35 092 Wijziging van de Wet windenergie op zee (ondersteunen opgave windenergie op zee)

M VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 23 juni 2022

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft kennisgenomen van de brief van 21 maart 2022,2 waarin ingegaan wordt op de vragen en opmerkingen betreffende de stand van zaken van de uitvoering van de motie-Berkhout c.s. inzake het zwart kleuren van rotorbladen om vogelsterfte tegen te gaan.

Naar aanleiding hiervan is op 22 april 2022 een brief met enkele aanvullende vragen gestuurd aan de Minister voor Klimaat en Energie.

De Minister heeft op 23 juni 2022 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT / LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Minister voor Klimaat en Energie

Den Haag, 22 april 2022

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft met belangstelling kennisgenomen van de brief van 21 maart 2022,3 waarin ingegaan wordt op de vragen en opmerkingen betreffende de stand van zaken van de uitvoering van de motie-Berkhout c.s. inzake het zwart kleuren van rotorbladen om vogelsterfte tegen te gaan. De leden van de Fractie-Nanninga hebben naar aanleiding hiervan een paar aanvullende vragen. De leden van de fractie van Partij voor de Dieren sluiten zich graag aan bij de vragen van de leden van de Fractie-Nanninga.

Vragen van de leden van de Fractie-Nanninga

In de brief van 21 maart jl. geeft u aan dat het juridisch niet mogelijk is om een zwart rotorblad bij windturbines op zee te verplichten. De leden van de Fractie-Nanninga vragen zich af waarom u dit niet kunt verplichten en of de juridische werkelijkheid verandert na het aflopen van het onderzoek in de Eemshaven. Als de juridische werkelijkheid na het aflopen van het onderzoek verandert, vernemen deze leden graag waarom en hoe deze juridische werkelijkheid verandert.

Daarnaast vragen de leden van de Fractie-Nanninga of u concreter kunt zijn in uw beantwoording op de vraag waarom er thans geen aeronautische studie op de Noordzee wordt of is geïnitieerd. Kunt u, zo vragen deze leden, nog eens in simpele bewoordingen overtuigend beargumenteren waarom die proef niet is gestart?

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 27 mei 2022.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2022

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden van de Fractie-Nanninga en de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren, ingezonden op 22 april 2022. De aanleiding van deze vragen is mijn brief van 21 maart 20224, waarin ik inga op eerdere vragen en opmerkingen betreffende de stand van zaken van de uitvoering van de motie-Berkhout c.s. inzake het zwart kleuren van rotorbladen om vogelsterfte tegen te gaan5.

De leden vragen zich af waarom het juridisch niet mogelijk is om een zwart rotorblad bij windturbines op zee te verplichten en of de juridische werkelijkheid verandert na het aflopen van het onderzoek in de Eemshaven en zo ja, waarom en hoe. Verder vragen de leden of ik concreter kan zijn in mijn beantwoording op de vraag waarom er thans geen aeronautische studie op de Noordzee wordt of is geïnitieerd.

De toegestane kleuren van de rotorbladen van windturbines op zee zijn vastgelegd in wet- en regelgeving ten aanzien van luchtvaartveiligheid. In mijn brief van 21 maart jl. zet ik uiteen welke wet- en regelgeving dat betreft. Heel concreet stelt deze wet- en regelgeving dat de toegestane kleuren zijn RAL9001 (crèmewit), RAL 9003 (signaalwit), RAL9010 (zuiver wit) en RAL 9016 (verkeerswit). De toepassing van RAL 7035 (lichtgrijs) is ook toegestaan onder voorwaarden. De kleur zwart is dus niet toegestaan.

Er kan pas van de toegestane kleuren worden afgeweken indien kan worden aangetoond dat de veiligheid van het luchtverkeer met deze afwijking niet in gevaar wordt gebracht en sprake is van een gelijkwaardig veiligheidsniveau als beoogd in informatieblad «Aanduiding offshore windturbines en offshore windparken». Dit dient ter instemming te worden voorgelegd aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), onderbouwd door een aeronautische studie.

Voor de proef in de Eemshaven is een aeronautische studie uitgevoerd op basis waarvan de ILT toestemming heeft gegeven voor het zwart verven van turbinebladen ten behoeve van de proef. Voorwaarde hierbij is dat de luchtvaartveiligheid gedurende de proef wordt gemonitord.

Zoals ik in mijn brief van 21 maart jl. aankondigde, ben ik in overleg getreden met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de ILT om te bezien of, vooruitlopend op de monitoringresultaten van de proef in Eemshaven, gestart kan worden aan een aeronautische studie voor de Noordzee.

De ILT heeft daarop aangegeven dat er in één keer een aeronautische studie voor de gehele Nederlandse Noordzee zou kunnen worden uitgevoerd. Een voorwaarde hierbij is dat de studie representatief moet zijn voor de gehele Nederlandse Noordzee. Dat betekent dat met name de invloed op een aantal veel voorkomende situaties moet worden onderzocht, te weten:

  • Helikopterverkeer op korte afstand van mijnbouwplatforms nabij windparken op zee, die zijn voorzien van zwarte rotorbladen;

  • Windparken met zwarte rotorbladen onder Helicopter Main Routes boven zee;

  • Helikopterverkeer voor Search and Rescue (SAR)-operaties en operaties van Kustwacht, de Koninklijke Marine en de Koninklijke Luchtmacht in of nabij windparken met zwarte rotorbladen.

De komende weken werk ik de opzet van deze studie samen met de ILT en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verder uit, met als doel na de zomer de studie te starten. Daarbij zal ik ook het Ministerie van Defensie betrekken. Ik zal u van de resultaten van deze studie op de hoogte brengen. Op dit moment kan ik nog geen indicatie geven wanneer dat zal zijn, daarvoor moet eerst de opzet van de studie bekend zijn.

Ik deel met uw Kamer de wens om vogelslachtoffers van windparken op zee zoveel mogelijk te beperken. Ik wil echter benadrukken dat een eventuele positieve uitkomst van de aeronautische studie niet automatisch betekent dat de zwarte wiek verplicht zal worden. Zoals ik aangeef in mijn brief van 21 maart jl. spelen ook de te verwachten ecologische effecten van zwarte rotorbladen alsook de technische- en kostenaspecten een rol bij mijn besluit over het al of niet verplichten van zwarte rotorbladen bij windparken op zee.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten


X Noot
1

Samenstelling:

Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA) (ondervoorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), Vos (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga) (voorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Prins (CDA), Vendrik (GL), Van der Voort (D66), Berkhout (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA) en N.J.J. van Kesteren (CDA).

X Noot
2

Kamerstukken I, 2021/22, 35 092, K.

X Noot
3

Kamerstukken I, 2021/22, 35 092, K.

X Noot
4

Kamerstuk 35 092, nr. K.

X Noot
5

Kamerstuk 35 092, nr. G.

Naar boven