Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2018
In het vragenuur van 19 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties toegezegd om inzicht te geven in de kosten die Nederland heeft
gemaakt voor de Turkse verkiezingen (Handelingen II 2017/18, nr. 95, item 3). Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
De Turkse overheid heeft van 15 tot en met 19 juni 2018 verkiezingen georganiseerd
in Amsterdam, Den Haag en Deventer. Ik heb bij deze gemeenten navraag gedaan, alsmede
bij Rijkswaterstaat en de politie.
De gemeente Amsterdam geeft aan geen extra kosten gemaakt te hebben, afgezien van
de ambtelijke begeleiding en handhaving. Alle directe kosten waren voor rekening van
de organisatoren, de Turkse overheid en het event center waar de Turkse overheid een
stembureau heeft ingericht. De organiserende partij heeft in overleg met de gemeente
en de politie een plan gemaakt met aandacht voor de routering, bebording, verkeersregelaars,
parkeren en communicatie. De kosten voor dit plan en de uitvoering daarvan waren voor
rekening van de organiserende partij. Er zijn ook afspraken gemaakt over de vergoeding
van eventuele schades. Inmiddels is vastgesteld dat op de plek waar geparkeerd is
het gras hersteld moet worden. De kosten zullen worden verhaald op de organiserende
partij.
De gemeente Den Haag geeft aan dat geen kosten gemaakt zijn in het kader van de Turkse
verkiezingen. De inzet van beveiligers en verkeersregelaars (en materieel) is door
het Turkse consulaat zelf bekostigd.
De gemeente Deventer heeft geen kosten gemaakt voor de Turkse verkiezingen. Alles
is doorbelast, behoudens de uren die de beleidsmedewerker veiligheid van de gemeente
aan de voorbereiding heeft besteed en tijdens de verkiezingen zelf. Deze uren declareert
de gemeente nooit bij een organisator of instelling waar een veiligheidsprobleem speelt.
Een bedrijf heeft in opdracht van de stemlocatie in Deventer, betaald door de Turkse
overheid, Rijkswaterstaat gevraagd om borden te mogen plaatsen langs de snelweg bij
Deventer. Hierop heeft Rijkswaterstaat toestemming verleend na een verkeerskundige
toets.
De politie heeft de situatie gedurende deze periode gemonitord, waardoor er sprake
was van een licht verhoogde inzet. Voor het overige is enkel sprake geweest van reguliere
inzet om de openbare orde te handhaven.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren