Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2021
Op 12 november 2020 (Kamerstuk 35 570 V, nr. 32) aanvaardde uw Kamer een motie van de leden Van Helvert en Voordewind over de humanitaire
noodsituatie als gevolg van de geweldsuitbraak in Nagorno-Karabach.
In reactie daarop informeer ik Uw Kamer graag hoe binnen het vigerende beleid noodhulp
ook mensen in Nagorno-Karabach ten goede komt.
Kernpunt van dat beleid is dat Nederland – in lijn met de afspraken van de «Grand
Bargain» – noodhulp mogelijk maakt door voorspelbare, meerjarige en flexibel in te
zetten financiële steun. Humanitaire partners kunnen zo snel hulp verlenen waar de
nood het grootst is. Die steun maakt het deze organisaties mogelijk om te opereren
in en rond Nagorno-Karabach.
De hulpverlening door het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) in Nagorno-Karabach
is een goed voorbeeld van het belang van deze ongeoormerkte financiering.
Het ICRC leverde medicijnen en medische benodigdheden aan ziekenhuizen en hulpverleners
aan beide kanten van de linie. Ook verstrekte en verstrekt het ICRC voedsel, water
en onderdak. Daarnaast werkt het ICRC aan beide zijden mee aan het traceren van vermiste
personen, aan de identificatie en berging van stoffelijke overschotten en aan de overdracht
aan familie. Bij dit alles werkt het ICRC samen met het Armeense Rode Kruis en de
Azerbeidzjaanse Rode Halve Maan. Het ICRC kan en kon dit doen mede dankzij de ongeoormerkte
bijdrage van EUR 50 mln die Nederland in 2020 aan het ICRC ter beschikking stelde.
Noodhulp in en rond Nagorno-Karabach is verder verleend door ECHO, de organisatie
voor humanitaire hulp van de Europese Unie. Nederland draagt via de Europese begroting
bij aan het budget van ECHO en is als lidstaat betrokken bij beleid en toezicht.
ECHO stelde in 2020 – onder meer via het ICRC – EUR 3,9 mln beschikbaar voor noodhulp
aan de getroffenen van het conflict in en rond Nagorno-Karabach.
In december 2020 voegde Nederland tevens voor drie maanden een expert op het gebied
van geestelijke gezondheid en psychosociale steun toe aan het WHO-kantoor in Jerevan.
Deze expert adviseert samenwerkende humanitaire organisaties over het bieden van psychosociale
steun als onderdeel van de noodhulpverlening. Deze uitzending gebeurt uit het door
Nederland geïnitieerde en gefinancierde MHPSS surge mechanism.
De beschreven hulpverlening die mede door Nederlandse financiering wordt verstrekt
is in lijn met de beleidsbrief «Mensen Eerst» (29 maart 2019, Kamerstuk 34 952, nr. 62). De oproep van Uw Kamer om humanitaire hulp in en rond Nagorno-Karabach beschouw
ik als ondersteuning van het vigerende beleid.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag