35 070 Wijziging van de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet in verband met het centraliseren van tolkvoorzieningen ten behoeve van de ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en de deelname aan het maatschappelijk verkeer van personen met een auditieve beperking, van de luisterlijnen voor volwassenen en jeugdigen en van het vertrouwenswerk jeugd (Wet centraliseren tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd)

D BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2019

In het voorlopig verslag van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van uw Kamer van 9 april jongstleden1 vragen de leden van de D66-fractie of de brief over de zogenaamde prikbordfunctie die ik heb toegezegd naar de Tweede Kamer te sturen, ook ter kennis van de Eerste Kamer kan worden gebracht.

Hierbij kom ik – door toezending van deze brief in afschrift naar uw Kamer – aan dit verzoek tegemoet.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2019

In de plenaire behandeling van het Wetsvoorstel centraliseren tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd op 7 maart jongstleden heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de wijze waarop de zogenaamde prikbordfunctie van Tolknet betrokken kan worden bij de centralisering van de tolkvoorzieningen voor auditief beperkten. Dit naar aanleiding van vragen hierover van Kamerlid Bergkamp (D66) tijdens deze behandeling.

Met deze brief kom ik deze toezegging na.

Bij de centralisering van genoemde voorzieningen staat voor mij de keuzevrijheid van de gebruiker om een tolk te kiezen die bij haar of zijn situatie past voorop. Van belang is dat de gebruiker zelf zoveel mogelijk de regie hierover kan voeren.

Bij het kiezen van een tolk zijn er drie mogelijkheden. Ten eerste kan het zijn dat een gebruiker zelf een tolk uitkiest. Ten tweede kan het nodig zijn om te bemiddelen. Dan wordt onder andere gekeken naar de situatie (wat is er nodig) en de methode (wat voor soort tolk). Vervolgens wordt gezocht naar een passende tolk, waarbij ook wordt gelet op de reisafstand. Ten slotte heeft Tolknet (de huidige opdrachtnemer van het UWV voor het werk- en onderwijsdomein) een werkwijze ontwikkeld, waardoor gebruikers een opdracht kunnen plaatsen op een virtueel prikbord. Tolken kunnen hierop reageren.

Bij de centralisering van het leef-, werk- en onderwijsdomein naar één centraal loket worden in elk geval de eerste twee mogelijkheden aangeboden.

Op 27 maart jongstleden heeft er een overleg plaatsgevonden tussen het UWV, de Klankbordgroep centralisatie tolkvoorziening (bestaand uit gebruikers en tolken), Berengroep/Tolkcontact (de huidige uitvoerder van het leefdomein en per 1 juli de opdrachtnemer van het UWV voor de bemiddeling en facturatie) en mijn ministerie. In dit overleg is de prikbordfunctie aan de orde geweest. Naar voren kwam nogmaals het belang dat gebruikers aan deze functie hechten.

Daarom heb ik het UWV en Berengroep gevraagd uit te werken hoe binnen de bestaande (financiële) kaders en reeds bestaande mogelijkheden deze functie kan worden gerealiseerd en mij hierover voor 1 juli 2019 te berichten. Uiteraard worden daarbij de gebruikers betrokken.

Ik zal uw Kamer over de uitkomsten informeren in de toegezegde brief na 1 juli 2019 over de centralisatie van de voorzieningen.

Tot slot is tijdens de behandeling van het Wetsvoorstel de motie Kerstens (PvdA) aangenomen.2 Hierin wordt de regering verzocht, samen met belangenorganisaties en het UWV de knelpunten in de huidige regeling in het werkdomein te inventariseren, respectievelijk te bezien of en hoe deze kunnen worden geadresseerd op een wijze waarmee bedoelde participatie optimaal is gebaat. Over de uitvoering van de motie zal ik u in de eerdergenoemde brief, na 1 juli aanstaande, informeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 35 070 B

X Noot
2

Kamerstuk 35 070, nr. 10

Naar boven