35 210 VI Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

D NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 14 mei 2020

In de Commissiebrief EK Wijziging begrotingsstaten hebben de leden Van Hattem, Bezaan en Faber-van de Klashorst van de fractie van de PVV vragen gesteld. Hieronder zal ik deze vragen beantwoorden.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de memorie van antwoord. Zij hebben daarover nog de volgende vervolgvragen.

In de beantwoording van vraag 3 is gesteld: «Hieronder is een overzicht van de COA investeringen in nieuwe locaties of te renoveren locaties waarover op dit moment een beslissing is genomen».

Naar aanleiding van deze beantwoording hebben de leden van de PVV-fractie de volgende vervolgvragen:

Kan de regering aangeven welke van deze investeringen al zijn aanbesteed of in uitvoering zijn?

In Uitvoering:

Maastricht en Burgum

Gegund:

Gilze, Emmen (1ste deel) en Delfzijl

Aanbesteding in voorbereiding:

Apeldoorn, Almelo, Amsterdam, Emmen (2de deel) en Almere

In ontwikkeling:

Budel GVL en Katwijk

Kan de regering uitsluiten dat deze asielopvangprojecten voorrang krijgen ten opzichte van andere projecten of bedrijven bij de verdeling van de zeer schaarse stikstofruimte en/of omgang met PFAS-grond?

Ja, omdat het in de meeste gevallen gaat om bestaand, reeds gerealiseerd vastgoed. Het meerjarig investeringsplan bestaat grotendeels uit verduurzaming van bestaand vastgoed. De stikstofdepositie zal in de nieuwe situatie veelal minder zijn. Uiteraard hebben we daarbij ook rekening te houden met de stikstofdepositie tijdens de realisatiefase. Waar we nieuw vastgoed toevoegen zullen berekeningen uit moeten wijzen dat dit geen negatief effect heeft op nabijgelegen Natura 2000 gebieden.

Kan de regering aangeven of alle asielopvanglocaties in Nederland (zowel COA-vastgoed als gehuurd), indien noodzakelijk, wél beschikken over een Natuurbeschermingswetvergunning?

Voor depositie op daarvoor gevoelige Natura 2000 gebieden is òf een Wnb vergunning nodig òf gelden bestaande rechten op basis van de referentiedata: – Habitat Richtlijn: 7-12-2004 of later – Vogel Richtlijn: 10-6-1994 of later. Voor alle locaties geldt dat er bestaande rechten zijn.

Kan de regering tevens aangeven of, indien een asielopvanglocatie niet over een benodigde Wnb/Nb-wetvergunning beschikt, hierop strikt zal worden gehandhaafd?

De provincies zijn bevoegd gezag voor vergunningverlening. Het handhaven op activiteiten die niet over een benodigde Wnb/Nb-wetvergunning beschikken is dan ook de verantwoordelijkheid van de provincies.

Kan de regering aangeven of er nog meer investeringen in vastgoed voor asielopvang in de planning zitten waarover nog een beslissing moet worden genomen? Zo ja, op welke locaties?

Het COA wil haar vastgoedportefeuille zo efficiënt en betaalbaar mogelijk inrichten en behouden. Dit vraagt, zoals bij elke vastgoedorganisatie, soms om verduurzaming, grootschalig onderhoud van een in bezit zijnde locatie en soms om afstoot van bestaande en toevoeging van nieuwe locaties. Gemaakte afspraken met gemeente (looptijd bestuursovereenkomst) en portefeuillestrategie zijn hier leidend in.

Kan de regering ook aangeven hoe deze investeringen en ontwikkelingen zich verhouden tot de zoektocht van het COA naar duizenden nieuwe opvangplekken? In hoeverre komt dit nog bovenop de geschetste ontwikkelingen? Kan de regering daarbij ook aangeven wat de financiële consequenties zijn van het langer openhouden van AZC-locaties, zoals bijvoorbeeld het AZC Den Helder dat een jaar langer open blijft?

De zoektocht naar nieuwe locaties voor invulling van de huidige capaciteitsbehoefte is veelal gericht op gebruik voor de kortere termijn en is aanvullend op bovenstaande geplande acties in het kader van het meerjarig investeringsplan. Mochten zich voor lange termijn geschikte locaties aandienen, dan bekijkt COA ook of deze mogelijk flexibel kunnen worden ingezet, zodat ze in tijden van krimp in de migratieketen door een andere doelgroep kunnen worden gebruikt.

Kan de regering aangeven welke investeringen er worden gedaan en/of in de planning zitten voor huurlocaties voor asielopvang, welke locaties dit betreft, voor welke bedragen, voor welke termijnen en voor welke opvangcapaciteit?

De genoemde investeringen bevinden zich alle op een verschillend moment van realisatie. De keuze tussen het financieren van een investering via een lening of via de vrije kasstroom wordt op totaal niveau afgewogen. Het is niet op voorhand te zeggen hoe dat eruitziet. Als een lening wordt afgesloten dan zal de looptijd gelijk zijn aan de economische levensduur van de investering. De hoogte van het rentepercentage wordt onder andere bepaald door het moment van afsluiten en de looptijd van de lening. Over de aangegane leningen rapporteert COA in zijn jaarverslag.

Eén van de investeringen is het nieuwe AZC in Maastricht (ruim 33 miljoen euro). Volgens de lokale media wordt dit het grootste Limburgse AZC en «een van de beste asielcentra van Nederland» met onder andere uitzicht en vloerverwarming. Kan de regering uitleggen of dit bedoeld wordt met een «sobere en doelmatige opvang»? Kan de regering tevens uitleggen hoe zo’n luxe-AZC voor de Nederlandse belastingbetaler te verantwoorden is, die zelf forse investeringen moet doen voor onder andere vloerverwarming om aan de klimaatdoelstellingen van dit kabinet te kunnen voldoen?

In nauwe afstemming met de gemeente Maastricht is gekozen voor de locatie aan de François de Veije straat. Het betreft een gebouw waar eerdere ontwikkelingen strandden. Het COA realiseert er sobere en doelmatige huisvesting in, maar wel op een duurzame wijze om ook te kunnen voldoen aan de daarvoor geldende eisen. De duurzaamheidsmaatregelen als een vloerverwarming is bedoeld om bij te dragen aan de duurzaamheidsambitie van het COA en het Rijk.

Verder wordt de nieuwbouw van het AZC in Almere genoemd. Onlangs bleek uit raadsvragen van de PVV Almere dat dit plan niet past in het huidige bestemmingsplan, waardoor vestiging van deze locatie zonder een bestemmingsplanwijziging niet mogelijk is. Kan de regering aangeven in hoeverre deze ontwikkeling gevolgen heeft voor het in het overzicht genoemde budget? Kan de regering aangeven of er, gelet op het niet-passende bestemmingsplan, de bereidheid bestaat om alsnog van deze locatie af te zien?

Het betreft hier een uitbreiding van een bestaand AZC in Almere. De gemeente en het COA zijn in overleg met elkaar over de wijziging van het Bestemmingsplan om deze uitbreiding alsnog mogelijk te maken.

Uit de beantwoording van vraag 4 blijkt dat de budgetten voor rechtsbijstand asiel, tolken IND en voorlichting Vluchtelingenwerk Nederland tot en met in ieder geval 2025 structureel op het hetzelfde peil blijven. Kan de regering aangeven of uit deze raming kan worden opgemaakt dat de regering géén ambitie heeft om de instroom van asielzoekers verder te beperken? Kan de regering aangeven of dit dan ook betekent dat het kabinet niet verwacht dat de Europese en internationale migratieafspraken en maatregelen (zoals de investeringen in Frontex en de Global Compacts) de instroom verder zullen beperken? Kan de regering aangeven wat dan nog de toegevoegde waarde is van deze internationale afspraken en maatregelen en of het dan niet veel effectiever is om onze eigen grenzen te bewaken om de asielinstroom te beperken?

De budgetten voor deze organisaties zijn gebaseerd op de raming uit de meerjarige productieprognose (MPP).

Echter in de afgelopen jaren is niet altijd het effect van de MPP meerjarig verwerkt. Dat maakt dat de structurele reeks ongewijzigd is gebleven op een gelijk niveau. Ieder begrotingsvoorbereiding in het voorjaar wordt opnieuw gekeken of aanpassing van de meerjarige reeks opportuun is of niet.

In de beantwoording van vraag 5 stelt de regering dat de subsidie aan Vluchtelingen Werk Nederland onder andere wordt verstrekt voor activiteiten gericht op het opleiden, trainen en verstrekken van advies ter ondersteuning aan de begeleiding van asielzoekers. Tegelijkertijd stelt de regering dat door IND, COA, DT&V, Nidos en de Raad voor Rechtsbijstand teksten worden aangeleverd en wordt meegewerkt aan voorlichtingsmateriaal. Kan de regering aangeven waarom Vluchtelingen Werk Nederland subsidie krijgt voor «advieswerk» als teksten en voorlichtingsmateriaal al door overheidsinstanties worden aangeleverd? Kan de regering aangeven in hoeverre de afweging is gemaakt om deze activiteiten door overheidsdiensten zelf te laten doen in plaats van Vluchtelingen Werk Nederland hiervoor te subsidiëren?

VluchtelingenWerk Nederland (VWN) ontvangt middelen voor verschillende activiteiten. In het kader van de verbeterde asielprocedure is bepaald dat VWN zorg draagt voor de eerste voorlichting over de asielprocedure. Zij zien de asielzoekers namelijk veelal als eerste. Ook worden zij als onafhankelijke organisatie gezien als een meer neutrale partij. Het klopt dat VWN hiervoor gebruikmaakt van de informatie zoals deze door de verschillende partijen in de vreemdelingenketen wordt opgesteld en aangeleverd. Dit is omdat deze partijen zelf het best kunnen bepalen welke informatie over hen moet worden gegeven tijdens de voorlichting. De aangeleverde voorlichting is daarbij wel beperkt qua omvang. De voorlichting over de asielprocedure wordt dus maar door één partij gegeven in plaats van door een veelvoud aan organisaties zoals dat voorheen het geval was. De voorlichting door VWN wordt voornamelijk door vrijwilligers gegeven waarbij dit bij de andere organisaties betaalde krachten zullen zijn.

Naast de rol die VWN heeft bij de voorlichting, ontvangt VWN financiering om de asielzoeker te ondersteunen gedurende het asielproces. Asielzoekers kunnen gedurende het proces bij VWN terecht voor vragen en uitleg over hun procedure. Medewerkers van VWN kunnen daarnaast aanwezig zijn bij gehoren en VWN ondersteunt de advocaten met het volledig krijgen van het asieldossier. Ook hiervoor maakt VWN voor een belangrijk deel gebruik van vrijwilligers.

Voor beide activiteiten is het van belang dat de vrijwilligers weten wat ze (moeten) doen. Om goed hun werk te kunnen doen leidt VWN de vrijwilligers op en traint hen.

Daarnaast verstrekt VWN aan medewerkers advies en informatie die noodzakelijk is bij het uitvoeren van hun taak, Dit gaat bijvoorbeeld om specifieke landeninformatie.

Deze activiteiten van VWN worden naast de subsidie die VWN van het Ministerie van JenV ontvangt ook gefinancierd uit de middelen die VWN ontvangt uit fondsenwerving of bijvoorbeeld uit de subsidie die VWN ontvangt vanuit de Nationale Postcodeloterij.

De inzet van VWN draagt hiermee bij aan het efficiënt laten verlopen van de asielprocedure.

Voorts stelt de beantwoording: «Vluchtelingenwerk dient ieder jaar een subsidieverzoek in bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor de uitvoering van de activiteiten in het kader van de asielprocedure.» Kan de regering afschriften verstrekken van alle subsidieverzoeken van VWN van de afgelopen tien jaar, evenals afschriften van de subsidiebeschikkingen en eventuele afwijzingen, zo vragen de leden van de PVV-fractie.

In de bijlage treft u het subsidieoverzicht aan.

In de beantwoording van vraag 1 wordt in het overzicht van vastgoedposities van het COA ook de locatie Echt genoemd. Op 8 november 2019 verscheen in de media het bericht dat de burgemeester van Echt overweegt het AZC te sluiten als het COA niet met oplossingen komt voor de enorme overlast van een grote groep stelende en intimiderende asielzoekers. «Contractverlenging voor het COA gaat op deze manier niet gebeuren», aldus burgemeester Hessels. Kan de regering aangeven wat de consequenties zijn, inclusief de financiële consequenties voor de eigendomslocatie, indien de gemeenten Echt-Susteren en Oisterwijk het contract met het COA inderdaad niet verlengen? Kan de regering tevens aangeven welke inspanningen er inmiddels zijn geleverd om deze groep stelende en intimiderende asielzoekers zo snel mogelijk Nederland te laten verlaten.

Het COA stemt met de betreffende gemeenten af in hoeverre een locatie bij een aflopende bestuursovereenkomst kan worden verlengd en zo ja voor hoe lang. De sluiting van een locatie wordt bezien in het kader van de totale vastgoedportefeuille (zie ook beantwoording van de eerdere vraag). Voor wat betreft de aanpak van overlastgevende en criminele asielzoekers verwijst het COA naar de brief die de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 18 december aan de Tweede Kamer heeft gezonden (Kamerstukken vergaderjaar 2018–2019, 19 637, nr. 2572). In deze brief wordt onder meer ingegaan op de opening van de speciale Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) voor overlastgevende asielzoekers, de landelijke uitrol van de Top-X aanpak voor de meest hardnekkige overlastgevende en criminele asielzoekers en het budget dat de Staatssecretaris beschikbaar stelt om lokale, kleinschalige maatregelen van gemeentes te subsidiëren.

Over de in het overzicht bij de beantwoording van vraag 2 genoemde nieuwbouw van het AZC Almelo stelde de Tubantia op 11 november jl. dat volgens het Ministerie van Justitie en Veiligheid sprake zou zijn van een capaciteit van 432 personen, terwijl met de gemeente Almelo maximaal 394 zouden zijn afgesproken. In de krant stelt het COA dat de capaciteit op 394 blijft, maar dat er extra ruimte wordt gereserveerd voor gezinnen met kinderen en bewoners met «schrijnende problemen». Kan de regering duidelijkheid verschaffen over de maximale capaciteit? Waar is het aantal van 432 personen op gebaseerd? Kan de regering uitsluiten dat er gelet op de afspraak met de gemeente Almelo meer dan 394 personen zullen verblijven in het AZC?

De capaciteit die in de bestuursovereenkomst is opgenomen (394) is het maximale aantal bewoners die op het azc zullen verblijven. Aangezien een azc nooit 100% kan worden ingezet, realiseert het COA meer capaciteitsplaatsen om de capaciteit die in de bestuursovereenkomst wordt benoemd te kunnen uitputten.

De Stentor van 8 november jl. stelde dat de ontwikkeling van het AZC in Apeldoorn door juridische procedures een andere wending heeft gekregen waardoor nu verbouwing plaatsvindt in plaats van nieuwbouw. Kan de regering aangeven wat hiervan de gevolgen zijn voor het financiële plaatje voor investeringen in de beantwoording van vraag 2? Tevens stelt het artikel dat ook een uitbreiding naar 800 personen voorzien is, waarvoor alsnog nieuwbouw nodig zou zijn. Kan de regering aangeven in hoeverre dit in de planning zit en of er in dat geval nieuw investeringsbudget nodig is of dat het binnen de huidige investering is ingecalculeerd? Kan de regering tevens aangeven hoe dit streven zich verhoudt tot de recente uitspraak van de Raad van State, die de capaciteit maximeert op 600?

In de gemeente Apeldoorn worden nu 600 plaatsen gerealiseerd in bestaand vastgoed (4 woongebouwen). Het COA heeft in overleg met de eigenaar, mede uit duurzaamheidsoogpunt, maar ook uit financieel oogpunt, gezien de aanbestedingsmarkt van dat moment, bewust de keuze gemaakt om in eerste instantie alleen gebruik te maken van bestaand vastgoed. In eerdere plannen zouden 600 plaatsen worden gerealiseerd in bestaand vastgoed (3 woongebouwen) en nieuwbouw. Het vierde woongebouw maakte een doorgroei mogelijk naar 800. Nu maakt de nieuwbouw een doorgroei naar 800 mogelijk. De doorgroei naar 800 maakt geen onderdeel uit van het huidige Investeringsplan. Een doorgroei naar 800 zal ook pas na een Raadsbesluit plaats kunnen vinden.

Ook noemt het overzicht van investeringen waarover al een beslissing is genomen 22 miljoen euro voor de herontwikkeling van het AZC Katwijk. Het gemeentebestuur van Katwijk sprak op 30 oktober (dus na de beantwoording d.d. 29 oktober) echter slechts over een «eventuele renovatie» van het AZC waarover nog met het COA moet worden gesproken. Kan de regering aangeven hoe het gegeven dat er al een beslissing is genomen over de investering zich verhoudt tot de reactie van het Katwijkse gemeentebestuur? Wordt de gemeente niet tijdig geïnformeerd over dergelijke beslissingen van9 het COA?

Het COA trekt voor wat betreft de herontwikkeling van de locatie in Katwijk nauw op met de gemeente en het Rijksvastgoedbedrijf. Het besluit waarnaar wordt verwezen betreft een besluit uit 2016 om de plannen verder uit te werken. De plannen worden op dit moment opnieuw bekeken, tevens in nauwe samenspraak met gemeente en RVB.

Kan de regering aangeven in hoeverre voor het hier gevraagde vastgoed al financiële ruimte is gecreëerd? Kan de regering tevens aangeven in hoeverre hier gedoeld wordt op het in eigendom nemen door het COA of huren van vastgoed?

De investeringen van COA hebben alle betrekking op locaties die behoren tot de kernlocaties van het COA. Deze zijn in eigendom bij het COA. De benodigde financiële ruimte komt of uit de vrije kasstroom bij het COA of via een lening. In het eerste geval is de financiële ruimte aanwezig in het andere geval zal het Ministerie van Financiën, via het zogenaamde schatkistbankieren, de lening aan COA verstrekken als wordt voldaan aan gestelde voorwaarden.

In de eisen voor AZC-vastgoed wordt nergens gesproken over geschikte inpassing voor de leefomgeving, terwijl onlangs een wetenschappelijk onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen verscheen waarin naar voren komt dat bij de verkoopprijs van huizen er een flinke prijsdaling optreedt (tot negen procent) als in dunbevolkte gebieden grote AZC’s worden geopend. Desondanks investeert het COA nog volop in nieuwbouw of verbouwing van AZC’s in dunbevolkte gebieden (bijvoorbeeld Burgum) en zoals voornoemde vastgoedeisen laten zien ook met een grote omvang. Kan de regering aangeven waarom het COA op deze manier blijft inzetten voor verwerving van vastgoed, zonder rekening te houden met de leefomgeving? Heeft de regering kennisgenomen van het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen? Kan de regering aangeven in hoeverre bij vestiging van AZC’s rekening wordt gehouden met de daling van huizenprijzen van omwonenden? Kan de regering aangeven of en in hoeverre dit voor huiseigenaren gecompenseerd wordt?

Het COA kent een mix in de portefeuille tussen landelijk en stedelijk gebied en houdt zoveel mogelijk rekening met een landelijke spreiding. De locatie in Burgum is een mooi voorbeeld van hoe het COA juist een bijdrage levert aan een gemeente als Burgum. We bouwen hier een woonwijk, waar we als COA tijdelijk gebruik van maken en waarvan de woningen na gebruik door ons naar een corporatie gaan of als (klus)woning in de markt kunnen worden gezet, wat een impuls voor de woningmarkt van Burgum kan betekenen.

Er wordt bij het realiseren van een COA locatie ook samen met de betreffende gemeente zoveel als mogelijk rekening gehouden met wensen van (direct) omwonenden, bijvoorbeeld wat betreft de entree van de locatie en de te plaatsen afscheiding.

Is de regering bereid om, gelet op de democratische parlementaire controle, bedoeld in artikel 68 van de Grondwet, op onder andere afspraken over asielopvanglocaties, de verslagen van de regietafels te verstrekken?

De door u verzochte gespreksverslagen betreffen documenten die zien op intern beraad. Onder artikel 68 Grondwet is het staand kabinetsbeleid dat zulke stukken geen onderdeel worden gemaakt van het debat met de Kamer. De door Kamerleden gevraagde inlichtingen worden in de regel bij Kamerbrief of nota verstrekt, waarbij de inhoud van de onderliggende stukken in geobjectiveerde vorm wordt weergegeven. Op die manier wordt de informatie die bijvoorbeeld besloten ligt in verslagen met de Kamer gedeeld, zonder dat de inhoud daarvan herleidbaar is naar individuele personen. Ik ben daarom graag bereid tot het verstrekken van de door u gevraagde inlichtingen middels een geobjectiveerde weergave van de inhoud van de door u genoemde gespreksverslagen.

Op een Regietafel worden de leden bijgesproken over de verwachte asielinstroom en worden mogelijkheden besproken om statushouders sneller uit de COA opvang te laten uitstromen, door onderlinge samenwerking in de regio. Ook wordt bezien of er mogelijkheden zijn tot nieuwe COA locaties of het verlengen van bestaande bestuurlijke overeenkomsten.

Voor verdere details omtrent de invulling van artikel 68 Grondwet verwijs ik u graag naar Kamerstukken II, 28 362, nrs. 2, 8 en 23. Sinds de brief inzake de reikwijdte van artikel 68 Grondwet uit november 2019 heeft de Tweede Kamer de moties-Omtzigt (Tweede Kamer, 28 362, nrs. 25 en 26) aangenomen. Het kabinet heeft deze moties in beraad, in afwachting van het spontane advies van de Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid. Na publicatie van dit advies zal het kabinet de Tweede Kamer nadere kabinetsreactie toezenden.

Overzicht subsidieaanvragen en subsidievaststelling VWN 2010–2020

Jaar

Bedrag subsidieaanvraag

Vastgesteld Subsidiebedrag

Eerstelijnsactiviteiten:

Tweedelijnsactiviteiten:

2010

7.748.951,–

7.133.749,–

Bijdrage centrale opvang, TNV (Tijdelijke Noodvoorziening Vreemdelingen), VBL (Vrijheidsbeperkte Locatie), tolkenbudget.

Vluchtweb asiel, helpdesk asiel, training en opleiding, corporate publicaties, uitvoering vrijwilligersbeleid en kwaliteit projectmanagement.

2011

7.479.170,–

7.479.170,–

Bijdrage centrale opvang, POL (Proces Opvang Locatie), AC’s (aanmeldcentrum’s) (voorlichting AC Schiphol), VBL, tolkenbudget.

Vluchtweb asiel, helpdesk asiel, training en opleiding, VluchtelingenWerkVolgsysteem, corporate publicaties, uitvoering vrijwilligersbeleid, organisatieontwikkeling.

2012

6.870.280,–

5.756.679,–

Bijdrage centrale opvang, POL, AC’s (voorlichting AC Schiphol), VBL, tolkenbudget.

Vluchtweb asiel, helpdesk asiel, training en opleiding, VluchtelingenWerkVolgsysteem, corporate publicaties, uitvoering vrijwilligersbeleid, organisatieontwikkeling, aanvraag VOG.

2013

5.620.000,–

5.620.000,–

Bijdrage centrale opvang, POL, AC’s (voorlichting AC Schiphol), VBL, tolkenbudget.

Vluchtweb asiel, helpdesk asiel, training en opleiding, VluchtelingenWerkVolgsysteem, marketing en communicatie ver., uitvoering vrijwilligersbeleid, organisatieontwikkeling.

2014

5.795.000,–

7.149.000,–

Proces toelating (POL, AC’s), Proces Toelating en Opvang (centrale opvang), Proces Terugkeer en Opvang (VBL), tolkenbudget.

Training en opleiding, Vluchtweb asiel, helpdesk asiel, Publicaties en methodiekontwikkeling, VluchtelingenWerkVolgsysteem, vrijwilligersbeleid.

2015

10.640.000,–

10.640.000,–

Proces toelating (POL, AC’s), Proces Toelating en Opvang (centrale opvang), Proces Terugkeer en Opvang (VBL), tolkenbudget.

Training en opleiding, Vluchtweb asiel, helpdeksk asiel, Publicaties en methodiekontwikkeling, VluchtelingenWerkVolgsysteem, vrijwilligersbeleid.

2016

14.970.000,–

12.376.000,–

Proces toelating (POL, AC’s), Proces Toelating en Opvang (centrale opvang), Proces Terugkeer en Opvang (VBL), tolkenbudget.

Training en opleiding, Vluchtweb asiel, helpdesk asiel, Publicaties en methodiekontwikkeling, VluchtelingenWerkVolgsysteem, vrijwilligersbeleid.

2017

10.090.000,–

9.765.605,–

Proces toelating (POL, AC’s), Proces Toelating en Opvang (centrale opvang), Proces Terugkeer en Opvang (VBL), tolkenbudget.

Training en opleiding, Vluchtweb asiel, helpdesk asiel, Publicaties en methodiekontwikkeling, VluchtelingenWerkVolgsysteem, vrijwilligersbeleid.

2018

10.140.000,–

8.671.894,–

Voorlichting POL, AC, juridisch intermediair (toelating, opvang en terugkeer: centrale opvang, VBL), programma Internationale rechtsbescherming, gezinshereniging, tolkenbudget

Training en opleiding, Vluchtweb asiel, helpdesk, Publicaties en methodiekontwikkeling, VluchtelingenWerkVolgsysteem, vrijwilligersbeleid.

Naar boven