34 985 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten in verband met de overgang van de Wet natuurbescherming naar de Omgevingswet (Aanvullingswet natuur Omgevingswet)

P VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 10 november 2022

De leden van de vaste commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving1 en voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit2 hadden kennisgenomen van de brief van 7 juli 20223 waarmee de Kamer, in het kader van toezegging T03009, werd geïnformeerd over de huidige situatie rond de bejaagbaarheid van de grauwe gans in Nederland. De leden van de fractie van de PvdD wensten de regering naar aanleiding hiervan een aantal vragen te stellen. De leden van de fractie van GroenLinks sloten zich bij deze vragen aan.

Naar aanleiding hiervan is op 4 oktober 2022 een brief gestuurd aan de Minister voor Natuur en Stikstof.

De Minister heeft op 8 november 2022 gereageerd.

De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Dragstra

BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING EN VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Minister voor Natuur en Stikstof

Den Haag, 4 oktober 2022

De leden van de vaste commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 7 juli 20224 waarmee de Kamer, in het kader van toezegging T03009, wordt geïnformeerd over de huidige situatie rond de bejaagbaarheid van de grauwe gans in Nederland. De leden van de fractie van de PvdD wensen de regering naar aanleiding hiervan de volgende vragen te stellen. De leden van de fractie van GroenLinks sluiten zich graag bij deze vragen aan.

De leden van de fractie van de PvdD wijzen erop dat het lid Van Dijk (SGP) in zijn bijdrage tijdens het debat over de Aanvullingswet natuur Omgevingswet van 30 juni 20205 betoogde dat grauwe ganzen (en kolganzen) veel schade veroorzaken, terwijl «hun vlees» verkocht zou kunnen worden. De leden van de fractie van de SGP vroegen de regering daarop om te onderzoeken of ganzen «bejaagd worden op basis van de strikte uitzonderingsbepalingen uit de Vogelrichtlijn, terwijl die, gelet op de aantallen, helemaal niet meer op hen van toepassing zijn». De regering geeft in de onderhavige brief aan dat ganzen in veel gebieden «overbelasting» en «schade aan natuur en landbouw» veroorzaken.6 De regering zal daarom met de provincies in gesprek gaan over mogelijkheden om het beheer te «intensiveren». Het bejaagbaar maken van de grauwe gans en de voor- en nadelen daarvan is «een van de spreekpunten». De leden van de fractie van de PvdD vinden het belangrijk dat afschot van grauwe ganzen te allen tijde wordt voorkomen. Zij hebben daarom de navolgende vragen.

De leden van de fractie van de PvdD beamen de constatering van de regering dat de Nederlandse populatie van de grauwe gans die jaarrond in Nederland aanwezig is, groot is. Daarnaast ontvangt Nederland een deel van het jaar ook grauwe ganzen die onderdeel uitmaken van een trekkende populatie, die kwetsbaar is omdat deze populatie in meerdere landen wordt bejaagd.

  • 1. Is de regering het met de leden van de fractie van de PvdD eens dat het bejagen of vergassen van grauwe ganzen niet alleen een uiterst dieronvriendelijke vorm van beheer is, maar bovendien weinig effectief, aangezien de populatie meteen zal worden aangevuld door grauwe ganzen van elders?

  • 2. Is de regering bereid wetenschappelijk onderzoek te (laten) doen naar de effectiviteit van diervriendelijke vormen van beheer, zoals het rapen of onklaar maken van de eieren van grauwe ganzen, het plaatsen van vlaggen of het inzaaien van witte klaver in natuurgebieden om grauwe ganzen daarmee weg te lokken van nabijgelegen raaigras?

  • 3. Is de regering het met de leden van de fractie van de PvdD eens dat het aanleggen van natuurontwikkelingsgebieden die bestaan uit water en land logischerwijze ganzen aantrekt? Is de regering het dan ook met deze leden eens dat niet de ganzen moeten worden bestreden, maar het landschap zou moeten worden aangepast?

  • 4. Erkent de regering dat ganzen worden aangetrokken door raaigras van de intensieve landbouw en dat het dus beter is om het raaigras te vervangen door een andere begroeiing, die minder geliefd is bij grauwe ganzen? Zo ja, erkent de regering dat het beter is boeren hiervoor een vergoeding te bieden in plaats van een vergoeding voor de schade aan het raaigras (of andere gewassen)?

  • 5. Erkent de regering dat grauwe ganzen een belangrijke functie hebben in het landschap van natuurgebieden, bijvoorbeeld het open houden van het riet en het kort houden van het gras, en dat andere vogelsoorten daarvan profiteren?

  • 6. Is de regering het met de leden van de fractie van de PvdD eens dat de grauwe gans een intrinsieke waarde heeft, los van de waarde als vlees dat verkocht kan worden voor menselijke consumptie?

  • 7. De wildlijst is in april jongstleden opnieuw vastgesteld. Er is toen voor gekozen om de grauwe gans niet op deze lijst te plaatsen. Het bevreemdt de leden van de fractie van de PvdD dat er nu al aan deze lijst getornd zou kunnen worden. Wat is er in de afgelopen maanden veranderd, waardoor de regering nu toch open lijkt te staan voor het plaatsen van de grauwe gans op deze lijst of het bieden van een ontheffing? Is de regering het met deze leden eens dat geen enkel dier als schadelijk zou moeten worden aangemerkt en dat de wildlijst daardoor eerder zou moeten worden beperkt in plaats van uitgebreid?

  • 8. Is het de regering bekend dat ganzen een monogame diersoort zijn, die relaties voor het leven aangaan, waardoor het moedwillig doden van ganzen onvermijdelijk tot grote aantallen rouwende partnerdieren zal leiden? Zo ja, acht de regering dit ethisch verantwoord en op welke gronden?

De leden van de vaste commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving Landbouw, H.J. Meijer

Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Natuur en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden MSc.

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2022

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden van de fracties van de PvdD en GroenLinks naar aanleiding van de bejaagbaarheid van de grauwe gans (Kenmerk 171685.01U, ingezonden op 4 oktober 2022).

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink

Vragen naar aanleiding van de bejaagbaarheid van de grauwe gans

1

Is de regering het met de leden van de fractie van de PvdD eens dat het bejagen of vergassen van grauwe ganzen niet alleen een uiterst dieronvriendelijke vorm van beheer is, maar bovendien weinig effectief, aangezien de populatie meteen zal worden aangevuld door grauwe ganzen van elders?

Antwoord

Provincies zijn verantwoordelijk voor het natuurbeheer en ook voor populatiebeheer, waaronder dat van ganzen. Faunabeheereenheden stellen voor hun werkgebied een faunabeheerplan vast. Het faunabeheerplan wordt goedgekeurd door de gedeputeerde staten van de provincie waarin de faunabeheereenheid werkzaam is. Onderdeel van dit faunabeheerplan zijn passende en doeltreffende maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schade aangericht door in het wilde levende dieren.

Jacht is uitsluitend toegestaan op soorten die zijn genoemd in artikel 3.20, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (Wnb). Grauwe ganzen vallen daar niet onder. Schadebestrijding en populatiebeheer van grauwe ganzen zijn wel mogelijk. Wanneer een beschermde vogelsoort niet in het voortbestaan wordt bedreigd, biedt artikel 3.3 van de Wet natuurbescherming de mogelijkheid om voor deze soort een ontheffing danwel vrijstelling te verlenen van het verbod op het doden of verstoren. Dit kan alleen wanneer er voldaan is aan een aantal voorwaarden (artikel 3.3, vierde lid, Wnb), onder meer dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat om schade te voorkomen.

Hoe faunabeheereenheden invulling geven aan schadebestrijding en populatiebeheer staat beschreven in de faunabeheerplannen. Hierin wordt ook gekeken naar de mogelijkheid van het toepassen van andere maatregelen om schade te voorkomen en de effectiviteit van de verschillende maatregelen.

Provincies voeren in toenemende mate hun ganzenbeleid, waaronder bescherming en beheer (waaronder populatie-onttrekking) gecoördineerd uit en richten beheermaatregelen op gebieden waar de meeste schade plaatsvindt. Provincies hebben ervoor gekozen om de internationale ganzenaanpak, die onder het AEWA-verdrag wordt ontwikkeld, leidend te laten zijn7. Deze AEWA-aanpak heeft als doel om een werkwijze te bieden voor een gestructureerd, gecoördineerd besluitvormings- en implementatieproces voor het duurzaam gebruik en beheer van ganzenpopulaties in Europa met als doel ze in een gunstige staat van instandhouding te houden of te krijgen. Deze AEWA-aanpak past binnen de kaders van de Wet natuurbescherming die aanpak van grauwe ganzen mogelijk maakt met als doel het voorkomen of beperken van schade. Ongeacht of de lege plekken die door beheer ontstaan weer worden aangevuld, draagt dit naar de mening van de provincies bij aan voorkomen of beperken van de schade.

2

Is de regering bereid wetenschappelijk onderzoek te (laten) doen naar de effectiviteit van diervriendelijke vormen van beheer, zoals het rapen of onklaar maken van de eieren van grauwe ganzen, het plaatsen van vlaggen of het inzaaien van witte klaver in natuurgebieden om grauwe ganzen daarmee weg te lokken van nabijgelegen raaigras?

Antwoord

Er is al veel onderzoek gedaan naar effectiviteit van preventieve maatregelen. Meerdere studies tonen bijvoorbeeld aan dat de effectiviteit van nestbehandeling hooguit lokaal effectief kan zijn maar voor populatiereductie op grotere schaal zeer beperkt is. Deze informatie is door BIJ12 gebundeld in de «Faunaschade Preventie Kit Ganzen»8. Deze laat zien met welke preventieve maatregelen gewasschade door ganzen voorkomen of beperkt kan worden. Grondgebruikers en faunabeheereenheden kunnen van deze informatie gebruik maken.

3

Is de regering het met de leden van de fractie van de PvdD eens dat het aanleggen van natuurontwikkelingsgebieden die bestaan uit water en land logischerwijze ganzen aantrekt? Is de regering het dan ook met deze leden eens dat niet de ganzen moeten worden bestreden, maar het landschap zou moeten worden aangepast?

Antwoord

Nederland is een waterrijk land en daardoor aantrekkelijk voor ganzen. Bij natuurontwikkelingsprojecten wordt uitgegaan van de in het gebied aanwezige abiotische factoren en natuurwaarden. Met de ontwikkeling worden diverse doelen nagestreefd op het gebied van waterkwaliteit (KRW) en natuur (VHR) en in sommige gevallen ook klimaatadaptatie. Deze projecten dragen bij aan het herstel van ons landschap. Natuur anders inrichten dan wat er van nature zou voorkomen is ongewenst, inefficiënt en veelal praktisch niet haalbaar.

4

Erkent de regering dat ganzen worden aangetrokken door raaigras van de intensieve landbouw en dat het dus beter is om het raaigras te vervangen door een andere begroeiing, die minder geliefd is bij grauwe ganzen? Zo ja, erkent de regering dat het beter is boeren hiervoor een vergoeding te bieden in plaats van een vergoeding voor de schade aan het raaigras (of andere gewassen)?

Antwoord

Ganzen profiteren inderdaad van het voedzame en eiwitrijke raaigras. Om dezelfde reden is raaigras aantrekkelijk voor veehouders en wordt daarom veel toegepast. De in het antwoord op vraag 2 genoemde «Faunaschade Preventie Kit Ganzen» beschrijft dat vraat aan schadegevoelige percelen beperkt kan worden door aan zaadmengsels van gewassen soorten toe te voegen die minder aantrekkelijk zijn voor ganzen.

5

Erkent de regering dat grauwe ganzen een belangrijke functie hebben in het landschap van natuurgebieden, bijvoorbeeld het open houden van het riet en het kort houden van het gras, en dat andere vogelsoorten daarvan profiteren?

Antwoord

Ganzen hebben een belangrijke rol in het open houden van bepaalde landschapstypen. Desalniettemin kan een lokaal grote concentratie ganzen het ecosysteem uit balans brengen.

6

Is de regering het met de leden van de fractie van de PvdD eens dat de grauwe gans een intrinsieke waarde heeft, los van de waarde als vlees dat verkocht kan worden voor menselijke consumptie?

Antwoord

Zowel een dier als de natuur hebben intrinsieke waarde, dit zijn uitgangspunten van respectievelijk de Wet dieren (artikel 1.3) en de Wnb (artikel 1.10).

7

De wildlijst is in april jongstleden opnieuw vastgesteld. Er is toen voor gekozen om de grauwe gans niet op deze lijst te plaatsen. Het bevreemdt de leden van de fractie van de PvdD dat er nu al aan deze lijst getornd zou kunnen worden. Wat is er in de afgelopen maanden veranderd, waardoor de regering nu toch open lijkt te staan voor het plaatsen van de grauwe gans op deze lijst of het bieden van een ontheffing? Is de regering het met deze leden eens dat geen enkel dier als schadelijk zou moeten worden aangemerkt en dat de wildlijst daardoor eerder zou moeten worden beperkt in plaats van uitgebreid?

Antwoord

Er is geen sprake geweest van een wijziging van de wildlijst (artikel 3.20, tweede lid, van de Wnb). Vanwege de ongunstige staat van instandhouding heb ik besloten de jacht op het konijn in het hele land en op de haas in de provincies Groningen, Utrecht en Limburg niet te openen. Dit heb ik gedaan door middel van een ministeriële regeling. Voor het plaatsen van soorten op de wildlijst, of het verwijderen van soorten daarvan, zal de wet moeten worden gewijzigd. De plaatsing van soorten op de wildlijst heeft bovendien geen direct verband met de schade die deze soorten eventueel veroorzaken.

Zoals ik in het antwoord op vraag 1 al toelicht is jacht uitsluitend toegestaan op soorten die zijn genoemd in artikel 3.20, tweede lid, van de Wnb. Daarnaast is er de mogelijkheid om soorten te beheren die schade veroorzaken.

8

Is het de regering bekend dat ganzen een monogame diersoort zijn, die relaties voor het leven aangaan, waardoor het moedwillig doden van ganzen onvermijdelijk tot grote aantallen rouwende partnerdieren zal leiden? Zo ja, acht de regering dit ethisch verantwoord en op welke gronden?

Antwoord

Ik kan niet beoordelen in hoeverre er sprake is van rouw bij een dier waarvan de partner is gedood. Ganzen vormen weliswaar vaste paarbanden, maar vinden na het wegvallen van een partner vaak een nieuwe partner.


X Noot
1

Samenstelling:

Atsma (CDA), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Pijlman (D66), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), Fiers (PvdA), Dessing (FVD), Geerdink (VVD), Janssen (SP), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Meijer (VVD) (voorzitter), Moonen (D66), Nicolaï (PvdD), Prins (CDA), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), vacant (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) en Karakus (PvdA) (ondervoorzitter).

X Noot
2

Samenstelling:

Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA) (ondervoorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), Vos (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga) (voorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Prins (CDA), vacant (GL), Van der Voort (D66), Berkhout (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA) en N.J.J. van Kesteren (CDA).

X Noot
3

Kamerstukken I 2021/22, 34 985, O.

X Noot
4

Kamerstukken I 2021/22, 34 985, O.

X Noot
5

Handelingen I 2019/20, nr. 34, item 12, p. 9.

X Noot
6

Kamerstukken I 2021/22, 34 985, O, p. 1.

X Noot
7

AEWA staat voor African-Eurasian Migratory Waterbird Agreement. Dit is een internationaal verdrag dat ziet op bescherming en beheer van trekkende watervogels en hun habitats. Het AEWA-verdrag is ontwikkeld onder de Convention on Migratory Species (CMS), ook wel het verdrag van Bonn genoemd.

Informatie over de AEWA-ganzenaanpak staat op de website van het European Goose Management Platform (https://egmp.aewa.info/ aewa.info)

Naar boven