Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2019
De onderhandelingen met de Verenigde Staten over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) liggen stil sinds eind 2016 (Kamerstukken 21 501-02, nr. 1872). Het bleek niet mogelijk om met de toenmalige Amerikaanse regering tot een akkoord
te komen dat voldeed aan de ambities van de EU. Sinds eind 2016 zijn er geen nieuwe
onderhandelingsrondes geweest en gepland. Op 17 januari 2017 hebben de Europese Commissie
en de US Trade Representative een gezamenlijk rapport opgesteld waarin beschreven staat welke voortgang is geboekt
sinds het begin van de onderhandelingen in 2013.1
Het kabinet ziet nog steeds de voordelen van een ambitieus en gebalanceerd handelsakkoord
tussen de EU en de VS. Op dit moment lijkt het echter niet waarschijnlijk dat de onderhandelingen
met de VS over een dergelijk veelomvattend akkoord als TTIP herstart worden. Hiervoor
liggen de ambities op verschillende dossiers te ver uit elkaar.
Dit laat onverlet dat het kabinet graag op een constructieve wijze met de VS blijft
samenwerken, ook op handelspolitiek gebied. De VS heeft het afgelopen half jaar op
handelspolitiek een aantal maatregelen genomen die het multilaterale handelssysteem
ondermijnen en de handelsrelatie met de EU schaden. De tarieven op staal- en aluminiumimport
zijn hier een voorbeeld van (Kamerstuk 33 625, nr. 259). Daarom is het van groot belang met de VS in dialoog te blijven en waar mogelijk
de relatie te versterken. We hebben een eeuwenoud partnerschap met de VS; daar hoort
bij dat meningsverschillen besproken worden (Kamerstuk 31 985, nr. 57). De VS blijft een belangrijke handelspartner van Nederland. We blijven met de VS
optrekken om gedeelde zorgen, zoals de wereldwijde overcapaciteit op de staal- en
aluminiummarkt, aan te pakken.
De voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker en de Amerikaanse president
Donald Trump hebben op 25 juli 2018 afgesproken om een nieuwe fase van de onderlinge
handelsrelatie in te luiden (Kamerstukken aanhangselnummer 2878, vergaderjaar 2017–2018).
Om deze verklaring uit te werken, is een werkgroep opgezet onder leiding van Eurocommissaris
Malmström en de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger (United States Trade Representative, USTR) Robert Lighthizer. In deze werkgroep is onder andere verkend wat de mogelijkheden
zijn voor vrijwillige samenwerking op het gebied van regelgeving en voor onderhandelingen
over een handelsakkoord beperkt tot tarieven.
Samenwerking op regelgeving lijkt op dit moment het meest kansrijk. Dit kan door bestaande
akkoorden over wederzijdse erkenning van conformiteitsbeoordelingen voor specifieke
sectoren uit te breiden. Een andere mogelijkheid is een akkoord met daarin afspraken
over een horizontale en sector-overstijgende aanpak met betrekking tot conformiteitsbeoordelingen.
Om onderhandelingen over een dergelijk nieuw akkoord te kunnen beginnen, is een mandaat
van de Raad nodig. De Commissie komt mogelijk op korte termijn naar de Raad met een
voorstel voor een mandaat.
Voordat de EU en de VS kunnen onderhandelen over een beperkt handelsakkoord, heeft
de Europese Commissie een mandaat van de Raad nodig. Het is nog onduidelijk of en
op welke termijn de Commissie een concept-mandaat hiervoor aan de Raad presenteert.
Het concept-mandaat inclusief de Nederlandse appreciatie zal met de Eerste en Tweede
Kamer gedeeld worden.
Nederland vraagt de Commissie om zo transparant mogelijk te opereren en nationale
parlementen genoeg tijd te geven om een oordeel te vormen over concept-mandaten. Het
kabinet zal uw Kamer via de voortgangsrapportage handelsakkoorden, de geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel en de verslagen van deze Raad op de
hoogte houden van ontwikkelingen op dit vlak.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag