.665

13.865

0

0

                       

Ontvangsten

740

0

740

0

740

0

0

0

0

   

Overig

740

0

740

0

740

0

0

0

0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

Vorig jaar zomer heeft VWS samen met de sport, gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven het Sportakkoord gesloten. De afgelopen periode is bepaald hoe uitvoering wordt gegeven aan het Sportakkoord en hoe de middelen ingezet kunnen worden om de grootst mogelijke impact te realiseren. De Tweede Kamer wordt over het sportakkoord geïnformeerd in juni en november. Hierdoor vindt een aantal budgettair neutrale overhevelingen plaats tussen de instrumenten op artikel 6 die zichtbaar zijn in deze suppletoire begroting.

4. Sport verenigt Nederland

Subsidies

Vaardig in bewegen

Er is budgettair neutraal binnen artikel 6 € 4,8 miljoen overgeheveld naar andere instrumenten (bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken € 3,8 miljoen en subsidie Vitale sportaanbieders € 1 miljoen) om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden.

Positief sportklimaat

Binnen artikel 6 is budgettair neutraal € 5,7 miljoen overgeheveld van het instrument subsidies naar de instrumenten bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken Sportakkoord (€ 1 miljoen) en subsidie Vitale sportaanbieders (€ 5,2 miljoen) om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Daarnaast heeft een aantal kleinere mutaties van in totaal € 0,5 miljoen plaatsgevonden.

Vitale sportaanbieders

Er is budgettair neutraal binnen artikel 6 € 5,8 miljoen overgeheveld tussen de instrumenten subsidies en opdrachten om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Hierdoor kan de integrale subsidieaanvraag vanuit het programma «sportlijn» binnen het Sportakkoord (NOC*NSF) verder uitgewerkt en gefinancierd worden.

Opdrachten

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

Er is budgettair neutraal binnen artikel 6 € 3,2 miljoen overgeheveld van het financiële instrument bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Hiermee kunnen opdrachten zoals een de oproep om te komen tot meer innovatieve sportaccommodaties en een challenge energieneutrale sportaccommodaties uitgezet worden.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

GF: Inclusief sporten

Gemeenten stellen professionals aan als buurtsportcoaches. Zij leggen verbindingen tussen sport en sectoren als onderwijs, cultuur, zorg, welzijn en buitenschoolse opvang. Vanuit VWS is in 2019 € 60,8 miljoen overgeboekt naar het gemeentefonds.

EZK: Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

Er is € 4,9 miljoen overgeheveld van het instrument bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken naar de instrumenten opdrachten duurzame en toegankelijke sportaccommodaties (€ 3,2 miljoen) en bijdrage aan andere hoofdstukken Sportakkoord (€ 1,6 miljoen) om de uitgaven vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Dit betreft budgettair neutrale mutaties op artikel 6. Daarnaast heeft een mutatie van € 1,8 miljoen naar apparaatskosten plaatsgevonden voor de uitvoeringskosten van de subsidieregeling en specifieke uitkering voor duurzame en toegankelijke sportaccommodaties.

Sportakkoord

Er is budgettair neutraal binnen de sportbegroting € 7,6 miljoen overgeheveld van andere instrumenten (bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken € 1,6 miljoen en subsidies € 6,0 miljoen) om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Vanaf dit instrument worden middelen beschikbaar gesteld voor lokale overheden om een procesbegeleider aan te kunnen stellen en om lokale coalities te ondersteunen bij de uitvoering van hun lokale sportakkoord.

Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

260.435

0

260.435

– 231.108

29.327

13.682

– 3.515

– 4.841

– 5.151

                       

Uitgaven

260.760

0

260.760

6.086

266.846

13.682

– 3.515

– 4.841

– 5.151

Waarvan juridisch verplicht (%)

99,2%

     

99,2%

       
                       

1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II

22.108

0

22.108

6.910

29.018

14.000

0

0

0

                       
 

Subsidies

21.271

0

21.271

6.910

28.181

14.000

0

0

0

   

Nationaal Comité 4 en 5 mei

5.150

0

5.150

0

5.150

0

0

0

0

   

Herdenken 75 jaar vrijheid

1.400

0

1.400

5.000

6.400

10.000

0

0

0

   

Nationale herinneringscentra

3.144

0

3.144

0

3.144

0

0

0

0

   

Collectieve Erkenning Indisch Nederland

1.600

0

1.600

0

1.600

0

0

0

0

   

Namenmonument

0

0

0

2.000

2.000

4.000

0

0

0

   

Zorg- en dienstverlening

6.000

0

6.000

0

6.000

0

0

0

0

   

Overig

3.977

0

3.977

– 90

3.887

0

0

0

0

                       
 

Bekostiging

400

0

400

0

400

0

0

0

0

   

Overig

400

0

400

0

400

0

0

0

0

                       
 

Opdrachten

413

0

413

0

413

0

0

0

0

   

Overig

413

0

413

0

413

0

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

24

0

24

0

24

0

0

0

0

   

Overig

24

0

24

0

24

0

0

0

0

                       

2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II

238.652

0

238.652

– 824

237.828

– 318

– 3.515

– 4.841

– 5.151

                       
 

Inkomensoverdrachten

227.069

0

227.069

– 334

226.735

0

– 1.548

– 2.583

– 2.676

   

Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen

227.069

0

227.069

– 334

226.735

0

– 1.548

– 2.583

– 2.676

                       
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

11.583

0

11.583

– 490

11.093

– 318

– 1.967

– 2.258

– 2.475

   

SVB

9.163

0

9.163

0

9.163

0

0

0

0

   

PUR

1.542

0

1.542

0

1.542

0

0

0

0

   

Overig

878

0

878

– 490

388

– 318

– 1.967

– 2.258

– 2.475

                       

Ontvangsten

901

0

901

0

901

0

0

0

0

   

Overig

901

0

901

0

901

0

0

0

0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II

Subsidies

Herdenken 75 jaar vrijheid

In 2019 en 2020 staan we stil bij het feit dat Nederland 75 jaar geleden is bevrijd en dat we sindsdien in vrijheid leven. Om het belang hiervan te benadrukken stelt het kabinet eenmalig € 15 miljoen extra beschikbaar waarvan € 5 miljoen in 2019 en € 10 miljoen in 2020. Het geld is bedoeld voor de modernisering van een aantal oorlogsmusea, voor wetenschappelijk onderzoek naar de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en voor het vergemakkelijken van de digitale toegang tot bronnen en archieven van de Tweede Wereldoorlog.

Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

5.051.849

0

5.051.849

– 120.600

4.931.249

– 49.500

– 55.300

– 198.400

– 192.800

                       

Uitgaven

5.051.849

0

5.051.849

– 120.600

4.931.249

– 49.500

– 55.300

– 198.400

– 192.800

Waarvan juridisch verplicht (%)

100%

     

100%

       
                       
 

Inkomensoverdrachten

5.051.849

0

5.051.849

– 120.600

4.931.249

– 49.500

– 55.300

– 198.400

– 192.800

   

1. Zorgtoeslag

5.014.400

0

5.014.400

– 124.600

4.889.800

– 53.500

– 59.300

– 202.400

– 196.800

   

2. Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

3. Tegemoetkoming specifieke zorgkosten

37.449

0

37.449

4.000

41.449

4.000

4.000

4.000

4.000

                       

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

Inkomensoverdrachten

Zorgtoeslag

De uitgavenraming 2019 van de zorgtoeslag is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld met € 124,6 miljoen. Dit betreft het saldo van twee effecten. De zorgtoeslag komt (circa € 250 miljoen) lager uit omdat de zorgverzekeraars de nominale premie gemiddeld € 47 lager hebben vastgesteld dan geraamd in de VWS-begroting 2019. Deze daling wordt beperkt doordat het CPB de inkomensontwikkeling in de CEP lager raamt dan in de MEV. Hierdoor hebben veel bovenminimale huishoudens recht op een hogere zorgtoeslag.

Tegemoetkoming specifieke zorgkosten

Uit de realisatiecijfers over 2017 en 2018 blijkt dat het aantal TSZ-tegemoetkomingen gestegen is. Vanwege de stijging in het aantal tegemoetkomingen wordt het budget voor de TSZ structureel verhoogd met € 4 miljoen.

4. De niet-beleidsartikelen

Artikel 9 Algemeen

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

25.589

0

25.589

17.875

43.464

100

0

0

0

                       

Uitgaven

25.589

0

25.589

17.875

43.464

100

0

0

0

                       

1. Internationale samenwerking

4.896

0

4.896

– 59

4.837

0

0

0

0

                       
 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

4.896

0

4.896

– 59

4.837

0

0

0

0

   

World Health Organization

3.868

0

3.868

0

3.868

0

0

0

0

   

Overig

1.028

0

1.028

– 59

969

0

0

0

0

                       

3. Eigenaarsbijdrage RIVM

15.693

0

15.693

17.934

33.627

100

0

0

0

                       
 

Bijdragen aan agentschappen

15.693

0

15.693

17.934

33.627

100

0

0

0

   

Eigenaarsbijdrage RIVM

15.693

0

15.693

5.900

21.593

0

0

0

0

   

Eigenaarsbijdrage aCBG

0

0

0

500

500

100

0

0

0

   

Eigenaarsbijdrage CIBG

0

0

0

11.534

11.534

0

0

0

0

                       

4. Begrotingsreserve achterborg WFZ-garanties

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

                       
 

Garanties

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

   

Overig

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

                       

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

3. Eigenaarsbijdrage RIVM

Bijdragen aan agentschappen

Eigenaarsbijdrage RIVM

Ter aflossing van de laatste tranche van een langlopende vordering van het RIVM op VWS wordt een bijdrage vanuit de eigenaar gedaan (€ 5,9 miljoen).

Eigenaarsbijdrage CIBG

Door middel van een desaldering (zie ook artikel 10) worden onder meer voorgefinancierde investeringsbijdragen van opdrachtgevers aan het CIBG uit 2017 en eerdere jaren, die geboekt waren op het eigen vermogen, terugbetaald (€ 11,5 miljoen).

Artikel 10 Apparaatsuitgaven

Budgettaire gevolgen van beleid

Apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

310.823

1.150

311.973

65.027

377.000

34.299

27.195

18.773

17.460

                       

Uitgaven

311.042

1.150

312.192

78.628

390.820

34.631

27.375

18.817

17.460

 

– Personele uitgaven

240.167

1.150

241.317

41.076

282.393

17.764

17.139

12.552

11.369

   

waarvan eigen personeel

226.701

1.150

227.851

31.373

259.224

17.059

17.259

12.672

11.489

   

waarvan externe inhuur

10.064

0

10.064

9.703

19.767

705

– 120

– 120

– 120

   

waarvan overige personele uitgaven

3.402

0

3.402

0

3.402

0

0

0

0

 

– Materiële uitgaven

70.875

0

70.875

37.552

108.427

16.867

10.236

6.265

6.091

   

waarvan ICT

5.310

0

5.310

3.556

8.866

2.843

1.492

938

938

   

waarvan bijdrage SSO's

43.623

0

43.623

17.126

60.749

8.946

4.492

4.413

4.253

   

waarvan overige materiële uitgaven

21.942

0

21.942

16.870

38.812

5.078

4.252

914

900

                       

Ontvangsten

6.357

0

6.357

33.870

40.227

0

0

0

0

   

Overig

6.357

0

6.357

33.870

40.227

0

0

0

0

Nadere uitsplitsing apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie van VWS

311.042

1.150

312.192

78.628

390.820

34.631

27.375

18.817

17.460

                       

Personele uitgaven kerndepartement

148.134

1.150

149.284

32.196

181.480

12.192

12.164

8.520

7.881

   

waarvan eigen personeel

136.746

1.150

137.896

23.810

161.706

11.507

12.284

8.640

8.001

   

waarvan externe inhuur

8.751

0

8.751

8.386

17.137

685

– 120

– 120

– 120

   

waarvan overige personele uitgaven

2.637

0

2.637

0

2.637

0

0

0

0

                       

Materiële uitgaven kerndepartement

49.838

0

49.838

32.545

82.383

14.424

9.144

5.727

5.553

   

waarvan ICT

3.070

0

3.070

– 435

2.635

400

400

400

400

   

waarvan bijdrage SSO's

39.298

0

39.298

17.126

56.424

8.946

4.492

4.413

4.253

   

waarvan overige materiële uitgaven

7.470

0

7.470

15.854

23.324

5.078

4.252

914

900

                       

Personele uitgaven inspecties

74.148

0

74.148

4.557

78.705

4.644

4.412

3.512

2.968

   

waarvan eigen personeel

72.395

0

72.395

4.747

77.142

4.644

4.412

3.512

2.968

   

waarvan externe inhuur

988

0

988

– 190

798

0

0

0

0

   

waarvan overige personele uitgaven

765

0

765

0

765

0

0

0

0

                       

Materiële uitgaven inspecties

14.565

0

14.565

3.200

17.765

2.300

800

500

500

   

waarvan ICT

1.550

0

1.550

3.200

4.750

2.300

800

500

500

   

waarvan bijdrage SSO's

3.950

0

3.950

0

3.950

0

0

0

0

   

waarvan overige materiële uitgaven

9.065

0

9.065

0

9.065

0

0

0

0

                       

Personele uitgaven SCP en raden

17.885

0

17.885

4.323

22.208

928

563

520

520

   

waarvan eigen personeel

17.560

0

17.560

2.816

20.376

908

563

520

520

   

waarvan externe inhuur

325

0

325

1.507

1.832

20

0

0

0

   

waarvan overige personele uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                       

Materiële uitgaven SCP en raden

6.472

0

6.472

1.807

8.279

143

292

38

38

   

waarvan ICT

690

0

690

791

1.481

143

292

38

38

   

waarvan bijdrage SSO's

375

0

375

0

375

0

0

0

0

   

waarvan overige materiële uitgaven

5.407

0

5.407

1.016

6.423

0

0

0

0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

1. Personele uitgaven kerndepartement

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van circa € 32,2 miljoen plaatsgevonden op de personele uitgaven van het kerndepartement.

De toename in eigen personeel (€ 23,8 miljoen) heeft onder anderen betrekking op de projectdirectie Anthonie van Leeuwenhoekterrein (€ 4 miljoen). Hier staan gelijke ontvangsten op de begroting tegenover. Ook zijn een aantal noodzakelijke personele intensiveringen verwerkt ten behoeve van de uitvoering van de beleidsagenda van VWS (in totaal € 19,8 miljoen). Dit is onder andere bestemd voor de uitvoering van de arbeidsmarktagenda (€ 1,9 miljoen), de toenemende uitvoeringskosten voor jeugdhulp (€ 1,9 miljoen), de uitvoering van diverse programma’s (€ 2,4 miljoen), de uitvoering van diverse subsidieregelingen bij de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (€ 3 miljoen) en de versterking van een aantal stafdirecties (bestuurlijk, financieel, juridisch en communicatie) (€ 4,7 miljoen).

De toename in externe inhuur (€ 8,4 miljoen) heeft onder anderen betrekking op de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen voor de uitvoering van diverse subsidieregelingen (€ 4,0 miljoen). Daarnaast heeft € 3,3 miljoen betrekking op het inhuren van expertise voor het ontwerp en onderhoud van verschillende ICT-systemen.

2. Materiële uitgaven kerndepartement

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van € 32,5 miljoen plaatsgevonden op de materiële uitgaven van het kerndepartement.

De hogere uitgaven voor de SSO’s (€ 17,1 miljoen) bestaan uit de kosten van de buitendiensten voor SSC-ICT, HIS, FMH en ECO&P (€ 8,4 miljoen) en de hogere uitgaven van het kerndepartement voor SSC-ICT, HIS, FMH en ECO&P (€ 5,2 miljoen). Hiertegenover staan ontvangsten van buitendiensten voor SSC-ICT, HIS, FMH en ECO&P (€ 8,4 miljoen). Daarnaast is € 4 miljoen gealloceerd voor de relocatie van EMA.

De toename in overige materiële uitgaven (€ 15,9 miljoen) heeft onder anderen betrekking op de projectdirectie Anthonie van Leeuwenhoek (€ 9,1 miljoen). Deels staan hier ontvangsten op de begroting (€ 7,5 miljoen) tegenover. Daarnaast zijn er middelen gealloceerd voor het Programma inkoop en aanbesteden sociaal domein (€ 2,8 miljoen).

3. Personele en materiële uitgaven inspecties

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van circa € 7,8 miljoen plaatsgevonden op de personele en materiële uitgaven van de inspecties.

De toename in eigen personeel (€ 4,7 miljoen) heeft met name betrekking op versterking van het toezicht op nieuwe toetreders (€ 1,2 miljoen) en extra taken in verband met de Brexit (€ 1,8 miljoen).

De toename in ICT (€ 3,2 miljoen) heeft betrekking op de notificatie medische hulpmiddelen (€ 1,2 miljoen) en onvrijwillige en verplichte zorg (€ 2,0 miljoen).

4. Personele en materiële uitgaven SCP en raden

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van € 6,1 miljoen plaatsgevonden op de personele en materiële uitgaven van het SCP en de raden.

Voor het verandertraject van de Gezondheidsraad en het verrichten van opdrachten o.m. voor andere departementen wordt in totaliteit € 3,7 miljoen aan het budget toegevoegd. Verder wordt aan het CCMO een budget van € 1,7 miljoen toegevoegd voor onder andere nieuwe EU-taken en naar aanleiding van de Brexit. Tot slot ontvangt de RVS € 0,4 miljoen voor de afhechting van de reorganisatie.

Ontvangsten

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van € 33,9 miljoen plaatsgevonden op de ontvangsten van het centrale apparaatsartikel. De grootste mutaties betreffen ontvangsten van de projectdirectie Antonie van Leeuwenhoekterrein (€ 11,5 miljoen) en de bijdragen van agentschappen aan Rijksbrede dienstverlening (€ 8,7 miljoen). Tot slot betreft het hier de ontvangsten in verband met de terugbetaling van de voorgefinancierde investeringsbijdragen van opdrachtgevers aan het CIBG uit 2017 en eerdere jaren, die geboekt waren op het eigen vermogen (€ 11,5 miljoen).

Artikel 11 Nominaal en onverdeeld

Budgettaire gevolgen van beleid

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

– 31.169

0

– 31.169

101.431

70.262

99.398

98.442

92.035

89.872

                       

Uitgaven

– 31.169

0

– 31.169

101.431

70.262

99.398

98.442

92.035

89.872

                       
   

Loonbijstelling

3.430

0

3.430

94.584

98.014

90.929

88.537

83.654

81.701

   

– waarvan programma

3.430

0

3.430

94.584

98.014

90.929

88.537

83.654

81.701

   

– waarvan apparaat

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Prijsbijstelling

4.213

0

4.213

7.935

12.148

7.557

6.993

5.469

5.259

   

– waarvan programma

2.225

0

2.225

9.923

12.148

9.542

8.969

7.446

7.236

   

– waarvan apparaat

1.988

0

1.988

– 1.988

0

– 1.985

– 1.976

– 1.977

– 1.977

   

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Taakstelling

– 38.812

0

– 38.812

– 1.088

– 39.900

912

2.912

2.912

2.912

   

– waarvan programma

– 38.812

0

– 38.812

– 1.088

– 39.900

912

2.912

2.912

2.912

   

– waarvan apparaat

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                       

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting mutaties Eerste suppletoire begroting

Loonbijstelling

Deze mutatie betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2019 (€ 95,6 miljoen).

Prijsbijstelling

Deze mutatie betreft de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2019 (€ 7,9 miljoen).

5. Financieel Beeld Zorg (FBZ)

1. Inleiding

In de 1e suppletoire begroting 2019 worden de budgettaire ontwikkelingen voor 2019–2023 vanaf de ontwerpbegroting 2019 toegelicht binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.

Het FBZ geeft een actueel beeld van de zorguitgaven en de ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg. Naast de doorwerking van de voorlopige zorguitgaven 2018 (zoals gepresenteerd in het VWS jaarverslag 2018, dat op 15 mei 2019 is verschenen), geeft deze paragraaf de bijstellingen weer voor 2019 en de doorwerking daarvan in volgende jaren.

Dit deel van de 1e suppletoire begroting 2019 bestaat uit de volgende paragrafen:

  • 1. Inleiding

  • 2. Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de netto zorguitgaven

    • 2.1. Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de plafondtoets

    • 2.2. Ontwikkeling van de netto zorguitgaven

  • 3. Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten

    • 3.1. Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten

    • 3.2. Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten

    • 3.3. Begrotingsgefinancierde zorguitgaven (Wmo beschermd wonen en overige begrotingsgefinancierde zorguitgaven)

  • 4. Verdieping zorguitgaven en -ontvangsten naar sectoren

    • 4.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)

    • 4.2. Wet langdurige zorg (Wlz)

2. Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de netto-zorguitgaven

2.1. Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de plafondtoets

Voor de uitgavenkant van het Rijk zijn aan het begin van deze kabinetsperiode afspraken gemaakt over het maximale uitgavenniveau met zogenaamde plafonds. Voor elk jaar is een plafond voor de totale uitgaven afgesproken dat niet overschreden mag worden. De hoogte van het uitgavenplafond wordt vervolgens jaarlijks aangepast aan de loon- en prijsontwikkelingen volgens de inzichten van het Centraal Planbureau (CPB). Verder wordt het uitgavenplafond aangepast voor onderlinge overboekingen tussen de drie uitgavenplafonds. De uitgavenplafonds van de sectoren Rijksbegroting, Sociale Zekerheid Arbeidsmarktbeleid en Zorg samen vormen het totale uitgavenplafond.

Het Uitgavenplafond Zorg is bij Startnota van het kabinet-Rutte III voor de periode 2018–2021 vastgesteld. Voor het vaststellen van het Uitgavenplafond Zorg is uitgegaan van de netto zorguitgaven bij Miljoenennota 2018. Op deze stand zijn vervolgens de maatregelen en de macro-economische doorwerking uit het regeerakkoord verwerkt.

In tabel 1 is de opbouw van het Uitgavenplafond Zorg vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 te zien.

Tabel 1. Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de netto zorguitgaven 2019–2021 (bedragen x € 1 miljoen)1
   

2019

2020

2021

1

Uitgavenplafond zorg stand ontwerpbegroting 2019

71.939,9

76.120,5

80.335,0

2

Loon- en prijsontwikkeling

– 79,7

– 1.122,4

– 1.556,6

3

Overboekingen tussen Uitgavenplafonds

– 579,0

– 512,4

– 613,9

4

Bijstelling Uitgavenplafond Zorg (=2+3)

– 658,6

– 1.634,8

– 2.170,5

5

Uitgavenplafond Zorg stand 1e suppletoire begroting 2019 (=1+4)

71.281,3

74.485,7

78.164,5

         

6

Netto zorguitgaven stand ontwerpbegroting 2019

71.437,8

75.628,7

79.765,6

7

Bijstelling netto zorguitgaven

– 1.107,0

– 2.050,0

– 2.575,4

8

Netto zorguitgaven stand 1e suppletoire begroting 2019

70.330,8

73.578,7

77.190,2

         

9

Onderschrijding Uitgavenplafond Zorg bij ontwerpbegroting 2019 (= 6–1)

– 502,1

– 491,8

– 569,4

10

Mutatie 1e suppletoire begroting 2019 (=11–9)

– 448,3

– 415,1

– 404,8

11

Onderschrijding Uitgavenplafond Zorg bij 1e suppletoire begroting 2019(= 8–5)

– 950,4

– 907,0

– 974,3

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

X Noot
1

Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting

De actuele stand van de onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg bedraagt afgerond € 1,0 miljard in 2019 en 2021 en € 0,9 miljard in 2020. Bij de ontwerpbegroting 2019 was sprake van een onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg van afgerond € 0,5 miljard in 2019 en 2020 en € 0,6 miljard in 2021. De toename van de onderschrijding is het gevolg van de neerwaartse bijstelling van het Uitgavenplafond Zorg en de neerwaartse bijstelling van de netto zorguitgaven.

Bijstelling van het Uitgavenplafond Zorg

Het Uitgavenplafond Zorg is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld met € 0,1 miljard in 2019, oplopend tot € 1,6 miljard in 2021, als gevolg van een lagere loon- en prijsontwikkeling dan eerder geraamd.

Het Uitgavenplafond Zorg is verder verlaagd met circa € 0,6 miljard in 2019 en 2021 en € 0,5 miljard in 2020 als gevolg van overboekingen vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar het Uitgavenplafond Rijksbegroting. Een groot deel hiervan betreft overboekingen naar het gemeentefonds in verband met extra middelen voor de jeugdzorg.

2.2. Ontwikkeling van de netto zorguitgaven

In de onderstaande tabel worden de mutaties in de netto zorguitgaven vanaf de ontwerpbegroting 2019 en de 1e suppletoire begroting 2019 (actuele stand) voor de jaren 2019–2021 weergegeven. Daarmee geeft de tabel een beeld van de totale budgettaire effecten sinds de ontwerpbegroting 2019.

Tabel 2 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven 2019–2021 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

Netto zorguitgaven stand ontwerpbegroting 2019

71.437,8

75.628,7

79.765,6

       

Mutaties 1e suppletoire begroting 2019

– 1.107,0

– 2.050,0

– 2.575,4

Loon- en prijsontwikkeling

– 79,7

– 1.122,4

– 1.556,6

Overboekingen

– 579,0

– 512,4

– 613,9

Autonoom

– 2,4

– 162,4

– 62,4

Beleidsmatig

– 445,9

– 252,7

– 342,4

Netto zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2019

70.330,8

73.578,7

77.190,2

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting

Op basis van de ramingen van het CPB in het CEP 2019 is de verwachte loon- en prijsontwikkeling van de zorguitgaven neerwaarts bijgesteld. Daarnaast zorgt een aantal overboekingen voor lagere zorguitgaven. Voor deze twee uitgavenmutaties is ook het Uitgavenplafond Zorg gecorrigeerd (zie paragraaf 2.1).

De autonome mutaties (voornamelijk het verwerken van voorlopige realisatiecijfers over 2018 en de meerjarige doorwerking daarvan) leiden per saldo tot lagere zorguitgaven. Tot slot leiden de beleidsmatige mutaties per saldo eveneens tot lagere zorguitgaven.

In paragraaf 3 en 4 wordt de ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten per financieringsbron verder toegelicht.

3. Verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2019.

3.1. Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 3 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 de verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten zien.

Tabel 3 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2019

50.359,8

52.549,8

54.607,4

56.931,6

60.337,8

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

Autonoom

– 306,1

– 967,9

– 1.233,1

– 1.695,4

– 2.129,7

Actualisering zorguitgaven (zie tabel 3A)

– 281,1

– 281,1

– 281,1

– 281,1

– 281,1

Loon- en prijsontwikkeling

– 25,0

– 686,8

– 952,0

– 1.414,4

– 1.848,6

           

Beleidsmatig

– 420,2

– 386,8

– 426,2

– 484,4

– 433,5

Ramingsbijstelling opleidingen

– 225,0

– 176,3

– 86,3

– 150,0

– 110,0

Verlagen groeiruimte geneesmiddelen

– 120,0

– 160,0

– 230,0

– 230,0

– 230,0

Nominaal en onverdeeld Zvw

– 71,9

– 54,9

– 113,3

– 106,5

– 97,9

Overig beleidsmatig

– 3,3

4,4

3,4

2,2

4,4

           

Technisch

– 18,3

– 87,9

– 104,3

– 122,8

– 135,0

Overheveling roerende voorzieningen

– 14,1

– 14,1

– 14,1

– 14,1

– 14,1

Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating

– 2,2

– 19,2

– 38,2

– 57,2

– 70,2

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

– 0,7

– 30,7

– 30,8

– 30,7

– 30,3

Overig technisch

– 1,4

– 24,0

– 21,3

– 20,8

– 20,4

           

Totaal bijstellingen

– 744,6

– 1.442,6

– 1.763,6

– 2.302,6

– 2.698,3

           

Bruto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

49.615,2

51.107,2

52.843,8

54.629,0

57.639,5

           

Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2019

3.114,9

3.147,9

3.181,3

3.315,2

3.498,0

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

N.v.t.

         

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Zvw-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2019

3.114,9

3.147,9

3.181,3

3.315,2

3.498,0

           

Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2019

47.244,9

49.401,9

51.426,1

53.616,4

56.839,8

Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven

– 744,6

– 1.442,6

– 1.763,6

– 2.302,6

– 2.698,3

Netto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

46.500,3

47.959,3

49.662,5

51.313,8

54.141,5

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting Zvw-uitgaven

Autonoom

Actualisering Zvw-uitgaven

Tabel 3A Actualisering Zvw-uitgaven 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Eerstelijnszorg

– 99,2

– 99,2

– 99,2

– 99,2

– 99,2

Tweedelijnszorg

– 12,4

– 12,4

– 12,4

– 12,4

– 12,4

Geneesmiddelen

– 62,7

– 62,7

– 62,7

– 62,7

– 62,7

Hulpmiddelen

– 57,2

– 57,2

– 57,2

– 57,2

– 57,2

Ziekenvervoer

– 2,6

– 2,6

– 2,6

– 2,6

– 2,6

Grensoverschrijdende zorg

– 47,0

– 47,0

– 47,0

– 47,0

– 47,0

Stand 1e suppletoire begroting 2019

– 281,1

– 281,1

– 281,1

– 281,1

– 281,1

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In tabel 3A is het onderdeel «Actualisering Zvw-uitgaven» uit tabel 3 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens over 2018 van het Zorginstituut en de NZa. De realisatiecijfers over 2018 van de sectoren huisartsen/MDZ, wijkverpleging, ggz en MSZ zijn niet verwerkt in de ramingen voor 2019 en latere jaren vanwege de voor die sectoren gemaakte financiële afspraken in de afgesloten Bestuurlijke akkoorden 2019–2022.

In het verdiepingshoofdstuk wordt de actualisering van de Zvw-uitgaven per sectorverder toegelicht.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsbijstelling van de brutozorguitgaven is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld.

Beleidsmatig

Ramingsbijstelling opleidingen

Op basis van nieuw beschikbaar gekomen gegevens vanuit de NZa en het Capaciteitsorgaan zijn de ramingen voor de medische vervolgopleidingen aangepast. Uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt dat er steeds meer artsen in opleiding tot specialist (aios) in deeltijd werken. Deze trend zet zich naar verwachting door. Hierdoor kan de raming van de kosten van het opleiden van deze aios naar beneden worden bijgesteld. Dit betekent niet dat er minder aios worden opgeleid. Daarnaast leiden ziekenhuizen minder gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel op dan waarmee rekening gehouden werd in de raming van het Capaciteitsorgaan.

Verlagen groeiruimte geneesmiddelen

De verwachte uitgaven aan geneesmiddelen zijn op basis van de geneesmiddelenraming van het Zorginstituut lager dan eerder geraamd. Daarom wordt de raming voor geneesmiddelen met € 120 miljoen in 2019, oplopend tot € 230 miljoen in 2021 neerwaarts bijgesteld.

Nominaal en onverdeeld Zvw

Deze mutatie betreft vrijval van niet benodigde groeiruimte en vrijval van middelen die gereserveerd waren voor Voorwaardelijke Toelating.

Technisch

Overheveling roerende voorzieningen

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit de Wlz betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld een hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.

Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating

De huidige regeling Voorwaardelijke Toelating wordt vervangen door nieuwe regelingen. Een deel van de gereserveerde middelen binnen het Uitgavenplafond Zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting. Het gaat om de programma- en uitvoeringskosten voor de regelingen Veelbelovende zorg en Zorgevaluatie en gepast gebruik.

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

Dit betreffen middelen voor kwaliteitsgelden curatieve zorg. De grootste post (€ 26,5 miljoen) betreft kwaliteitsmiddelen die op grond van de Bestuurlijke akkoorden voor de huisartsenzorg, MSZ en ggz beschikbaar zijn gesteld. De middelen die bij begroting 2019 zijn toegevoegd aan de sector Overig curatieve zorg, worden vanaf 2020 via ZonMw gefinancierd en worden daarom vanaf dat jaar overgeheveld naar de begroting. Daarnaast gaat het om kwaliteitsmiddelen Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) (€ 2,2 miljoen vanaf 2020), kwaliteitsmiddelen GRZ, ELV en aanvullende geneeskundige zorg (AGZ) (€ 0,2 miljoen in 2019 en circa € 1 miljoen vanaf 2020), alsmede uitvoeringskosten van ZonMw (€ 0,5 miljoen in 2019 en € 1,0 miljoen vanaf 2020).

Overig technisch

Deze mutatie betreft onder meer ijklijnmutaties naar de VWS-begroting ten behoeve van de invoering van pneumokokkenvaccinatie en het aanbieden van het quadrivalent vaccin aan zorgverleners en de doelgroepen van het Nationaal Programma Grieppreventie.

3.2. Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 de verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten zien.

Tabel 4 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2019

23.730,1

25.888,0

28.089,4

30.193,0

32.121,6

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

Autonoom

202,5

– 336,8

– 403,6

– 705,5

– 1.120,4

Actualisering zorguitgaven (zie tabel 4A)

– 96,6

– 96,6

– 96,6

– 96,6

– 96,6

Loon- en prijsontwikkeling

– 50,9

– 430,2

– 597,0

– 798,9

– 1.023,8

Jeugdhulp

350,0

190,0

290,0

190,0

0,0

           

Beleidsmatig

50,7

126,8

90,4

55,5

43,2

Ontwikkelopgave zorgkantoren

11,8

10,2

10,4

10,4

10,4

Ramingsbijstelling Wlz

– 37,3

– 8,9

– 53,4

– 101,6

– 110,9

Ambulantisering in het ggz-domein

50,0

65,0

80,0

95,0

95,0

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen

2,2

6,1

7,8

9,5

11,4

Invoeren Wet verplichte ggz

0,0

20,0

20,0

20,0

20,0

Wet Zorg en Dwang

0,5

9,6

9,7

9,9

10,0

Bijdrage Zorgvisie Groningen

6,2

6,2

6,2

6,2

6,2

Overig beleidsmatig

17,3

18,7

9,7

6,2

1,2

           

Technisch

– 617,3

– 481,5

– 566,5

– 468,4

– 280,0

Jeugdhulp (IJklijn)

– 350,0

– 190,0

– 290,0

– 190,0

0,0

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn)

– 2,2

– 6,1

– 7,8

– 9,5

– 11,4

Invoeren Wvggz (IJklijn)

0,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen

– 57,0

– 57,0

– 56,9

– 56,9

– 57,0

Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015 en Jeugd (IJklijn)

– 187,3

– 187,7

– 190,1

– 190,0

– 189,9

Overheveling roerende voorzieningen

14,1

14,1

14,1

14,1

14,1

Overig technisch

– 34,9

– 34,8

– 15,8

– 16,1

– 15,8

           

Totaal bijstellingen

– 364,1

– 691,4

– 879,8

– 1.118,4

– 1.357,1

           

Bruto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

23.366,0

25.196,6

27.209,6

29.074,6

30.764,6

           

Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2019

1.868,3

1.946,9

2.028,5

2.113,6

2.225,6

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

Autonoom

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

Actualisering eigen bijdrage

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

           

Totaal bijstellingen

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

           

Wlz-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2019

1.843,0

1.921,7

2.003,3

2.088,4

2.200,3

           

Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2019

21.861,8

23.941,1

26.060,8

28.079,4

29.896,1

Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven

– 338,8

– 666,1

– 854,5

– 1.093,1

– 1.331,8

Netto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2019

21.523,0

23.275,0

25.206,3

26.986,3

28.564,3

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Toelichting Wlz-uitgaven

Autonoom

Actualisering Wlz-uitgaven

Tabel 4A Actualisering Wlz-uitgaven 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

ZIN binnen contracteerruimte

– 69,0

– 69,0

– 69,0

– 69,0

– 69,0

Persoonsgebonden budgetten

– 61,0

– 61,0

– 61,0

– 61,0

– 61,0

Buiten contracteerruimte

33,4

33,4

33,4

33,4

33,4

Stand 1e suppletoire begroting 2019

– 96,6

– 96,6

– 96,6

– 96,6

– 96,6

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In tabel 4A is het onderdeel «Actualisering Wlz-uitgaven» uit tabel 4 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens over 2018 van het Zorginstituut en de NZa en de meerjarige doorwerking hiervan.

In het verdiepingshoofdstuk wordt de actualisering van de Wlz-uitgaven per sector verder toegelicht.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsbijstelling van de brutozorguitgaven is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2019 van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld.

Jeugdhulp

Gemeenten zijn nog niet in staat geweest om de transitie- en transformatiedoelen van de decentralisatie van de Jeugdhulp binnen een termijn van vier jaar te realiseren. Er is sprake van een volumestijging en uitgavenstijging. Daarvoor komt het kabinet de gemeenten de komende jaren tegemoet met een extra budget van in totaal € 420 miljoen in 2019, € 300 miljoen in 2020 en € 300 miljoen in 2021. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

Beleidsmatig

Ontwikkelopgave zorgkantoren

Voor de implementatie van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg spelen de zorgkantoren een belangrijke rol. Om deze rol goed te kunnen invullen hebben de zorgkantoren een ontwikkelopgave. Hiervoor is een additioneel bedrag van € 10,4 miljoen per jaar benodigd. Voor 2019 is een bedrag van € 11,3 miljoen benodigd. Daarnaast is besloten om de cliëntondersteuning in 2019 voort te zetten (€ 0,5 miljoen).

Ramingsbijstelling Wlz

Dit betreft een ramingsbijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk was zonder het Wlz-kader bij te stellen.

Ambulantisering in het ggz-domein

Middels het Hoofdlijnenakkoord ggz en Zorg op de Juiste Plaats wordt binnen het ggz-domein ingezet op ambulantisering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen als voor begeleiding. In totaal is er een reeks beschikbaar van € 50 mln. in 2019 oplopend naar structureel € 95 mln. in 2022 beschikbaar. De middelen worden na ondertekening van het Hoofdlijnenakkoord ggz door de VNG gestort in het Gemeentefonds.

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen

In navolging van de in 2018 gemaakte bestuurlijke afspraak om pleegzorg (bij 18 jaar) standaard te verlengen tot 21 jaar, wordt ook de leeftijdsgrens voor gezinshuizen verhoogd tot 21 jaar. Gemeenten krijgen extra middelen voor deze verhoging.

Invoeren Wet verplichte ggz

Per 1 januari 2020 treedt de Wet verplichte ggz in werking. Als gevolg van deze wet krijgen gemeenten extra uitvoerende taken. Hiervoor worden gemeenten financieel gecompenseerd.

Wet Zorg en Dwang

In 2020 treedt de nieuwe wet Zorg en Dwang in werking. Hierin is geregeld dat vg- en pg-patiënten aanspraak kunnen maken op een cliëntvertrouwenspersoon (cvp). De cvp wordt ingezet conform het kwaliteitskader. Daarnaast wordt een landelijke faciliteit opgezet voor het bij elkaar brengen en bundelen van expertise. Voor dit geheel is budget beschikbaar gesteld oplopend tot € 10 miljoen in 2023.

Bijdrage Zorgvisie Groningen

De Stuurgroep Zorg heeft een visie opgesteld voor een duurzaam zorglandschap in de regio Groningen inclusief een advies over de versterking/vernieuwing van het zorgvastgoed. Hiervoor is in totaal € 323 miljoen nodig. De Minister heeft besloten dat VWS maximaal € 93 miljoen bijdraagt over een periode van 15 jaar om deze visie uit te verwezenlijken.

Overig beleidsmatig

Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.

Technisch

Jeugdhulp (IJklijn)

Deze mutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de jeugdzorg naar de algemene uitkering van het gemeentefonds. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn)

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Invoeren Wet verplichte ggz (IJklijn)

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen in verband met de invoering van de Wet verplichte ggz naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen

Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015 en Jeugd (IJklijn)

Deze mutaties betreffen de overheveling van de loon- en prijsbijstelling 2019 van het Wmo en jeugd-budget naar de integratie-uitkering Beschermd Wonen en de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Overheveling roerende voorzieningen

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit hun instellingsbudget betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld het hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheld van de Zvw naar de Wlz.

Overig technisch

Deze post is het saldo van verschillende technische mutaties.

Toelichting Wlz-ontvangsten

Autonoom

Actualisering eigen bijdrage

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de ontvangsten 2018 die ook is verwerkt in het jaarverslag 2018 van VWS.

3.3. Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven

Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die op grond van de Wmo Beschermd Wonen in het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast de Wmo Beschermd Wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie horen bepaalde uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederlanden, de subsidie(regelingen) NIPT, abortusklinieken, subsidie overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg (MSZ) en uitgaven die de kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid borgen. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord en toegelicht bij de artikelen 1, 2 en 4. Ten slotte zijn er bedragen gereserveerd op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen. Dit betreft onder meer de loon- en prijsbijstelling voor de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.

In tabel 5 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De uitgaven die onder de Wmo Beschermd Wonen vallen, worden in tabel 6 gespecificeerd.

Tabel 5 Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven en aanvullende post Financien 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2019

2.331,1

2.285,8

2.278,7

2.221,0

2.217,1

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         

Wmo Beschermd Wonen (gemeentefonds). Zie tabel 6

97,7

109,9

122,1

134,3

134,3

           

Autonoom

– 3,8

– 5,4

– 7,6

– 6,2

– 9,7

Loon- en prijsontwikkeling

– 3,8

– 5,4

– 7,6

– 6,2

– 9,7

           

Beleidsmatig

– 76,4

7,2

– 6,6

50,9

– 3,6

Subsidie NIPT (Artikel 1)

– 6,9

– 6,6

– 6,5

– 7,2

– 6,4

Subsidieregeling abortusklinieken (Artikel 1)

1,0

1,0

1,0

1,0

1,0

Subsidie kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid (Artikel 2)

5,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Subsidie overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg (MSZ) (Artikel 2)

– 16,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Zorgopleidingen (Artikel 4)

– 61,7

10,5

– 2,5

55,6

0,3

Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4)

4,0

4,0

3,0

3,0

3,0

Loon- en prijsbijstelling begrotingsgefinancierde zorg

– 1,9

– 1,7

– 1,7

– 1,5

– 1,5

           

Technisch

– 0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Overig technisch

– 0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal bijstellingen

17,1

111,7

107,8

179,0

121,0

           

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2019

2.348,2

2.397,5

2.386,5

2.400,0

2.338,1

Tabel 6 Verticale ontwikkeling Wmo Beschermd Wonen 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2019

2020

2021

2022

2023

Netto Wmo Beschermd Wonen ontwerpbegroting 2019

1.714,4

1.713,6

1.713,6

1.713,5

1.713,6

           

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2019

         
           

Technisch

57,0

57,0

56,9

56,9

57,0

Loon- en prijsbijstelling 2019

57,0

57,0

56,9

56,9

57,0

           

Totaal bijstellingen

57,0

57,0

56,9

56,9

57,0

           

Netto Wmo Beschermd Wonen 1e suppletoire begroting 2019

1.771,4

1.770,5

1.770,5

1.770,5

1.770,5

X Noot
1

Alleen de middelen die behoren tot het Uitgavenplafond Zorg worden hier verantwoord.

Toelichting

Uitgaven

Technisch

Loon- en prijsbijstelling 2019

Dit betreft de tranche 2019 loon- en prijsontwikkeling voor beschermd wonen.

4. Verdieping zorguitgaven en -ontvangsten naar sectoren

In deze verdiepingsparagraaf wordt een overzicht en toelichting gegeven van de ontwikkeling van de zorguitgaven naar sectoren voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz. Dit geeft een beeld van de budgettaire ontwikkelingen binnen de afzonderlijke onderdelen van de zorg. De bijstellingen zijn weergegeven ten opzichte van de ontwerpbegroting 2019.

4.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Zvw. Tabel 7 is een overzichtstabel met het totaal van de bijstellingen tussen de ontwerpbegroting 2019 en de 1e suppletoire begroting 2019 voor de Zvw. Na tabel 7 wordt per sector deze bijstellingen toegelicht.

Tabel 7 Ontwikkeling van de Zvw-uitgaven per (deel)sector 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

Stand ontwerpbegroting

Bijstelling 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Bijstelling later jaren

 

2019

2019

2019

2020

2021

2022

2023

Eerstelijnszorg

6.055,3

110,5

6.165,8

111,6

115,4

119,3

119,0

Huisartsenzorg

3.047,4

106,7

3.154,1

109,5

112,8

116,0

115,7

Multidisciplinaire zorgverlening

630,1

21,4

651,5

22,0

22,6

23,3

23,3

Tandheelkundige zorg

791,3

6,3

797,6

6,3

6,3

6,3

6,3

Paramedische zorg

828,4

– 16,7

811,7

– 16,8

– 16,8

– 16,8

– 16,8

Verloskundige zorg

257,9

– 3,2

254,7

– 5,4

– 5,4

– 5,4

– 5,4

Kraamzorg

319,2

6,0

325,2

6,0

6,0

6,0

6,0

Zintuiglijk gehandicapten

181,1

– 10,1

170,9

– 10,1

– 10,1

– 10,1

– 10,1

               

Tweedelijnszorg

25.305,2

843,8

26.149,0

831,5

836,7

838,1

833,9

Medisch-specialistische zorg

22.833,1

768,3

23.601,4

773,4

777,2

776,9

772,3

Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijns verblijf

1.109,4

39,9

1.149,2

39,8

40,4

41,2

41,6

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg

704,6

24,0

728,6

34,0

35,0

36,0

36,0

Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg

55,6

– 10,1

45,5

– 10,1

– 10,1

– 10,1

– 10,1

Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg

102,4

3,4

105,9

3,4

3,4

3,4

3,4

Overig curatieve zorg

500,2

18,2

518,4

– 9,1

– 9,2

– 9,3

– 9,4

               

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

3.814,4

136,9

3.951,3

139,1

140,4

141,4

141,4

               

Genees- en hulpmiddelen

6.655,3

– 80,8

6.574,5

– 132,5

– 206,2

– 210,3

– 210,6

Geneesmiddelen

5.037,3

– 50,5

4.986,8

– 97,7

– 170,6

– 174,0

– 174,3

Hulpmiddelen

1.618,0

– 30,3

1.587,7

– 34,7

– 35,6

– 36,3

– 36,3

               

Wijkverpleging

3.956,2

142,0

4.098,1

145,7

149,1

152,5

152,4

               

Ziekenvervoer

773,5

25,3

798,8

25,0

24,8

24,9

24,9

Ambulancevervoer

647,8

23,4

671,2

22,9

22,8

22,8

22,8

Overige ziekenvervoer

125,7

1,9

127,6

2,1

2,1

2,1

2,1

               

Opleidingen

1.359,8

– 178,7

1.181,0

– 130,4

– 42,1

– 105,0

– 65,0

Grensoverschrijdende zorg

707,0

– 23,8

683,2

– 23,8

– 23,9

– 23,9

– 23,9

Nominaal en onverdeeld

1.733,1

– 1.719,6

13,5

– 2.408,7

– 2.757,9

– 3.239,7

– 3.670,3

Bruto Zvw-uitgaven

50.359,8

– 744,6

49.615,2

– 1.442,6

– 1.763,6

– 2.302,6

– 2.698,3

Eigen betalingen Zvw

3.114,9

0,0

3.114,9

0,0

0,0

0,0

0,0

Netto Zvw-uitgaven

47.244,9

– 744,6

46.500,3

– 1.442,6

– 1.763,6

– 2.302,6

– 2.698,3

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Eerstelijnszorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Huisartsenzorg

106,7

109,5

112,8

116,0

115,7

Multidisciplinaire zorgverlening

21,4

22,0

22,6

23,3

23,3

Tandheelkundige zorg

26,4

26,4

26,4

26,4

26,4

Paramedische zorg

28,2

28,1

28,1

28,1

28,1

Verloskundige zorg

9,1

9,1

9,1

9,1

9,1

Kraamzorg

11,7

11,7

11,7

11,7

11,7

Zintuiglijk gehandicapten

6,2

6,2

6,2

6,2

6,2

           

Actualisering zorguitgaven

         

Tandheelkundige zorg

– 20,1

– 20,1

– 20,1

– 20,1

– 20,1

Paramedische zorg

– 44,9

– 44,9

– 44,9

– 44,9

– 44,9

Verloskundige zorg

– 12,3

– 12,3

– 12,3

– 12,3

– 12,3

Kraamzorg

– 5,6

– 5,6

– 5,6

– 5,6

– 5,6

Zintuiglijk gehandicapten

– 16,3

– 16,3

– 16,3

– 16,3

– 16,3

Zoals gerapporteerd in het VWS-jaarverslag 2018 vielen de uitgaven voor de eerstelijnszorg in 2018 lager uit dan eerder geraamd. Deze lagere uitgaven worden deels structureel verondersteld. Per saldo gaat het daarbij om circa € 99 miljoen. De uitgaven aan tandheelkundige zorg laten een structurele onderschrijding van € 20 miljoen zien. Deze wordt voornamelijk veroorzaakt door minder sterke volumegroei en tariefontwikkeling dan eerder werd verondersteld. Bij de fysiotherapie wordt verwacht dat de overgang van de artrosezorg en de zorg omtrent etalagebenen een langer ingroeipad heeft dan eerder verwacht; een deel (€ 6 miljoen) van de onderschrijding wordt daarom incidenteel geacht. De lagere uitgaven voor kraamzorg en verloskundige zorg hangen samen met een lager aantal geboorten. De lagere uitgaven voor zorg voor zintuiglijk gehandicapten, waar onderzoek naar is gedaan door Significant (zie TK 2016–2017, 24 170, nr. 160), worden merendeels structureel verondersteld.

         
           

Technisch

         

Overig technisch

         

Verloskundige zorg

         

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

 

– 2,2

– 2,2

– 2,2

– 2,2

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

110,5

111,6

115,4

119,3

119,0

Tweedelijnszorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Medisch-specialistische zorg

768,3

773,4

777,2

776,9

772,3

Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijns verblijf

37,4

38,1

38,8

39,5

39,5

Beschikbaarheidbijdrage overig medisch-specialistische zorg

3,4

3,4

3,4

3,4

3,4

Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg

1,9

1,9

1,9

1,9

1,9

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg

24,0

24,1

24,1

24,1

24,1

Overig curatieve zorg

16,8

16,9

16,8

16,7

16,6

           

Actualisering zorguitgaven

         

Geriatrische revalidatiezorg

– 12,4

– 12,4

– 12,4

– 12,4

– 12,4

De uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. Hoewel de cijfers over 2018 nog voorlopig zijn, worden de lagere uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg in 2018 structureel verondersteld.

         
           

Beleidsmatig

         

Overig beleidsmatig

– 9,0

– 1,1

– 1,1

– 0,1

– 0,1

           

Technisch

         

Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg

         

Overig curatieve zorg

0,0

– 26,0

– 26,0

– 26,0

– 26,0

Geriatrische revalidatiezorg

– 0,2

– 1,0

– 1,1

– 1,0

– 0,6

Dit betreffen middelen voor kwaliteitsgelden curatieve zorg. De grootste post (€ 26,5 miljoen) betreft kwaliteitsmiddelen die op grond van de Bestuurlijke akkoorden voor de huisartsenzorg, MSZ en ggz beschikbaar zijn gesteld. De middelen die bij begroting 2019 zijn toegevoegd aan de sector Overig curatieve zorg, worden vanaf 2020 via ZonMw gefinancierd en worden daarom vanaf dat jaar overgeheveld naar de begroting. Daarnaast gaat het om kwaliteitsmiddelen Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) (€ 2,2 miljoen vanaf 2020), kwaliteitsmiddelen GRZ, ELV en aanvullende geneeskundige zorg (AGZ) (€ 0,2 miljoen in 2019 en circa € 1 miljoen vanaf 2020), alsmede uitvoeringskosten van ZonMw (€ 0,5 miljoen in 2019 en € 1,0 miljoen vanaf 2020).

         
           

Overige technisch

13,4

14,0

15,0

15,0

15,0

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

843,8

831,5

836,7

838,1

833,9

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

136,9

139,1

140,4

141,4

141,4

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

136,9

139,1

140,4

141,4

141,4

Genees- en hulpmiddelen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Geneesmiddelen

127,7

124,4

121,5

118,1

117,8

Hulpmiddelen

41,0

42,1

41,2

40,6

40,5

           

Actualisering zorguitgaven

         

Geneesmiddelen

– 62,7

– 62,7

– 62,7

– 62,7

– 62,7

Dit betreft de meerjarige doorwerking van de onderschrijding op de uitgaven aan geneesmiddelen in 2018 (totaal € 92,7 miljoen). De onderschrijding werd voornamelijk veroorzaakt door scherpere inkoop en wordt voor een bedrag van € 62,7 miljoen structureel verondersteld (omdat de onderschrijding deels samenhangt met de maatregel verscherpte inkoop uit het regeerakkoord die al is afgeboekt, wordt niet de gehele onderschrijding uit 2018 structureel geboekt).

         
           

Hulpmiddelen

– 57,2

– 57,2

– 57,2

– 57,2

– 57,2

Dit betreft de meerjarige doorwerking van de onderschrijding op de uitgaven aan hulpmiddelen in 2018. Deze werd waarschijnlijk voornamelijk veroorzaakt doordat zorgverzekeraars de budgettaire groei met name door een beperkte prijsontwikkeling lager weten te houden dan de beschikbare budgettaire ruimte. Verder geven zorgverzekeraars aan vanaf 2018 strenger te controleren op onrechtmatig gedeclareerde zorg via de Zvw voor Wlz gerechtigden.

         
           

Beleidsmatig

         

Geneesmiddelen

         

Verlagen groeiruimte geneesmiddelen

– 120,0

– 160,0

– 230,0

– 230,0

– 230,0

De verwachte uitgaven aan geneesmiddelen zijn op basis van de geneesmiddelenraming van het Zorginstituut lager dan eerder geraamd. Daarom wordt de raming voor geneesmiddelen met € 120 miljoen in 2019, oplopend tot € 230 miljoen in 2021 neerwaarts bijgesteld.

         
           

Overig beleidsmatig

         

Besparingsverlies vitaminenmaatregel

4,5

4,5

4,5

4,5

4,5

           

Technisch

         

Hulpmiddelen

         

Overheveling roerende voorzieningen

– 14,1

– 14,1

– 14,1

– 14,1

– 14,1

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit de Wlz betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld een hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.

         
           

Overig technisch

         

IJklijnmutatie middelen Voorwaardelijke Toelating kader geneesmiddelen

0,0

– 4,0

– 4,0

– 4,0

– 4,0

IJklijnmutatie middelen Voorwaardelijke Toelating kader hulpmiddelen

0,0

– 5,5

– 5,5

– 5,5

– 5,5

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

– 80,8

– 132,5

– 206,2

– 210,3

– 210,6

Wijkverpleging (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

142,0

145,7

149,1

152,5

152,4

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

142,0

145,7

149,1

152,5

152,4

Ziekenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Ambulancevervoer

23,4

22,9

22,8

22,8

22,8

Overige ziekenvervoer

4,5

4,7

4,7

4,7

4,7

           

Actualisering zorguitgaven

         

Overig ziekenvervoer

– 2,6

– 2,6

– 2,6

– 2,6

– 2,6

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

25,3

25,0

24,8

24,9

24,9

Opleidingen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

46,3

45,9

44,2

45,0

45,0

           

Beleidsmatig

         

Ramingsbijstelling opleidingen

– 225,0

– 176,3

– 86,3

– 150,0

– 110,0

Op basis van nieuw beschikbaar gekomen gegevens vanuit de NZa en het Capaciteitsorgaan zijn de ramingen voor de medische vervolgopleidingen aangepast. Uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt dat er steeds meer artsen in opleiding tot specialist (aios) in deeltijd werken. Deze trend zet zich naar verwachting door. Hierdoor kan de raming van de kosten van het opleiden van deze aios naar beneden worden bijgesteld. Dit betekent niet dat er minder aios worden opgeleid. Daarnaast leiden ziekenhuizen minder gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel op dan waarmee rekening gehouden werd in de raming van het Capaciteitsorgaan. Het betreft een aflopende reeks van € 225 miljoen in 2019, € 190 miljoen in 2020, € 150 miljoen in 2021 en 2022 en structureel € 110 miljoen vanaf 2023. Een deel van de ruimte die in 2020 (€ 13,7 miljoen) en 2021 (€ 63,7 miljoen) ontstaat, wordt ingezet voor extra middelen in het kader van Sectorplanplus. Dit zal in de begroting 2020 nader worden verwerkt.

         
           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

– 178,7

– 130,4

– 42,1

– 105,0

– 65,0

Grensoverschrijdende zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

23,2

23,2

23,1

23,1

23,1

           

Actualisering zorguitgaven

– 47,0

– 47,0

– 47,0

– 47,0

– 47,0

Op basis van actuele cijfers van het CAK en het Zorginstituut is de meerjarige trend van de uitgaven aan grensoverschrijdende zorg vastgesteld. Naar aanleiding hiervan zijn de uitgaven aan grensoverschrijdende zorg met € 47 miljoen neerwaarts bijgesteld.

         
           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

– 23,8

– 23,8

– 23,9

– 23,9

– 23,9

Nominaal en onverdeeld Zvw (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

– 1.606,5

– 1.618,9

– 1.626,2

– 1.631,6

– 1.626,1

Dit betreft de uitdeling aan de verschillende Zvw-sectoren van de tranche 2019 van de vergoeding voor loon- en prijsontwikkeling.

         
           

Nominale ontwikkeling

– 25,0

– 686,8

– 952,0

– 1.414,4

– 1.848,6

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de macro-economische inzichten in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau (CPB).

         
           

Beleidsmatig

         

Nominaal en onverdeeld

– 71,9

– 54,9

– 113,3

– 106,5

– 97,9

Deze mutatie betreft vrijval van niet benodigde groeiruimte en vrijval van middelen die gereserveerd waren voor Voorwaardelijke Toelating.

         
           

Technisch

         

Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating

– 2,2

– 19,2

– 38,2

– 57,2

– 70,2

De huidige regeling Voorwaardelijke Toelating wordt vervangen door nieuwe regelingen. Een deel van de gereserveerde middelen binnen het Uitgavenplafond Zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting. Het gaat om de programma- en uitvoeringskosten voor de regelingen Veelbelovende zorg en Zorgevaluatie en gepast gebruik.

         
           

Overige technisch

– 14,0

– 29,0

– 28,3

– 30,0

– 27,4

Deze mutatie betreft onder meer ijklijnmutaties naar de VWS-begroting ten behoeve van de invoering van pneumokokkenvaccinatie en het aanbieden van het quadrivalent vaccin aan zorgverleners en de doelgroepen van het Nationaal Programma Grieppreventie.

         
           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

– 1.719,6

– 2.408,7

– 2.757,9

– 3.239,7

– 3.670,3

Ontvangsten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         

N.v.t.

         

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 7)

0

0

0

0

0

4.2. Wet langdurige zorg (Wlz)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Wlz. In tabel 8 wordt het totaal van de bijstellingen tussen de ontwerpbegroting 2019 en de 1e suppletoire begroting 2019 voor de Wlz per sector/deelsector weergegeven. Na tabel 8 wordt per sector deze bijstellingen toegelicht.

Tabel 8 Ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten per (deel)sector 2019–2023 (bedragen x € 1 miljoen)
 

Stand ontwerpbegroting

Bijstelling 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Bijstelling latere jaren

 

2019

2019

2019

2020

2021

2022

2023

ZIN binnen contracteerruimte

19.919,0

557,2

20.476,3

603,6

591,9

557,0

545,3

Ouderenzorg

10.983,6

278,8

11.262,4

354,7

363,3

344,5

349,9

Gehandicaptenzorg

6.952,8

213,6

7.166,4

184,1

167,6

151,3

134,5

Langdurige ggz

578,2

21,1

599,3

21,1

17,2

17,2

17,2

Volledig pakket thuis

496,3

15,5

511,8

15,3

15,4

15,4

15,4

Extramurale zorg

626,8

19,5

646,3

19,4

19,3

19,1

18,9

Overige binnen contracteerruimte

281,4

8,8

290,1

9,0

9,1

9,5

9,5

               

Persoonsgebonden budgetten

2.070,2

14,6

2.084,8

14,6

14,7

14,7

14,7

               

Buiten contracteerruimte

1.740,8

– 935,9

804,9

– 1.309,6

– 1.486,3

– 1.690,1

– 1.917,1

Beheerskosten

197,5

20,1

217,6

33,4

29,2

23,2

23,3

Overig buiten contracteerruimte1

484,5

48,9

533,4

49,4

48,9

49,3

48,9

Nominaal en onverdeeld

1.058,8

– 1.004,9

53,9

– 1.392,4

– 1.564,4

– 1.762,6

– 1.989,3

brutoWlz-uitgaven

23.730,1

– 364,1

23.366,0

– 691,4

– 879,8

– 1.118,4

– 1.357,1

Eigen bijdrage Wlz

1.868,3

– 25,3

1.843,0

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

Netto-Wlz-uitgaven

21.861,8

– 338,8

21.523,0

– 666,1

– 854,5

– 1.093,1

– 1.331,8

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

X Noot
1

Bij de Wlz zijn onder de post «overige buiten contracteerruimte» opgenomen de deelsectoren: bovenbudgettaire vergoedingen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.

Zorg in natura binnen contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Ouderenzorg

365,8

386,5

404,9

415,5

412,7

Gehandicaptenzorg

230,6

232,5

232,5

232,9

233,2

Langdurige ggz

19,1

19,1

19,1

19,1

19,1

Volledig pakket thuis

17,2

17,0

17,0

17,0

17,0

Extramurale zorg

21,7

21,5

21,3

21,1

20,9

Overige binnen contracteerruimte

9,7

9,9

10,1

10,4

10,4

           

Actualisering zorguitgaven

         

Ouderenzorg

– 38,0

– 38,9

– 39,6

– 40,0

– 39,9

Gehandicaptenzorg

– 24,1

– 23,5

– 22,9

– 22,6

– 22,7

Langdurige ggz

– 2,0

– 1,9

– 1,9

– 1,9

– 1,9

Volledig pakket thuis

– 1,7

– 1,6

– 1,6

– 1,6

– 1,6

Extramurale zorg

– 2,2

– 2,1

– 2,0

– 2,0

– 2,0

Overig binnen contracteerruimte

– 1,0

– 1,0

– 1,0

– 1,0

– 1,0

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de uitgaven 2018. Zoals gemeld in het jaarverslag 2018 is deze gebaseerd op de voorlopige cijfers van de NZa en het Zorginstituut.

         
           

Beleidsmatig

         

Ramingsbijstelling Wlz

– 56,0

– 32,0

– 58,0

– 104,0

– 113,0

Dit betreft een ramingsbijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk was zonder het Wlz-kader bij te stellen.

         
           

Overig beleidsmatig

         

Uitvoeringskosten CIZ

4,0

4,0

     

Technisch

         

Overheveling roerende voorzieningen

         

Ouderenzorg

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

Gehandicaptenzorg

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit hun instellingsbudget betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld het hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.

         

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

557,2

603,6

591,9

557,0

545,3

Persoonsgebonden budgetten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

75,6

75,6

75,7

75,7

75,7

           

Actualisering zorguitgaven

– 61,0

– 61,0

– 61,0

– 61,0

– 61,0

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de uitgaven 2018. Zoals gemeld in het jaarverslag 2018 is deze gebaseerd op voorlopige cijfers van de NZa en het Zorginstituut.

         
           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

14,6

14,6

14,7

14,7

14,7

Beheerskosten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

6,7

6,7

6,6

6,5

6,5

           

Beleidsmatig

         

Ontwikkelopgave zorgkantoren

11,8

10,2

10,4

10,4

10,4

Voor de implementatie van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg spelen de zorgkantoren een belangrijke rol. Om deze rol goed te kunnen invullen hebben de zorgkantoren een ontwikkelopgave. Hiervoor is een additioneel bedrag van

€ 10,4 miljoen per jaar benodigd. Voor 2019 is een bedrag van € 11,3 miljoen benodigd. Daarnaast is besloten om de cliëntondersteuning in 2019 voort te zetten (€ 0,5 miljoen).

         
           

Wet Zorg en Dwang

0,5

9,6

9,7

9,9

10,0

In 2020 treedt de nieuwe wet Zorg en Dwang in werking. Hierin is geregeld dat vg- en pg-patiënten aanspraak kunnen maken op een cliëntvertrouwenspersoon (cvp). De cvp wordt ingezet conform het kwaliteitskader. Daarnaast wordt een landelijke faciliteit opgezet voor het bij elkaar brengen en bundelen van expertise. Voor dit geheel is budget beschikbaar gesteld, oplopend tot € 10 miljoen in 2023.

         
           

Overig beleidsmatig

         

Kasschuif beheerskosten

3,3

4,7

– 0,3

– 3,8

– 3,8

           

Technisch

         

Overig technisch

– 2,2

2,3

2,8

0,3

0,3

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

20,1

33,4

29,2

23,2

23,3

Overige buiten contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

         

Bovenbudgettaire vergoedingen

4,9

4,9

4,9

4,9

4,9

Overige Wlz-zorg

10,7

10,7

10,7

11,6

11,6

Opleidingen

1,1

1,1

1,1

1,1

1,1

           

Actualisering zorguitgaven

         

Bovenbudgettaire vergoedingen

14,0

14,0

14,0

14,0

14,0

Overige Wlz-zorg

19,1

19,1

19,1

19,1

19,1

Opleidingen

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de uitgaven 2018. Zoals gemeld in het jaarverslag 2018 is deze gebaseerd op voorlopige cijfers van de NZa en het Zorginstituut.

         
           

Beleidsmatig

         

Bijdrage Zorgvisie Groningen

6,2

6,2

6,2

6,2

6,2

De Stuurgroep Zorg heeft een visie opgesteld voor een duurzaam zorglandschap in de regio Groningen inclusief een advies over de versterking/vernieuwing van het zorgvastgoed. Hiervoor is in totaal € 323 miljoen nodig. De Minister heeft besloten dat VWS maximaal € 93 miljoen bijdraagt over een periode van 15 jaar om deze visie uit te verwezenlijken.

         
           

Overig beleidsmatig

         

Innovatie beleidsregel

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

Ramingsbijstelling Wlz

1,6

2,1

1,6

1,1

0,7

           

Technisch

         

Overig technisch

– 14,0

– 14,0

– 14,0

– 14,0

– 14,0

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

48,9

49,4

48,9

49,3

48,9

Nominaal en onverdeeld (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Loon- en prijsbijstelling (tranche 2019)

– 763,1

– 785,5

– 803,7

– 815,7

– 813,0

Dit betreft de uitdeling aan de verschillende sectoren van de tranche 2019 van de vergoeding voor loon- en prijsontwikkeling.

         
           

Nominale ontwikkeling

– 50,9

– 430,2

– 597,0

– 798,9

– 1.023,8

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de macro-economische inzichten in het Centraal Economisch Plan (CEP 2019) van het Centraal Planbureau (CPB).

         
           

Jeugdhulp

350,0

190,0

290,0

190,0

 

Gemeenten zijn nog niet in staat geweest om de transitie- en transformatiedoelen van de decentralisatie van de Jeugdhulp binnen een termijn van vier jaar te realiseren. Er is sprake van een volumestijging en uitgavenstijging. Daarvoor komt het kabinet de gemeenten de komende jaren tegemoet met een extra budget van in totaal 420 mln. in 2019, 300 mln. in 2020 en 300 mln. in 2021. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

         
           

Beleidsmatig

         

Ambulantisering in het ggz-domein

50,0

65,0

80,0

95,0

95,0

Middels het Hoofdlijnenakkoord ggz en Zorg op de Juiste Plaats wordt binnen het ggz-domein ingezet op ambulantisering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen als voor begeleiding. In totaal is er een reeks beschikbaar van € 50 mln. in 2019 oplopend naar structureel € 95 mln. in 2022 beschikbaar. De middelen worden na ondertekening van het Hoofdlijnenakkoord ggz door de VNG gestort in het Gemeentefonds.

         
           

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen

2,2

6,1

7,8

9,5

11,4

In navolging van de in 2018 gemaakte bestuurlijke afspraak om pleegzorg (bij 18 jaar) standaard te verlengen tot 21 jaar, wordt ook de leeftijdsgrens voor gezinshuizen verhoogd tot 21 jaar. Gemeenten krijgen extra middelen voor deze verhoging.

         
           

Invoeren Wvggz

 

20,0

20,0

20,0

20,0

Per 1 januari 2020 treedt de Wet verplichte ggz in werking. Als gevolg van deze wet krijgen gemeenten extra uitvoerende taken. Hiervoor worden gemeenten financieel gecompenseerd.

         
           

Overig beleidsmatig

5,0

5,0

5,0

5,0

 
           

Technisch

         

Jeugdhulp (IJklijn)

– 350,0

– 190,0

– 290,0

– 190,0

 

Deze mutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de jeugdzorg naar de algemene uitkering van het gemeentefonds. De middelen worden op het Gemeentefonds in het juiste kasritme gezet.

         
           

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn)

– 2,2

– 6,1

– 7,8

– 9,5

– 11,4

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

         
           

Invoeren Wvggz (IJklijn)

 

– 20,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen in verband met de invoering van de Wvggz naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

         
           

Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen

– 57,0

– 57,0

– 56,9

– 56,9

– 57,0

Loon- en prijsbijstelling Wmo en Jeugd (IJklijn)

– 187,3

– 187,7

– 190,1

– 190,0

– 189,9

Deze mutaties betreffen de overheveling van de loon- en prijsbijstelling 2019 van het Wmo- en jeugd-budget naar de integratie-uitkering Beschermd wonen en de algemene uitkering van het gemeentefonds.

         
           

Overig technisch

– 1,6

– 2,1

– 1,6

– 1,1

– 0,7

           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

– 1.004,9

– 1.392,4

– 1.564,4

– 1.762,6

– 1.989,3

Ontvangsten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

2020

2021

2022

2023

Toelichting uitgaven 1e suppletoire begroting

         
           

Autonoom

         

Actualisering eigen bijdrage

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de ontvangsten 2018 die ook is verwerkt in het jaarverslag 2018 van VWS.

         
           

Totaal bijstellingen (aansluiting tabel 8)

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3

– 25,3


X Noot
1

Vergaderjaar 2017–2018 Kamerstuk 32 620 nr. 203

Naar boven