34 986 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)

J VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 14 oktober 2019

Op 4 oktober 2019 is door de leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving¹ per brief aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzocht door het Bureau ICT-toetsing (BIT) vóór 26 november 2019 een tussentijdse toets van het binnenkort op te leveren basisniveau van het DSO-LV te laten uitvoeren.

De Minister heeft op 11 oktober 2019 op dit verzoek gereageerd.

De vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 4 oktober 2019

Onlangs is met u schriftelijk overleg² gevoerd over de planning van de behandeling van de wet- en regelgevingsproducten inzake de stelselherziening omgevingsrecht. Aangezien de juridische basis van de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) is opgenomen in de te behandelen Invoeringswet Omgevingswet (34 986)³ en in het voorgehangen ontwerp Invoeringsbesluit Omgevingswet⁴ zal de Kamer zich in het kader van die behandeling een oordeel vormen over het DSO-LV; eind 2019 zal de oplevering van het basisniveau⁵ plaatsvinden.

Op verzoek van de leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) zullen ambtenaren van uw ministerie op 26 november a.s. tijdens een technische briefing een actueel beeld geven van het eind dit jaar op te leveren basisniveau van het DSO-LV. De leden van de commissie IWO hebben in de vergadering van 1 oktober 2019 gesproken over het DSO-LV en geconstateerd dat door de Tweede Kamer in motie-Ronnes c.s.⁶ aan de regering is verzocht het Bureau ICT-toetsing (BIT) in december 2019 een update te laten doen naar de voortgang en stand van zaken van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, en de Kamer over de uitkomsten te informeren. Dat advies van het BIT zal met name zien op doorontwikkeling en uitbouw⁷ van het DSO-LV na oplevering van het basisniveau; het betreft kortom een advies gericht op de toekomst.

De leden van de commissie IWO hebben er in dit stadium van de parlementaire behandeling evenwel behoefte aan een tussenbalans op te maken aan de hand van een toets, waarin het BIT zich uitspreekt over de vraag of op zodanige wijze gevolg is gegeven aan de (twee hoofd-)aanbevelingen uit het in 2017 uitgebrachte BIT-advies over het DSO⁸ dat het thans verantwoord is de stap te zetten naar doorontwikkeling van het DSO-LV. In haar reactie⁹ op de BIT-toets 2017 liet de toenmalige Minister van Infrastructuur en Milieu immers weten dat eerst tot doorontwikkeling van het DSO-LV wordt besloten «als de basis voldoende stabiel is».

In de eerste hoofdaanbeveling adviseerde het BIT in 2017 de scope van het programma sterk te reduceren en de omvang van het ontwerp van het DSO in eerste instantie te beperken tot wat strikt noodzakelijk is om het huidige niveau van dienstverlening tehandhaven. In de tweede hoofdaanbeveling werd opgeroepen de invloed van bevoegd gezag op het ontwerp van het DSO te versterken. U heeft vervolgens de Taskforce Complexiteitsreductie ingesteld om de BIT aanbevelingen uit 2017 verder te concretiseren.

In aanvulling op het voorgaande stellen de leden van de commissie het op prijs indien in de tussentijdse BIT-beoordeling expliciet aandacht wordt geschonken aan de vraag of het binnenkort op te leveren basisniveau van het DSO-LV voldoende stabiel is om de decentrale overheden in staat te stellen er een jaar serieus mee te oefenen.

Voorts zien zij graag dat het BIT ingaat op de vraag of het gebruiksgemak van het basisniveau van het DSO-LV zodanig is dat het stelsel ook «doenlijk» is voor mensen met een beperking en mensen die laaggeletterd zijn. Voor de leden van de commissie is het een voorwaarde dat vanaf de start van het stelsel vaststaat dat alle gebruikers ermee overweg kunnen.

De leden van de commissie IWO verzoeken u op korte termijn door het BIT een tussenbalans zoals hiervoor geschetst te laten opmaken en de Kamer nog vóór de technische briefing van 26 november a.s. te informeren over zowel de uitkomsten van de tussentijdse BIT-beoordeling als over uw appreciatie daarvan.

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving zien uw reactie met belangstelling tegemoet en verzoeken u deze uiterlijk 11 oktober 2019 aan de Kamer te doen toekomen.

Een afschrift van deze brief is verzonden aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving H.J. Meijer

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 2019

Op 4 oktober jl. ontving ik uw brief waarin u verzoekt om een tussentijdse BIT-beoordeling van DSO-LV op een aantal zaken. Uw vraag is via de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doorgeleid naar het Bureau ICT Toetsing (BIT).

Het BIT heeft helaas kenbaar gemaakt niet in staat te zijn om de gevraagde toets uit te voeren. Ik ben graag bereid om te kijken met welke alternatieve (externe) toetsingsopties ik tegemoet kan komen aan de achterliggende vragen in uw verzoek. Ik zal daarvoor komende week schriftelijk mijn mogelijkheden aan u kenbaar maken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

---

1 Samenstelling:

Atsma (CDA), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Nooren (PvdA) (ondervoorzitter), Pijlman (D66), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), arbouw (VVD), Beukering (FVD), Bezaan (PVV), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Geerdink (VVD), Gerbrandy (OSF), Janssen (SP), Kluit (GL), Meijer (VVD) (voorzitter), Moonen (D66), Nanninga (FVD, Nicolaï (PvdD), Nanninga (FVD), Prins-Modderaar (CDA), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Rookmaker (Fractie-Otten), Vendrik (GL), Verkerk (CU), Hermans (FVD)

2 Verslag schriftelijk overleg Kamerstukken I, 2019–2020, 33 118, AW

3 Afdeling 20.5 van de Omgevingswet: Digitaal stelsel van informatievoorziening; uitgewerkt in de artikelen 20.20 e.v. van het wetsvoorstel Invoeringswet Omgevingswet (Kamerstukken I, 2018–2019, 34 986, A).

4 Hoofstuk 14 van het voorgehangen ontwerpbesluit (Kamerstukken I, 2019–2020, 34 986, D)

5 Volgens de bijlage bij de brief van Staatssecretaris van BZK van 2 oktober 2019 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2019–2020, 26 643, 638) zijn bevoegde gezagen na oplevering van het basisniveau in 2020 in de gelegenheid te oefenen, te vullen en aan te sluiten, zodat de Omgevingswet per 2021 in werking kan treden.

6 Kamerstukken II, 2018–2019, 34 986, 26

7 Langs de lijnen zoals in het Bestuursakkoord met de andere overheden is afgesproken.

8 Definitief BIT-advies voor het programma Digitaal Stelsel Omgevingswet, 4 september 2017

9 Brief van 6 oktober 2017 (Kamerstukken I, 2017–2018, 33 118, AE, blz. 4)