35 012 Wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren

A BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2018

Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit tot wijziging van het Kiesbesluit en het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de nota van toelichting.

De voorlegging geschiedt ter uitvoering van de voorhangprocedure die is opgenomen in artikel 3, derde lid, van het wetsvoorstel Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming (Kamerstukken II 2012/13, 33 573, nr. 2). Daarmee is de voorhangprocedure niet van toepassing op de wijzigingsbepalingen die betrekking hebben op het Kiesbesluit. Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een eensluidende brief heb ik gezonden naar de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Besluit van (...) tot wijziging van het Kiesbesluit en het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van ..., nr. ...;

Gelet op de artikelen M 6, eerste lid, M 7a, onderdeel b, M 9, vijfde lid, en N 16a, tweede lid, van de Kieswet, artikel 3 van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming en artikel I van de Intrekkingswet Wet raadgevend referendum;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van ..., nr. ...);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van ... nr. ...;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Kiesbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel M 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Het eerste lid (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel a komt te luiden:

a. het hoofd van de ingevolge artikel M 13, eerste of tweede lid, van de Kieswet aangewezen diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging dan wel de Nederlandse leiding van de ingevolge artikel M 13, vierde lid, van de Kieswet aangewezen militaire missie;

b. Onder verlettering van onderdeel c tot d, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. de burgemeester van de ingevolge artikel M 13, vijfde lid, van de Kieswet aangewezen gemeente;

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De kiezer kan een andere retourenveloppe dan de retourenveloppe, bedoeld in het eerste lid, retourneren aan het hoofd van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging, de Nederlandse leiding van de militaire missie, de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten, de burgemeester van de aangewezen gemeente of de burgemeester van ‘s-Gravenhage, bedoeld in het eerste lid.

B

Artikel M 6 komt te luiden:

Artikel M 6

De stukken, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, van de Kieswet, worden per post aan de kiezer gezonden voorzien van een Priority-aanduiding of per koerier.

C

Artikel M 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «briefstembureaus in het buitenland» vervangen door «briefstembureaus als bedoeld in artikel M 13 van de Kieswet».

2. In onderdeel a wordt «het briefstembureau dan wel» vervangen door «het briefstembureau,» en wordt na «Sint Maarten» ingevoegd «dan wel door de burgemeester van de aangewezen gemeente».

3. In onderdeel b wordt «respectievelijk Onze Minister van Defensie» vervangen door «Onze Minister van Defensie, respectievelijk burgemeester en wethouders van de aangewezen gemeente».

D

Artikel M 14 vervalt.

E

In artikel N 14 wordt «briefstembureaus in het buitenland» vervangen door «briefstembureaus als bedoeld in artikel M 13 van de Kieswet», wordt «het briefstembureau dan wel» vervangen door «het briefstembureau,» en wordt na «Sint Maarten» ingevoegd «dan wel door de burgemeester van de aangewezen gemeente».

ARTIKEL II

Het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 vervalt «bij verkiezingen als bedoeld in de Kieswet».

B

Artikel 6 vervalt.

C

In artikel 39, derde lid, vervalt «per diplomatieke post».

D

De artikelen 19, derde lid, 47a en 47b vervallen.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet tot wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren (Stb. 2018, ...) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

1. Inhoud van het besluit

Met de onderhavige wijziging van het Kiesbesluit en het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming worden de onderdelen van die besluiten aangepast die samenhangen met de Wet van ... 2018 tot wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren (Stb. 2018, ..., hierna: de Wijzigingswet).

De Wijzigingswet had als voornaamste doel het nemen van enkele maatregelen om het stemmen vanuit het buitenland te vereenvoudigen. Enkele van die maatregelen hadden ook gevolgen voor het Kiesbesluit of het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming. Zo is in de Wijzigingswet geregeld dat ook andere enveloppen dan de toegezonden «oranje» retourenveloppe gebruikt mogen worden voor het verzenden van stemmen naar het briefstembureau. Verder is de mogelijkheid gecreëerd voor het instellen van briefstembureaus in grensgemeenten in Nederland, waardoor Nederlanders die over de grens wonen hun briefstem kunnen afgeven bij die gemeente. Ten slotte is met de Wijzigingswet in de Kieswet het gebruik van de lijst van personen die per brief mogen stemmen en de eis om bepaalde stukken per diplomatieke post te verzenden vervallen. Voor de achtergronden van deze wijzigingen wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de Wijzigingswet (Kamerstukken II 2017/18, 35 012 , nr. 3). De gevolgen van deze wijzigingen voor het Kiesbesluit en het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming zijn in dit wijzigingsbesluit verwerkt, aangevuld met het schrappen van verzending per luchtpost, dat niet meer bestaat.

Van de gelegenheid is gebruikgemaakt om die onderdelen van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming die samenhangen met de inmiddels ingetrokken Wet raadgevend referendum te schrappen.

2. Administratieve en financiële lasten voor overheid en burger

Dit besluit brengt geen administratieve lasten met zich en heeft geen financiële consequenties.

3. Consultatie

Begin september 2018 is een concept van dit besluit aangeboden voor advies aan de Kiesraad en het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Voorts is het voor commentaar voorgelegd aan de gemeente ’s-Gravenhage (waaraan is verzocht om indien nodig de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) bij het advies te betrekken).

De Kiesraad heeft, gelet op komende verkiezing van de leden van het Europees Parlement, binnen een heel korte termijn geadviseerd bij brief van 20 september 2018. De Kiesraad kan zich vinden in het conceptbesluit. Hij geeft evenwel in overweging in artikel M 5 van het Kiesbesluit te vermelden, zoals ook in de Kieswet is gebeurd, dat de geldigheid van de daar genoemde identiteitsdocumenten een geldigheid op de dag van de kandidaatstelling betreft. Gelet op de helderheid die de Kieswet op dit punt biedt, is in dit besluit niet gekozen voor een uitbreiding van artikel M 5 van het Kiesbesluit.

De gemeente ’s-Gravenhage heeft niet gereageerd op het consultatieverzoek.

Het ATR heeft besloten geen formeel advies te zullen uitbrengen over het voorstel, vanwege het feit dat het dossier naar verwachting geen omvangrijke regeldrukeffecten tot gevolg zal hebben, mede omdat de categorie niet-ingezetenen buiten het Handboek meting regeldruk vallen.

4. Voorhangprocedure

PM

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Als gevolg van wijzigingen in artikel M 7, vijfde lid, van de Kieswet door de Wijzigingswet, is het voortaan voor de kiezer mogelijk om zowel de voorgeadresseerde retourenveloppe te gebruiken om de stembescheiden te retourneren naar het briefstembureau als een willekeurige andere enveloppe. Om die reden wordt in artikel M 4 van het Kiesbesluit in een nieuw tweede lid bepaald dat de adressen waarnaar de kiezer zijn stem kan retourneren dezelfde zijn als de adressen die op de voorgeadresseerde retourenveloppen worden gezet. Het is aan de kiezer zelf om te bepalen welk adres hij kiest.

In artikel M 13, vijfde lid, van de Kieswet is als gevolg van de Wijzigingswet bepaald dat ook briefstembureaus kunnen worden ingesteld in bepaalde daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen gemeenten (doorgaans grensgemeenten). Aangezien de adressen van deze briefstembureaus ook geplaatst moeten kunnen worden op de retourenveloppen die de burgemeester van ’s-Gravenhage verstuurt aan de kiezers die per brief gaan stemmen, zijn deze toegevoegd aan de oorspronkelijke tekst van artikel M 4 van het Kiesbesluit, nu artikel M 4, eerste lid (nieuw), onderdeel c.

Ten slotte is in artikel M 4, eerste lid (nieuw), onderdeel a, ter verbetering opgenomen dat niet het adres van het briefstembureau op de retourenveloppe wordt vermeld, maar het adres van het hoofd van de ingevolge artikel M 13, eerste of tweede lid, van de Kieswet aangewezen diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging dan wel de Nederlandse leiding van de ingevolge artikel M 13, vierde lid, van de Kieswet aangewezen militaire missie.

Onderdeel B

Artikel M 6 van het Kiesbesluit, waarin is bepaald dat de stukken, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, van de Kieswet aan de kiezer in het buitenland (met uitzondering van België) worden verzonden per luchtpost, is niet meer actueel, aangezien verzending per luchtpost als aparte categorie van verzending niet meer bestaat.

In plaats daarvan is in artikel M 6 van het Kiesbesluit bepaald dat de stukken per post of per koerier worden verzonden. Voorwaarde voor verzending per post is dat die is voorzien van een Priority-aanduiding. Dat betekent dat de post met voorrang de grens over gaat en ook in het buitenland met voorrang wordt behandeld.

Onderdeel C

De wijziging van «briefstembureaus in het buitenland» in «briefstembureaus als bedoeld in artikel M 13 van de Kieswet» hangt samen met de nieuwe mogelijkheid in de Kieswet om ook briefstembureaus in te stellen in grensgemeenten in Nederland.

Verder wordt in artikel M 13, onderdeel a, van het Kiesbesluit de burgemeester van de aangewezen (grens)gemeente toegevoegd als degene die de taken verricht die in de artikelen M 7 tot en met M 12 van het Kiesbesluit zijn opgedragen aan de burgemeester van ’s-Gravenhage voor de briefstembureaus in de gemeente ’s-Gravenhage. Op vergelijkbare wijze zijn in artikel M 13, onderdeel b, van het Kiesbesluit burgemeester en wethouders van de aangewezen (grens)gemeente toegevoegd als degenen die de bevoegdheden uitoefenen die bij burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage zijn neergelegd voor de briefstembureaus in de gemeente ’s-Gravenhage.

Onderdeel D

In de Kieswet is het gebruik van de lijst van personen die per brief mogen stemmen vervallen, waaronder de grondslag om bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen uit welke gegevens die lijst bestaat (het voormalige artikel M 9, zesde lid, van de Kieswet). Om die reden vervalt artikel M 14 van het Kiesbesluit, waarin dat laatste was geregeld.

Onderdeel E

Net als in artikel M 13 van het Kiesbesluit is in artikel N 14 van het Kiesbesluit «briefstembureaus in het buitenland» gewijzigd in «briefstembureaus als bedoeld in artikel M 13 van de Kieswet» als gevolg van de nieuwe mogelijkheid in de Kieswet om ook briefstembureaus in te stellen in grensgemeenten in Nederland.

Verder is in artikel N 14 van het Kiesbesluit toegevoegd dat de taken die bij de briefstembureaus in de gemeente ’s-Gravenhage worden uitgevoerd door de burgemeester van ’s-Gravenhage, voor de briefstembureaus in de grensgemeenten worden uitgevoerd door de burgemeester van de aangewezen (grens)gemeente.

Artikel II

Onderdelen A en D

De Wet raadgevend referendum is ingetrokken met de Intrekkingswet Wet raadgevend referendum. De wijzigingen die in verband met de Wet raadgevend referendum in het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming waren opgenomen, te weten een aanvulling in artikel 2 en 19 en de artikelen 47a en 47b (zie artikel 18 van het voormalige Besluit raadgevend referendum), zijn daarom in de onderdelen A en D geschrapt.

Onderdeel B

Artikel 6 van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming vervalt. In dat artikel was in het eerste lid bepaald dat, in afwijking van artikel M 7 van de Kieswet, aan de kiezer op zijn verzoek een nieuwe retourenveloppe wordt verstrekt indien de hem toegezonden retourenveloppe in het ongerede is geraakt. Nu op grond van artikel M 7, vijfde lid, van de Kieswet als gevolg van de Wijzigingswet een kiezer ook een willekeurige andere enveloppe mag gebruiken, is het verstrekken van een nieuwe retourenveloppe niet langer nodig.

In het tweede lid van artikel 6 was bepaald dat in afwijking van artikel M 7, vijfde lid, van de Kieswet de kiezer de retourenveloppe kan retourneren naar het briefstembureau, de vertegenwoordiger of de burgemeester, bedoeld in artikel M 4 van het Kiesbesluit. Die keuze heeft hij echter nu ook op grond van artikel M 7, vijfde lid, van de Kieswet in samenhang met het nieuwe artikel M 4, tweede lid, van het Kiesbesluit (zie onderdeel A). Een afwijkende regeling is dus niet meer aan de orde.

Onderdeel C

Net als in de Kieswet is gebeurd, vervalt ook in het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming de eis om bepaalde stukken per diplomatieke post te verzenden (artikel 39). Het gaat in dat besluit om het verzenden van het proces-verbaal van een briefstembureau (met verzegelde pakketten van onder andere de briefstembewijzen) naar het gemeentelijk stembureau van ’s-Gravenhage bij experimenten in de gemeente ‘s-Gravenhage. Het is aan hoofd van de aangewezen diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging dan wel aan de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten dan wel aan de Nederlandse leiding van een militaire missie om de meest geschikte wijze van verzending te bepalen. In de praktijk wordt de post per koerier verstuurd.

Artikel III

De inwerkingtreding van dit besluit is gekoppeld aan de inwerkingtreding van de Wijzigingswet, die in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven