22 831 De Hoorn van Afrika

Nr. 141 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2021

Middels deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, over de opvolging door het kabinet van de moties van de leden Van Ojik (GroenLinks) en Sjoerdsma (D66) (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2278), en de motie van het lid Van Helvert (CDA) (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2282). Beide moties werden ingediend tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg Raad Buitenlandse Zaken op 25 februari 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 59, VAO Raad van Buitenlandse Zaken).

De motie van het lid Van Helvert verzoekt de regering binnen de Verenigde Naties en de Europese Unie te pleiten voor meer druk op Ethiopië om het geweld te beëindigen en zo spoedig mogelijk internationale hulpverleners en noodhulp tot het gebied toe te laten. De motie verzoekt de regering tevens zich sterk te maken voor het opzetten van een VN-onderzoeksmissie en bewijzenbank om oorlogsmisdaden van betrokken partijen te kunnen onderzoeken.

De motie van de leden Van Ojik en Sjoerdsma verzoekt het kabinet een initiatief te nemen om in EU-verband samen met de Verenigde Staten en de Afrikaanse Unie op hoog politiek niveau bij de Ethiopische regering te interveniëren, met als doel de onmiddellijke beëindiging van het geweld, de toegang voor humanitaire hulp en de bescherming van vluchtelingen.

Het kabinet hecht groot belang aan de onmiddellijke beëindiging van het geweld in Ethiopië, toegang voor humanitaire hulp, en de bescherming van vluchtelingen en ontheemden. Zoals aangegeven in de kamerbrief van 22 februari over de stand van zaken in Tigray (Kamerstuk 22 831, nr. 140) heeft Minister-President Rutte deze punten ook onderstreept in zijn gesprek met de Ethiopische premier Abiy Ahmed.

Het kabinet heeft zich in verschillende fora sterk voor gemaakt voor bovengenoemde prioriteiten. Deze inzet heeft zich vertaald in een duidelijke oproep tot vrije toegang voor humanitaire hulp, alsmede tot de bescherming van vluchtelingen in de Raadsconclusies van de EU Raad Buitenlandse Zaken van 11 maart.

Nederland heeft samen met Duitsland het initiatief genomen tot een verklaring in de VN-Mensenrechtenraad die op 26 februari werd uitgesproken. Deze verklaring werd gesteund door meer dan 40 landen.

Deze verklaring roept de Ethiopische autoriteiten op om toegang te verlenen aan humanitaire organisaties. De verklaring benadrukt tevens het grote belang van onafhankelijk onderzoek naar mensenrechtenschendingen in Tigray. Nederland ziet hierin in de eerste plaats een belangrijke rol weggelegd voor de onafhankelijke Ethiopische Mensenrechtencommissie, maar de verklaring bevat ook de oproep aan de Ethiopische regering om toegang te verlenen aan medewerkers van het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor de mensenrechten (OHCHR). Op 17 maart hebben de Ethiopische Mensenrechtencommissie en OHCHR bekend gemaakt dat zij inderdaad gezamenlijk onderzoek gaan doen naar mensenrechtenschendingen in Tigray.

Het belang van onmiddellijke toegang voor hulpverleners tot Tigray is door Nederland ook bepleit middels een schriftelijke verklaring als inbreng in een open sessie van de VN Veiligheidsraad over het thema Conflict en Honger, onder het voorzitterschap van de VS.

Met betrekking tot de motie van de leden Van Ojik en Sjoerdsma kan ik u informeren dat het kabinet nauw samenwerkt met de Verenigde Staten en andere partners binnen en buiten de EU om de inzet ten aanzien van de crisis in Tigray af te stemmen. Deze samenwerking krijgt mede vorm middels de Nederlandse deelname aan een door de Verenigde Staten geïnitieerde internationale Contact Group voor Ethiopië. De leden van deze Contact Group richten zich gezamenlijk onder meer op het beëindigen van het geweld, bescherming van vluchtelingen en ontheemden, toegang voor humanitaire hulp en terugtrekking van Eritrese troepen uit het gebied. In deze Contact Group heeft Nederland ook gepleit voor een belangrijke rol voor de Afrikaanse Unie bij de oplossing van het conflict.

Het kabinet gaat uitgebreider in op de stand van zaken in Ethiopië en zijn inschatting van de situatie in Tigray in de beantwoording van de Kamervragen van de leden Sjoerdsma en Belhaj van 11 februari, en de vragen van het lid Van Helvert van 15 februari.

Het kabinet zal zich in EU en breder internationaal en verband en VN blijven inzetten voor humanitaire toegang, beëindiging van alle gewelddadigheden en onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen tijdens de vijandigheden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven