35 129 Voorstel van wet van het lid Van Raak houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID SNELLER

Ontvangen 1 september 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel II, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel 89b als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel f wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • fa. voorstellen van wet die strekken tot goedkeuring van verdragen;

2. In onderdeel g vervalt «, behoudens rijkswetten tot goedkeuring van verdragen die binnen het Koninkrijk alleen voor Nederland of een deel daarvan gelden».

II

In artikel II, onderdeel B, vervalt artikel 89f.

Toelichting

Met dit amendement beoogt indiener dat geen referenda kunnen worden gehouden over het sluiten van internationale verdragen. Het amendement regelt dit door zowel de stilzwijgende goedkeuring van verdragen als de wetten die strekken tot goedkeuring van verdragen niet referendabel te maken.

De totstandkoming en inwerkingtreding van een verdrag is een proces van de lange adem. Voor een akkoord moeten de – soms vele en vaak meerdere – verdragspartijen allen gezamenlijk overeenstemming bereiken. Terwijl op nationaal niveau gedurende dit onderhandelingsproces over de inzet kan worden gedebatteerd in het parlement; zo ook in de Tweede Kamer. Als de onderhandelingsfase succesvol is doorlopen, dan kan de verdragstekst worden ondertekend door gevolmachtigden van de onderhandelende partijen. In Nederland neemt de ministerraad een besluit over ondertekening door ons land. Na ondertekening is goedkeuring nodig, ratificatie van het verdrag. Nationale parlementen doorlopen hiervoor ieder hun eigen procedures. In Nederland wordt een verdrag na advies van de Raad van State voor goedkeuring aan de Tweede en Eerste Kamer voorgelegd.1 Geeft een vijfde van de leden van een van beide Kamers binnen 30 dagen de wens te kennen dat het verdrag aan uitdrukkelijke goedkeuring zal worden onderworpen, dan wordt een goedkeuringswet voorgelegd.2 Zo niet, dan wordt het verdrag stilzwijgend – zonder wetsvoorstel – goedgekeurd. In sommige gevallen is daarnaast ook een uitvoeringswet nodig. Dit is in geval een verdrag of besluit van een statenverband zoals de Europese Unie ruimte laat voor nationale regelingen, of juist van de lidstaten vraagt om een regeling te treffen.

In navolging van wetsvoorstellen die «uitsluitend strekken tot uitvoering van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties,» die al worden uitgesloten in het onderhavige wetsvoorstel, regelt dit amendement dat zowel goedkeuringswetten als de stilzwijgende goedkeuring van verdragen niet referendabel zijn. Om het correctief bindend referendum tot een succes te maken, is het creëren van de juiste kaders belangrijk. Daar hoort ook de vraag bij welke wetsvoorstellen zich níet lenen voor referenda, de zogenaamde «negatieve lijst». Naar de mening van indiener behoren ook de goedkeuringswetten en stilzwijgende goedkeuring van verdragen te worden uitgesloten. Als zij referendabel zouden worden, dan kan dat de internationale (onderhandelings-)positie van Nederland schaden. Na jaren van onderhandelen met een mandaat uit de ministerraad en na het doorlopen van de grondwettelijke goedkeuringsprocedure, kan de steun voor het verdrag immers alsnog als gevolg van een referendum worden ingetrokken. De handtekening van Nederland onder een verdrag zou zo tot een inherent onzekere worden. Dit kan er tevens toe leiden dat de Nederlandse invloed en inhoudelijke inbreng bij het opstellen van verdragen kleiner wordt.

Sneller


X Noot
1

Artikel 91 Grondwet.

Naar boven