35 154 Goedkeuring van de op 30 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (Trb. 2017, 13)

Nr. 29 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2022

Graag bied ik u hierbij – in vervolg op mijn eerdere brief over dit onderwerp d.d. 12 mei jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2486) – een nadere briefwisseling aan met Commissaris Dombrovskis inzake het klachtenmechanisme. Deze briefwisseling vond plaats naar aanleiding van vragen gesteld in de Eerste Kamer in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel inzake de goedkeuring van de op 30 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (Trb. 2017, nr. 13 – Heruitgave) (Kamerstuk 35 154).

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

Naar boven