34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland

Nr. 137 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2021

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking te worden geïnformeerd over de huidige humanitaire situatie in Myanmar en Ethiopië, kan ik u het volgende berichten.

Ethiopië

In vervolg op de kamerbrieven van 22 februari jl. over de stand van zaken in Tigray (Kamerstuk 22 831, nr. 140) en van 24 maart jl. (Kamerstuk 22 831, nr. 141) naar aanleiding van de motie van de leden Van Ojik en Sjoerdsma over een interventie op hoog politiek niveau bij de Ethiopische regering (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2278) en de motie van het lid Van Helvert over pleiten voor meer druk richting Ethiopië om het geweld te beëindigen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2282), ga ik hieronder in op de meest recente ontwikkelingen en initiatieven ten aanzien van Ethiopië.

Actuele humanitaire situatie in Ethiopië

Er zijn nog voortdurende gevechten in Tigray, met name in de rurale gebieden waar hulpverleners regelmatig de toegang wordt ontzegd. Internet en telefoonverkeer blijven grotendeels afgesloten en humanitaire actoren worden belemmerd bij de invoer van eigen communicatiemiddelen. Gevechtshandelingen worden uitgevoerd door troepen van zowel het Ethiopische als het Eritrese leger, de Tigray People’s Liberation Front (TPLF), en een militie uit de naburige Amhara regio, de Amhara Special Forces. Ondanks veelvuldige verzoeken van de internationale gemeenschap en toezeggingen van zowel Ethiopië als Eritrea, heeft het Eritrese leger, tot het moment van schrijven, Ethiopië nog niet verlaten. Een einde aan de gevechten is nog niet in zicht. Nu de Ethiopische overheid de TPLF op de lijst van terroristische organisaties heeft geplaatst, liggen constructieve gesprekken ten behoeve van de beëindiging van het conflict niet in de lijn der verwachting. Samen met gelijkgezinden dringt Nederland aan op terugtrekking van Eritrese troepen van Ethiopisch grondgebied.

Er staan verkiezingen in Ethiopië gepland voor 21 juni 2021. Deze verkiezingen waren een van de aanleidingen voor het huidige conflict. Er is een reëel risico dat de verkiezingen zorgen voor meer geweld en verdere instabiliteit met mogelijk grote gevolgen voor de humanitaire situatie, vooral voor intern ontheemden. Het Bureau van de VN voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA) rapporteerde 03 juni jl. dat de humanitaire noden onverminderd hoog blijven. Momenteel heeft 91% van de bevolking in Tigray behoefte aan levensreddende hulp alsook ruim 63.000 vluchtelingen in Soedan. Meer dan 2 miljoen mensen zijn gevlucht voor de aanhoudende gevechten en geweld. Een deel van hen is actief weggevoerd uit de regio West Tigray, die wordt gecontroleerd door Amhaarse milities. De Humanitaire coördinator van de VN in Ethiopië, Dr. Catherine Sozi, veroordeelt de arrestaties en het geweld door soldaten tegen minstens 200 ontheemden, die in Shire een veilig heenkomen hadden gevonden. Het lot van de Eritrese vluchtelingen die, zo meldde UNHCR in maart, na verwoestingen van Hitsats and Shimelba kamp opnieuw ontheemd zijn geraakt, is nog steeds onduidelijk.

Naast eerste levensbehoeften (voedsel, water, onderdak en gezondheidzorg) zijn er vele beschermings-gerelateerde hulpbehoeften, door o.a. systematisch seksueel en gender-gerelateerd geweld. Er is rond de USD 200 miljoen (ruim EUR 160 miljoen) nodig om de humanitaire noden tot eind juli 2021 te lenigen. Nederland heeft inmiddels, via het Central Emergency Response Fund (CERF) van de VN, de Dutch Relief Alliance (DRA) en het Nederlandse Rode Kruis in totaal EUR 9.525.000 bijgedragen aan humanitaire hulp, zowel in Ethiopië als ten behoeve van de opvang van vluchtelingen in Soedan.

Bijzonder zorgelijk zijn de directe en indirecte gevolgen van het conflict op de voedselzekerheid in Tigray. De VN meldt dat 5,2 miljoen mensen voedselhulp nodig hebben, maar dat deze hulp sinds eind maart slechts 2,8 miljoen mensen bereikt door gebrekkige humanitaire toegang en onveiligheid. VN-rapporten melden verder dat door gedwongen ontheemding en onveiligheid het aankomende zaaiseizoen gemist dreigt te worden, waardoor er een reëel risico op hongersnood ontstaat. Uit gesprekken met humanitaire organisaties wordt het beeld bevestigd dat humanitaire hulp wordt tegengehouden en dat er plunderingen en aanvallen op burgers plaatsvinden. Mogelijk gaat het om zeer ernstige schendingen van het volkenrecht en van VN Veiligheidsraad (VNVR) resolutie 2417. De Ethiopische overheid verzet zich tegen internationale bemoeienis, wat het vinden van een gezamenlijke oplossing voor de humanitaire situatie lastiger maakt.

Internationale en Nederlandse inzet

Het conflict in Tigray krijgt brede aandacht van de internationale gemeenschap: binnen de EU, VN en de internationale Contact Group voor Ethiopië, waarvan Nederland deel uitmaakt.

Druk van de internationale gemeenschap, waaronder van Nederland, heeft er in een eerder stadium toe geleid dat de Ethiopische overheid in maart 2021 het clearance system vervangen heeft door een notification system waardoor humanitaire hulpverleners makkelijker en sneller toegang zouden moeten krijgen tot getroffen bevolkingsgroepen.

EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell heeft de Finse Minister van Buitenlandse Zaken Haavisto gevraagd om namens de EU in dialoog te treden met de Ethiopische overheid. Mede op basis van de uitkomsten van zijn bezoeken is de situatie in Ethiopië diverse keren besproken in de RBZ, meest recentelijk tijdens de RBZ van april jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2323). In de Raadsconclusies van 11 maart uit de EU haar sterke zorgen over de situatie in Tigray en roept alle partijen op het geweld te staken, het humanitair oorlogsrecht te respecteren en humanitaire toegang te garanderen. Verder benoemt de EU de noodzaak om humanitaire hulp op te schalen, met in achtneming van de humanitaire principes, en ontheemden te beschermen met eerbiediging van het principe van non-refoulement. Nederland onderschrijft deze oproepen, alsook de noodzaak voor het vergemakkelijken van de invoer van telecommunicatie apparatuur. De internationale gemeenschap benadrukt verder bij de Ethiopische overheid het belang van verlenging van de duur van visa voor humanitaire hulpverleners.

Op 10 mei bezocht de Speciale Gezant van de VS voor de Hoorn van Afrika, Jeffrey Feltman, Ethiopië. Hij sprak daar met de overheid, vertegenwoordigers van de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie, alsook met politieke belanghebbenden en vertegenwoordigers van humanitaire organisaties. In de tussentijd heeft de VS op 24 mei jl. visumbeperkingen afgekondigd en samenwerking op defensiegebied en een groot deel van ontwikkelingshulp opgeschort. President Biden benadrukte op 27 mei jl. dat de mensenrechtenschendingen moeten stoppen. De VS, samen met internationale partners, zetten zich in om een wapenstilstand tot stand te brengen om zo een einde aan dit gewelddadige conflict te maken en levensreddende hulp aan de noodlijdende bevolking te kunnen bieden. Mark Lowcock, noodhulp coördinator van de VN, riep ook op tot diepgravend onderzoek naar de alarmerende rapporten over mogelijke inzet van witte fosfor met burgerslachtoffers tot gevolg.

In reactie op de vele grootschalige mensenrechtenschendingen (zoals seksueel en gender-gerelateerd geweld en uithongering in de zin van VNVR resolutie 2417), zullen de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) en de Ethiopian Human Rights Commission (EHRC) een gezamenlijk onderzoek instellen. Nederland verwelkomt dit onderzoek en is voornemens om financieel bij te dragen. De EU, daarin gesteund door Nederland, is voornemens een resolutie voor te stellen voor aanname tijdens de aankomende sessie van de VN-Mensenrechtenraad. Daarmee worden het conflict en de uitkomsten van het onderzoek formeel op de agenda van de Mensenrechtenraad gezet.

In het kader van VNVR resolutie 2417, en na de oproep van Nederland voor betere rapportage aan de VNVR over deze resolutie, heeft het Verenigd Koninkrijk een Group of Friends opgericht. Binnen deze groep zet Nederland zich actief in op het ter verantwoording roepen van partijen en individuen die zich schuldig maken aan uithongering als oorlogswapen. Ook zet Nederland zich actief in voor de implementatie van de resolutie via humanitaire diplomatie en door partnerschap met de Global Rights Compliance, die bijdraagt aan bewustwording van en onderzoek naar conflict en honger, ook in Tigray.

Diverse Ethiopische ministers brengen momenteel bezoeken aan Europese hoofdsteden. Ik zal de Ethiopische Minister van Transport, Dagmawit Moges, woensdag 9 juni ontvangen in Den Haag. Ik zal tijdens dit gesprek mijn zorgen uiten over de humanitaire situatie, het risico op hongersnood, het belang van een open en kritische dialoog met Nederland en de EU en de noodzaak voor het vinden van een politieke oplossing van het conflict.

Myanmar

In navolging van eerdere communicatie met uw Kamer (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 2291), volgt hierbij een overzicht van de actuele humanitaire situatie in Myanmar, alsook de Nederlandse inzet inzake humanitaire hulp in Myanmar.

Actuele humanitaire situatie in Myanmar

In januari, nog vóór de staatsgreep van 1 februari jl., meldde de VN al dat één miljoen Myanmarezen humanitaire hulp nodig hadden. In de vier maanden na de staatsgreep is het geweld tussen het Myanmarese leger en gewapende etnische groepen sterk toegenomen, met name in de deelstaten Kayah, Kayin, Kachin en Chin. Naast de 370.000 mensen die reeds ontheemd waren, hebben sinds de staatsgreep zo’n 120.000 burgers hun woongebied ontvlucht en is de humanitaire toegang tot het toenemende aantal conflictgebieden nog moeilijker geworden1. Gezondheidszorg is – mede vanwege de aanhoudende stakingen en gesloten ziekenhuizen – zeer beperkt toegankelijk voor deze ontheemden, hetgeen extra zorgwekkend is gezien de COVID-pandemie, die zich ook in de grensgebieden sterk uitbreidt.

Zo is de situatie in het zuidoosten van Myanmar (Kayah en Kayin), waar in de afgelopen maanden al tienduizenden mensen ontheemd raakten door geweld en onveiligheid, de afgelopen weken verder verslechterd. De humanitaire situatie voor ontheemden in dit gebied is precair, en toegang tot onderdak, voedsel, water- en sanitaire voorzieningen is voor velen zeer beperkt.

In de westelijke deelstaat Chin en de noordelijke deelstaat Kachin zijn de gewelddadigheden toegenomen. In Chin zijn ruim 9.000 burgers op de vlucht, en in Kachin moesten zo’n 8.500 mensen hun huizen verlaten door gewelddadige confrontaties tussen het leger en de Kachin Independence Army. Humanitaire toegang blijft beperkt, onder meer door toegangsbelemmeringen die door het Myanmarese leger worden opgeworpen en de aanhoudende bombardementen. Ten zuiden van de deelstaat Kachin, in het noorden van de deelstaat Shan, is het aantal ontheemden eveneens toegenomen.

In de deelstaat Rakhine bevinden zich nog steeds meer dan 200.000 ontheemden, onder andere in kampen bij Sittwe, Pauktaw, Mrauk-U en Rathedaung. Dit betreft met name burgers die gevlucht zijn ten gevolge van het conflict dat in 2019 oplaaide tussen het Myanmarese leger en de Arakan Army, een gewapende groep van etnische boeddhistische inwoners van Rakhine. Hoewel OCHA in de afgelopen maanden geen melding maakte van nieuwe ontheemding in Rakhine, en er sprake is van een staakt-het-vuren, blijft de humanitaire situatie in de ontheemdenkampen zorgwekkend en fragiel.

Internationale en Nederlandse inzet

De EU en gelijkgezinde landen hebben de militaire junta opgeroepen om onmiddellijk een einde te maken aan het geweld, om ongehinderde toegang voor humanitaire organisaties te faciliteren, om uiterste terughoudendheid te betrachten en het humanitair oorlogsrecht en de mensenrechten te eerbiedigen.

De EU blijft de humanitaire respons in Myanmar ondersteunen en heeft sinds de staatsgreep EUR 20,5 miljoen bijgedragen om de noden te lenigen.2 De EU benadrukt hoezeer het van belang is dat Myanmar veilige en ongehinderde toegang tot humanitaire hulp mogelijk maakt voor alle hulpbehoevenden, en onderstreept in haar communicatie het belang van de humanitaire principes van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid.

De VN hebben activiteiten op het gebied van humanitaire hulp en gezondheidszorg in Myanmar opgeschaald. De humanitaire VN-organisaties richten zich, zoals beschreven in het Humanitarian Response Plan voor 2021, op de geografische gebieden waar de noden het hoogst zijn. Dit zijn met name de regio Bago en de staten Chin, Kayin, Rakhine en Shan. Van de USD 276 miljoen die nodig is voor het Response Plan is tot nu toe slecht USD 40 miljoen gefinancierd: minder dan 15%.

Nederland draagt bij aan de humanitaire hulp in Myanmar middels ongeoormerkte bijdragen aan humanitaire organisaties – zoals de humanitaire VN-organisaties en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) – die er actief zijn. Ook helpt Nederland, via het Nederlandse Rode Kruis, met een bijdrage van EUR 200.000 aan het noodappeal van de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (IFRC). Dit noodappeal, waarmee IFRC de internationale gemeenschap verzoekt om een bedrag van EUR 4,1 miljoen, werd half mei gelanceerd en is bestemd voor de periode tot en met maart 2022. Het appeal richt zich op de ondersteuning van ruim 230.000 hulpbehoevenden, met activiteiten op het gebied van gezondheidszorg (waaronder ambulancediensten en psychosociale hulp), levensonderhoud en basisbehoeften (waaronder voedselhulp en cash/vouchers), en het versterken van lokale operationele capaciteit. Naast deze financiële bijdragen zet het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich in om humanitaire toegang in Myanmar te verbeteren en te bestendigen. Via Clingendael kunnen humanitaire hulpverleners bijvoorbeeld getraind worden in omgang met toegangsrestricties, en leren ze hoe zij mensen in nood in Myanmar beter kunnen bereiken.

Nederland volgt de humanitaire crises in Ethiopië en Myanmar nauwgezet, ondersteunt humanitaire organisaties in beide landen, en blijft zich uitspreken voor ongehinderde humanitaire toegang, voor handhaving van het humanitair oorlogsrecht, alsook voor aansprakelijkstelling bij mensenrechtenschendingen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag

Naar boven