35 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2019

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR MEDISCHE ZORG EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 2018

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen gesteld tijdens de eerste termijn van het debat over de ontwerpbegroting VWS 2019 op 17 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 15, debat over de begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport).

Voorafgaand aan en tijdens de eerste termijn van uw Kamer hebben de leden van uw Kamer amendementen bij de ontwerpbegroting VWS 2019 ingediend. Bijgaand ontvangt u tevens de schriftelijke reactie op deze amendementen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

REACTIES OP INGEDIENDE AMENDEMENTEN BIJ DE VWS ONTWERPBEGROTING 2019

Amendement Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 11 van de leden Ellemeet (GL) en Ploumen (PvdA) over één telefoonnummer waar vrouwen met ongewenste zwangerschap op onafhankelijke wijze worden verwezen.

Indieners stellen voor € 1,546 miljoen vrij te maken voor het instellen van één telefoonnummer voor vrouwen die ongewenst zwanger zijn en één telefoonnummer waar vrouwen op onafhankelijke en niet sturende wijze worden verwezen naar een lokale GGD of andere instantie voor keuzehulp bij ongewenste zwangerschap. Daarnaast is geld nodig voor een landelijke campagne waarbij het telefoonnummer voor deze keuzehulp breed bekend wordt gemaakt. Dekking wordt eenmalig gevonden bij artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning (€ 1,546 miljoen).

Momenteel wordt met de veldpartijen gewerkt aan de uitwerking van de afspraken uit het zevenpuntenplan voor de preventie van en ondersteuning bij onbedoelde zwangerschappen.

In de eerste plaats hechten we belang aan het creëren van een eerlijke markt voor partijen, met Als uitgangspunt geldt dat we voortaan concrete activiteiten financieren in plaats van organisaties. Over de financiering van deze activiteiten worden momenteel gesprekken gevoerd. De 24 uurs bereikbaarheid is daar een onderdeel van. Hierin komt – net als bij de keuzehulpgesprekken – het thema objectiviteit naar voren. Richting de Kamer is al aangegeven dat het belangrijk is om te gaan werken met dezelfde kwaliteitsstandaarden voor alle keuzehulpgesprekken (Kamerstuk 32 279, nr. 123). Dit geldt ook voor de triage voor contactzoekende vrouwen die al dan niet worden verwezen naar face-to-face gesprekken, zelfhulpmodules of online chatmogelijkheden. Daarnaast moet te allen tijde duidelijk zijn welke waarden een organisatie heeft. Belangrijk daarbij is dat deze waarden nooit als doel worden gebruikt. Deze visie wordt momenteel verder uitgewerkt met de partijen. Voor wat betreft de campagne geldt dat VWS – samen met partijen – aan het kijken is welke campagnemaatregelen effectief en wenselijk zijn.

Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk, uiterlijk op 1 december informeren over de uitkomsten van dit traject.

Gelet op het voorgaande wordt het amendement ontraden.

Amendement met Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 13 van het lid Slootweg (CDA) over het beschikbaar stellen van een subsidie voor «Herdenken 75 jaar vrijheid».

Het lid Slootweg stelt voor de subsidie «Herdenken 75 jaar vrijheid» te verhogen om historische plaatsen en schoolmateriaal een extra impuls te geven zodat scholen beter in staat zijn het verhaal over de bevrijding goed te vertellen. Hiertoe dient € 600.000 binnen artikel 7 te worden gezocht.

Ik onderschrijf de wens om het verhaal over de bevrijding goed te vertellen. In het kader van 75 jaar vrijheid wordt veel geïnvesteerd, zowel in de herinneringscentra als in educatie. Ten behoeve van het herdenken van 75 jaar vrijheid is in 2019 reeds € 1,4 miljoen gereserveerd op artikel 7 van de VWS Ontwerpbegroting. Ik ben met het veld in overleg over de inhoudelijke projecten rondom educatie, ook over het goede verhaal waar het CDA aandacht voor vraagt. Ik verwacht daar voor het einde van het jaar duidelijkheid over en zal u daarover nader berichten. Om nu reeds een concreet bedrag aan de gewenste (extra) impuls te verbinden vind ik te vroeg.

Wij laten het oordeel aan de Kamer, maar doen de indiener de gedachte aan de hand om op basis van het nog te leveren beeld van de invulling van de reeds beschikbare middelen, het ter stemming brengen van dit amendement opnieuw in overweging te nemen.

Amendement met Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 14 van de leden Ellemeet (GL) en Dik-Faber (CU) over het vrijmaken van middelen voor het ontwikkelen van leefstijlgeneeskunde.

Indieners stellen voor om onderzoek naar leefstijlgeneeskunde te faciliteren en daarvoor de middelen voor het Programma Translationeel Onderzoek op artikel 4 (Zorgbreed beleid) met € 1 miljoen te verhogen.

Om ervoor te zorgen dat er goede zorg wordt verleend is het belangrijk dat er gewerkt wordt met effectieve leefstijlinterventies. In het regeerakkoord, de hoofdlijnakkoorden en het nog te sluiten Nationale Preventieakkoord is hier aandacht voor. Via diverse instrumenten wordt bevorderd – via ondersteuning en financiering van onderzoek – dat bewezen effectieve interventies sneller bij de patiënt terecht komen.

Hoewel voor het type onderzoek waartoe de indieners oproepen in principe reeds onderzoeksfinanciering beschikbaar is, kan een gerichte onderzoeksronde voor leefstijlgeneeskunde een extra impuls zijn om dit onderzoek tot stand te brengen. ZonMw zou kunnen worden gevraagd om per 2019 een themaronde voor onderzoek naar leefstijlgeneeskundige interventies uit te zetten.

Te zijner tijd moet worden bezien of de hoeveelheid en kwaliteit van de aanmeldingen aanleiding geven om een aanvullende themaronde op te zetten of dat deze aanvragen na deze themaronde via de bestaande onderzoeksprogramma’s kunnen meelopen.

Wij laten het oordeel over dit amendement aan uw Kamer.

Amendement met Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 17 van de leden Bergkamp (D66) en Hermans (VVD) over het vooruit te helpen van een moderne en innovatieve gehandicaptenzorg.

Indieners beogen met dit amendement een moderne en innovatieve gehandicaptenzorg sneller vooruit te helpen. Zij stellen dat er onvoldoende middelen zijn om de verandering duurzaam in te bedden en dat daarnaast innovatie nog te versnipperd plaats vindt binnen de gehandicaptenzorg.

In het programma «Volwaardig leven. Voor de gehandicaptenzorg en complexe zorg» is voor de periode 2019 tot en met 2021 reeds een totaalbudget van € 5 miljoen vrijgemaakt voor een Innovatie Impuls Gehandicaptenzorg, bedoeld om vijftien à twintig zorgaanbieders te ondersteunen bij het bieden van toekomstgerichte zorg (Kamerstuk 24 170, nr. 179). Indieners stellen voor om deze impuls op te hogen met € 3,5 miljoen voor 2019, met de bedoeling om verandering en vernieuwing te versnellen.

Dekking voor dit amendement voor 2019 wordt gevonden in de niet-juridisch verplichte uitgaven van artikel 3 en indieners merken tevens op dat zij deze intensivering ook voor de jaren 2020 en 2021 zouden willen opvoeren.

Dit amendement zie ik als een intensivering in lijn met de Innovatieve Impuls Gehandicaptenzorg in «Volwaardig Leven» (Kamerstuk 24 170, nr. 179). De in het amendement genoemde voorwaarden passen daar bij.

Wij laten het oordeel over dit amendement aan de Kamer. Daarbij teken ik aan dat de meerjarige doorwerking formeel niet via dit amendement kan worden geregeld, maar door mij wel betrokken zal worden bij de komende voorjaarsbesluitvorming.

Amendement met Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 18 van het lid Dik-Faber (CU) over kosten voor de inschrijving in de Fiom KID-DNA databank voor donorkinderen.

Indiener beoogt met dit amendement een regeling mogelijk te maken voor het vergoeden van de kosten voor de inschrijving in de Fiom KID-DNA databank voor donorkinderen (verwekt vóór 2004). Zij is van mening dat deze donorkinderen zich kosteloos moeten kunnen inschrijven, omdat zij part noch deel hebben aan hun situatie en zij recht hebben om te weten van wie zij afstammen. De geschatte kosten van 500.000 euro zouden moeten worden gedekt uit de niet-verplichte ruimte binnen artikel 1 Volksgezondheid.

Hoewel wij menen dat de overheid hierin strikt genomen geen verantwoordelijkheid draagt gezien de wetgeving uit het verleden, heb ik sympathie voor het voorstel.

Daarom laten wij het oordeel aan uw Kamer.

Naar boven