34 986 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)

33 118 Omgevingsrecht

35 000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019

L1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 oktober 2019

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving2 hebben kennisgenomen van de brief3 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, d.d. 3 september 2019, waarbij zij een reactie geeft op het halfjaarlijks rappel toezeggingen van juli 2019, waarin onder meer de toezeggingen T02255, T02439, T02442 en T02444 zijn opgenomen inzake de stelselwijziging van het omgevingsrecht. Naar aanleiding hiervan hebben zij de Minister op 3 oktober 2019 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 29 oktober2019 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 3 oktober 2019

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief4, d.d. 3 september 2019, waarbij u een reactie geeft op het halfjaarlijks rappel toezeggingen van juli 2019, waarin onder meer de toezeggingen T02255, T02439, T02442 en T02444 zijn opgenomen inzake de stelselwijziging van het omgevingsrecht. Naar aanleiding van uw brief hebben deze leden een verzoek aan u.

Bij de eerste drie hiervoor genoemde toezeggingen heeft u verzocht de deadline te verschuiven naar 1 januari 2020. De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving vragen u echter of u de Kamer uiterlijk 29 november 2019 over de afdoening van deze toezeggingen kunt informeren, zodat zij de informatie kunnen betrekken bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Invoeringswet Omgevingswet5. Ook bij toezegging T02444, waarbij u verzocht heeft de deadline te verschuiven naar 1 januari 2021, vragen de leden u of u de Kamer uiterlijk 29 november 2019 kunt informeren.

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 25 oktober 2019.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Meijer

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2019

Op 3 oktober jl. ontving ik uw brief, waarin u mij verzoekt om uiterlijk 25 oktober 2019 aan te geven, of u uiterlijk 29 november 2019 geïnformeerd kunt worden over de afdoening van toezeggingen T02255, T02439, T02442 en T02444 inzake de stelselwijziging van het omgevingsrecht, zodat u deze informatie kunt betrekken bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Invoeringswet Omgevingswet6.

Bijgaand vindt u de stand van zaken van de betreffende toezeggingen.

Over toezegging T02255, «bespreekbaar maken van het participatieproces met medeoverheden», heb ik u reeds geïnformeerd op 5 juli 20177. Sinds die tijd is er veel gebeurd rondom het thema participatie. Op 17 mei 2019 heb ik u per brief8 geïnformeerd over de actuele stand van zaken wat betreft participatie in het kader van de Omgevingswet. Daarnaast bevatte deze brief een uitgebreide toelichting van alle activiteiten rondom participatie die er vanuit het interbestuurlijke implementatieprogramma Aan de slag met de Omgevingswet worden ondernomen. Ik beschouw deze toezegging als uitgevoerd.

Op 30 mei 2017 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd (T02439), dat het parlement jaarlijks over de uitkomsten van de monitor over het implementatieprogramma zal worden geïnformeerd. Continue monitoring is een heel belangrijk onderdeel van dit programma. Deze implementatiemonitor wordt dan ook pas afgerond nadat de Omgevingswet in werking is getreden. Na inwerkingtreding zal de monitoring overgaan in een monitor over de uitvoering van de Omgevingswet. In de brief van 27 juni 20199 vindt u de meest recente informatie over de stand van zaken van de monitor.

Hierin worden ook de nieuwe resultaten van de monitor meegenomen.

U ontvangt, zoals ik u eerder heb toegezegd, voor 2 december 2019, de integrale voortgangsbrief over de regelgeving en de implementatie van de Omgevingswet. Hierin worden ook de nieuwe resultaten van de monitor meegenomen.

Met betrekking tot de toezegging T02442, over het uitvoeren van een nulmeting in het kader van het monitoringsprogramma, heb ik u op 21 februari 2019 per brief 10 geïnformeerd over drie nulmetingen (fysieke leefomgeving, dienstverleners/omgevingsplanners en overige belangstellenden). De vierde nulmeting, gericht op de kenmerken van vergunningverlenings-, toezicht en handhavingsprocessen voor de rechtspraak, zit op dit moment in de afrondingsfase. U wordt hier uiterlijk in het tweede kwartaal 2020 over geïnformeerd.

Met betrekking tot toezegging T02444, over het ontsluiten van milieu-informatie en het vormgeven van de gegevenskwaliteit daarop, kan ik u het navolgende melden. Ontsluiting van milieu-informatie vindt niet in het basisniveau van het DSO plaats, maar zal in de komende jaren via uitbouw van het DSO steeds verder vorm krijgen. In dat kader wordt bezien hoe gegevenskwaliteit van deze informatie op een goede manier vorm kan krijgen. In de tussentijd is milieu informatie wel digitaal beschikbaar. Overheden en daaronder vallende diensten en kennisinstituten beschikken namelijk al over veel informatie over de fysieke leefomgeving. Deze wordt in het kader van de eigen taakuitoefening door deze bron houdende overheden en diensten verzameld. Veel van deze informatie wordt ook al gedeeld via bijvoorbeeld eigen websites. Die informatie is er en blijft ook bij inwerkingtreding van de Omgevingswet beschikbaar.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Letter L heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 34 986.

X Noot
2

Samenstelling: Atsma (CDA), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Nooren (PvdA), (ondervoorzitter), Pijlman (D66), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Arbouw (VVD), Beukering (FVD), Bezaan (PVV), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Geerdink (VVD), Gerbrandy (OSF), Janssen (SP), Kluit (GL), Meijer (VVD), (voorzitter), Moonen (D66), Nanninga (FVD, Nicolaï (PvdD), Nanninga (FVD), Prins-Modderaar (CDA), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Rookmaker (Fractie-Otten), Vendrik (GL), Verkerk (CU) en Hermans (FVD).

X Noot
3

Kamerstukken I 2018/19, 35 000 VII/35 000 IV, D.

X Noot
4

Kamerstukken I 2018/19, 35 000 VII/35 000 IV, D.

X Noot
5

Kamerstukken 34 986.

X Noot
6

Kamerstukken 34 986

X Noot
7

Kamerstukken I, 2016/17, 33 118, nr. AC

X Noot
8

Kamerstukken I, 2018/19, 34 986, nr. B

X Noot
9

Kamerstukken I 2018/19, 33 118, nr. AV

X Noot
10

Kamerstukken I, 2018/19, 33 118, nr. AS

Naar boven