Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34960-IX nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34960-IX nr. 2 |
Wetsartikel 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2018 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);
2. de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
De departementale begroting
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de begroting 2018 van het Ministerie van Financiën en begrotingsstaat van Nationale Schuld.
In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties (mutaties groter of gelijk aan € 10 mln.). In paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 10 van IXB en in paragraaf 2.2 voor artikel 11 en 12 van IXA.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 1e suppletoire begroting» gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. Hierdoor kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutatie op het artikel. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
Beleidsmatige mutaties zijn het gevolg van nieuw beleid. Technische mutaties zijn het gevolg van bestaand beleid (bijvoorbeeld overboekingen en ramingbijstellingen).
De belangrijkste mutaties (uitgaven en ontvangsten groter of gelijk aan € 10 mln.) worden in onderstaande tabellen weergegeven en daarna toegelicht. De uitgebreide toelichting is, zoals boven opgemerkt, opgenomen in hoofdstuk 3.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste uitgavenmutaties weergegeven.
Artikelnummer |
Uitgaven 2018 |
|
---|---|---|
Stand oorspronkelijke vastgestelde begroting 2018 |
7.117.510 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Eigen personeel Belastingdienst |
1 |
106.102 |
2) Inhuur externen Belastingdienst |
1 |
65.472 |
3) Multiraterale ontwikkelingsbanken en fondsen |
4 |
– 59.219 |
4) Programma onvoorzien |
10 |
– 51.978 |
5) Apparaat onvoorzien |
10 |
– 45.169 |
6) Loonbijstelling Nominaal en Onvoorzien |
10 |
36.532 |
7) Overige materiële uitgaven Belastingdienst |
1 |
– 28.133 |
8) ICT materiële uitgaven Belastingdienst |
1 |
22.174 |
9) Prijsbijstelling Nominaal en Onvoorzien |
10 |
14.721 |
Overige uitgaven (saldo) |
– |
– 11.030 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
7.166.982 |
Toelichting
1. Er zijn middelen beschikbaar gesteld voor het CAO akkoord 2017, Brexit en voor de versterking van het grenstoezicht op Sint Maarten. Daarnaast zijn er middelen overgeheveld van de Aanvullende Post en artikel 10 naar artikel 1 voor Switch en voor de Investeringsagenda.
2. Er zijn middelen overgeheveld van de Aanvullende Post ten behoeve van de inhuur van externen voor de uitvoering van de Investeringsagenda.
3. Voor de International Development Association (IDA) van de Wereldbank is eind 2016 besloten de bijdragen voor IDA18 in 9 jaar te betalen in plaats van in 6 jaar. Daarnaast hebben de aandeelhouders van de Wereldbank 2018 politieke steun uitgesproken voor de kapitaalverhoging voor de Wereldbankonderdelen International Bank for Reconstruction and Development (IBRD) en International Financial Corporation (IFC), om zo de financiële capaciteit van de Wereldbankgroep te vergroten.
4. Er zijn middelen van artikel 10 naar artikel 1 overgemaakt ter financiering van Switch. Daarnaast is er vanuit de Aanvullende Post budget overgeheveld naar artikel 10 voor de uitvoeringskosten van fiscale maatregelen. Tot slot vindt er een kasschuif plaats.
5. Financiën draagt bij aan de Rijksbrede problematiek. Daarnaast vindt er een kasschuif plaats en is de Eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting.
6. Het kabinet heeft in 2017 compenserende loonruimte beschikbaar gesteld vanwege het CAO akkoord 2017. Deze middelen stonden op artikel 10 en worden uitgedeeld aan de Belastingdienst (artikel 1) en het kerndepartement (artikel 8). Daarnaast is de loonbijstelling voor 2018 toegevoegd.
7. Voor Brexit worden middelen toegevoegd aan de begroting van de Belastingdienst (Douane). Daarnaast vindt er een kasschuif plaats.
8. Er zijn middelen overgeheveld van de Aanvullende Post ten behoeve van de uitvoering van de Investeringsagenda.
9. De prijsbijstelling voor 2018 is toegevoegd.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste ontvangstenmutaties weergegeven.
Artikelnummer |
Ontvangsten 2018 |
|
---|---|---|
Stand oorspronkelijke vastgestelde begroting 2018 |
144.081.447 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Belastingontvangsten |
1 |
2.132.183 |
2) Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen |
3 |
513.000 |
3) Winstafdracht DNB |
3 |
109.000 |
Overige ontvangsten (saldo) |
– |
658 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
146.836.288 |
Toelichting
1. In de Voorjaarsnota 2018 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht.
2. Vanwege goede winstcijfers van BNG, Holland Casino, Gasunie, ABN Amro en de Volksbank valt de dividendraming hoger uit dan eerder verwacht.
3. De winstafdrachtraming wordt naar boven bijgesteld vanwege het feit dat de inkomsten op de bij DNB (De Nederlandsche Bank) aangehouden deposito’s van centrale banken van buiten het Eurosysteem stijgen.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste uitgavenmutaties weergegeven.
Artikelnummer |
Uitgaven 2018 |
|
---|---|---|
Stand oorspronkelijke vastgestelde begroting 2018 |
48.177.587 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Aflossingen vaste schuld |
11 |
– 1.381.000 |
2) Rentelasten vaste schuld |
11 |
– 152.000 |
Overige uitgaven (saldo) |
– |
– 2.884 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
46.641.703 |
Toelichting
1. De aflossingen op de vaste schuld worden bepaald door de uitgifte van leningen in het verleden en zijn afhankelijk van de looptijd van de diverse uitgiftes. De afname van de aflossingen vaste schuld is het gevolg van vervroegde aflossingen van schuld met een aflosdatum in 2018 die eind 2017 hebben plaatsgevonden.
2. De raming van de rentelasten vaste schuld wijzigt met name als gevolg van de gerealiseerde rentes op nieuw uitgegeven schuld en de bijgestelde financieringsbehoefte.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste ontvangstenmutaties weergegeven.
Artikelnummer |
Ontvangsten 2018 |
|
---|---|---|
Stand oorspronkelijke vastgestelde begroting 2018 |
49.843.731 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Uitgifte vaste schuld |
11 |
– 10.551.000 |
2) Mutatie vlottende schuld |
11 |
7.952.000 |
3) Sociale fondsen |
12 |
– 1.041.059 |
4) Voortijdige beëindiging derivaten |
11 |
480.000 |
5) Ontvangsten aflossingen |
12 |
212.439 |
6) Rentebaten derivaten lang |
11 |
– 109.000 |
7) Rentebaten vlottende schuld |
11 |
104.000 |
8) Rentebaten |
12 |
– 58.316 |
Overige ontvangsten (saldo) |
– |
0 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
46.832.795 |
Toelichting
1. De raming voor de uitgifte van vaste schuld wijzigt als gevolg van het verwerken van het financieringsplan voor 2018 dat in december 2017 is gepubliceerd (– € 9,9 mld.) en als gevolg van de vervroegde aflossingen van schuld (– € 0,7 mld.).
2. De mutatie vlottende schuld wijzigt met name als gevolg van het verwerken van het financieringsplan voor 2018 waar een verschuiving heeft plaatsgevonden van lange naar korte financiering. Daarnaast is de mutatie vlottende schuld gewijzigd als gevolg van vervroegde aflossingen en wijziging van de financieringsbehoefte in 2018.
3. De inleg op de rekeningen courant van de sociale fondsen is gewijzigd als gevolg van mutaties in de premieontvangsten en de premiegefinancierde uitgaven. Het tekort bij de sociale fondsen zal naar verwachting nog steeds afnemen, maar met – € 1,0 mld. minder dan eerder geraamd.
4. Het voortijdig beëindigen van rentederivaten leidt tot eenmalige ontvangsten. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze rentebaten zijn nu in één keer binnengekomen.
5. Op basis van de actuele realisaties wordt verwacht dat de aflossingen op leningen, die door de Agentschappen en RWT’s zijn afgesloten, hoger zullen uitkomen dan eerder geraamd.
6. De verwachte rentebaten op de langlopende renteswaps zijn afgenomen als gevolg van het voortijdig beëindigen van deze derivaten.
7. De verwachte rentebaten op vlottende schuld zijn toegenomen als gevolg van het gewijzigde rentepercentage voor kortlopende schuld. Omdat de rente op kortlopende schud negatief is, en het verwachte rentepercentage verder negatief is geworden, leidt dit tot meer rentebaten op de vlottende schuld.
8. De raming voor rentebaten kasbeheer is aangepast als gevolg van een wijziging van de rentepercentages van het CPB en vanwege wijzigingen in de aangehouden middelen.
Dit hoofdstuk bevat de uitgebreide toelichting met een tabel «budgettaire gevolgen van beleid» per begrotingsartikel van begroting IX. Bij deze tabellen wordt een toelichting op de «mutaties 1e suppletoire begroting» gegeven. Hierbij worden tenminste de mutaties op instrumentniveau groter of gelijk aan eerder genoemde staffel toegelicht (tabel 1).
De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingbijstellingen) van aard zijn. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.
Artikel 1 Belastingen
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting t (3)=(1+2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (4) |
Stand 1ste suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2019 |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.872.375 |
0 |
2.872.375 |
160.786 |
3.033.161 |
169.414 |
118.683 |
108.506 |
108.018 |
Uitgaven (1) + (2) |
2.886.061 |
0 |
2.886.061 |
160.786 |
3.046.847 |
143.928 |
101.997 |
91.370 |
90.627 |
(1) Programma-uitgaven |
151.824 |
0 |
151.824 |
0 |
151.824 |
10.755 |
10.755 |
0 |
0 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
100% |
||||||
Rente |
89.990 |
0 |
89.990 |
0 |
89.990 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Belasting- en invorderingsrente |
89.990 |
0 |
89.990 |
0 |
89.990 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bekostiging |
5.955 |
0 |
5.955 |
0 |
5.955 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Proceskosten |
4.161 |
0 |
4.161 |
0 |
4.161 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Overige programma-uitgaven |
1.794 |
0 |
1.794 |
0 |
1.794 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage agentschappen |
55.879 |
0 |
55.879 |
0 |
55.879 |
10.755 |
10.755 |
0 |
0 |
– Waarvan: programmakosten |
55.879 |
0 |
55.879 |
0 |
55.879 |
10.755 |
10.755 |
0 |
0 |
(2) Apparaatsuitgaven |
2.734.237 |
0 |
2.734.237 |
160.786 |
2.895.023 |
133.173 |
91.242 |
91.370 |
90.627 |
Personele uitgaven |
2.084.550 |
0 |
2.084.550 |
171.574 |
2.256.124 |
132.894 |
91.242 |
91.370 |
90.627 |
– Waarvan: Eigen personeel |
1.959.221 |
0 |
1.959.221 |
106.102 |
2.065.323 |
129.411 |
89.474 |
90.974 |
90.231 |
– Waarvan: Inhuur externen |
125.329 |
0 |
125.329 |
65.472 |
190.801 |
3.483 |
1.768 |
396 |
396 |
Materiële uitgaven |
649.687 |
0 |
649.687 |
– 10.788 |
638.899 |
279 |
0 |
0 |
0 |
– Waarvan: ICT |
223.527 |
0 |
223.527 |
22.174 |
245.701 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Waarvan: Bijdrage SSO's |
130.943 |
0 |
130.943 |
– 4.829 |
126.114 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Waarvan: Overige |
295.217 |
0 |
295.217 |
– 28.133 |
267.084 |
279 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten (3) + (4) |
136.740.112 |
2.992.703 |
139.732.815 |
2.132.183 |
141.864.998 |
0 |
0 |
0 |
0 |
(3) Programma-ontvangsten |
136.719.802 |
2.992.703 |
139.712.505 |
2.132.183 |
141.844.688 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Waarvan: Belastingontvangsten |
135.917.249 |
2.992.703 |
138.909.952 |
2.132.183 |
141.042.135 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Rente |
399.400 |
0 |
399.400 |
0 |
399.400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Belasting- en invorderingsrente |
399.400 |
0 |
399.400 |
0 |
399.400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Boetes en schikkingen |
205.877 |
0 |
205.877 |
0 |
205.877 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Ontvangsten boetes en schikkingen |
205.877 |
0 |
205.877 |
0 |
205.877 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bekostiging |
197.276 |
0 |
197.276 |
0 |
197.276 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Kosten vervolging |
197.276 |
0 |
197.276 |
0 |
197.276 |
0 |
0 |
0 |
0 |
(4) Apparaatsontvangsten |
20.310 |
0 |
20.310 |
0 |
20.310 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven (+ € 160,8 mln.)
Apparaatuitgaven
Personele uitgaven: eigen personeel (+ € 106,1 mln.)
De vijf voornaamste oorzaken van deze mutatie zijn:
1. Er zijn voor Switch, Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)-heffingen en premies middelen overgeheveld van artikel 10 (Nominaal en Onvoorzien) naar artikel 1 (+ € 59,3 mln.).
2. Het kabinet heeft in 2017 compenserende loonruimte beschikbaar gesteld vanwege het CAO- akkoord 2017 (+ € 19,3 mln.). Deze middelen zijn van artikel 10 overgeheveld naar artikel 1.
3. Voor de Brexit worden middelen toegevoegd aan de begroting van de Belastingdienst (met name Douane processen) (+ € 6,5 mln.). Hierbij is rekening gehouden met het scenario dat er per 29 maart 2019 geen deal is ten aanzien van de Brexit en dus ook geen transitieperiode van 2 jaar. Wanneer blijkt dat zich een ander scenario voordoet, wordt er voor 2019 en verder een nieuwe raming opgesteld.
4. Er zijn middelen vanuit de Aanvullende Post vrijgemaakt om projecten uit de Investeringsagenda (IA) te starten. Dit is verder toegelicht in de bijlage bij Kamerbrief «Beheerst vernieuwen»1. Ook zijn er middelen overgeheveld voor lopende projecten uit de Investeringsagenda en bedrijfskritische werving voor de Belastingdienst (+ € 19,2 mln.).
5. Tot slot ontvangt de Belastingdienst middelen vanuit de Aanvullende Post voor de bijdrage van Douane Nederland aan de versterking van het grenstoezicht op Sint Maarten (+ € 0,7 mln.). Deze regeling is in het kader van de wederopbouw van Sint Maarten, tussen de regeringen van beide landen in december 2017 overeengekomen2. De bijstand van Douane Nederland voor de verbetering van het grenstoezicht op goederen wordt fasegewijs ingezet en gericht op in ieder geval de taakvelden drugs- en wapencontroles aan de grenzen en bestrijding van illegale geldstromen. De bijdrage van Douane Nederland zal bestaan uit a) het leveren van technische bijstanders, b) het ondersteunen en adviseren bij aanschaf en gebruik van controlemiddelen, c) het geven van opleidingen en trainingen en het adviseren en ondersteunen bij voorgenomen trainingen van Douane Sint Maarten. Deze activiteiten worden voor een periode van twee jaar uitgevoerd.
Personele uitgaven: inhuur externen (+ € 65,5 mln.)
Er zijn middelen overgeheveld van de Aanvullende Post om projecten uit de Investeringsagenda (IA) te dekken. Zoals is toegelicht in de bijlage bij Kamerbrief «Beheerst vernieuwen»3.
Materiële uitgaven: ICT (+ € 22,2 mln.)
Er zijn middelen uit de Aanvullende Post vrijgemaakt om projecten uit de IA te kunnen starten, zoals is toegelicht in de bijlage bij Kamerbrief «Beheerst vernieuwen»4 (+ € 38,4 mln.). Daarnaast heeft er een kasschuif plaatsgevonden (– € 16,2 mln.). Zie hiervoor de toelichting bij de kasschuif bij overige materiële uitgaven.
Materiële uitgaven: overige (– € 28,1 mln.)
De twee voornaamste oorzaken van deze mutatie zijn:
1. Voor de Brexit worden middelen toegevoegd aan de begroting van de Belastingdienst (met name Douane processen) (+ € 12,9 mln.). Hierbij is rekening gehouden met het scenario dat er per 29 maart 2019 geen deal is ten aanzien van de Brexit en dus ook geen transitieperiode van 2 jaar. Wanneer blijkt dat zich een ander scenario voordoet, wordt er voor 2019 en verder een nieuwe raming opgesteld.
2. Om te zorgen dat het beschikbare budget past bij het verloop van de uitgaven wordt er budget doorgeschoven van 2018 naar 2019 (– € 40,8 mln.).
Ontvangsten (+ € 2,1 mld.)
Belastingontvangsten (+ € 2,1 mld.)
In de Voorjaarsnota 2018 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:
Vastgestelde begroting 2018 (1) |
Mutatie 1e suppletoire begroting (2) |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 (3) = (1+2) |
|
---|---|---|---|
Totaal belastingontvangsten |
172.432.000 |
2.795.724 |
175.227.724 |
– /- Afdracht Gemeentefonds |
28.282.670 |
587.666 |
28.870.336 |
– /- Afdracht Provinciefonds |
2.187.740 |
72.715 |
2.260.455 |
– /- Afdracht BTW-Compensatiefonds |
3.010.252 |
3.160 |
3.013.412 |
– /- Afdracht BES-fonds |
41.386 |
0 |
41.386 |
Belastingontvangsten IX |
138.909.952 |
2.132.183 |
141.042.135 |
Artikel 2 Financiële markten
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting t (3)=(1+2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (4) |
Stand 1ste suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2019 |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
28.769 |
0 |
28.769 |
– 71.827 |
– 43.058 |
– 397 |
– 1.738 |
– 1.738 |
– 1.738 |
waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
– Garantie BES |
0 |
0 |
0 |
– 65.000 |
– 65.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
28.769 |
0 |
28.769 |
– 6.827 |
21.942 |
– 397 |
– 1.738 |
– 1.738 |
– 1.738 |
Waarvan juridisch verplicht |
75,5% |
75,5% |
89,1% |
||||||
Subsidies |
436 |
0 |
436 |
0 |
436 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Vakbekwaamheid |
436 |
0 |
436 |
0 |
436 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bekostiging |
13.037 |
0 |
13.037 |
– 1.618 |
11.419 |
– 2.238 |
– 2.238 |
– 2.238 |
– 2.238 |
– Rechtspraak Financiële Markten |
1.259 |
0 |
1.259 |
0 |
1.259 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Muntcirculatie |
11.263 |
0 |
11.263 |
– 1.763 |
9.500 |
– 2.263 |
– 2.263 |
– 2.263 |
– 2.263 |
– Afname munten in circulatie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Toezicht en handhaving MIF |
120 |
0 |
120 |
130 |
250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– PSD II |
195 |
0 |
195 |
0 |
195 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Overig |
200 |
0 |
200 |
15 |
215 |
25 |
25 |
25 |
25 |
Garanties |
1.000 |
0 |
1.000 |
0 |
1.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Dotatie begrotingsreserve DGS BES |
1.000 |
0 |
1.000 |
0 |
1.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
4.202 |
0 |
4.202 |
1.341 |
5.543 |
1.341 |
0 |
0 |
0 |
– Wijzer in geldzaken |
272 |
0 |
272 |
1.641 |
1.913 |
1.341 |
0 |
0 |
0 |
– Vakbekwaamheid |
3.930 |
0 |
3.930 |
– 300 |
3.630 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Overig |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s |
9.694 |
0 |
9.694 |
– 6.550 |
3.144 |
500 |
500 |
500 |
500 |
– Bijdrage AFM BES-toezicht |
405 |
0 |
405 |
0 |
405 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Bijdrage BES-toezicht en FEC |
2.289 |
0 |
2.289 |
450 |
2.739 |
500 |
500 |
500 |
500 |
– Overig |
7.000 |
0 |
7.000 |
– 7.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
400 |
0 |
400 |
0 |
400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Caribean Financial Action Taskforce |
20 |
0 |
20 |
0 |
20 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– IASB |
380 |
0 |
380 |
0 |
380 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
13.021 |
0 |
13.021 |
– 984 |
12.037 |
– 2.584 |
– 2.584 |
– 2.584 |
– 2.584 |
Bekostiging |
5.184 |
0 |
5.184 |
– 2.584 |
2.600 |
– 2.584 |
– 2.584 |
– 2.584 |
– 2.584 |
– Ontvangsten muntwezen |
5.184 |
0 |
5.184 |
– 2.584 |
2.600 |
– 2.584 |
– 2.584 |
– 2.584 |
– 2.584 |
– Toename munten in circulatie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
7.837 |
0 |
7.837 |
1.600 |
9.437 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen (– € 71,8 mln.)
Garantie BES (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) (– € 65,0 mln.)
De garantie depositogarantiestelsel (DGS) BES vloeit voort uit het DGS dat per 4 oktober 2017 voor Caribisch Nederland is ingevoerd. De Nederlandse Bank (DNB) schatte aanvankelijk in dat een dekkingsplafond van € 135,0 mln. nodig was. Naar huidige schatting is er een dekkingsplafond nodig van € 70,0 mln. De garantie wordt daarom met € 65,0 mln. naar beneden bijgesteld.
Uitgaven (– € 6,8 mln.)
Muntcirculatie (– € 1,8 mln.)
Inzicht in het ramingsmodel laat zien dat er meerjarig minder budget nodig is.
Wijzer in geldzaken (+ € 1,6 mln.)
Het platform Wijzer in Geldzaken wordt gezamelijk met partners uit de financiele sector bekostigd. Er zijn afspraken gemaakt over hun bijdrage.
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s (– € 7,0 mln.).
Dit betreft de bijdrage van het Ministerie van Financiën aan het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor bouw en vulling van het «ultimate beneficial owner» (UBO-register). Het UBO-register moet helpen voorkomen dat het financiële stelsel wordt gebruikt voor het witwassen van geld of voor terrorismefinanciering.
Ontvangsten (– € 1,0 mln.)
Ontvangsten muntwezen (– € 2,6 mln.)
De ontvangsten zijn gebaseerd op de meest recente prognose voor het aantal munten dat in 2018 voor verzamelaars zal worden geslagen. Die prognose heeft geleid tot de voorgestelde neerwaartse aanpassing van de ontvangsten muntwezen.
Overig (+ € 1,6 mln.).
In 2018 ontvangt het Ministerie van Financiën een bedrag van € 1,6 mln. aan boeteontvangsten over 2017 van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Dit is een vast onderdeel van ontvangsten «Overig». Als de AFM meer dan € 2,5 mln. aan boetes over een kalenderjaar ontvangt, dan moet zij alles daarboven aan het Ministerie van Financiën afdragen. Deze post varieert daarom ieder jaar.
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting t (3)=(1+2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (4) |
Stand 1ste suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2019 |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
18.588 |
0 |
18.588 |
– 5.730.282 |
– 5.711.694 |
– 3.082 |
– 3.582 |
– 3.582 |
– 3.582 |
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
– Garantie DNB |
0 |
0 |
0 |
– 5.700.000 |
– 5.700.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen |
0 |
0 |
0 |
– 30.000 |
– 30.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
366.932 |
0 |
366.932 |
– 282 |
366.650 |
– 3.082 |
– 3.582 |
– 3.582 |
– 3.582 |
Waarvan juridisch verplicht |
99,5% |
99,5% |
99,5% |
||||||
Vermogensverschaffing |
350.000 |
0 |
350.000 |
0 |
350.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Kapitaalinjectie TenneT |
350.000 |
0 |
350.000 |
0 |
350.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Conversie schuld KNM |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vermogensonttrekking |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Afdrachten Staatsloterij |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan RWT |
7.500 |
0 |
7.500 |
– 2.500 |
5.000 |
– 2.500 |
– 2.500 |
– 2.500 |
– 2.500 |
– NLFI |
7.500 |
0 |
7.500 |
– 2.500 |
5.000 |
– 2.500 |
– 2.500 |
– 2.500 |
– 2.500 |
Garanties |
4.900 |
0 |
4.900 |
– 50 |
4.850 |
– 50 |
– 50 |
– 50 |
– 50 |
– Regeling BF |
100 |
0 |
100 |
– 50 |
50 |
– 50 |
– 50 |
– 50 |
– 50 |
– Dotatie begrotingsreserve TenneT |
4.800 |
0 |
4.800 |
0 |
4.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
4.532 |
0 |
4.532 |
2.268 |
6.800 |
– 532 |
– 1.032 |
– 1.032 |
– 1.032 |
– Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
4.532 |
0 |
4.532 |
2.268 |
6.800 |
– 532 |
– 1.032 |
– 1.032 |
– 1.032 |
Ontvangsten |
984.550 |
0 |
984.550 |
619.796 |
1.604.346 |
265.750 |
– 46.250 |
– 30.250 |
114.750 |
Vermogensonttrekking |
973.000 |
0 |
973.000 |
622.000 |
1.595.000 |
268.000 |
– 44.000 |
– 28.000 |
117.000 |
– Opbrengst verkoop vermogenstitels |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Dividend en afdrachten staatsdeelnemingen |
967.000 |
0 |
967.000 |
513.000 |
1.480.000 |
107.000 |
– 73.000 |
– 28.000 |
– 23.000 |
– Afdrachten Staatsloterij |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– Winstafdracht DNB |
6.000 |
0 |
6.000 |
109.000 |
115.000 |
161.000 |
29.000 |
0 |
140.000 |
Waarvan SMP-Griekenland |
27.000 |
0 |
27.000 |
27.000 |
54.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan investeringsportefeuille DNB |
0 |
0 |
0 |
51.000 |
51000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan RWT |
6.750 |
0 |
6.750 |
– 2.250 |
4.500 |
– 2.250 |
– 2.250 |
– 2.250 |
– 2.250 |
– NLFI |
6.750 |
0 |
6.750 |
– 2.250 |
4.500 |
– 2.250 |
– 2.250 |
– 2.250 |
– 2.250 |
Garanties |
4.800 |
0 |
4.800 |
46 |
4.846 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Premieontvangsten garantie TenneT |
4.800 |
0 |
4.800 |
0 |
4.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Overig |
0 |
0 |
0 |
46 |
46 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Terug te vorderen kosten staatsdeelnemingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen (– € 5.730,3 mln.)
Garantie De Nederlandsche Bank (DNB) (– € 5.700,0 mln.)
De in 2013 afgegeven garantie aan DNB ter waarde van € 5,7 mld. is per 1 maart 2018 afgelopen. De garantie komt daarmee te vervallen.
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen (– € 30,0 mln.)
Naar verwachting zal NS dit jaar € 30,0 mln. van de uitstaande leningen bij Eurofima aflossen. Hierdoor wordt de garantie met ditzelfde bedrag verlaagd.
Uitgaven (– € 0,3 mln.)
Bijdrage aan RWT – NLFI (– € 2,5 mln.).
De begroting voor 2018 van NL Financial Investments (NLFI) is € 2,5 mln. lager dan die van 2017. Dit komt doordat de financiële deelnemingen, waar NLFI het aandeelhouderschap van uitvoert, geleidelijk worden verkocht. Dit leidt tot een vermindering van zowel de uitgaven als ontvangsten.
Opdrachten – Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 2,3 mln.)
Het budget voor uitvoeringskosten staatsdeelnemingen wordt naar boven bijgesteld vanwege de kosten die gemoeid zijn met de rechtszaken rondom de nationalisatie van SNS Reaal.
Ontvangsten (+ € 619,8 mln.)
Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen (+ € 513,0 mln.)
Vanwege goede winstcijfers van BNG, Holland Casino, Gasunie, ABN Amro en de Volksbank valt de dividendraming hoger uit dan eerder verwacht.
Winstafdracht DNB (+ € 109,0 mln.)
De winstafdrachtraming wordt naar boven bijgesteld vanwege het feit dat de inkomsten op de bij DNB aangehouden deposito’s van centrale banken van buiten het Eurosysteem stijgen.
Bijdrage aan RWT – NLFI (– € 2,3 mln.)
Zie toelichting bij verplichtingen en uitgaven: bijdrage aan RWT – NLFI.
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting t (3)=(1+2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (4) |
Stand 1ste suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2019 |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
257.820 |
0 |
257.820 |
– 225.115 |
32.705 |
– 38.119 |
– 28.349 |
17.519 |
17.994 |
Waarvan garantieverplichtingen: |
|||||||||
– Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen |
146.326 |
0 |
146.326 |
– 225.232 |
– 78.906 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Garantie aan DNB inzake IMF en BIS |
0 |
0 |
0 |
– 33.617 |
– 33.617 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Kredieten EU-betalingsbalanssteun |
0 |
0 |
0 |
50.000 |
50.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– EFSM |
0 |
0 |
0 |
60.000 |
60.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– AIIB |
0 |
0 |
0 |
– 12.338 |
– 12.338 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
419.328 |
0 |
419.328 |
– 63.928 |
355.400 |
– 38.119 |
– 28.349 |
17.519 |
17.994 |
Waarvan juridisch verplicht |
99,6% |
99,6% |
99,5% |
||||||
Bijdrage aan internationale organisatie |
313.391 |
0 |
313.391 |
– 63.928 |
249.463 |
– 38.119 |
– 28.349 |
17.519 |
17.994 |
– Multilarerale ontwikkelingsbanken en fondsen |
274.895 |
0 |
274.895 |
– 59.219 |
215.676 |
– 33.922 |
– 28.349 |
17.519 |
17.994 |
– AIIB |
38.496 |
0 |
38.496 |
– 4.709 |
33.787 |
– 4.197 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
104.260 |
0 |
104.260 |
0 |
104.260 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Teruggave winsten SMP/ANFA |
104.260 |
0 |
104.260 |
0 |
104.260 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
1.677 |
0 |
1.677 |
0 |
1.677 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Technische assistentie kiesgroeplanden |
1.677 |
0 |
1.677 |
0 |
1.677 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
7.032 |
0 |
7.032 |
500 |
7.532 |
2.200 |
4.800 |
5.900 |
13.600 |
Deelname aan internationale organisaties |
655 |
0 |
655 |
4.000 |
4.655 |
4.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
– Ontvangsten IFI's |
655 |
0 |
655 |
4.000 |
4.655 |
4.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
Leningen |
6.377 |
0 |
6.377 |
– 3.500 |
2.877 |
– 1.800 |
2.800 |
3.900 |
11.600 |
– Renteontvangsten lening Griekenland |
6.377 |
0 |
6.377 |
– 3.500 |
2.877 |
– 1.800 |
2.800 |
3.900 |
11.600 |
Toelichting
Verplichtingen (– € 225,1 mln.)
Wisselkoersbijstelling garantieverplichting DNB-IMF (– € 33,6 mln.)
Voor de uitstaande garantieverplichtingen van het International Monetary fund (IMF) vindt een wisselkoersbijstelling plaats op basis van de wisselkoersstand SDR/EUR van 1 maart 2018.
Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen (– € 225,2 mln.)
De uitstaande garantieverplichting wordt in 2018 aangepast aan de hand van de meest recente wisselkoersramingen Centraal Economisch Plan (CEP)-raming 2018 van het Centraal Planbureau (CPB).
Kredieten EU-betalingsbalanssteun (+ € 50,0 mln.)
Naar aanleiding van een verwachte verandering in het Nederlandse aandeel EU-BNI (Bruto Nationaal Inkomen), neemt ook het Nederlandse aandeel in de bestaande garantieverplichting voor de EU-betalingsbalanssteun toe. In de Spring Forecast 2017 van de Europese Commissie bedroeg dit aandeel 4,7%. In Spring Forecast 2018 stijgt dit aandeel naar verwachting naar 4,8%.
EFSM (Europees Financieel Stabilisatiemechanisme) (+ € 60,0 mln.)
Naar aanleiding van een verwachte verandering in het Nederlandse aandeel in het EU-BNI, neemt ook het Nederlandse aandeel in de bestaande garantieverplichting voor het EFSM toe. In de Spring Forecast 2017 van de Europese Commissie bedroeg dit aandeel 4,7%. In Spring Forecast 2018 stijgt dit aandeel naar verwachting naar 4,8%.
AIIB (Asian Infrastructure Investment Bank) (– € 12,3 mln.)
De uitstaande garantieverplichting wordt in 2018 aangepast aan de hand van de meest recente CEP-wisselkoersraming van het CPB van maart 2018.
Uitgaven (– € 63,9 mln.)
Deelneming multiraterale ontwikkelingsbanken en fondsen (– € 59,2 mln.)
Voor de International Development Association (IDA) van de Wereldbank is eind 2016 besloten de bijdragen voor IDA18 in 9 jaar te betalen in plaats van in 6 jaar. Doordat de bijdrage over meer jaren wordt verspreid, vallen de betalingen per jaar lager uit dan eerder geraamd. Daarnaast hebben de aandeelhouders van de Wereldbank – waaronder Nederland – tijdens de Voorjaarsvergadering in april 2018 politieke steun uitgesproken voor de kapitaalverhoging voor de Wereldbankonderdelen International Bank for Reconstruction and Development (IBRD) en International Financial Corporation (IFC), om zo de financiële capaciteit van de Wereldbankgroep te vergroten5. Officiële goedkeuring is later dit jaar voorzien via ondertekening van resoluties door de gouverneurs. Nederland zal vervolgens in 2019 naar verwachting de verplichting voor de eventuele deelname aan de kapitaalverhoging formeel aan de bank afgeven. Hiervoor wordt nu budgettaire voorziening getroffen.
AIIB (Asian Infrastructure Investment Bank) (– € 4,7 mln.)
Voor 2018 is wegens de Nederlandse deelname aan de AIIB een kapitaalstorting geraamd. Deze kapitaalstorting in 2018 is een tranche van USD 41,26 mln. Op basis van de CEP-wisselkoersraming 2018 van het CPB van maart 2018 wordt de kapitaalstorting bijgesteld.
Ontvangsten (+ € 0,5 mln.)
Ontvangsten IFI’s (Internationale Financiële Instellingen) (+ € 4,0 mln.)
Er is sprake van een bijstelling van de geraamde ontvangsten voor de deelname aan de IFI’s. Door deze bijstelling worden de geraamde ontvangsten in lijn gebracht met de gerealiseerde ontvangsten uit de afgelopen jaren. De stelposten worden daartoe voor 2018 en 2019 met € 4,0 mln. naar boven bijgesteld en vanaf 2020 met structureel € 2,0 mln. naar boven bijgesteld.
Renteontvangsten lening Griekenland (– € 3,5 mln.)
Door een lagere rente dan tijdens het opstellen van de begroting werd geraamd, zullen de ontvangsten op de bilaterale leningen aan Griekenland lager uitvallen.
Artikel 5 Exportkredietverzekering, garanties- en investeringsverzekeringen
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting t (3)=(1+2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (4) |
Stand 1ste suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2019 |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
10.012.742 |
0 |
10.012.742 |
0 |
10.012.742 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan garantieverplichtingen: |
|||||||||
– Exportkredietverzekeringen |
10.000.000 |
0 |
10.000.000 |
0 |
10.000.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
75.442 |
0 |
75.442 |
0 |
75.442 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
100% |
||||||
Garanties |
62.700 |
0 |
62.700 |
0 |
62.700 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Schade-uitkering ekv |
62.700 |
0 |
62.700 |
0 |
62.700 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Schade-uitkering investeringsverzekeringen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Dotatie begrotingsreserve ekv |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Schade-uitkering Seno-Gom |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
12.687 |
0 |
12.687 |
0 |
12.687 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Kostenvergoeding Atradius DSB |
12.687 |
0 |
12.687 |
0 |
12.687 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige |
55 |
0 |
55 |
0 |
55 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Overige uitgaven |
55 |
0 |
55 |
0 |
55 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
280.422 |
0 |
280.422 |
0 |
280.422 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Garanties |
280.422 |
0 |
280.422 |
0 |
280.422 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Premies EKV |
91.250 |
0 |
91.250 |
0 |
91.250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Schaderestituties EKV |
189.172 |
0 |
189.172 |
0 |
189.172 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Onttrekking begrotingsreserve Seno-Gom |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Schaderestituties Seno-Gom |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten (+ € 0,0 mln.)
Artikel 6 BTW-compensatiefonds
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting t (3)=(1+2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (4) |
Stand 1ste suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2019 |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3.010.252 |
0 |
3.010.252 |
3.160 |
3.013.412 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven |
3.010.252 |
0 |
3.010.252 |
3.160 |
3.013.412 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
100% |
||||||
Bijdrage aan medeoverheden |
3.010.252 |
0 |
3.010.252 |
3.160 |
3.013.412 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Waarvan bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden |
2.618.706 |
0 |
2.618.706 |
1.484 |
2.620.190 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Waarvan bijdragen aan provincies |
391.546 |
0 |
391.546 |
1.676 |
393.222 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
3.010.252 |
0 |
3.010.252 |
3.160 |
3.013.412 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten (+ € 3,2 mln.)
Artikel 8 Centraal apparaat
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting t (3)=(1+2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (4) |
Stand 1ste suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2019 |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
233.707 |
0 |
233.707 |
2.457 |
236.164 |
2.450 |
2.217 |
2.157 |
2.152 |
Uitgaven |
233.707 |
0 |
233.707 |
2.457 |
236.164 |
2.450 |
2.217 |
2.157 |
2.152 |
Personeel Kerndepartement |
159.158 |
0 |
159.158 |
1.719 |
160.877 |
1.145 |
1.212 |
1.413 |
1.514 |
– Eigen personeel |
150.344 |
0 |
150.344 |
1.655 |
151.999 |
1.412 |
1.479 |
1.680 |
1.781 |
– Inhuur externen |
8.075 |
0 |
8.075 |
48 |
8.123 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Overig personeel |
739 |
0 |
739 |
16 |
755 |
– 267 |
– 267 |
– 267 |
– 267 |
Materieel Kerndepartement |
74.549 |
0 |
74.549 |
738 |
75.287 |
1.305 |
1.005 |
744 |
638 |
– Waarvan ICT |
8.616 |
0 |
8.616 |
700 |
9.316 |
700 |
450 |
450 |
450 |
– Waarvan bijdrage aan SSO's |
37.348 |
0 |
37.348 |
0 |
37.348 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Waarvan overig materieel |
28.585 |
0 |
28.585 |
38 |
28.623 |
605 |
555 |
294 |
188 |
Ontvangsten |
53.355 |
0 |
53.355 |
186 |
53.541 |
186 |
186 |
186 |
186 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven (+ € 2,5 mln.)
Ontvangsten (+ € 0,2 mln.)
Artikel 10 Nominaal en onvoorzien
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting t (3)=(1+2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (4) |
Stand 1ste suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2019 |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
37.705 |
0 |
37.705 |
– 45.894 |
– 8.189 |
90.176 |
68.804 |
65.696 |
67.268 |
Uitgaven |
97.019 |
0 |
97.019 |
– 45.894 |
51.125 |
90.176 |
68.804 |
65.696 |
67.268 |
– Programma onvoorzien |
5.257 |
0 |
5.257 |
– 51.978 |
– 46.721 |
38.420 |
30.090 |
30.161 |
30.161 |
– Apparaat onvoorzien |
70.432 |
0 |
70.432 |
– 45.169 |
25.263 |
3.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
– 10.000 |
– Loonbijstelling |
21.330 |
0 |
21.330 |
36.532 |
57.862 |
34.806 |
35.077 |
32.051 |
33.503 |
– Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
14.721 |
14.721 |
13.950 |
13.637 |
13.484 |
13.604 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven (– € 45,9 mln.)
Programma onvoorzien (– € 52,0 mln.)
De mutatie wordt hoofdzakelijk verklaard door:
1. Er zijn gereserveerde middelen van artikel 10 overgemaakt aan artikel 1 Belastingen voor Switch, RVU-heffingen en premies (zie toelichting bij artikel 1 – personele uitgaven) (– € 59,3 mln.).
2. Op artikel 10 wordt budget gereserveerd voor de uitvoeringskosten van fiscale maatregelen. Dit budget wordt gefinancierd uit ruimte op de Herijking Investeringsagenda (HIA)-middelen op de Aanvullende Post (AP). Cumulatief meerjarig gaat het om + € 135,0 mln. waarvan + € 15 miljoen in 2018.
3. Er wordt € 10,0 mln. budget van 2018 naar 2019 geschoven. Grotendeels is dit te verklaren doordat het budget voor het opstarten van InvestNL deels nodig is in 2019.
Apparaat onvoorzien (– € 45,2 mln.)
Deze mutatie wordt hoofdzakelijk verklaard door:
1. Bijdrage van – € 60,0 mln. aan de Rijksbrede problematiek onder het uitgavenplafond.
2. De Eindejaarsmarge 2017 is uitgedeeld (+ € 32,8 mln.).
3. Een deel van de eindejaarsmarge 2017 (– € 18,0 mln.) wordt doorgeschoven om meerjarige problematiek binnen de begroting van het Ministerie van Financiën op te kunnen lossen.
Loonbijstelling (+ € 36,5 mln.)
Deze mutatie wordt hoofdzakelijk verklaard door:
1. Het kabinet heeft in 2017 compenserende loonruimte beschikbaar gesteld vanwege het CAO akkoord 2017 (– € 20,8 mln.). Deze middelen staan gereserveerd op artikel 10 en worden structureel overgeheveld naar artikel 1 – Belastingen (– € 19,3 mln.) en artikel 8 – Centraal apparaat (– € 1,5 mln.).
2. De loonbijstelling tranche 2018 is toegevoegd aan de departementale begrotingen (+ € 57,4 mln.).
Prijsbijstelling (+ € 14,7 mln.)
De prijsbijstelling tranche 2018 wordt toegevoegd aan de departementale begrotingen (+ € 14,7 mln.).
Artikel 11 – Financiering Staatsschuld
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting t (3)=(1+2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (4) |
Stand 1ste suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2019 |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
46.566 |
79 |
46.645 |
– 1.536 |
45.110 |
– 533 |
– 160 |
– 181 |
– 518 |
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||
Uitgaven |
46.566 |
79 |
46.645 |
– 1.536 |
45.110 |
– 533 |
– 160 |
– 181 |
– 518 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
100% |
||||||
Rente |
6.366 |
79 |
6.445 |
– 152 |
6.293 |
– 122 |
– 159 |
– 181 |
– 517 |
– Rentelasten vaste schuld |
6.366 |
79 |
6.445 |
– 152 |
6.293 |
– 122 |
– 144 |
– 235 |
– 690 |
– Rentelasten vlottende schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 15 |
54 |
173 |
– Uitgaven voortijdige beëindiging schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Rente derivaten kort |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
40.181 |
0 |
40.181 |
– 1.381 |
38.800 |
– 411 |
– 1 |
0 |
– 1 |
– Aflossing vaste schuld |
40.181 |
0 |
40.181 |
– 1.381 |
38.800 |
– 411 |
– 1 |
0 |
– 1 |
– Mutatie vlottende schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
19 |
0 |
19 |
– 3 |
17 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Overige kosten |
19 |
0 |
19 |
– 3 |
17 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
35.569 |
2.753 |
38.322 |
– 2.124 |
36.198 |
– 1.354 |
– 278 |
1.393 |
674 |
Rente |
1.787 |
– 16 |
1.771 |
475 |
2.246 |
4 |
– 50 |
– 3 |
– 71 |
– Rentebaten vaste schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Rentebaten vlottende schuld |
253 |
– 16 |
237 |
104 |
341 |
117 |
0 |
0 |
0 |
– Voortijdige beëindiging schuld |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Rentebaten derivaten lang |
1.534 |
0 |
1.534 |
– 109 |
1.425 |
– 113 |
– 50 |
– 3 |
– 71 |
– Voortijdige beëindiging derivaten |
0 |
0 |
0 |
480 |
480 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
33.782 |
2.769 |
36.551 |
– 2.599 |
33.952 |
– 1.358 |
– 228 |
1.396 |
745 |
– Uitgifte vaste schuld |
33.782 |
2.769 |
36.551 |
– 10.551 |
26.000 |
– 1.358 |
– 228 |
1.396 |
745 |
– Mutatie vlottende schuld |
0 |
0 |
0 |
7.952 |
7.952 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven (– € 1,5 mld.)
Rentelasten vaste schuld (– € 152,0 mln.)
De raming van de rentelasten vaste schuld wijzigt met name als gevolg van de gerealiseerde rentes op nieuw uitgegeven schuld en de bijgestelde financieringsbehoefte.
Aflossen vaste schuld (– € 1,4 mld.)
De aflossingen op de vaste schuld worden bepaald door de uitgifte van leningen in het verleden en zijn afhankelijk van de looptijd van de diverse uitgiftes. De afname van de aflossingen vaste schuld is het gevolg van vervroegde aflossingen van schuld met een aflosdatum in 2018 die eind 2017 hebben plaatsgevonden.
Ontvangsten (– € 2,1 mld.)
Rentebaten vlottende schuld (+ € 104,0 mln.)
De verwachte rentebaten op vlottende schuld zijn toegenomen als gevolg van het gewijzigde rentepercentage voor kortlopende schuld. Omdat de rente op kortlopende schud negatief is, en het verwachte rentepercentage verder negatief is geworden, leidt dit tot meer rentebaten op de vlottende schuld.
Rentebaten derivaten lang (– € 109,0 mln.)
De verwachte rentebaten op de langlopende renteswaps zijn afgenomen als gevolg van het voortijdig beëindigen van deze derivaten.
Voortijdige beëindiging derivaten (+ € 480,0 mln.)
Het voortijdig beëindigen van rentederivaten leidt tot eenmalige ontvangsten. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze rentebaten zijn nu in één keer binnengekomen.
Uitgifte vaste schuld (– € 10,6 mld.)
De raming voor de uitgifte van vaste schuld wijzigt als gevolg van het verwerken van het financieringsplan voor 2018 dat in december 2017 is gepubliceerd (– € 9,9 mld.) en als gevolg van de vervroegde aflossingen van schuld (– € 0,7 mld.).
Mutatie vlottende schuld (+ € 8,0 mld.)
De mutatie vlottende schuld wijzigt met name als gevolg van het verwerken van het financieringsplan voor 2018 waar een verschuiving heeft plaatsgevonden van lange naar korte financiering. Daarnaast is de mutatie vlottende schuld gewijzigd als gevolg van vervroegde aflossingen en wijziging van de financieringsbehoefte in 2018.
Artikel 12 – Kasbeheer
Stand ontwerpbegroting (1) |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2) |
Vastgestelde begroting t (3)=(1+2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting (4) |
Stand 1ste suppletoire begroting (5)=(3+4) |
Mutaties 2019 |
Mutaties 2020 |
Mutaties 2021 |
Mutaties 2022 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.532 |
0 |
1.532 |
0 |
1.532 |
– 14 |
– 59 |
394 |
– 1.309 |
Uitgaven |
1.532 |
0 |
1.532 |
0 |
1.532 |
– 14 |
– 59 |
394 |
– 1.309 |
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
100% |
||||||
Rente |
32 |
0 |
32 |
0 |
32 |
– 14 |
– 59 |
– 112 |
– 46 |
– Rentelasten |
32 |
0 |
32 |
0 |
32 |
– 14 |
– 59 |
– 112 |
– 46 |
– Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
1.500 |
0 |
1.500 |
0 |
1.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Verstrekte leningen |
1.500 |
0 |
1.500 |
0 |
1.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
506 |
– 1.262 |
– Agentschappen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– RWT’s en derden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Sociale fondsen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
506 |
– 1.262 |
– Decentrale Overheden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
10.641 |
881 |
11.522 |
– 887 |
10.635 |
– 1.143 |
71 |
– 57 |
– 63 |
Rente |
171 |
2 |
174 |
– 58 |
115 |
– 30 |
– 32 |
– 39 |
– 25 |
– Rentebaten |
171 |
2 |
174 |
– 58 |
115 |
– 30 |
– 32 |
– 39 |
– 25 |
– Ontvangsten bij voortijdige beëindiging |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
1.031 |
0 |
1.031 |
212 |
1.244 |
– 20 |
– 10 |
– 18 |
– 37 |
– Ontvangen aflossingen |
1.031 |
0 |
1.031 |
212 |
1.244 |
– 20 |
– 10 |
– 18 |
– 37 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's |
9.438 |
878 |
10.317 |
– 1.041 |
9.276 |
– 1.092 |
113 |
0 |
0 |
– Agentschappen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– RWT’s en derden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Sociale fondsen |
8.338 |
878 |
9.217 |
– 1.041 |
8.176 |
– 1.092 |
113 |
0 |
0 |
– Decentrale Overheden |
1.100 |
0 |
1.100 |
0 |
1.100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven (€ 0 mln.)
Onvangsten (– € 0,9 mld.)
Rentebaten (– € 58,3 mln.)
De raming voor rentebaten kasbeheer is aangepast als gevolg van een wijziging van de rentepercentages van het CPB waarmee de ramingen worden opgesteld en veranderingen bij de aangehouden middelen.
Ontvangsten aflossingen (+ € 212,4 mln.)
Op basis van de actuele realisaties wordt verwacht dat de aflossingen op leningen, die door de Agentschappen en RWT’s zijn afgesloten, hoger zullen uitkomen dan eerder geraamd.
Sociale fondsen (– € 1,0 mld.)
De inleg van de sociale fondsen is gewijzigd als gevolg van mutaties in de premieontvangsten en de premiegefinancierde uitgaven. Het tekort bij de sociale fondsen zal naar verwachting nog steeds afnemen, maar met – € 1,0 mld. minder dan eerder geraamd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34960-IX-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.