35 104 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs

Nr. 6 AMENDEMENT VAN HET LID KWINT

Ontvangen 4 september 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel IV wordt voor de tekst ingevoegd:

«De Wet medezeggenschap op scholen wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 8, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. zo spoedig mogelijk nadat de fusie is geëvalueerd als bedoeld in de artikelen 64a, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op het primair onderwijs, 53f, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op het voortgezet onderwijs, en 66a, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op de expertisecentra, de bedoelde evaluatie.

B

Het opschrift van hoofdstuk 3 komt te luiden: Hoofdstuk 3. Beslis-, instemmings- en adviesbevoegdheden

C

In hoofdstuk 3 wordt voor artikel 10 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a. Beslisbevoegdheid medezeggenschapsraad

Indien de uitkomst van de in artikelen 64a, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op het primair onderwijs, 53f, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op het voortgezet onderwijs, en 66a, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op de expertisecentra, bedoelde evaluatie naar het oordeel van de medezeggenschapsraad negatief is, kan de medezeggenschapsraad besluiten tot:

  • a. splitsing van samengevoegde scholen;

  • b. het overdragen van een school aan een ander bevoegd gezag.

D».

II

In artikel IV, onderdeel D, vervalt «van de Wet medezeggenschap op scholen,».

Toelichting

Dit amendement regelt dat het bevoegd gezag de medezeggenschapsraad (hierna: MR) zo spoedig mogelijk nadat een fusie is geëvalueerd informeert over die evaluatie en dat de MR, in geval die evaluatie naar zijn oordeel negatief is, kan besluiten tot splitsing van samengevoegde scholen (bij een institutionele fusie), de zgn. ontvlechting, of tot het overdragen van een school aan een ander bevoegd gezag (bij een bestuurlijke fusie), de zgn. opting-out. De MR krijgt met dit amendement beslissingsrecht over de toekomst van een fusie na een negatieve evaluatie. Hiermee heeft de MR niet enkel zeggenschap bij het aangaan van een fusie, maar ook als blijkt dat een fusie negatief heeft uitgepakt. Als de regering schaalvergroting makkelijker mogelijk wil maken, moet er ook een uitweg tot schaalvergroting zijn waarbij de verantwoordelijkheid niet primair bij schoolbesturen ligt.

Kwint

Naar boven