35 050 Wijziging van diverse onderwijswetten door het wijzigen van de systematiek van het in aanmerking brengen voor bekostiging van nieuwe openbare en bijzondere scholen zodat er meer ruimte is voor een nieuw onderwijsaanbod (Wet meer ruimte voor nieuwe scholen)

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2023

Inleiding

In deze brief informeer ik uw Kamer over het aantal ingediende aanvragen voor bekostiging van nieuwe scholen in het funderend onderwijs die vanaf het schooljaar 2025–2026 van start willen gaan.

Sinds 2021 verloopt het proces voor het stichten van scholen volgens de nieuwe systematiek, zowel voor het primair onderwijs (hierna: po) als voor het voortgezet onderwijs (hierna: vo). Bij het besluit om een school voor bekostiging in aanmerking te brengen staat de belangstelling onder ouders en leerlingen én de verwachte kwaliteit van het onderwijs centraal. Dit is het derde jaar dat het stichtingsproces verloopt via deze systematiek.

Vóór 1 juli jl. konden initiatiefnemers hun voornemen tot het indienen van een stichtingsaanvraag melden bij DUO. Vervolgens konden initiatiefnemers vóór 1 november jl. hun aanvragen voor bekostiging indienen. Daarom kan ik uw Kamer vandaag informeren over het aantal ingediende aanvragen en het aantal afgegeven ouderverklaringen. Tevens kan ik deze aantallen nu duiden in het licht van de aantallen van de afgelopen jaren. Verder sta ik in deze brief kort stil bij enkele bijzonderheden ten aanzien van de afgelopen twee stichtingsrondes en bij de verdere monitoring en evaluatie van de wet.

Feiten en cijfers van de aanvragen

Aantal ingediende aanvragen (aanvraag november 2023)

In totaal hebben 76 initiatieven (52 in het po en 24 in het vo) zich vóór 1 juli 2023 gemeld bij DUO. Vervolgens zijn er in de periode van 1 juli tot en met 29 oktober 5.449 ouderverklaringen afgegeven voor deze initiatieven en afgelopen 1 november hebben 39 van deze 76 initiatieven een aanvraag voor bekostiging ingediend. Vanuit Caribisch Nederland zijn er deze ronde geen stichtingsaanvragen ingediend.1

Duiding cijfers

In vergelijking met vorig jaar ligt het aantal aanvragen (39) en het aantal afgegeven ouderverklaringen (5.449) opnieuw wat lager. Toen werden er 47 aanvragen ingediend en 7.280 ouderverklaringen afgegeven. Het jaar daarvoor werden er 56 aanvragen ingediend en 10.382 ouderverklaringen afgegeven. Dit jaar zien we opnieuw dat het aantal stichtingsaanvragen lager ligt dan het jaar ervoor. De vorig jaar ingezette dalende lijn in stichtingsaanvragen, aantallen afgegeven ouderverklaringen en uiteindelijk nieuw op te richten scholen zet zich dus door. Dit ligt in lijn met de verwachtingen. Veel aanvragers hebben twee jaar geleden de invoering van de nieuwe wet afgewacht voor het indienen van een bekostigingsaanvraag, omdat er binnen de oude systematiek (die uitging van veronderstelde belangstelling) geen stichtingsruimte voor hen lag. Deze piek lijkt achter de rug. Het huidige aantal aanvragen valt binnen de verwachtte bandbreedte van 20–50 aanvragen per jaar.

Primair onderwijs

Vorig jaar werden er in het primair onderwijs 36 aanvragen ingediend. Dat zijn er nu 31. De 31 aanvragen kunnen als volgt worden onderverdeeld:

  • 25 aanvragen voor een nieuwe school en 6 aanvragen voor verzelfstandigingen2 van reeds bestaande vestigingen.

  • 5 aanvragen voor een openbare school (waarvan 2 verzelfstandigingen) en 26 voor een bijzondere school (waarvan 4 verzelfstandigingen).

  • 23 van de aanvragen zijn afkomstig van bestaande schoolbesturen en 8 van nieuwe schoolbesturen.

  • 6 aanvragers dienden dit jaar opnieuw een aanvraag in na vorig jaar een negatief besluit te hebben ontvangen. Daarbij gaat het om 3 aanvragen voor nieuwe scholen en 3 verzelfstandigingsaanvragen.

Voortgezet onderwijs

In het voortgezet onderwijs werden vorig jaar 11 aanvragen ingediend. Dit jaar zijn dat er 8. De 8 aanvragen kunnen als volgt worden onderverdeeld:

  • 4 aanvragen voor een nieuwe school en 4 aanvragen voor splitsingen3 van een bestaande school of scholengemeenschap.

  • 2 aanvragen voor een openbare school (beide splitsingen) en 6 voor een bijzondere school (waarvan 2 splitsingen).

  • 6 aanvragen zijn afkomstig van bestaande schoolbesturen (waaronder de 4 splitsingsaanvragen) en 2 van nieuwe schoolbesturen.

  • 2 van de aanvragen zijn voor een categorale vo-school en 6 aanvragen (waaronder 3 van de 4 splitsingen) betreffen een scholengemeenschap.

  • 1 aanvrager heeft dit jaar opnieuw een aanvraag ingediend.

Proces: toets door DUO en vervolgens door Inspectie van het Onderwijs

In de komende maanden toetsen DUO en de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) de aanvragen. DUO controleert allereerste of er voldoende belangstelling kan worden aangetoond en of de belangstellingsmeting juist is uitgevoerd. Zo geldt er bijvoorbeeld een verbod op het op oneigenlijke wijze verzamelen van ouderverklaringen door het in het vooruitzicht stellen van een beloning voor het afgeven van een ouderverklaring. Ook controleert DUO of iedere initiatiefnemer de gemeente, de schoolbesturen en het samenwerkingsverband passend onderwijs heeft uitgenodigd voor een gesprek, én of de beoogde bestuurders en intern toezichthouders van het initiatief beschikken over de vereiste VOG’s.

Indien DUO vaststelt dat de aanvraag voldoet aan alle gestelde eisen, wordt de aanvraag doorgezet naar de inspectie. De inspectie toetst vervolgens of de te verwachten onderwijskwaliteit van voldoende niveau is en voert het gesprek hierover met de initiatiefnemer. Hiertoe maakt de inspectie gebruik van door de aanvrager aangeleverde informatie met betrekking tot een zestal deugdelijkheidseisen, zoals zicht op de ontwikkeling en begeleiding van leerlingen en burgerschapsonderwijs. Aanvankelijk bleek met name het burgerschapsonderwijs een grote horde: zo scoorden in het vo in 2021–2022 tien initiatiefnemers onvoldoende op deze eis, tegenover één initiatiefnemer vorig jaar. Initiatiefnemers weten op dit vlak dus steeds beter wat er van hen verwacht wordt en waar zij eventueel benodigde hulp kunnen inschakelen.

Na het toetsen van de aanvragen door DUO en de inspectie volgt vóór 1 juni 2024 het besluit welke scholen voldoen aan de gestelde voorwaarden en van start mogen op 1 augustus 2025. In het eerste jaar na de start worden de scholen bezocht door de inspectie, die blijvend zal toezien op de kwaliteit van het onderwijs.

Eerste ronde stichtingsaanvragen (aanvraag november 2021)

Start eerste scholen afgelopen augustus

In de eerste ronde aanvragen onder de nieuwe systematiek ontvingen 35 aanvragers (32 po, drie vo) een positief bekostigingsbesluit. Hiervan openden er 26 (24 po, twee vo) afgelopen augustus hun deuren. Deze scholen zullen nog dit schooljaar door de inspectie worden bezocht. Acht aanvragers vroegen uitstel aan en kregen dit toegewezen (zeven po, één vo), en één aanvraag in het po ging definitief niet van start. Deze aanvraag werd direct ingetrokken na het versturen van de positieve beschikking.

Tweede ronde stichtingsaanvragen (aanvraag november 2022)

Bezwaar en beroep tweede ronde

Naar aanleiding van de bekostigingsbesluiten uit de tweede ronde stichtingsaanvragen is er één bezwaar ingediend. Dit bezwaar is ongegrond verklaard. Uit de eerste ronde stichtingsaanvragen lopen op dit moment nog drie beroepsprocedures. DUO behandelt deze bezwaren en beroepen.

Rectificatie: Kamerbrief 6 juni jl.

Na de publicatie van de Kamerbrief Resultaten tweede ronde Meer ruimte voor nieuwe scholen van 6 juni jl. (Kamerstuk 35 050, nr. 55) is vast komen te staan dat één van de bekostigingsbesluiten ten onrechte negatief uitviel. Dit kwam door een foutief uitgevoerde controle-berekening. Het betrof een vo-aanvraag voor een bijzondere scholengemeenschap voor havo en vwo. Bij de eerste berekening constateerde DUO voldoende belangstelling en adviseerde ook de inspectie positief ten aanzien van de aanvraag. Bij een controle-berekening viel de belangstelling ten onrechte negatief uit. Het initiatief kon wél rekenen op voldoende belangstelling: de aanvraag is daarom toch goedgekeurd. Het besluit is gerectificeerd in de Staatscourant.

Hieronder vindt u het vernieuwde totaalbeeld van de aantallen goedgekeurde, ingetrokken en afgewezen stichtingsaanvragen van de tweede ronde stichtingsaanvragen (aanvraag november 2022).

 

PO

VO

Aantal aanvragen

37 (waarvan 16 verzelfstandigingen)

12 (waarvan 2 splitsingen)

Aantal ingetrokken aanvragen

5

3

Aantal afgewezen

7

2

Aantal goedgekeurd

25 (waarvan 9 verzelfstandigingen)

7

Monitoring en evaluatie van de wet

Met de komst van de nieuwe procedure wordt tegemoet gekomen aan de veranderende behoeften van ouders en leerlingen: bij de schoolkeuze blijken namelijk naast denominatie elementen als onderwijsconcept en/of de nabijheid van de school in belang toegenomen. Indien er voldoende belangstelling van ouders en leerlingen kan worden aangetoond én de verwachte kwaliteit van het onderwijs voldoende is, dan kan de school een plek krijgen in het onderwijslandschap. Hiermee staat het stichten van scholen dichter bij ouders en leerlingen dan voorheen, terwijl ook kwaliteitscontrole vooraf een grotere rol heeft gekregen.

De wet wordt gemonitord en geëvalueerd door onderzoeksbureau Oberon, in samenwerking met KBA Nijmegen en het Kohnstamm Instituut. In december 2023 wordt een tussenrapportage opgeleverd en in december 2025 volgt het eindrapport. De stichtingsprocedure zal, waar dat nodig blijkt, worden aangepast en verbeterd. Het onderzoek naar de procedure richt zich onder meer op huisvesting, de belangstellingsmeting en het systeem van ouderverklaringen, maar ook op mogelijke neveneffecten van de wet, zoals concurrentie en segregatie.

Tussentijdse verbeteringen procedure

Vooruitlopend op de uitkomsten van de formele wetsevaluatie, spreekt mijn ministerie regelmatig met partijen die een belangrijke rol spelen in de stichtingsprocedure, zoals initiatiefnemers, bestaande besturen en gemeenten. Een werkgroep van negen gemeenten, alsmede initiatiefnemers uit de eerste en tweede ronde hebben zich gebogen over mogelijke verbeterpunten. Op deze manier kunnen ongewenste praktijken en effecten van de wet al eerder in kaart worden gebracht en kan er worden nagedacht over mogelijke oplossingen. Dit zorgt ervoor dat de procedure ook tussentijds al kan worden aangepast.

Een tweetal van deze tussentijdse verbeteringen is afgelopen jaar doorgevoerd:

  • Termijn gemeentelijke zienswijze opgeschoven naar 1 december

    De termijn van 1 november blijkt gemeenten onvoldoende tijd te bieden om hun zienswijze voor te bereiden en in te dienen, omdat 1 november eveneens de datum is waarop de initiatiefnemers hun aanvragen indienen. Daarom is aan uw Kamer voorgesteld om de termijn voor het indienen van een gemeentelijke zienswijze te verschuiven van 1 november naar 1 december. Dit wetsvoorstel is momenteel in bewerking na het advies van de Raad van State en wordt naar verwachting nog voor het einde van dit jaar aan uw Kamer verzonden.

  • Verbetering informatievoorziening gemeenten via website DUO Zakelijk

    Deze zomer is in samenspraak met de genoemde werkgroep van gemeenten gewerkt aan een eigen deelpagina voor gemeenten op de website van DUO. Hier kunnen gemeenten overzichtelijk gebundeld de voor hen relevante informatie over de stichtingsprocedure terugvinden. Zo bevat de deelpagina een tijdlijn met de voor de gemeente belangrijke momenten en deadlines in de procedure en informatie over huisvesting en de gemeentelijke zienswijze.4

Na 1 juni 2024 zal ik uw Kamer informeren over welke scholen aan de gestelde voorwaarden hebben voldaan en van start mogen op 1 augustus 2025. Tot en met eind 2025 zal de impact van de wet, mede gelet op de grote maatschappelijke uitdagingen rondom bijvoorbeeld huisvesting en het lerarentekort, nauwgezet worden gemonitord.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul


X Noot
1

Voor een uitgebreid overzicht van de ingediende aanvragen en initiatieven verwijs ik u naar de website van DUO: https://duo.nl/apps/initiatief-nieuwe-scholen/index.html#/.

X Noot
2

Het bevoegd gezag kan een aanvraag indienen om een nevenvestiging, die zich op een andere locatie bevindt dan de hoofdvestiging van die school, te verzelfstandigen. De nevenvestiging wordt als school voor bekostiging in aanmerking gebracht. Op de te verzelfstandigen onderwijslocatie wordt weliswaar al onderwijs verzorgd, maar feitelijk betekent dit de start van een nieuwe school.

X Noot
3

Een bestaande school of scholengemeenschap kan worden gesplitst in twee scholen of scholengemeenschappen. Het bevoegd gezag kan de school of scholengemeenschap (die ontstaat na splitsing van een school of scholengemeenschap) voor bekostiging in aanmerking brengen.

X Noot
4

Voor meer informatie verwijs ik u naar: https://duo.nl/zakelijk/gemeenten/informatie-stichten-school/.

Naar boven