35 028 Invoering van een bronbelasting en afschaffing van de dividendbelasting alsmede wijziging van enige wetten in verband met enkele maatregelen voor het bedrijfsleven (Wet bronbelasting 2020)

Nr. 8 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 7

Ontvangen 8 oktober 2018

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In het opschrift vervalt «en afschaffing van de dividendbelasting».

II

Artikel 7.2 vervalt.

III

Artikel 7.4, onderdeel A, vervalt.

IV

In artikel 7.4, onderdeel B, wordt «bronbelasting» vervangen door «dividendbelasting en bronbelasting».

V

Artikel 7.4, onderdeel J, vervalt.

VI

In artikel 7.4, onderdeel L, wordt ««dividendbelasting» vervangen door «bronbelasting»» vervangen door ««de inkomstenbelasting en de dividendbelasting» vervangen door «de inkomstenbelasting, de dividendbelasting en de bronbelasting»».

VII

Artikel 7.4, onderdeel M, vervalt.

VIII

In artikel 7.6, onderdeel A, wordt «bronbelasting» vervangen door «dividendbelasting, bronbelasting».

IX

In artikel 7.6, onderdeel B, wordt «bronbelasting als bedoeld in de Wet bronbelasting 2020» vervangen door «dividendbelasting of ter zake van bronbelasting als bedoeld in de Wet bronbelasting 2020».

X

In artikel 7.6, onderdeel C, wordt «bronbelasting» vervangen door «dividendbelasting, bronbelasting».

XI

Artikel 7.6, onderdeel D, vervalt.

XII

Artikel 7.7, onderdeel A, komt te luiden:

A

Aan artikel 22, derde lid, onderdeel a, wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • 9º. de bronbelasting.

XIII

Artikel 7.7, onderdeel B, vervalt.

XIV

Artikel 7.7, onderdeel C, vervalt.

XV

Artikel 7.7, onderdeel E, komt te luiden:

E

In artikel 41, eerste lid, wordt «de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting» vervangen door «de vennootschapsbelasting, de dividendbelasting en de bronbelasting».

XVI

Artikel 8.2 vervalt.

XVII

Artikel 9.1 vervalt.

XVIII

In artikel 9.2, tweede lid, wordt «7.2, 7.4, 7.6, 7.7, 8.2 en 9.1» vervangen door «7.4, 7.6 en 7.7».

Toelichting

Met dit amendement maken de indieners de afschaffing van de dividendbelasting ongedaan. Indieners zijn van mening dat het onnodig is om de geraamde 1,9 miljard aan belastinginkomsten per jaar te verliezen. De netto contante waarde hiervan, de teruggerekende optelsom van alle toekomstige verliezen, wordt geschat op 57 miljard euro. Dit is niet alleen een verlies voor de Nederlandse Staat, maar voor de hele Nederlandse samenleving.

De argumenten daarvoor zijn veelvuldig in de Kamer en in de samenleving gewisseld. Recent heeft de Afdeling advisering van de Raad van State opnieuw gewezen op de gebrekkige onderbouwing van dit kabinetsvoorstel. Het is onduidelijk hoeveel deze belastingverlaging zou opbrengen in termen van behoud van banen en hoofdkantoren.

De meeste bedrijven geven aan dat de dividendbelasting geen of nauwelijks een rol speelt voor het vestigingsklimaat. Het is onbewezen dat bedrijven zich voor de vestiging van het hoofdkantoor laten zich niet leiden door het al dan niet bestaan van de dividendbelasting. Dit geldt temeer omdat de meeste buitenlandse beleggers, de dividendbelasting kunnen verrekenen bij hun eigen belastingdienst. Dit geldt zelfs ook voor Groot-Brittannië, waar een «tax on dividend» geldt. Het zullen veelal buitenlandse belastingdiensten zijn, bijvoorbeeld die van de Verenigde Staten, die de gelden uit Nederland in ontvangst zullen nemen. Hierdoor is dit voorstel niet in het belang van de Nederlandse samenleving

Indieners vinden de afschaffing van de dividendbelasting onnodig en ongewenst. Daarom wordt voorgesteld deze te behouden.

Leijten Van Rooijen Edgar Mulder Snels Nijboer Van Raan Azarkan Baudet

Naar boven