35 093 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 inzake de bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning en de beoordeling voor de verstrekking van de maatwerkvoorziening

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID KERSTENS

Ontvangen 21 maart 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I worden na onderdeel C twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Ca

Artikel 2.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «de cliënten» ingevoegd «de beschikbaarheid, de financiële belasting en».

2. In het tweede lid wordt «1 juli» vervangen door «1 mei».

3. In het derde lid wordt «voor 1 januari van het jaar» vervangen door «binnen vier maanden».

4. In het vierde lid wordt «regeling van Onze Minister» vervangen door «algemene maatregel van bestuur».

5. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 5. De voordracht voor een krachtens het vierde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Cb

Artikel 2.5.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «regeling van Onze Minister» vervangen door «algemene maatregel van bestuur».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Dit amendement beoogt de door de Minister toegezegde monitor nader in te vullen. Daartoe vindt indiener het van belang dat het college niet alleen onderzoekt hoe cliënten de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning ervaren, maar ook hoe zij de beschikbaarheid en de financiële belasting ervaren. Natuurlijk worden in de uitwerking van de monitor meer specifieke indicatoren opgenomen die jaarlijks gemeten worden. Indiener meent echter dat wanneer wettelijk geregeld wordt dat gemeenten jaarlijks onderzoeken hoe cliënten de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning ervaren, daar tenminste in de wet aan toegevoegd dient te worden hoe zij beschikbaarheid en financiële belasting ervaren.

Om ervoor te zorgen dat eventuele negatieve effecten nog tijdig kunnen worden meegenomen in de begrotingscyclus wordt de datum iets vervroegd. Door een voorhang toe te voegen wordt de Kamer betrokken bij de invulling van de monitor. Indiener vindt dit belangrijk omdat de gevolgen voor mensen groot kunnen zijn en de regering op voorhand al aangeeft dat de effecten onduidelijk zijn.

Kerstens