35 166 Raming der voor de Tweede Kamer in 2020 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 27 mei 2019

Artikel 3 van de Raming van de uitgaven en de ontvangsten komt te luiden:

Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

105.456

129.907

109.989

106.022

103.991

104.008

102.966

01. Apparaatsuitgaven (ontwerpbegroting)

73.756

69.028

69.032

69.268

69.269

69.286

69.286

Voorgestelde ophoging

 

27.900

7.978

700

700

700

700

Subtotaal

 

96.928

77.010

69.968

69.969

69.986

69.986

02. Kennis en onderzoek

192

2.271

2.271

2.271

2.271

2.271

2.271

03. Publicatie officiële documenten

1.209

1.832

1.832

1.832

1.832

1.832

1.832

04. Fractiekosten

28.007

26.455

26.455

29.530

27.497

27.497

26.455

05. Uitzending leden

316

442

442

442

442

442

442

07. Bijdrage aan ProDemos

1.976

1.979

1.979

1.979

1.980

1.980

1.980

Toelichting

Het presidium heeft besloten om het kabinetsstandpunt over de Meerjarenraming te volgen. De ophoging van de Meerjarenraming in 2019 en 2020 blijft onveranderd. Over de ophoging vanaf 2021 wordt volgend voorjaar op basis van actuele informatie besloten. Vanaf 2021 wordt wel de Meerjarenraming opgehoogd voor bezoek parlement door VO leerlingen.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib

Naar boven