35 063 Voorstel van wet van de leden Kwint en Westerveld tot wijziging van diverse onderwijswetten teneinde te verbieden dat leerlingen van ouders die geen vrijwillige geldelijke bijdrage hebben voldaan worden buitengesloten van activiteiten

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 17 februari 2020

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben van het wetsvoorstel kennisgenomen. Zij hebben nog een aantal vragen.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende initiatiefvoorstel. Zij menen dat geen enkel kind het verdient om uitgesloten te worden op basis van de portemonnee van de ouders. Graag maken zij van de gelegenheid gebruik de initiatiefnemers alsmede de regering hierover enkele vragen te stellen.

2. Inbreng van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie constateren dat met dit wetsvoorstel wordt beoogd om de negatieve gevolgen van het niet betalen van de vrijwillige ouderbijdrage voor kinderen te beperken. Het gaat om activiteiten die geen onderdeel uitmaken van het verplichte onderwijsprogramma, maar die wel worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de school. De leden van de VVD-fractie vragen de initiatiefnemers om toe te lichten hoe er voorkomen gaat worden dat ook ouders die wel kunnen betalen, niet gaan betalen als gevolg van deze wet. Hoe gaat worden voorkomen dat er minder activiteiten worden georganiseerd als gevolg van deze wet? Hoe wordt geborgd dat kinderen die extracurriculaire activiteiten willen volgen niet de dupe worden van deze wet? De leden van de VVD-fractie gaan ervan uit dat het wetsvoorstel niet van toepassing is op bijdragen ten aanzien van bijvoorbeeld het tweetalig onderwijs en het technasium. Graag ontvangen zij daar een bevestiging van.

3. Inbreng van de PvdA-fractie

Het voorliggende initiatievoorstel is bijna twee jaar geleden aanhangig gemaakt, zo merken de leden van de PvdA-fractie op. Het Ministerie van OCW heeft met ingang van het schooljaar 2018–2019 onder meer nieuwe afspraken en gedragscodes ontwikkeld met schoolbesturen om knelpunten tegen te gaan. Ook neemt de Inspectie met ingang van 2018 de ouderbijdragen mee bij het programmatisch handhaven. Graag ontvangen de leden van de PvdA-fractie een appreciatie van zowel de regering als de initiatiefnemers van de effectiviteit van deze ontwikkelingen. Wat is daarbij de invloed van deze ontwikkelingen op de noodzaak voor het voorliggende wetsvoorstel? Welke aanvullende ruimte zien de regering en de initiatiefnemers voor verbetering binnen de bestaande wettelijke kaders?

Graag vragen de leden van de fractie van de PvdA speciale aandacht van zowel de regering als de initiatiefnemers voor de Schoolkostenmonitor 2018–2019. Welke lessen kunnen er uit deze monitor getrokken worden aangaande de noodzaak voor het voorliggende wetsvoorstel?

Als gevolg van het initiatiefvoorstel mogen scholen – ook voor het extracurriculaire deel van het onderwijsprogramma – kinderen wier ouders de bijdrage niet betaald hebben, niet langer uitsluiten van extra activiteiten. Graag vragen de leden van de PvdA-fractie de initiatiefnemers om te reflecteren op de gedragsprikkel die hier vanuit gaat. Daarbij verwachten deze leden een gedragswetenschappelijke onderbouwing van het verwachte effect op de bijdrage die ouders betalen.

In de memorie van toelichting stellen de initiatiefnemers dat dit wetsvoorstel mogelijk kan leiden tot een verandering in het aanbod van extracurriculaire activiteiten. Zij geven tevens aan dat het aan de school of aan de docent is om een creatieve oplossing te vinden voor het financieren van waardevolle educatieve reizen naar bijvoorbeeld het buitenland. Kunnen de initiatiefnemers voorbeelden noemen van zulke creatieve oplossingen? Zo ja, hoe groot achten zij de kans dat deze creatieve oplossingen in een ruime meerderheid van de gevallen worden verwezenlijkt?

Waarom hebben de initiatiefnemers er niet voor gekozen om ouderbijdrages voor extracurriculaire activiteiten te verbieden, zo vragen de leden van de fractie van de PvdA. Wat zijn de voor- en nadelen van het voorliggende wetsvoorstel in relatie tot een dergelijk verbod?

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar de memorie van antwoord en de reactie van de regering en ontvangt beide stukken graag binnen vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bikker

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman


X Noot
1

Samenstelling: Essers (CDA), Ganzevoort (GL), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), (ondervoorzitter), Schalk (SGP), Bikker (CU), (voorzitter), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman(VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Van der Burg (VVD), Cliteur (FVD), Dessing (FVD), Doornhof (CDA), Gerbrandy (OSF), Nanninga (FVD), Nicolaï (PvdD), Pouw-Verweij (FVD), vacature (Fractie-Otten), Veldhoen (GL), Vendrik (GL) en Van der Voort (D66).

Naar boven