34 986 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)

AC BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING

Aan de Minister voor Milieu en Wonen

Den Haag, 7 februari 2020

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) zien met tevredenheid terug op een uitvoerig en constructief plenair debat over de Invoeringswet Omgevingswet (34 986) op 27 en 28 januari 2020. Zij stellen het op prijs dat door u tijdens het debat diverse toezeggingen zijn gedaan. De leden van de commissie hebben kennisgenomen van de brief1 die u naar aanleiding van een verzoek vanuit de Kamer op 3 februari 2020 heeft gestuurd en waarin u in uw eigen bewoordingen en geclusterd rondom een aantal thema’s weergeeft welke toezeggingen volgens u tijdens het debat over de Invoeringswet Omgevingswet zijn gedaan. Naar aanleiding hiervan brengen de leden van de commissie de volgende serieuze bedenkingen onder uw aandacht.

Het zeer late tijdstip van ontvangst van de brief alsmede de inhoud ervan heeft, zowel afzonderlijk als in samenhang, op 4 februari 2020 geleid tot uitstel van de stemming over de Invoeringswet Omgevingswet. Door toezending van de brief één dag voor de beoogde datum van stemming over het wetsvoorstel was het voor veel woordvoerders niet mogelijk de inhoud ervan in extenso te vergelijken met het verslag van het plenaire debat. Leden die wel in de gelegenheid waren een initiële vergelijking van uw brief en de nog ongecorrigeerde verslaglegging van het gevoerde debat uit te voeren, hebben op basis daarvan vrijwel unaniem geconstateerd dat het overzicht van de toezeggingen onvolledig is en dat de formulering van de toezeggingen veelal te beperkt is of soms zelfs onjuist. De commissie betreurt deze gang van zaken.

Het voorgaande is voor de commissie dan ook aanleiding vast te houden aan de gebruikelijke werkwijze en in de toezeggingenregistratie uitsluitend de door de Kamer zelf, uitgaande van de vastgestelde Handelingen, geformuleerde toezeggingen op te nemen en niet de toezeggingen zoals verwoord in uw brief. Bij het concipiëren van de toezeggingen zal noch het daarin door u voorgestelde aantal toezeggingen, noch de daarbij door u gekozen formulering bepalend zijn.

Na publicatie van het vastgestelde woordelijk verslag zal worden overgegaan tot verwerking en vaststelling van de tijdens het plenaire debat over de Invoeringswet Omgevingswet gedane toezeggingen. De vastgestelde en geregistreerde toezeggingen zullen u via de gebruikelijke kanalen worden aangeboden.

De commissie vertrouwt erop u hiermee te hebben geïnformeerd over de aanpak die haar voor ogen staat.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, H.J. Meijer


X Noot
1

Kamerstukken I, 2019–2020, 34 986, AB.

Naar boven