34 994 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Jeugdwet en enkele andere wetten ter verbetering van patiëntgerichte zorg en het opnemen van een wettelijke regeling voor het inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt

Nr. 18 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN HIJINK EN EDGAR MULDER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10

Ontvangen 19 april 2019

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel G, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden twee artikelen».

2. Na artikel 458a wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 458b

  • 1. Indien op grond van artikel 458a, lid 1, onderdeel c, om inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden patiënt wordt gevraagd vanwege een vermoeden van een medische fout en de hulpverlener de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet verstrekt, verstrekt de hulpverlener op verzoek van degene die om de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke arts.

  • 2. De arts, bedoeld in lid 1, beoordeelt of het niet verstrekken van de inzage of het afschrift gerechtvaardigd is. Indien de arts van oordeel is dat het niet verstrekken niet gerechtvaardigd is, verstrekt de hulpverlener alsnog inzage of afschrift aan de verzoeker.

II

Artikel II, onderdeel G, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden twee artikelen».

2. Na artikel 7.3.12a wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 7.3.12b

  • 1. Indien op grond van artikel 7.3.12a, eerste lid, onderdeel b, om inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden betrokkene wordt gevraagd vanwege een vermoeden van een medische fout en de jeugdhulpverlener de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet verstrekt, verstrekt de jeugdhulpverlener op verzoek van degene die om de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke arts.

  • 2. De arts, bedoeld in het eerste lid, beoordeelt of het niet verstrekken van de inzage of het afschrift gerechtvaardigd is. Indien de arts van oordeel is dat het niet verstrekken niet gerechtvaardigd is, verstrekt de jeugdhulpverlener alsnog inzage of afschrift aan de verzoeker.

III

Artikel IV, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden: Artikel 8:27 wordt vervangen door twee artikelen, luidende:.

2. Na artikel 8:27 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 8:27a

  • 1. Indien op grond van artikel 8.27, eerste lid, onderdeel c, om inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden betrokkene wordt gevraagd vanwege een vermoeden van een medische fout en de zorgverantwoordelijke de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet verstrekt, verstrekt de zorgverantwoordelijke op veroek van degene die om de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke arts.

  • 2. De arts, bedoeld in het eerste lid, beoordeelt of het niet verstrekken van de inzage of het afschrift gerechtvaardigd is. Indien de arts van oordeel is dat het niet verstrekken niet gerechtvaardigd is, verstrekt de zorgverantwoordelijke alsnog inzage of afschrift aan de verzoeker.

IV

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef wordt vervangen door «De wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 18b wordt als volgt gewijzigd:».

2. Na onderdeel A (nieuw) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

B

Na artikel 18b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 18ba

  • 1. Indien op grond van artikel 18a, tweede lid, onderdeel c, om inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden cliënt wordt gevraagd vanwege een vermoeden van een medische fout en de zorgaanbieder de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet verstrekt, verstrekt de zorgaanbieder op verzoek van degene die om de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke arts.

  • 2. De arts, bedoeld in het eerste lid, beoordeelt of het niet verstrekken van de inzage of het afschrift gerechtvaardigd is. Indien de arts van oordeel is dat het niet verstrekken niet gerechtvaardigd is, verstrekt de zorgaanbieder alsnog inzage of afschrift aan de verzoeker.

Toelichting

Dit wetsvoorstel regelt in het voorgestelde artikel 458a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dat een hulpverlener inzage in of afschrift van gegevens uit het medisch dossier van de overleden patiënt verstrekt aan een ieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang (artikel 458a, eerste lid, onderdeel c).

Dit amendement regelt dat indien degene die verzoekt om inzage of afschrift vanwege een zwaarwegend belang geen afschrift of inzage van de hulpverlener verkrijgt, de hulpverlener inzage of afschrift dient te verstrekken aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke arts. Uit de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg volgt dat de beroepstitel arts alleen gevoerd kan worden als er sprake is van een BIG-registratie.

Deze arts krijgt hiervoor inzage in de relevante delen van het medisch dossier. Indien de weigering volgens de arts niet gerechtvaardigd is, verstrekt de hulpverlener alsnog inzage of afschrift aan de verzoeker. Indien de arts oordeelt dat de weigering tot inzage of afschrift gerechtvaardigd is, laat dit de mogelijkheid voor de verzoeker om een juridische procedure te starten onverlet. Met dit amendement wordt een laagdrempelige, onafhankelijke en tijdige beoordeling van een verzoek tot inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt door de verzoeker georganiseerd.

Dit amendement stelt daarnaast een soortgelijke regeling voor inzake gegevensverstrekking op grond van de Jeugdwet, de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Hijink Edgar Mulder

Naar boven