34 957 Wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld

Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2018

Bijgaand treft u op verzoek van uw Kamer het ontwerp van de ministeriële regeling behorend bij de Wet van 17 oktober 2018 tot wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld (Kamerstuk 34 957)1. Tijdens het debat met uw Kamer over dit wetsvoorstel op 28 juni 2018 heb ik uw Kamer toegezegd de ministeriële regeling aan uw Kamer te sturen voordat deze inwerking treedt (Handelingen II 2017/18, nr. 100, item 15). Ik heb uw Kamer toen aangegeven dat er te weinig tijd is voor een formele voorhang maar dat ik, indien daar behoefte aan is, graag met uw Kamer van gedachten wissel over deze regeling.

Bijgaande regeling wijzigt de Uitvoeringregeling Gaswet en de Mijnbouwregeling ter uitvoering van het wetsvoorstel betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld. Op basis van deze wetswijziging kan bij ministeriele regeling verder invulling gegeven worden aan bijvoorbeeld de raming van GTS en de operationele strategie van de NAM. Uitgangspunt hierbij is het kunnen sturen op het minimaliseren van de gaswinning uit Groningenveld en het zo snel mogelijk beëindigen van deze gaswinning. Bijgaande ministeriële regeling voorziet hierin voor de artikelen van de wet die op 1 januari 2019 in werking treden. Het gaat om die artikelen die betrekking hebben op de voorbereiding van de vast te stellen operationele strategie. De artikelen die betrekking hebben op de uitvoering van de operationele strategie zullen op 1 oktober 2019 in werking treden. De Mijnbouwregeling zal op dat moment worden aangepast om te voorzien in de nadere regels op grond van de betreffende artikelen.

De wijzigingen in de Uitvoeringsregeling Gaswet betreffen nadere regels met betrekking tot de door GTS op te stellen raming voor de benodigde hoeveelheid laagcalorisch gas uit het Groningenveld. Het gaat om de systematiek voor het opstellen van de raming, de aan te houden gemiddelde minimale beschikbare conversiecapaciteit en het onderscheid in afnemers.

In de Mijnbouwregeling worden nadere regels gesteld over onder meer de regio-indeling, de inhoud en de onderbouwing van de operationele strategie, en wordt invulling gegeven aan de veiligheidsnorm. In deze regeling is onder andere bepaald dat de NAM jaarlijks een analyse maakt van het aantal gebouwen dat niet voldoet aan de norm voor het individuele aardbevingsrisico. In de Mijnbouwwet is geregeld dat Staatstoezicht op de Mijnen toeziet op een juiste en onbevooroordeelde toepassing van de analyse. Ook is geregeld dat TNO de uitkomsten van de analyse controleert. Op de kortst mogelijke termijn wordt het model van de NAM in publiek beheer genomen. Door de jaarlijkse analyse wordt duidelijk hoe de veiligheidssituatie zich ontwikkelt. Ik kan deze analyse, en de adviezen daarover gebruiken bij mijn afweging in hoeverre wordt voldaan aan de veiligheidsnorm.

Ik zal deze regeling niet eerder vaststellen dan vier weken nadat deze regeling aan uw Kamer is aangeboden.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven