Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 34985 nr. N |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 34985 nr. N |
Vastgesteld 15 juli 2021
De commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 januari 2021 waarin de Minister ingaat op toezegging T03003 aan de Kamer over de bemiddelende rol van de Minister bij bomenkap in het buitengebied.1 De brief is voor de leden van de fractie van GroenLinks aanleiding om enkele opmerkingen te maken en vragen te stellen. De leden van de fractie-Nanninga sluiten zich bij de opmerkingen en vragen aan.
De commissies hebben op 23 februari 2021 een brief gestuurd aan de Minister.
De Minister heeft op 14 juli 2021 gereageerd.
De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier voor dit verslag, Dragstra
Aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Den Haag, 23 februari 2021
De commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben kennisgenomen van uw brief van 26 januari 2021 waarin u ingaat op toezegging T03003 aan de Kamer over uw bemiddelende rol bij bomenkap in het buitengebied.2 De brief is voor de leden van de fractie van GroenLinks aanleiding om enkele opmerkingen te maken en vragen te stellen. De leden van de fractie-Nanninga sluiten zich bij de opmerkingen en vragen aan. In afwachting van uw antwoorden blijft de genoemde toezegging voorlopig open staan.
De leden van de fractie van GroenLinks willen u bedanken voor uw inzet om de verschillende decentrale overheden nader tot elkaar te brengen waar het gaat om de taakverdeling rondom houtopstanden in het buitengebied. Ook waarderen deze leden uw inzet om de landschapselementen in het buitengebied ook in de toekomst goed te beschermen. Dat dit van onverminderd belang is, blijkt uit de monitoringsgegevens van LandschappenNL. Hieruit komt naar voren dat afgelopen periode het aantal waardevolle landschapselementen nog eens met een schrikbarende 10% lijkt te zijn afgenomen. De leden van de fractie van GroenLinks wijzen voor deze informatie naar de brief die LandschappenNL en Natuurmonumenten begin februari naar het kabinet hebben gestuurd en waarvan een afschrift is bijgevoegd. Deze leden zijn dan ook tevreden dat het kabinet met decentrale overheden gaat bekijken of de huidige regelgeving voldoet en wellicht nog verbeterd moet worden.
U geeft aan bij de verdere uitwerking de natuurorganisaties te willen betrekken. Dat lijkt de leden van de fractie van GroenLinks een goed idee daar ook zij een mening hebben over een goede taakverdeling van bevoegdheden tussen de decentrale overheden. Deze leden willen u vragen om de inhoud van de brief van LandschappenNL bij de gesprekken te betrekken en tijdig aan de Eerste Kamer aan te geven hoe u wilt omgaan met het verzoek dat daarin gedaan wordt om registratie van houtopstanden onder te brengen binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
De leden van de fractie van GroenLinks wachten de resultaten van de verdere gesprekken belangstellend af en zouden het zeer waarderen als er voor de zomer van 2021 een update naar de Eerste Kamer kan worden gestuurd dan wel de gesprekken afgerond kunnen zijn. Dit in verband met de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet.
De commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien met belangstelling nadere informatie van uw kant tegemoet.
De voorzitter van de commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, H.J. Meijer
De voorzitter van de commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden.
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2021
De leden van de fractie van GroenLinks en van de fractie Nanninga van de commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stellen in bovengenoemde brief vragen over toezegging T 03003. Die toezegging gaat over mijn bemiddelende rol tussen provincies en gemeenten inzake de bomenkap, waarover ik uw Kamer in mijn brief van 26 januari 20213 heb geïnformeerd en waarnaar deze leden verwijzen. Tevens verwijzen de leden van de fractie van GroenLinks naar de brief die LandschappenNL en Natuurmonumenten begin februari van dit jaar naar het kabinet hebben gestuurd. Deze brief heb ik ook in goede orde ontvangen. Met deze brief kom ik tegemoet aan uw wens om uw Kamer voor de zomer over de voortgang te informeren.
De gesprekken met VNG, IPO en BZK zijn dit jaar voortgezet. Tijdens die gesprekken is de vraag opgekomen of de regels over de houtopstanden in de Wet natuurbescherming, en zoals deze worden geïntegreerd in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) onder de Omgevingswet, nog wel passen bij de wensen in het kader van de Bossenstrategie4 en het beleid ten aanzien van landschapselementen. Ik heb in de Bossenstrategie bijvoorbeeld al aangegeven dat de uitzondering van de herplantplicht in het kader van Natura 2000 niet meer past in het huidige beleid en dat alle ontbossing moet worden gecompenseerd (Kamerstuk 33 576, nr. 186). Ook zal de Europese bossenstrategie komende zomer gepubliceerd worden, waarin de bescherming van waardevolle bomen en bossen expliciet is opgenomen.
Naar aanleiding van de gesprekken over de bevoegdheidsverdeling en het beleid ten aanzien van bossen en landschapselementen ben ik voornemens om de regels over de houtopstanden (in Wnb en Bal) opnieuw te bekijken en te onderzoeken of deze aanpassing behoeven in het licht van het huidige beleid en de aangekondigde Europese bossenstrategie. Vanzelfsprekend zal ik hierbij IPO, VNG en BZK betrekken en alle organisaties die te maken hebben met de regels over houtopstanden, zoals Natuurmonumenten, LandschappenNL, VBNE, Staatsbosbeheer, soortenorganisaties, etc. Daarbij zal ik ook de brief van Natuurmonumenten en LandschappenNL betrekken. Ik ben verheugd te lezen dat beide organisaties bereid zijn mee te denken over dit onderwerp.
In de tussentijd is er al veel mogelijk in de samenwerking tussen Rijk, provincies en gemeenten en andere stakeholders. Voor de regels over de bevoegdheidsverdeling verwijs ik naar mijn brief van 26 januari 2021.
De bescherming van Landschapselementen heeft ook de nodige aandacht in het kader van het Deltaplan biodiversiteitsherstel. De partners van dit Deltaplan hebben op 11 maart van dit jaar het Aanvalsplan landschapselementen5 aan mij gepresenteerd. Het plan bevat een inhoudelijke onderbouwing van de ambitie van 10% groenblauwe dooradering van het landelijk gebied. Hiermee wordt voor het landbouwareaal onder andere invulling gegeven aan de EU-biodiversiteitsstrategie. Het behalen van deze ambitie vereist enerzijds een uitbreiding van het aantal landschapselementen en anderzijds de bescherming van de bestaande elementen. De Ministeries van LNV en BZK en IPO zijn met de partners van het Deltaplan in gesprek over het vervolg, waarin keuzes gemaakt worden ter realisering van de ambities uit het Aanvalsplan. Het Ministerie van BZK is hierbij betrokken vanwege de inhoudelijke aansluiting met het interdepartementale programma «ONS Landschap» dat erop gericht is om de waarden en kwaliteiten van onze landschappen te beschermen.6
Ook wil ik uw Kamer erop wijzen dat in lijn met de motie-Bromet7 begin dit jaar de innovatiecompetitie SBIR (Small Business Innovation Research) is afgerond. Deze SBIR gaat over het met satellietdata en op basis van AI («artificial intelligence») identificeren, vastleggen en monitoren van kleine landschapselementen.
Meerdere marktpartijen hebben in dat kader innovatieve modellen ontwikkeld om landschapselementen in het agrarisch gebied vast te leggen. Ofschoon deze modellen (nog) niet volmaakt zijn, zijn de uitkomsten veelbelovend. De uitkomsten van deze SBIR zijn meegenomen in de dit voorjaar verstrekte opdracht aan RVO voor de registratie van landschapselementen op en aangrenzend aan boerenland, zodat deze met ingang van het nieuwe GLB per 1 januari 2023 op een kaartlaag staan. Dit is van belang omdat het voorstel is deze elementen bij invoering van het toekomstig GLB onderdeel uit te laten maken van de oppervlakte subsidiabele landbouwgrond.
De registratie van landschapselementen maakt het monitoren ervan mogelijk, zodat toegewerkt kan worden naar behoud en zelfs uitbreiding van het areaal landschapselementen. Vanuit dat doel wordt gewerkt aan de eerste contouren van een subsidieregeling in het kader van het NSP (Nationaal Strategisch Plan), waarbij het voornemen is om de landschapselementen onder de hectarevergoeding (basispremie) van het nieuwe GLB te brengen.
Daarnaast worden de mogelijkheden bekeken om bovenop de hectarevergoeding een vergoeding te geven voor het onderhoud van landschapselementen. Aan deze maatregelen ligt een door Ecorys uitgevoerde studie naar landschapselementen ten grondslag.8
Bij het onderzoeken van de regels over de houtopstanden zal ik ook kijken naar de nationale Bossenstrategie en de Europese bossenstrategie, het Aanvalsplan landschapselementen en het Programma «Ons landschap» en de ontwikkelingen rond het NSP en in dat kader bekijken of aanvullende regelgeving of wijziging van regelgeving nodig is ter bescherming van houtopstanden en landschapselementen. Dit vergt een zorgvuldige aanpak met betrokkenheid van eerdergenoemde stakeholders.
Bij wijziging van de regels over de houtopstanden zal, in afstemming met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een apart wijzigingsspoor voor het Besluit activiteiten leefomgeving plaatsvinden. Ik zal uw Kamer over de voortgang informeren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Motie Bromet (GL), Kamerstuk 21 501-32, nr. 1208: verzoekt de regering, te investeren in een registratiesysteem van landschapselementen op zodanige wijze dat deze elementen meegenomen kunnen worden in de hectarevergoedingen als onderdeel van de directe betalingen, zodat de landschapselementen effectief beschermd kunnen worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34985-N.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.