Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2018
Met deze brief kom ik tegemoet aan het verzoek van het lid Van Brenk van 4 september
2018 om een reactie op het bericht «Huurverhoging jaagt de inflatie op».1 (Handelingen II 2017/18, nr. 104, item 8).
Het CBS geeft aan dat tussen juni 2018 en juli 2018 de inflatie is gestegen van 1,7%
naar 2,1% ten opzichte van dezelfde maand in 2017. De stijging wordt voornamelijk
veroorzaakt door de stijging van de vaste lasten voor huisvesting, water en energie.
Dat een groot deel van gestegen inflatie veroorzaakt wordt door de huurstijging is
niet vreemd. Juli is de eerste maand waarin de huurstijging 2018 in de inflatiecijfers
tot uitdrukking komen, aangezien huurstijgingen over het algemeen per 1 juli plaatsvinden.
De huurstijging is op zichzelf weer gebaseerd op de inflatie van het voorgaande jaar.
Verhuurders mogen de huur met een maximumpercentage boven de inflatie verhogen.
Effect op de koopkracht
In het artikel wordt gesproken over de hoogste inflatie in vijf jaar. Feitelijk is
dit juist, maar dit gaat voorbij aan het feit dat de inflatie de afgelopen vijf jaar
bijzonder laag was. In de jaren 2015 en 2016 kwam deze niet boven 1%-punt uit en werd
zelfs gesproken over angst voor deflatie.
Voor de koopkracht waren dit gunstige jaren omdat de contractloonontwikkeling wel
ruim boven de 1% uitkwam. De koopkrachtcijfers zijn nu eenmaal sterk afhankelijk van
de macro economische ontwikkeling.
Het is daarom van belang te benadrukken dat de verwachte hoogte van de inflatie, de
loonontwikkeling en de rente in iedere raming wordt geactualiseerd op basis van nieuwe
realisaties. De koopkrachtplaatjes veranderen daardoor bijna per definitie tussen
verschillende ramingsmomenten in een jaar. In 2017 en 2018 komen de realisaties, volgens
de laatste inzichten, lager uit dan de voorspelling vooraf. In 2015 en 2016 waren
de realisaties juist veel beter dan geraamd bij Prinsjesdag, omdat de inflatie toen
tegen de verwachting in bleef dalen. In de koopkrachtcijfers voor 2018 die met Prinsjesdag
zijn gepresenteerd zijn de inflatiecijfers uit juli meegenomen door het CPB.
Nu de economie al een aantal jaren goed presteert, zien we de inflatie stijgen maar
ook de lonen zullen naar verwachting verder aantrekken. Voor de koopkrachtplaatjes
is die hogere inflatie slecht nieuws, maar dat er in deze gunstige conjunctuur meer
mensen aan het werk zijn, een vaste baan vinden of promotie maken is natuurlijk heel
goed nieuws.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees