35 137 Wijziging van de Wet geneesmiddelenprijzen in verband met een aanpassing van de referentielanden

H VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1

Vastgesteld 27 november 2019

De leden van de commissie voor VWS hebben kennisgenomen van de nadere memorie van antwoord. De leden van de fracties van FVD en PVV leggen de regering nog graag enkele vragen voor, waarbij de leden van de overige fracties zich aansluiten.

Met het gewijzigd amendement-Geleijnse en Ploumen2 is een evaluatiebepaling in het wetsvoorstel opgenomen. Binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de wet zal de Staten-Generaal een verslag ontvangen over de effecten van deze wetswijzing voor de prijzen en beschikbaarheid van geneesmiddelen in Nederland. De regering geeft te kennen de effecten van de aanpassing van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) op de prijzen van geneesmiddelen te gaan monitoren. In deze financiële monitor zullen ook andere signalen uit de markt over eventuele veranderingen in beschikbaarheid van geneesmiddelen worden betrokken. Structureel verwacht de regering met deze wetswijziging een besparing van ca. € 300 miljoen op jaarbasis te bereiken. Daarmee meent de regering een goede balans te hebben gevonden tussen het verbeteren van de betaalbaarheid en het waarborgen van de (tijdige) beschikbaarheid van geneesmiddelen.

Met betrekking tot de balans tussen betaalbaarheid en beschikbaarheid ontbreekt echter een belangrijk aspect, namelijk dat van de kwaliteit van geneesmiddelen. De leden van de commissie vinden een goede balans tussen betaalbaarheid en de kwaliteit van geneesmiddelen minstens zo belangrijk. Zij vernemen daarom graag in hoeverre eventuele kwaliteitseffecten door de verlaging van prijzen van geneesmiddelen kan worden gemonitord.

In hoeverre worden de werkzame stoffen van medicijnen, inclusief mogelijke schadelijke hulpstoffen met bijwerkingen e.d. meegenomen in het vinden van een goede balans tussen het verbeteren van de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van geneesmiddelen?

De regering verwacht dat het risico op gevolgen voor de (tijdige) beschikbaarheid van geneesmiddelen als gevolg van voorliggend wetsvoorstel beperkt is, maar kan dit niet uitsluiten. De leden van de commissie zouden hierover graag tijdig geïnformeerd willen worden en stellen een jaarlijkse tussentijdse rapportage – voorafgaand aan de evaluatie -─ dan ook op prijs. Zij vernemen graag of dit tot de mogelijkheden behoort.

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk vrijdag 29 november 2019. Onder voorbehoud van tijdige ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag, kan het wetsvoorstel op 3 december a.s. als hamerstuk worden afgedaan.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Adriaansens

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Ganzevoort (GL), Gerkens (SP), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Bredenoord (D66), Koole (PvdA),Teunissen (PvdD), De Bruijn-Wezeman (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Wever (VVD), Adriaansens (VVD) (voorzitter), Beukering (FVD), Van der Burg (VVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Van Huffelen (D66), Van Pareren (FVD) (ondervoorzitter), Van der Linden (FVD), Prins (CDA), Rookmaker (fractie-Otten), Vendrik (GL), Verkerk (CU), Van Wely (FVD), Pouw-Verweij (FVD)

X Noot
2

Kamerstukken II 2018/19, 35 137, nr. 13.

Naar boven