34 994 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Jeugdwet en enkele andere wetten ter verbetering van patiëntgerichte zorg en het opnemen van een wettelijke regeling voor het inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID HIJINK

Ontvangen 16 april 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel G, worden na het eerste lid twee leden ingevoegd, luidende:

  • 1a. Indien op grond van lid 1, onderdeel c, om inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden patiënt wordt gevraagd en de hulpverlener de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet verstrekt, verstrekt de hulpverlener op verzoek van degene die om de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke derde.

  • 1b. De onafhankelijke derde, bedoeld in lid 1a, beoordeelt of de weigering tot inzage of afschrift gerechtvaardigd is. Indien de weigering niet gerechtvaardigd is, verstrekt de hulpverlener inzage of afschrift aan de verzoeker.

II

In artikel II, onderdeel G, worden na het eerste lid twee leden ingevoegd, luidende:

  • 1a. Indien op grond van het eerste lid, onderdeel b, om inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden betrokkene wordt gevraagd en de jeugdhulpverlener de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet verstrekt, verstrekt de jeugdhulpverlener op verzoek van degene die om de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke derde.

  • 1b. De onafhankelijke derde, bedoeld in lid 1a, beoordeelt of de weigering tot inzage of afschrift gerechtvaardigd is. Indien de weigering niet gerechtvaardigd is, verstrekt de jeugdhulpverlener inzage of afschrift aan de verzoeker.

III

In artikel IV, onderdeel A, worden na het eerste lid twee leden ingevoegd, luidende:

  • 1a. Indien op grond van het eerste lid, onderdeel c, om inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden betrokkene wordt gevraagd en de zorgverantwoordelijke de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet verstrekt, verstrekt de zorgverantwoordelijke op verzoek van degene die om de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke derde.

  • 1b. De onafhankelijke derde, bedoeld in lid 1a, beoordeelt of de weigering tot inzage of afschrift gerechtvaardigd is. Indien de weigering niet gerechtvaardigd is, verstrekt de zorgverantwoordelijke inzage of afschrift aan de verzoeker.

IV

In artikel V, wordt na onderdeel 1 een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. Na het tweede lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 2a. Indien op grond van het tweede lid, onderdeel c, om inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden cliënt wordt gevraagd en de zorgaanbieder de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet verstrekt, verstrekt de zorgaanbieder op verzoek van degene die om de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke derde.

  • 2b. De onafhankelijke derde, bedoeld in lid 2a, beoordeelt of de weigering tot inzage of afschrift gerechtvaardigd is. Indien de weigering niet gerechtvaardigd is, verstrekt de zorgaanbieder inzage of afschrift aan de verzoeker.

Toelichting

Dit wetsvoorstel regelt in het voorgestelde artikel 458a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dat een hulpverlener inzage in of afschrift van gegevens uit het medisch dossier van de overleden patiënt verstrekt aan een ieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang (artikel 458a, eerste lid, onderdeel c).

Dit amendement regelt dat indien degene die verzoekt om inzage of afschrift vanwege een zwaarwegend belang geen afschrift of inzage van de hulpverlener verkrijgt, de hulpverlener inzage of afschrift dient te verstrekken aan een onafhankelijke derde. Deze onafhankelijke derde partij beoordeelt vervolgens of de weigering tot inzage of afschrift van het dossier gerechtvaardigd is. Indien de weigering niet gerechtvaardigd is, verstrekt de hulpverlener alsnog inzage of afschrift aan de verzoeker. De onafhankelijke derde partij kan bijvoorbeeld een andere arts of een daartoe samengestelde commissie zijn. Indien de onafhankelijke derde oordeelt dat de weigering tot inzage of afschrift gerechtvaardigd is, laat dit de mogelijkheid voor de verzoeker om een juridische procedure te starten onverlet.

Dit amendement stelt daarnaast een soortgelijke regeling voor inzake gegevensverstrekking op grond van de Jeugdwet, de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Hijink

Naar boven